J iL Zaterdag 26 Juni 308le voor de ZuIiIIioIIiiihIm'Iic en Zeeaw§che Eilanden. Eerste Blad. Antirevo lutionair Orgaan ren IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN. Een duurzame vrede? OP DEN UITKIJK. „HET GOUDEN ÏÏEËT", 1 R. C. F. y. i LEE-Moonen. LAND- EN TUINBOUW. i rmate, -Nord ineer- 8790 fl 2 00 a ns Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cestt. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. SOMMELiSBlJK. Advertentiëu 50 oest per regel cn 3/s «aal. Beclasaes 20 per regel. Böekasakoaöigi&g 5 Cent per regel ea Va maal. BieastaauTrigea en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote lettere an vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentie a worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 unr. Alle stukken voor «Ie Redactie bestemd, Advertentie® en verdere Administratie traiae® toe te menden aan den Ult&ever. XLVI. Hotel Restaurant Gedempte Boerenstcigcr 63A, 63B Slffitferdam. DINERS 60 cent en hooger. LOGIES MET ONTBIJT Het door ieder aanbevolen adres. Duitschland en de Vereenig-de Staten. B65 be 8715 d gewa- a. 10,000 ren. <D <V <D CD cd tD 1/3 t\s 2 a 55 r -4-3 K3 CS3 r üiTaKTES felefocn latere©»*». Mo. S. Geleerd door de historie der Volken zoo als die in gewijde en ongewijde goschriften geboekstaafd is, worden we altijd met vrees bevangen als we 't schoone ideaal van den Anti-Oorlogsraad voor ons krijgen in gloeien de woorden met geeftdrift uitgesproken. Zoo staat in 't Manifest van de Centrale JKrganisatie voor een duurramen vrede: »Heel de wereld verlangt, dat de vrede, «die op dezen vreeselijken oorlog moet «volgen, een duurzaam karakter zal dragen. »Dat verwachten niet alleen de oor logvoerende volken, maar ook alle neu tralen. Allen zijn zij getroffen door den >oorlog, die een huiveringwekkend be- »wijs heeft gegeven van de solidariteit >van belangen van heel 't menschelijk geslacht. >Zal de vrede duurzaam zijn, dan moe- Gen de oorzaken worden aangetast die Got den oorlog hebben geleid. >Gewis, er is en was een solidariteit, een gemeenschap van belangen door heel de werelden nu door dezen oorlog voelt men dat 't best, want deze oorlog raakt heel de wereld in al haar vezelen; handel en ^nijverheid, scheopvaart en koloniën, Kerk Staat, School en Gezin, Zending en Cul tuur, duurte on spijsgebrek, invoor, uitvoer, doorvoerheel de wereld staat op haar hoofd. In oorlogvoerende Landen, maar ook in Spanje, ook in Amerika, ook in Austra lië, ook in Japan en China, in Denemarken en Nederland voelt men den golfslag, de deining van de zee van rampen en onhei len, die de oorlog met zich brengt. Gewjs, nooit heeft een Nederlander 't kunnen droomen, dat er zoo groote gemeen schap van levensbelangen was en ons Mi nisterie van Buitenlandsche zaken moet uit kijken naar Oost en West, naar Zuid en Noord, naar alle hoeken der aarde, of er soms ook aangaande ons kleine Prutslandje levensbelangen worden geschaad of bevor derd. Ieder voelt in de gevaren, die ons omringen; in de duurte der levensprijzen in de slapte van handel en verkeerin 't gebrek aan grondstoffen; in 't breken van gemeenschapsbanden met vrienden en be kenden in verre oorden, dat deze oorlog bloot legt een rijkdom van solidariteit, die onbewust bestond. Men dacht niet om die wereld-solidariteit't was iets gewoons geworden, dat men sprak per telefoon met een Eskimo om pelsen en telegrafeerde naar de Noordpool om stukken ijs voor de brou werij. Gewisieder voelt nu aan den lijveie der is getroffen door den oorlog, die naakt en geopend uitstalt, hoe 't menschelijk ge slacht door duizenderlei banden aan elkaar verbonden is. Hoe er is een gemeenschaps leven tusschen Volken en VolkenRassen en Rassen; hoe er een internationaal ver band ontstaan was door spoor en boot, telegraaf en telefoon, door wetenschap en kunst, door handel en nijverheid! Maar! en nog eens Maar Hoe huiveringwekkend deze oorlog ook f bewijs daarvan leverde; er is nog iets in 't menschelijk geslacht, dat nog veel huiveringwekkender is. Er moge solidariteit der Volksbelangen rijnsolidariteit der Natiën en Geslachten er is ook een solidariteit in zonden en on gerechtigheden, Er zijn algemeen-menschelijke-zonden, die bij den Hollander gevonden worden, zoo goed als in Amerika in Australië, als in Spanje; iu Rusland als in Duitschland. Eu hoe groot de solidariteit van belangen ook moge zijn die andere solidariteit van menschenzonde en menschenschuld is vreeselijker Eerstens is 't gevolg er van, dat God de Heere op Zijn tijd op aarde verschijnt met Zijn wraak en oordeelen, om naar Zijn Goddelijk Wel behagen 't eene Land te slaan en 't andere als ter waarschuwing te bewaren. Twee- dens is 't gevolg ervan, dat in dat men schelijk geslacht door die algemeene zon den blijft woeden de geest van verzet te gen God, maar ook tegen elkanderhatelijk zijnde en elkander hatende. En 't is onzes inziens die bedroevende Solidariteit van menschenschuld en men- schenzonde, van menschelijke ontrouw en menschelijke onrust en menschelijke harts tocht naar eer en roem en rijkdom en wel vaart en voorspoeden 't is die mensche lijke onvrede met God en zijn naaste door de zonde, dat de solidariteit van belangen totaal overschaduwd wordt. We zien 't nu al 11 maanden: ondanks solidariteit van belangen moord en doodslag op reusachtige schaal. En zal nu een duurzame vrede ons ge worden Och, waren alle menschen wijs En deden daarbij wel Deze aarde was een paradijs Nu is ze vaak een hel 1 Het ideaal van een »duurzamen" vrede is schoon! Maar och, hoe lang zal dat duur zame» duren? We denken aan Ps. 102; 1G. Als een kleed zal 't al verouden. Niets kan hier zijn stand behouden Wat uit stof is, neemt een end. Door den tijd, die alles schendt. Slechts dat is de eenige troost: Maar gij hebt, o Opperwezen Nooit verandering te vreezen Gij, die d'eeuwen acht als uren Zult all' eeuwigheid verduren. God de Heere is onveranderlijk! Ea de zonde blijft knagen aan 't menschelijk werk. En de duurzame vrede blijft een hopeloos ideaal 'n Voorname, antiek-gemeubelde raad zaal. 't Stadhuis dagteekent uit beter tenmin ste gróótscher tijden, toen de magistraat van Meerstein meetelde in zijn provincie en het burgemeesterschap der stad iemand plaatste onder de «grooten" der Republiek. Thans is Meerstein 'n welvarend cen trum voor de landbouwers en boerinnen der elf-en-dertig dorpen en gehuchten uit den omtrek, doch zag zich door andere steden in handel en industrie ver overvleu geld, leefd en teert voort als 'n bedaagt rentenier met papwangen en hangbuikje vriendelijk gegroet, omdat-ie 'n aardigen stuiver bezit en 'm wil laten rollen óók maar overigens door de omgeving zoowat beschouwd als 'n goedige nul voor 't cij fer. 't Is 't prinsen-kwartiertje voor de ope ning der raadzitting. De secretaris rang schikt z'n paperassen en poetst z'n lorg net, burgemeester laat nog op zich wach ten en 'n spotvogel wrijft zich knipoegend over de kin 't is bekénd dat burgemees ter op of over 't nippertje komen wil en dan strijk-en-zet één ontschuldiging heeft de scheerbaas, die 'm wachten liet Pratent wandelt de Raap rond. Beter gezegd zijn samenstellende indi viduen, nog niet door den voorzitterlijken Direct nabij de Hoofdsteeg, f 1.25, f 1.50 en f 1.75 Tel. No. 10595. Aanbevelend, hamerslag in organisch verband gebracht Daar piept zwaar de deur, die langzaam op haar hengsels draait. 'n Bode schiet toe en zwaait ze wijd open, nieuwsgierig kijken de raadsle den om eigenlijk gezegd wachten ze niemand meer, dan burgemeester alleen, die de gewoonte heeft zijn forsche gestalte tegen de zwaarbeslagen deur te laten val len, zoodat ze met geweld openspringt, de burgervader binnentreedt en met een vro lijk «Goeden morgen, heeren» de aanwezi gen g,-oet. Verrassing ligt op aller gelaat. ,Hé Van Haalst .jij hier 1 ewegen konden, om 't weer aan te ne men, al was-ie toen nog betrekkelijk kras. Hij wou van de moeite af. Hal genoeg voor 't menschdom gedaan. Wou nu op z'n ouën dag rust Maar de «partij» hield sterk aan 'twas een wankele zetel, waarop hij zat,'t scheel de toen al weinig of de Raad ging »om« hij moest nog maar probeeren, zeiden ze. Lastig zou men 't hem niet maken. Er wa ren wel jongere krachten die 't werk kon den doeD, als hij maar wanneer 'tnoo- dig was, kwam en stemde. Nu dit jaar is 't voorgoed uit. Reeds is 'n ander in zijn plaats candi- daat gesteld, 'n jong advocaat, die van be geerte brandt om naam te maken in den Raad, wat tegelijk 'n mooie reclame kan zijn voor zijn praktijk 'n Vol jaar is Van Haalst al niet in den Raad geweest, 't Is bekend, dat zijn geest geleden heeft door den oorlogsschok bovendien ia hij dit voorjaar wekenlang onder doktershauden geweest en nu a ziet men 'ra wel weer laDgs de wal- 'lra in 't zonnetje wandelen maar hij rammelt als 'n aangekleed geraamte en 't zal niemand verwonderen, als dat knekelstel binnenkort ineenstort. Men hadt hem al «doorgeschrapt.» Straks, bij de laatste Raadzitting 'nkort speechje van den burgemeester, 'u prijzend ;Slaate$eifretëp William JèVSf^aOf; (&$ëtssefrretèr Robert Lsns/ng Het is nog steeds niet recht duidelijk waarom de staatssecretaris Bryan afgetreden is. In verband met de tweede nota aan Duitschland, waaronder hij als verantwoordelijk minister van Buitenlandsche zaken zijn naam niet wenschte te zetten, wordt gezegd, doch mem begrijpt het nog steeds niet, daar de laatste nota van Amerika aan Duitschland in het geheel niet op een „ultimatum" gelijkt, zooals beweerd werd. Wij geven hier een portret van den afgetreden minister. Hij is opgevolgd door den staatssecretaris Robert Lansing, waarvan wij hier ook een foto afdrukken. »Dat mag eerst oud-romeinsche plicht vervulling heeten», roept er een. >'k Had niet gedacht, dat we je nog weer op je zetel zouden zien, man zegt 'n ander. 'n Paar die er blijkbaar méér van wis ten en voor wie 's mans komst géén ver rassing was, knikten elkaar met 'n blik van verstandhouding toe, haasten zich den nieuwgekomene tegemoet to gaan, drukken hem hartelijk de hand, ontlasten hem van hoed, stok en overjas en loodsen 'm voor zichtig naar z'n zetel, waarin hij neerzinkt en 'n paar minuten onbewegelijk zitten blijft, 't hoofd op de borst gezakt, de oogen half gesloten, als iemand die totaal uitge put is en met half geopenden mond naar wat adem hapt. 't »Levende lijk» mag hij heten, 'n Mager, klein, uitgeteerd, door ouder dom half vermolmd manneken, stram en gebrekkelijk, met honderd-en-een kwaaltjes uitgaande als 'n nachtkaars, eiken dag wéér 'n verrassing voor z'n vrienden, dat-ienoz leefde Toen-ie zes jaar geleden herkozen werd, was 't* al «net groote moeite, dat ze hem stukje in 't plaatselijk blad en dan was siju rol uitgespeeld. Toch kranig, dat-ie nog komt En als de oude man wat tot zichzelf gekomen is. komt deze en gene 'n praatje m8t hem maken, klopt 'm amicaal op den schouder, schertst esover'n Gwoedejeugd» iuformeerd naar >zijn zoon denhurgomees- ter", 's mans trots, die jarenlang als volontair >gehangen< had, maar nu toch verleden jaar door >Gort» ergens in 'n grensdorpje te paard was gezet. Niet allen echter verwelkomen hem. Ook al groet'ten ze den oude beleefd. Twee, in 'n hoek bij 't boograam kijken elkaar veelheteekenend aan. »Daar zit muziek achter» zegt er een. «Tipperary of Suzanna «is 't antwoord. 'n Derde draait er bij en begrijpt. »De oude garde in 't vuur», zegt hij. »We naderen den gedenkdag van Water loo de garde sterft, maar geeft zich niet over »Geen clupvergadering, heeren I» roept schertsend een van de «tegenpartij» het drietal (toe. »Gij zult de zaak al wel lang en breed overwogen hebben.» «Even als gij», zegt een der drie, met een hoofdknik in de richting van Van Haalst. De «tegenpartij» haalt de schouders op Maar een triumfantelijke glans licht in zijn oogde «anti's», die zich al zeker waan den van de overwinning, voelen zich schaak mat gezet. Ze zouden nog hun doel missen 1 't Stond zes tegen zeven, Rechts tegen Links, in gewene omstandigheden was er geen schijn van 'n kans om de kermis te kegelen. Maar nu liep alles saam. De twee roomschen en de eene wild- christelijke, die anders niet voor afschaf fing te vinden waren, schenen nu toch ook oorlogs-indrukken te hebben. Bij Links was één vacature en zoo hoopten de an ti's met 6 tegen 5 't er door te halen. Zelfs waren er 'n paar liberalen die zich had den uitgelaten, dat ze in zoo'n oorlogsjaar nu toch ook liever niet in 't kermisgejoel zaten, al hadden ze dan ook geen princi- pieele bezwaren. De toeleg van de anti's was duidelijk. Verleden jaar. zoo vlak na Augustus, was de kermis «vanzelf» overgegaan. Nu nog weer een jaar zonder, dan hadden ze twee jaar praktijk in hun voordeel, als ze later op volledige afschaffing gingen aan dringen. De tegenpartij was ontwaakt De tappers-vereeniging roerde zich ge ducht en gaf zelfs een propagandastrooi- biljet uit. 't Plaatselijk blad liep kreupel van de massa «ingezonden stukken.» «En nu hebben ze bovendien het «leven de lijk» gemobiliseerd zegt een der drie an ti's niet een blik op Van Haalst Weer gaat de deur open. «Goeden morgen heeren klinkt het jo viaal de stem van den burgervader (Slot volgt.) UITKIJK. Landbouwproefvelden. Besproeiing tegen de Aardappelziekte. Van 1901 af zijn op de Rijkslandbouwproef- velden in Noord-Holland proeven genomen met besproeiing van aardappelen met Bor- deauxsche pap. in het (jongste Verslag van den Rijkslandbouwleeraar wordt een overzicht gegeven van de op meer dan 100 veldjes verkregen uitkomsten. De besproeiing ge schiedde 2 maal; alleen van gezonde, groote aardappelen is de opbrengst vermeld. Wor den alle betrouwbare proefnemingen in be schouwing genomen, dan blijkt dat bij de 104 besproeiïngsproeven een winst is gemaakt ten opzichte van de niet-besproeide veldjes, van f 11525. of van f 110.82 per Hectare. Worden de kosten voor het bespuiten, voor al deze proeven dooreen genomen, gesteld op f 20. per H.A. en per keer, dan blijkt ce gemiddelde zuivere winst te zijn ruim f70. Een zeer mooi resultaat dus, dat het groote nut der besproeiing duidelijk in het licht stelt. In 1913 en 1914 werd op vele der genoemde proefvelden de pap bereid uit het in den handel zijnde normaal pappoeder, voor dien tijd uit kopervitriool en gebluschte kalk. Kringerigheid bij aardappelen. Wat is er toch legen kringerigheid bij aardappelen te doen? Die vraag is en wordt herhaaldelijk gedaan, een afdoend middel daartegen is ecliter nog niet gevonden.'t Vorige jaar werd te Midsland op Terschelling, waar de krin gerigheid in hetaardappelgewaszeeralgemeem voorkomt, onderzocht in hoeverre door een bemesting niet kali en kalk die ziekte kan worden bestreden. Het veld bestónd uit 6 perceelen. No. 1 kreeg alleen super (600K.G.) en Chili (300 K.G.) Op No. 2 werd daaraan 500 K.G. patentkali (per H.A.) toegevoegd, op No. 3: 1000 K.G. No. 4 en 5 kregen naast super en Chili geen patentkali, maar kalk: 500 en 1000 K.G. per H.A. No 6 kreeg ein delijk alle 4 meststoffen super en Chili, voorts 500 K.G. patentkali en 500 K.G. kalk. Door de slechte kwaliteit der poters en den drogen zomer bleef de opbrengst beneden het middelmatige; men woog daarom de per ceel-opbrengsten niet, maar onderzocht den oogst slechts op het voorkomen van krin gerigheid. Dit geschiedde 14 dagen na het oogsten; van elke partij nam men 100 aard appelen. Deze sneed men door en hield aan- teekening hoeveel knollen waren aangetast. Elk der 6 perceelen leverde 2 partijen. Die vaq perceel I gaf van de 100 onderzocht^ it in 3 I

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 1