roor «Ie SSuidliollaiiilscIie en Zeeuwsche Eilanden. Zaterdag 5 Juni 1915 30 Jaargang N° 2083. 2 Antirevolutionair Orgaan Tweede Blad. lie Horloge i r; IN HOC SIGNO VINCES Twee Bladen. BUITENLAND. W.' BOEKHOVEN, SOMMEI,SDIJK. Alle slakken voor «ie Bedactie üestenMl, Advertentiën en verdere Admlnistrntie franco toe te zegden aan den Uitgever. i-t Daze Gourant versohifnt eiken Woensdag on Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Csnt. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 pes jaar, Afzonderiyke nummers 5 Cent. UITGEVER r4>!eiooia latere®»®. Mc. S. Adrertentiën 10 Cent per regel sn iji maal Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groots letters en vignetten worden berekend naar do plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewaoht tot Dinsdag- en Vrijdagiaorgon 10 uur. 11 Dit Eaaitiitr bestaat uit I DE TOESTAND. Op het Westelijk oorlogstooneel wil het offensief der Franschen zoowel als dat der Engelschen maar niet best vlotten. Met den dag wordende communique's van de verbondenen langer en wij zouden haast zeggen onbeduidener van inhoud. 't Is waar, er wordt bij Atrecht hard en geducht gestreden, maar al het oorlogsge vaar maakt den indruk van geweldige gol ven, die breken tegen den muur van bazalt. „Na hevige gevechten aldus Parijs waarvan de suikerraffinaderij vanSouchez ge durende twee dagen 't schouwspel is geweest eindigden in het voordeel der Franschen. Deze maakten zich van de fabriek meester. De Duitschers heroverden haar in den nacht van 31 Mei op 1 Juni, maar de Franschen joegen er hen den volgenden morgen weer uit en bleven, trots alle tegenaanvallen der Duitschers, meester van hun stelling." En zoo schommelt het maar heen en weer, zonder dat iets beslissend wordt bereikt. Het behaalde succes, weegt dan meestal niet op tegen het aantal verliezen. Ook tusschen Maas en Moezel wordt zwaar gevochtenook daar zijn de Franschen of- fensief. Maar nergens hebben zc succes van belang. De Duitsehc linie is goed verzekerd, maar zwak bezet en toch komen dc verbondenen cr niet door. De geallieerden wierpen in 't begin van deze week een paar bommen op Ostende de Duitschers ondernamen daarop antwoor dende een Zeppelintocht naar Londen, waar ze de voorsteden bombardeerden. Reuter meldde ons daaromtrent dat een 100-tal bommen rijkelijk op de stad waren gestrooid. Ook dat er branden waren gezien, maar of deze door de bommen waren ver oorzaakt, wist het Bureau niet te melden. De Engeische bladen behelzen ook weinig méér omtrent den aanslag, dan Reuter ons seinde. Dit lezen we nog, dat de negentig bommen die voor 't meerendeel brandbommen waren, op betrekkelijk geringen afstand van elkander zijn neergekomen. Verder, dat alle branden ontstaan zijn door de brandbommen en dat één der branden een alarmeering van een wijk noodig maakte. Een aantal particuliere perceelen zijn door vuur of water beschadigd. Het juiste aantal slachtoffers is nog niet be kend. De politie is door haar doeltreffende maatregelen, zooals ook het oproepen van bizondere agenten, den toestand behoorlijk meester gebleven. De Engeische bladen deelen ook mee, wat het Duitsche officieele bericht heeft gezegd omtrent bommen die op de dokken en wer ven zouden zijn geworpen, doch laten zich hierover niet verder uit. De Daily Chronicle acht het zeer verstan dig van de overheid om elke aanduiding van den weg dien de Zeppelins hebben gevolgd, achterwege te laten. Het eenige waarop men aanmerking zou kunnen maken, zegt het blad, is dat bij vroegere aanslagen van vijandelijke luchtschepen de openbaarmaking van zuike bizonderheden niet is belet. Wat den mees ten indruk op de Londenaars zai hebben ge - maakt is, dat de meesten niets van den aan slag afwisten voor zij hun ochtendblad hadden ontvouwd. De Star meldt dat er buiten Londen de meest onrustbarende geruchten hebben ge- loopen omtrent een geweldige ramp de stad zou hebben getroffen. Verscheideneopenbare gebouwen werden met name genoemd als te zijn vernield. De geheimhouding van de bi zonderheden gaf aan deze geruchten natuur- 'ijk voedsel. Het voornaamste nieuws komt wéér uit het Oosten. Het is Von Hindenburg gelukt de hoofd macht der Russen te doen samentrekken te genover Mackenzen terwijl een deel der troe pen vastgehouden worden in Koerland waar van de Duitschers een groot deel hebben bezet. Sterke Russische strijdkrachten werden om Kowno aamengetrokken en de Russen mel den tal van kleine successen. Maar het is daar een spelen als de kat met de muis, want nauwelijks deelen de Russen mede dat zij de Duitschers een eindweegs terugdreven, of opeens hernamen deze het offensief, vallen uit het Noorden, Westen en Zuiden met ge weld aan en bezorgden den Russen een ge voelige nederlaag. De Russen werden nagenoeg van driekan ten ingesloten. Een regement cavalerie dat tot ontzet een flankaanval uitvoerde, werd verslagen. Buit gemaakt werd noordelijk van de Nje- men 24700 gevangenen, 17 kanonnen, 17 machinegewerenzuidelijk van de Njemen 6943 gevangenen, 11 machinegeweren en 1 vliegtuig. Maar de San, dit is de plaats waar het belangrijkste plaats grijpt. Daar woedt de strijd ontzaglijk. De Russen brachten daar bij Jareslaw de zegevierende legers van Mackenzen, door hun overmacht tot staan, en 'daar ving een nooit geziene worsteling aan. Stroomen bloed kleurden de grond. Doch de Duitschers verre in de meerder heid wat het geschut betreft wierpen in 4 dagen niet minder dan 700.000 projectielen. En terwijl de Russen met overmacht van troepen een aanval deden benoorden de San achtten de Duitschers de forten van Przemysl rijp voor bestorming en namen in een storm loop de forten 10, 11 en 12. Het stafbericht meldt1500 man als rest der bezetting en de kanonnen, bestaande uit 2 panserkanonnen 18 zware, 5 lichte, vielen de Beiersche troepen in handen. De Russen trachten tevergeefs het noodlot door een massa-aanval tegen onze stelling slissing nog niet gevallen, maar dat zij er de Duitsch-Oostenrijkers gunstiger voor doet staan behoeft geen betoog. De moreele uitwerking van de herovering zal waarschijnlijk groot zijn, vooral ten op zichte van de houding der balkanstaten. Op het zuidelijk front valt Italië op Oos tenrijk aan en tracht op talrijke plaatsen over de grenzen te komen. Op sommige punten staan Italiaansche voor hoeden 1 —6 K. M. over de grens en be zetten eenige dorpjes in de Alpen. De Oostenrijkers blijven in hun vestingen en achter de Isonzo. Het Tiroler bergvolk wapent zich. Op een dag gaven zich 12000 man voor de verdedi ging hunner bergen aan. Aan de Dardanellen schiet 't niet op. Vooral niet nu de groote slagschepen, bang voor nieuwe duikbootrampen, zich terugge trokken hebben. Wel hebben de „bondgenooten" op Galli- poli vasten voet gekregen en schijnt het den Turken niet mogelijk den vijand te verdrij ven, maar de strijd herinnert hier in zoo verre aan dien in het Westen, dat om elke v oetbreeds gronds bloedig moet worden ge streden en nu door het optreden van Duit sche duikbooten ernstige schade is toege bracht aan de scheepsmacht der bondgenoo ten wordt ongetwijfeld de positie van het landingsleger erg onbehagelijk. Een Oorlogsdrama in de Lucht. Meu schrijft aan de N. R. Ct. De literatuur van deri huidigen oorlog is vol van daden van moed en zelfoffering en waarneming, die mij innig gelukkig maakte, omdat zij mij 't bewustzijn gaf dat ik nog leefdehet was of mijn oogen doorvliemde met tien vlijmen tegelijk Dan verbleef ik in een donkeren mist, die alle voorwerpen aan mijn gezicht onttrok. We leefden nog. Er was nog redding mo gelijk. Wanhopig hield ik mijn stuur vast. Aan richten viel niet te denken en het eenige noodige was vooralsnog in de hoogte te blij ven om te ontsnappen aan de kartetsen, die gelukkig minder talrijk waren. Zoo luide ik het vermocht, riep ik tot ntijn gezel„Luitenant, niets gebroken Ik kreeg geen antwoord. Ik dacht dat hij mij niet ge hoord had en ik riep nog luider, terwijl ik mij omwendde en mijn best deed om de oogen te openen ten einde hent te zien. Niet alleen kreeg ik geen antwoord, maar alles wat ik zag was zwart! Ik was dus aan den dood ontsnapt, doch wist nu dat ik blind was. En mijn luitenant zou wel getroffen zijn, dacht ik. Ik had nog tegenwoordigheid van geest genoeg om al het hachelijke van mijn toe stand te vattenalléén in de hoogte, mis schien 1600, 1700, 1800 meters hoog, met onder mij de dreiging van het vijandelijk geschut en de afgrond ik beval mijn ziel aan God. Daar vernam ik opeens weer het vijandelijk geschut en nu schoot mij de ge dachte binnen dat het mijn plicht was, als ik kon, bij de onzen te landen en aan mijn oversten den uitslag van onze verkenning mee te deelen. Het geschut hielp mij bij het richten, ik stuurde naar de tegenovergestelde zijde. Nauwelijks ging ik twee minuten die rich ting in, of ik hoorde mijn luitenant, die weer zijn bewustzijn had, roepen„He, waaghals BOZEN. Deze stad, gelegen in Tirol is een van de plaatsen welke Italië bij zijn gebied wil voegen. Rechts op de foto is de afbeelding te zien van het bekende monument voor Walters v. d. Vogelweide, welke te Bozen geboren is. oostelijk van Jarislaw af te wenden. Alle pogingen bleven zonder resultaat. Een ongehoorde menigte gevallenen be dekte het slagveld voor ons front." Op hetzelfde oogenbiik vond een groote stormaanval plaats tegen het zwaar ver sterkte Stryj. De gardetroepen uit Pruisen en Pommeren namen de stad en braken door de stelling ten N. en N. W., der stad. Tot nu toe wor den 53 officieren, 9082 man gevangen 8 ka nonnen en 15 machinegeweren buit gemaakt. Dat daardoor de crisis voor de bedreigde vesting naderde was te voorzien. Doch zóó spoedig hadden wij de val van de stad niet verwacht. Want terwijl we dit schrijven kwam het telegram uit Weenen: „Sedert hedenmorgen halfzes is Przemysl weer in ons bezit." Terwijl Berlijn seinde: Op het oostelijke oorlogsterrein is de toestand onveranderd. Op het Zuidoostelijke oorlogsterrein is de vesting Przemysl vanochtend door ons genomen, nadat in de nachtelijke uren de werken aan het zuidelijke front, die zich nog staande hielden, bestormd waren. De buit is nog niet te overzien. De tegenaanval van de Russen tegen de uit onze stellingen ten O. van Jaroslau aanvallende kolonnes is volkomen mislukt Het leger van generaal v. Linsingen rukt in de richting van Zydaczow ten N.O. van Stryj voort en strijdt om het terrein ten W. van Mikolajow. De buit van den slag bij Stryj is tot 60 officieren, 12,171 man, 14 kanonnen en 35 machinegeweren gestegen. Ook Rusland erkent zij nederlaag. Met de herovering van Przemysl is de be niet minder van waaghalzerij. Geen vermocht me echter dieper te roeren, geen gaf me een aanschouwelijker beeld van de verschrikkingen van dezen modernen oor log, dan het volgende verhaal, afkomstig van het Belgische front. Er was een sergeant-vlieger met een lui tenant-waarnemer opgestegen om de vijan delijke linies te verkennen. Van de plaats waar wij stonden, konden wij al de bewe gingen van het vliegtuig nauwkeurig gade slaan en wij deden het met gespannen aan dacht. Plotseling zien wij het vliegtuig pijl recht omlaag schieten, weer horizontaal ko men en met schokken een eind van ons weg strijken. De schokken worden geweldiger, nu hangt het tuig op den linkervleugel, het zwenkt weer naar ons toe, het keert, het wenielt geheel om en als een doode vogel stuikt het den grond op. Wij loopen toe en vinden den luitenant dood op zijn zitbank. De bestuurder geeft nog teeken van leven, wij dragen hem met de grootste voorzichtigheid naar een ambu lance. Daar bekomt hij en verhaalt hij, haastals- of hij een droom verhaalt die geen werke lijkheid zou kunnen worden: „Gauw hadden wij onze verkenning ge daan en we keerden reeds terug. Wij vlogen door een hagel van kogels en boven, naast en onder ons barsten de granaten uiteen. Ik zag niets meer dan den kruitdam waar wij doorheen schoven. Dit was niet uit te houden en ik steeg hooger. Maar pas had ik het hoogteroer in werking gebracht of daar barst een granaat kartets vlak boven ons hoofd en een oogen biik had ik het gevoel dat ons tuig aan splinters vloog en dat mijn hersens uiteen spatten. Even daarop volgde een pijnlijke naar omhoog, naar omhoogIk ge hoorzaamde instinctmatig en zóó krachtdadig dat het vliegtuig een sprong in de lucht maakte. Ik hoorde mijn luitenant schreeuwen „hij rukt den haan van den toren ik begreep dat wij aan een ramp ontsnapt waren, en riep terug„Dank u, luitenant. Neem me niet kwalijk, ik zie niet duidelijk meer. En gij, luitenant, zijt gij gekwetst?" „Ja," antwoorde hij, „ik geloof dat ik goed getroffen ben. Maar pas op, gij keert terug naar den vijand. Gauw linksom. Nog meer. Goed zoo. Vooruit nu maar." Drie minuten later vernam ik weer de stem van den luitenant, doch ze was zwakker ge worden „Best.Wij zijn bij de onzen Sluit u motor af Zweefvlucht nu Zachtjes aan Zachtjes Toen hoorde ik niets meer, dan even daar op het krakend gerucht van het vliegtuig dat zich op den grond verbrijzelde." Toen de majoor, die dit verslag aanhoor de, zijn deelneming uitsprak over hef blind- worden van den vlieger, antwoordde de blin de „Het eenige wat ik bejammer, is niet meer op verkenning te kunnen uitgaan." Naar het front. De N. R. Crt., wier correspondenties uit de oorlogvoerende landen altijd even lezens waard zijn, bevatte zoo pas een schrijven uit Rijnland, dus dicht van onze grenzen, waarvan we hieronder een en ander laten volgen ter kenschetsing van de stemming, die over onze oostergrenzen heerscht. De schrijver was er bij tegenwoordig, toen een aantal manschappen naar het front zou den gaan, om de geleden verliezen aan te vullen in het regiment, waarvoor zij als re serve dienden. Van elke compagnie waren 50 man opgeroepen, bewijs genoeg hoe zwaar de yerliezen waren. De schrijver zag, hoe de manschappen welgemoed saamkwamen en hoe uitstekend ze werden uitgerust met nieu we kleedingstukken, waarvan een reuzen voorraad aanwezig was. Hij vervolgt: Ook ben ik niet meer de eenige burger in dit militair geheel. lederen keer wordt het hek geopend en komen mannen, vrouwen en kinderen naar binnen, zoeken bedeesd in dit gewarrel van soldaten hun kennissen. Ze hebben allen veel kleine pakjes bij zich en vooral bloemen. En als ze hun kennissen of familie gevonden hebben, wordt de soldaat volgepropt met allerlei pakjes. Waar maar een plaatsje is, komt een pakje en zelfs in de kaplaarzen verhuizen pakjes. Bloemtakjes op den helm, in den loop van het geweer en 't ontroert me te zien, hoe zoo'n meisje óp den arm der moeder een takje seringen steekt op den helm .van haar vader. Het tonige grijs wordt langzamerhand kleu rig getind door de fleurige lentekinderen. Veel witte en paarse seringen, witte en roo- de meidoorns geuren ineens op deze kazer neplaats. Ook orchideeën zie ik een enkele maal, fel paarsche Cattleya's die een vrijwil liger uit een doosje pakt, dat hem van verre gezonden is. ik zie ook tranen, doch tevens krampachtige bewegingen die te onderdruk ken een soms woest bijten op zakdoeken, een haast hartstochtelijk wringen van han den. Commando's klinken, de secties stellen zich op, met langzame bewegingen. Maar toch is de stemming onder de mannen voortreffe lijk gebleven. De vele bloemen hinderen niet bij hun uniform, ze sieren kleurrijk en de opgewekte trekken passen erbij. Men kan het den lui aanzien, dat ze blij zijn weg te gaan. En ginds, door de ijzeren staven van het hekwerk, rijden langzaam auto's. Geenvroo- lijk snorrende motoren, doch bedachtzaam voortglijdend over het asphalt, 't Zijn wa gens van het Roode Kruis, er is blijkbaar een ambulance-trein aangekomen en de ge kwetsten worden naar het nabij gelegen hos pitaal gevoerd. Aan den langzamen gang is het te zien, dat er zwaargewonden vervoerd worden. Wagens met het fel-roode kruis vol gen en de paarden gaan stapvoets. Ik zie dien stoet als droevig „memento" en kijk naar die gelederen van soldaten. Ook zij zien het en 't is of er een lichte huive ring door de gelederen gaat, een siddering, die men niet zien, doch alleen gevoelen kan. Een groep officieren komt op het plein, commando's klinken, gelederen worden ge formeerd. Gestalten rekken zich, scharen zich in twee rijen. Luitenants gaan naar hun sec ties, kijken alles nog eens na. En als de com mandant op het plein komt, met luide stem z'n manschappen groet, staat alles gereed, gereed voor het front. Doch vóór de inspectie komt een ordon nans haastig aangeloopen, geeft den com mandant een telegram. Zenuwachtig gesticu- leeren de officieren Vijftig man waren van elke kompagnie aangevraagd, maar van de laatste kompagnie moeten er slechts twintig uitrukken. Dertig moeten achterblijvenMaar hoe die uit te zoekenDe commandant staat ietwat verlegen, commandeert plotseling voor de sectie, die blijkbaar gehoord heeft wat er gaande is„Getrouwde manschappen aan treden". Niemand roert zich, het commando wordt scherper herhaald, een twee soldaten komen aarzelend uit het gelid. En toch zijn het meestal oudere lichtingen, die bijna allen getrouwt zijn. De officier gaat op een paar soldaten toe. „Ben je getrouwd En prompt klinkt het „Zu Befehl, Herr Hauptmann„Waarom meld je je niet Weer dat militaire „Zu Befehl", en dan „omdat ik mee wil" L)e officier kijkt minder scherp en met een zachteren klank vraagt hij „Hoeveel kinde ren heb je Het militaire „Zu R v^SDMijft ditmaal weg en kort, stootend ..er,, De officieren overleggen d< woord „drei" Snel, als om ei te verhinderen, zegt de man terland baucht uns wc umcicicu overleggen .n v«i qe is een lastige vraag, vijftig - x aï j? ri-.u eu maar twintig mogen er. tó.. tijds moet de troep aan hei sr*'ja moet geregeld worden, Raad is kostbaar! Met een paar commando's is snel een de van liet kazerneplein ontruimd. De vijfti. vrijwilligers staan op een rij, de twinti' eersten, die aan de overzijde zijn, moge. mee en in volle bepakking hollen de kerels naar de overzijde. Twintig eerstaangekomen gaan mee, de dertig anderen gaan mismoedig terug.' De „Herr Hauptmann" spreekt ze bemoedi gend toe, den volgenden keer zijn ze stellig aan de beurt. Eu terwijl dc troep zich opstelt, sta ik stil en ernstig toe te zien. Ik denk aan den .\\r

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 3