voor de ^uiilliollaiidsclie en Zeeuwaclie Eilanden. kü Woensdag 19 Mei 1915. 30 Jaargang N°. 2077. Antirevolutionair Orgaan. f) land IN HOC SIGNO VINCES RKEN W. BOEKHOVEN, Het Eedsvraagstuk in de Eerste Kamer. EenDelen en h>M VOOR HUIS EN HOF. UIT DE PERS. ameeren, dat zulks aeerwerk len tijde veren wij verzekert 0 BETON weekerty Daze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling ƒ4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. SOMMELSDIJK. ITelefoon latereeiea. Mo. s. Advertentiën 10 Cent per regel en lj% maaL Reclames 20 par regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel m */s maal. Dienstaanvragen eif Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing örooto letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte dis ssi i>k»W Advertentiën worden ingewacht t?t Dinsdag- en Vrijdagmorgen ÏO na: Alle «tukken voor «le Bedactle bestemd, Advertentién ess verdere Adfninf«urntie traiie® toe te zenden aan den Ultcewif. ij die zich nu abonneeren, ont vangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis. EIT IN DE HAAS Omdat de geloovige in God gelooft, moet :tc. etc. 7999 KKEN, e maten, )dem, tEGELS, snz. enz. aatsen van ■EN. CEMENT, zen. 8991 larnis. el-, Peren-, n Druiven- en. Zwarte, 9077 ïmheesters, gplaatsoen, en Vruch- ingestaan. OITGETSR Z te 8671 bekleed en denwerk, n PAPIER- RKTAFELS. melsdijk. aUteit versoh raar. rleesch, ïamworst. eden. verkrijgbaar, prjjxen. 8367 Het voorloopig Verslag der Eerste Kamer over 't Eedsvraagstuk, zooals dit laatst door de 2e Kamer is aanvaard met een stemming van Rechts tegen Links, is zeer A|zadigd, maar streng principieel. In de ^Rrste plaats werd opgemerkt, dat door den eed zoo goed als facultatief te maken, he Christelijk of godsdienstig karakter onzer natie op den achtergrond wordt geschoven. Behoudens de leden van de Doopsgezinde Gemeenten, aan wie de eed is verboden, maar die toch aan de .verklaring, of .belofte, dezelfde heteekenis hechten als aan den eed, ziet de overgroete meerder heid der Nederlanders in den eed een handeling van meer heteekenis dan een verklaring of belofte buiten eede. Zelfs zij, die niet tot eenig kerkgenootschap behooren, behoeven daarom nog geen atheïsten te zijn en voor zoover zij dit niet zijn, geldt voor hen de zelfde opmerking. Nu wordt om aan het kleine aantal atheïsten te gamoet te komen, feitelijk door hun afkeer van 't aanroepen Gods Naam het afleggen van den eed ultatief gesteld voor hen, die in zoodanig aanroepen wel degelijk een han deling zien met meer waarborgen voor de waarheid van hun woorden dan zonder die aanroeping. Wanneer een atheist zonder eed op zijn woord moet geloofd worden gaat 't toch zeker niet aan, iemand, die wel aan God gelooft, te dwingen zijn woord met een eed te bevestigen. Zoodoende wordt een atheist feitelijk bevoorrecht boven een geloevige wat als een beleed ging van 't Geloof is aan te merken. De vertrouwbaar heid der atheïsten wordt door 't wetsont werp haoger aangeslagen dan die van hen, die nog voor God willen bukken en den eed niet zonden willen missen in ons Staats rechtelijk leven. Minister Modderman sprak 6 Octb. 1881 deze merkwaardige woorden ia verband met 't eedsvraagstuk, en de Minister van Justitie had ook daarover na te denken: .Waarop komt dan 't stelsel neer, dat tusschenstelsel om n.l. den eed te behouden en toeh hem weer facultatief te stellen en iddus vrijheid te verleenen voor ieder en een iegelijk om hem niet af te leggen? Hierop, dat men den eed afschaft, behal ve alleen voor diegenen, die gelooven in God en hechten aan den eed en tevens te *ertyk zijn om het een of ander te ont veinzen? Met komt hierop neer, dat men b]jv, tot den ongeloovige sal zeggen: ik geloof u op uw woord in zooverre gij verklaart niet in een God te gelooven en ik geloof u ook op uw woord ten aanzien van wat gy my, ale rechter, verder ver kleuren tuit. .Daarentegen tot den geloovige zal men zeggen: U geloof ik op uw woord in zoo ver gy verklaart, dat gij nog hecht aan een God en aan den eed,- maar zoodra gij mij uitdrukkelijk of stilzwijgend dat te ken nen hebt gegeven, van dat oogenblik af aan en omdat gij dat te kennen hebt ge geven, geloof ik u met meer op uw woord, en eisoh ik, dat gy uw verdere verklarin gen en beloften door een eed bevestigen zult.. hij zweren. Het geloof in God wordt ('t is de omgekeerde wereld!) een eisch tot den eed; het ongeloof gaat vrij uit, en betuigt en spreekt zonder eed en wordt toch door den rechter geloofd. Daarbij. Het is inkonsekwent, indien de Overheid, die blijkens haar neutraliteit in onderwijs geen prijs stelt op 't aankwekken bij de natie van godsdienstige gevoelens, nu bij dit eedsvraagstuk ®wel zoodanige gevoelens wil doen gelden; wie in God gelooft, moet dien God ook voor den rechter aanroepen. Waarom zoó'n eisch bij een Overheid, die in den Staat zegt neutraal te willen en te moeten zijn. Waarom nu Gods erkenning voor den rechter geëischt, als men 't in zijn publieke instellingen van Hooger en Middelbaar en Lager Onderwijs nieteischt- zelfs verbiedt. Daarbij. De Kerken veroorloven 't eed zweren, maar gebieden 't niet. Gevolgen Dat elk, die gemoedsbezwaren heeft, en toch in God gelooft, toch lid eecer Kerk is, het eedzweren zal gaas nalaten. En zoo zou op den langen duur de eed geheel uit ons Staatsrecht, geheel uit onze Christelij ke levensbeschouwing op rechterlijk terrein gaan verdwijnen. Vele leden achteden het wetsvoorstel onaannemelijk, al was 't waar, dat er iets goeds in ligt, om 't aanl. il leden te beper ken; want zooals 't tegenwoordig is, dat men n.l. geen ambt of ambtjekan aanvaar den of men moet een eed doen, zoo wordt de eed en de kooge ernst, die daarbij moet voorzitten, een belaching en verzwakt haar kracht en heteekenis, tal van ambtseeden kunnen vervallen; maar in elk geval hand- have men haar in 't algemeen én in't bij zonder bij strafzaken. Er zijn nu eenmaal nog menschen, die met de waarheid op slechten voet leven, maar toch bang zijn om ten aanhoore van den hemelschen Rechter, na het uitspreken van 't Zoo waar lijk helpe mij God almachtig, te durven liegen. En waar dit wetsontwerp door 't vrij laten van den eed, zulke menschen te ge- moet komt, en de leugen dus schaamteloos kan worden gehandhaafd in de Rechtszaal, daar zagen vele Eerste Kamerleden dit wetsontwerp liever niet in werking getre den. Zal 't verworpen worden? We zullen afwachten, hoewel we 't hopen. Tuinbouwcussus te Ouddorp. Het is een uitnemende zaak, dat op Flak- kee hoe lang zoo meer ambitie komt voor Land- en Tuinbouwcursussen. In den Bom mel is den afgeloopen winter zoo'n Land- bouwcursus opgelicht met succes en ook is er te Ouddorp sprake van. L iten alle jongens van i6 tot 20 jaar daar te Oud dorp toetreden; een tiental is al genoeg voor een Cursus, maar als er een 30 tot 40 zijn, en die kunnen er in Ouddorp best bijeen gezameld worden, is er grootere kans tot 't verkrijgen van Subsidie van 't Rijk De gemeente zorgt voor gratis gebruik van een lokaal dat verwarmd en verlicht wordt. Het zoogenaamd schoolgeld is, naar we meenen, al een heelen gulden als minimum. Er is dus niets in den weg om ook in Ouddorp zoo'n Cursus te krijgen. En de heer Klaassen zal wat graag in correspon- tie treden met de voormannen van dien Cursus. De Afdeeling Goedereede en Om streken; Burgemeester en Wethouders van Ouddorp; de Vereeniging Centrale Proef tuin; zij allen zijn bereid om inlichtingen te verschaffen en hulp te bieden. Komt jongens van Ouddorp! aangepakt! En alle Autirev. jongelui, die ook in Land en Tuinbouw belijden, dat God de Heere ■wei den zegen móet geven, maar planten, en »nat maken, des meuscheu werk is eu ook hiervoor degelijke kennis noodig is, sluit U tot een Cursus aan Kennis is macht ook op Tuinbouwgebied. Werken is gezond. Wie gezond wil blij ven, moet werkendat is voor de beschaaf de wereld eene natuurwet geworden. Iedere lediggang maakt lichaam en geest zwak of ziek er, brengt ontstemming in het uit- en inwendig leven. Werken is even gewichtig voor de mensche- lijke gezondheid als ademhalen, eten en de spijsvertering. Wie zijn spieren bij hel werk flink ge bruikt, die zal onwillekeurig dieper adem halen. Dit dieper ademhalen is van groote heteekenis voor de gezondheid. Er sterven namelijk zeer veel menschen jong, omdat zij slechte ademhalers zijn. De mensch mag niet oppervlakkig maar hij moet diep ademhalen. Verder ademe men door den neus, de mond heeft met de adem haling niets uitstaan. Door lichamelijken arbeid wordt niet al leen zuurstof verbruikt, maar ook de vaste bestanddeelen des lichaams, zooals eiwit en vet. Daarom is flinke inspanning des lichaams zulk goed geneesmiddel tegen vetzucht. Een vlijtig werkman, een echte sportman een wakker voetganger, zij allen worden zel den vetalleen de arm- en beenspieren wor den krachtig. Het werk is echter slechts dan normaal en gezond, als het regelmatig en na behoorlijke verdeeiing van tijd en krachtsinspanning plaats heeft. Dezen regelmatigen arbeid verschaft het beroep, dat men heeft gekozen en waartoe men de noodige bekwaamheid bezit. De mensch kan veel en krachtig arbeiden, indien hij kracht en tijd regelmatig en be hoorlijk verdeelt. derft men op den koop toe. Het is aan te bevelen, na gedanen arbeid die bewegingen in te halen, die men geduren de het werk niet kon verrichten. Wie zittend of gebukt moet werken, ge- 0— Het schoonmaken van paardenhoeven. Bij het verzorgen en verplegen der paarden let men dikwijls te weinig op kleinigheden, en toch zijn het juist deze, welke veel schade, kwaad of nadeel voorkomen, als menernauw- keurig op let en ervoor zorgt. Een van die kleinigheden is het onderzoeken en schoon maken der hoeven als de paarden in den stal komen. Wie in dit opzicht zorgvuldig handelen wil, maakt de hoeven leeg, wascht ze van binnen en buiten met een borstel en droogt ze goed af. Als de boer bij 't thuis komen niet altijd de hoeven van zijn paar den wascht, is dat niet zoo erg, maar het leeg- en schoonmaken van de hoeven tus- schen de ijzers moest men nooit nalaten. Al zit er ook geen steentje, spijker of stukje glas tusschen, dan zitten de hoeven toch mees tentijds vol aarde, als de paarden van het land komen. Worden de hoeven nu niet ge reinigd, dan wordt deze aarde warm en hard en trekt het sap van het hoorn tot zich, waar door de groei der hoeven belemmerd wordt en allerlei kwalen daaraan kunnen ontstaan. Met volle instemming nemen we onder staand uit het „Friesch Dagblad" over, on der het hoofdje Noodige Waakzaamheid! „De wacht" moet betrokken worden. Niet slechts te land en te water aan de grenzen, maar óók tegen den binnenlandschen vijand van ons volk, die roekeloos port en prikkelt, dat we onszelf moedwillig meê in den grooten oorlogsbrand zullen werpen. Telle niemand dit gevaar licht. W Jjcoosen ->c ilasss o 6 aT VPEREN. Hier laten wij een plaatje zien van het reeds zoo geteisterde Yperen. Er zal nu van deze om zijn mooie gebou wen zoo bekende plaats wel niet veel meer dan een puinhoop zijn overge bleven. Hoewel de Duitschers nog steeds pogen deze stad te veroveren, is zij toch nog in 't bezit der gealli eerden. bruike ieder oogenblik om eens op te staan het lichaam te rekken, de ledematen te be wegen en indien mogelijk voor het geopen de venster diep adem te halen. Wie staande moet werken, ga in de pauzen zitten of nog beter liggen. —0— De slijpsteen. De slijpsteen eischt, om steeds goed gebruikt te kunnen worden, een goede behandeling. Daartoe behoort in de eerste plaats, dat hij niet, gelijk veeltijds plaats heeft, met de onderste helft voordurend in 't water staat. Daardoor wordt dit deel van den steen zachter en slijt spoediger af en dientengevolge blijft de steen niet rond. Het best is, een toestel te maken, waaruit het water, bij het gebruik van den steen, af- druppelt. Voorts moet men de voorwerpen, die geslepen moeten worden, eerst behoor lijk reinigen omdat ze anders densteen, vooral als de voorwerpen vettig zijn met een dikke laag vuil bedekken, waardoor de steen on bruikbaar is. Bij 't slijpen zelf lette men er op, dat alle deelen van den steen gelijkma tig afgeslepen wordendaarom mag men niet steeds 't voorwerp op 't midden of kant van den steen houden. Van groot belang is het ook, dat desteen vast licht in zijn draaias. Is dit niet het geval, maar waggelt hij heen en weer, dan is een behoorlijk slijpen niet mogelijk en 't voorwerp dat men slijpt, be- Ons volk in zijn groote meerderheid is verstandig en bezadigd genoeg, ook al heeft het zijn sympathieën, om er zijn zonen, zijn have en goed niet opzettelijk aan te gaan wagen. Maar in gegeven omstandigheden kan een bepaalde kliek gevaarlijk worden. 't Eind der achttiende eeuw, toen de pa triotten nog geen tiende deel van het volk uitmaakten en tóch hun zin doordreven, zij ons een waarschuwend voorbeeld. Zij weer den zich, zet'ten in en buiten de pers een grooten mond op, maakten handig gebruik van allerlei sympathieën, die bij het volk le ven, en de anderen zwegen, waren laksch, lieten de dingen maar loopen .en heb ben er bitter voor geboet. Waakzaamheid is hier noodig. De Telegraaf is nu al zoover, dat zij vrij wel onverbloemd bepleit een ingrijpen van ónze land- en zeemacht, tégen één bepaald land. Nog zégt ze 't ietwat makker. Doch van dag tot dag meer onverbloemd. Wie haar en haar volks-echo-dubbelgan- ger "De Courant,, leest, krijgt dag aan dag déze kettingreeks van Telegraaf-waarheden in z'n kop gehamerdDe éénige vijand, die Nederland duchten moet, is dat ééne bepaalde rijk-; als dat land het wint,.kan het ons ma ken en brekennu is er echter nóg 'n kans om dat land onder den voet te loopenwij zijn feitelijk wég als dat rijk het wint En als hij dan in datzelfde blad de Re geering den eisch ziet gesteld reserves te vormen, onze weermacht van 390.000 tot 900.000 op te voeren enz., nu, dan heeft de goede verstaander niet slechts het halve, doch wel 99/ioo woord en weet hij, als hij niet idioot is zeer wel hoe de klok daar in Amsterdam slaat. De goede trouw blijve ongerept, het Amsterdamsche blad en de gansche pers, die in haar zog vaart, zullen voor zichzelf meen en 's lands belangen te behartigen. Maar het is spelen met vuur Het is een roekeloos spel met het.leven en de weivaart van land en volk en zuik drij ven mag niet langer zwijgend worden aange zien. We hebben nooit verblöemd, dat lang niet dl wat b.v. Duitschland meent te moeten doen, onze instemming heeft. Critiek verzwegen wij niet, al weigeren we beslist daarin eenzijdig te zijn en het vuur naar één kant te stoken Maar als ons volk ooit het oor leende aan de inblazingen van de „kliek", die zonder ophouden probeert of ze den Hollandschen stier niet dol maken kan, dat zou dit een schande zijn voor ons land, die altijd een brandmerk zou blijven in onze historie, afgezien nog van het onnoemelijk wee, dat we over ons volk brengen zouden. Duitschland gaf geenerlei oorzaak. Zeker de oorlog heeft ons te land en ter zee in allerlei onaangenaamheden gewikkeld en on ze vrijheid van beweging deerlijk geknot. Doch dat doet niet één land ons aan, daar toe hebben alle parlijen medegewekt. En ook de oplossing, nu pas weer, van het Kat- iwy/r-geval, heeft duidelijk getoond, dat de Duitsche regcering ons met hoffelijkheid be jegent en alle zónder haar wil tégen oorlogs recht aangerichte schade, wenscht te ver goeden. Nu kan men in zijn sympathieën, wat den oorlog betreft, anti-üuitsch zijn, niemand zal daarin een anders, alware 't zijn tweeling broeder, moeilijk vallen. Sympathie en liefde dwingt men niet 1 Maar een misdaad zou 't zijn, op sympa thieën te speculeeren, om ons volk oókmee in den oorlog te sleepen, enkel volgens dé ze moraal Nu kunnen we er misschien nog op los slaan, straks niet meer 1 En daar om moeten we nu maar een volk naar de keel vliegen, dat nog nooit één vinger tegen onze onafhankelijkheid uitstak, alleen omdat het dit later misschien zou doen 1 Gerechtigheid verhoogt een volk. En 't is een schandaal, zooals thans ook in onze vaderlandsche pers van geen recht wordt gerept en alleen op belang wordt ge let en feitelijk wordt gedreven in de richting van een strijd, waarvoor we geen enkele gel dige reden zouden kunnen opgeven. Ja, zóó ver gaat dit misdadig geschrijf reeds, dat we al 'n anonyme brochure ontvingen 'Niet in den handel» 'n echt werk der duisternis waarin werd aangewezen, hóé we in geval van strijd 't best een stoot zou den kunnen toebrengen, hóé we tot meerder glorie van onze natie een der strijdende mo gendheden 'n dolk in den rug zouden kun nen steken 1 Nu is ons volk niet licht ontvlambaar en daar houden we rekening mee. Maar waakzaamheid is noodig. De prikkel-lectuur van de hetze-pers wordt steeds meer gepeperd. De Telegraaf is nu al zoover, dat zij Ita lië dwaas heeten zou, als het zijn twee bond- genooten niet in den rug schoot, terwijl Griekenland zot geheeten wordt, omdat het vrede houdt en niet toehapte, toen het met oorlog-voeren een flinke moot van de Turk- sche visch krijgen kon. Dat is je ideële politiek JiebE_j_±J^£bben en krijgen is de kunst ..,1 - 1 kostelijk bloed der natjAtyl dé. A worden gestort 1 n t£rp*'ll Zoo hitst men de schaden a Smadelijk wordt er£. i' P 2? den vrede kiest boven'r „Het devies is niet drai", doch „Als wijf?i Langzamerhand gaat bij pers begrijpen, dat dezeleti': erg loopt en dat een k gene Jj-j uitblijven mag. V Wij kiezen voor niemanlucade, Wij dwingen niemands sf .nade, Besser-ef t Maar wij weigeren besliSLV 1 ,n kliek, die zelf méént, a» a,m' öl(aniC' veiig achter Waterlinie eraf Joetsart?er zonder cenige noodzaak mef te-' zonder cenige nooazaaK mef 1 n; misdadige actie, die voor aG:Orthp,ociab het vinciën van ons land de bi. ''leu - zou kunnen hebben. Het Volk begon reeds van sJMIilllö» z'n partij genooten te waarschuwóï.% tijd, dat ook de verdere pers, zonJS*- voor lichtgeraakte sympathieën, die

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 1