FEUILLETON INGEZONDEN STUKKEN. VISSCHERIJ. VERK00PINGEN. UITSLAG AANBESTEDING. GEMENGD NIEUWS. VARIA. ONS FEUILLETON. BURGERLIJKE STAND. Het Eiland van één dag. GÖEDEREEDE. Vrijdag namiddag kwam een span paarden, bespannen voor eenvier- wielkar de gemeente in hollen. De beesten renden tot op de werf van den landbouwer T. L. aan wie zij toebehooren. Behalve wat materieele schade liep dit ongeval goed af. Bij de burgers alhier zijn een achttal soldaten, van het korps genie, ingekwartierd. HELLEVOETSLUIS. Zaterdag heeft de heer J. A. ten Hoope zijn nieuwe, geheel naar de eischen des tijds ingerichte winkel voor si garen en prentbriefkaarten geopend. Het ge heel is prachtig uitgevoerd, zoowel binnen als buiten. De hoek van de Kerkstraat, waar de winkel gevestigd is, is nu veel verbeterd, wat verlichting aangaat. Alhier en te Nieuw-Helvoet is een Co mité gevormd, dat zich ten doel stelt om op 21 April a.s. Emma-bloempjes te verkoopen, voor het bekende doelde tuberculose be strijding. De copie van Ingezonden Stukken, die niet ge plaatst zijn, wordt niet teruggegeven. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie en Uitgever. Geachte Redactie t Mogen wij voor 't onderstaande eenige plaatsruimte in Uw blad? Bij voorbaat onzen dank! In den aanvang der oorlogscrisis is door Burg. en Weth., uitmakende het Algemeen Armbestuur, een zekere hoeveelheid tarwe ingekocht en opgeslagen. Naar de burgemeester indertijd aan onder- get. vertelde was deze inkoop alleen geschiedt om, ingeval de oorlogstoestand dit noodig maakte, brood te hebben voor de armste be- bevolking. Een door ieder op prijs gestelde voorzorgs maatregel. De toestond, die B. en W. bij den aankoop op het oog hadden, is volgens B. en W. blijkbaar niet aanwezig althans deze week is men begonnen, de bedoelde tar we onder de bakkers te verdeelen on der door B. en W. vastgestelde voorwaarden. Toen ruchtbaar werd, dat deze tarwe be schikbaar zou gesteld, was ieder van meening, dat dit zóó zou gebeuren, dat hiervan juist de minst betaalkrachtige ingezetenen, (arbei ders en daarmee gelijk gestelden) zouden kunnen profiteeren. Dit is echter niet het geval Immers door B. en W. is bepaald, dat de bakkers den prijs van het brood moeten ver lagen en alle ingezetenen hiervoor in aan merking komen. De bedoeling van B. en W. zal het niet geweest zijn, doch het resultaat is, dat zelfs de rijkste ingezetenen profiteeren van een maatregel, genomen door het Burgerlijk Arm bestuur, temeer, waar is bepaald, dat de prijs van het tarwe brood met l'/j cent, het wit brood met 2 cent per K.G. moest worden verlaagd. Men had in dit geval wel andere maatre gelen mogen verwachten. Beter was het geweest, wanneer B. en W. hadden bepaald, dat alleen arbeiders en kleine neringdoenden hiervoor in aanmerking had den gekomen. Want juist deze groepen on dervinden het meest den druk der tegen woordige tijdsomstandigheden. Want alles, wat eenigzins welgesteld of zelfstandig is in den landbouw, profiteeren ten onrechte van dezen maatregel. Weliswaar is aan deze regeling moeite en controle verbonden, doch het resultaat had dit wel waard geweest. Waar echter B. en W. deze regeling niet getroffen hebben, daar had men toch min stens mogen verwachten, dat de door hun beschikbaar gestelde tarwe, uitsluitend zou worden gegeven voor de bereiding van krop- brood. Deze maatregel is indertijd ook toegepast door deii burgemeester van Sommelsdijk en werkte uitstekend. De maatregel controleert zichzelf. Men mag toch veronderstellen, (behoudens een enkel geval van extra krenterigheid) dat zij, die zich thans de weelde kunnen veroor loven, anders dan kropbrood .taeten, terwille van den lageren prijs, in dit geval geen krop- brood zullen gaan nemen Wanneer B. en W. bepalen, dat van de door hem beschikbaar gestelde tarwe uitslui tend kropbrood (met een vastgesteld maxi mum bloem-melange) mag worden geleverd, zal dit allereerst ten goede komen aan hen, die daaraan het meest behoefte hebben, ter wijl de voorraad langer zal duren en het goede van den maatregel beduidend ver- grooten. Laten de meest belanghebbenden, in dit geval arbeiders en daarmee gelijkgestelden, alles aanwenden en trachten te verkrijgen, dat B. en W. de distributie anders zullen regelenals nu door hen is gedaan. J. C. DE BONTE. Dirksland, 20 April 1915. M1DDELHARNIS. Van de vischerij is te IJmuiden binnengekomen de vischsloep The odora Emmerentia St. Abr. Jongenjan f 1375. STELLENDAM. 17 April. In deafgeloopen week zijn door 43 vaartuigen aangevoerd 21,000 K.G. garnalen, waarvan 17,500 K.G. 15 cent aan de pellerijen zijn geleverd en de overige voor eigen rekening naar het buitenland verzonden. GOEDEREEDE. Door de Noordzeevisschers werden voortdurend oorlogschepen, duikboo- ten, watervliegmachines en ook nog drijven de mijnen gezien. In de maand Maart werden van hier 1245 manden garnalen naar Engeland ver zonden. De vorige week werd door de Noordzeevis schers tot f 156 per vaartuig aan versche visch besomd. Het hoogste werd gemaakt door C. Lokker Czn. Op Maandag 26 April 1915, des nam. 4 uur in het Logement van Van den Doel te Dirksland, afslag van a. Het Woon-en Win kelhuis waarin een broodbakkerij is geves tigd, aan de Voorstraat te Dirksland, Sectie B nummer 256, groot 1 are 19 centiaren b. De perceelen Tuin- en Hofland, Voetpad en Watering nabij Dirksland, B nummers 415, 416, 420, 421 en 422, samen groot 0.21.52 heet. (1407j Voornsche Roeden)c. De per ceelen Bouwland en Watering in den polder Dirksland, Gemeente Dirksland, kad. Sectie C nummers 62, 70, 548 en 549 samen groot 3.03.85 heet. (6 gem. 185 Roeden Voornsche maat) ten verzoeke van de Erven van Mej. de Wed. J. van Loo te Dirksland. Notarrissen VAN BUUREN en VAN DER SLUIJS. Op Woensdag 21 April 1915, 'svoorm. 10 uur, te Oude Tonge, aan den Molendijk, van 5 paarden, waarvan één veulendragend en één met hengstveulen, 8 stuks vee, waaron der twee melkkoeien, landbouw-, schuur-, stal en melkgereedschappen, hooi, stroo, voeder bieten, eenig meubilair enz. ten verzoeke van de Erven van wijlen den heer M. van der Jagt. Notaris VAN DER SLUYS. Woensdag 21 April, 's middags 2 uur te Ouddorp, in de Weststraat vóór het sterfhuis van de weduwe Klaas Mastenbroek Corns.z. van een geheelen huishoudelijken inboedel, om contant geld, ten verzoeke van de erven van de weduwe Klaas Mastenbroek-Corns.z. Notaris VAN DEN BERG. Op Donderdag 29 April 1915, 's avonds half zeven uur, te Melissant, ter herberge van A. Both in ééne zitting bij opbod en afslag, van e«n huis met schuur, dijkhofland erf en grond, te Melissant, aan den Nolledijk kad. Sectie A. no.'s 972 en 273, tezamen groot 17 A. 80 c.A., ten verzoeke van de Erven van wijlen Jacs. Goedegebuur. Nota ris VAN DER SLUYS. Op Maandag 3 Mei 1915, veiling; en Op Maandag 10 Mei 1915, afslag; beide dagen 's avonds half zeven uur, te den Bom mel ter herberge van de Wed. Lokker van: Eene groote landbouwschuur en twee ar beiderswoningen met grooten tuin, erf en grond, te den Bommel, aan den Westmolen dijk, kadaster Sectie B, nommers 1372 en 1376, in perceelen en in combinatie; de schuur dadelijk te aanvaarden, behoorende tot de nalatenschap van wijlen den Heer Arend Jongeling. Notaris VAN DER SLUYS. DIRKSLAND. Uitslag van de Veiling van de wed. Van Loo d.d. 19 April 1915. Perceel 1 Mr. A. .Zaaijer, Dirksland f 2410. Perceel 2 Mr. A. Zaaijer. Dirksland f 600 Perceel 3 C. v. Marken- stein Sr. Sommelsdijk. f 510. Perceel 4 P. L. v. Loo Dirksland f 560. Perceel 5 Mr. A. Zaaijer, Dirksland f 580. Perceel 6 Mr. A. Zaaijer, Dirksland f 640. f 2116. Perceel 7 Mr. A. Zaaijer, Dirksland f 690. f 2284. Totaal f 9060. EEN JUBILEUM. (Vrijdag 16 April) herdacht de Algemeene Paarden- en Veeverzekering Maatschappij, gevestigd te 's-Gravenhage, Pieter Bothstraat 38, haar 20-jarig bestaan. Deze Maatschappij werd 16 April 1895 door den Directeur, den Heer D. P. Linthout te Zwolle opgericht, terwijl in 1906 de zetel naar 's-Gravenhage werd verlegd en vanaf dat tijdstip aan den-naam der maatschappij werd toegevoegd: „De Oude Zwolsche van 1895". Was het destijds voor den Directeur, den Heer Linthout een moeilijke onderneming om een assurantie van paarden en rundvee op uitgebreide schaal te beginnen, daar beproef de gegevens totaal ontbraken, zoo toont de beduidende ontwikkeling, die deze Maat schappij verkregen heeft, aan, dat een goe de leiding heeft voorgezeten. Uit de navolgende cijfers blijkt, welke omvang na een 20-jarig bestaan is bereikt a. De Maatschappij werkt thans met ruim 1600 agenten, 12 Hoofdagenten en 2 Inspec teurs. b. Het verzekerd kapitaal be droeg per 1 Januari 1915. f 6.487.735 c. De jaarlijksche premie-inna me bedraagt gemiddeld260.000 d. Aan schadevergoeding werd tot 1 Januari 1915uitbetaald. 2.038.005.82 e. Het gestort maatschappelijk kapitaal en de reserve, in Staats papieren belegd en bij de firma A. v. Deventer <S Zn. te Zwolle gedeponeerd, alsmede de onbe zwaarde kantoorgebouwen, stal len en woning vertegenwoordi gen een gezamelijke waarde van123.808.55 Gedurende haar 20-jarig bestaan werd nog nimmer een na-omslag geheven en se dert 16 jaren wordt met vaste premiën ge werkt. g. De Maatschappij heeft reeds tal van jaren de paarden en runderen van den Staat der Nederlanden geassureerd. Wij wenschen den Directeur dezer Maat schappij, den Heer Linthout geluk met de door hem verkregen resultaten en hopen dat zijne Maatschappij een gelijk succes zal blijven volgen. Zeilen tegen den wind in. In het jongste nummer van de „Visscherlj-Courant" wordt er op gewezen, dat reeds vóórdat de heer Elzinga zijne uitvinding deed, die het zeilen tegen den windinmogelijkmaakte,een zekere M. van Duivendijk, een scheepmaker te Tholen, een dergelijke vinding deed. Dit betrof een allereenvoudigste zeilinrichting, waarbij geen tweede mast noodig is. Houdt hem! Een 74-jarige alleenwonende weduwe te Amsterdam hoorde 's avonds de bel. Denkende dat het de post was, ging ze naar de deur. Toen bemerkte ze, dat een man aan 't slot van de deur morrelde, waarop ze resoluut de deur opende en zei„Deug niet moet je bij een oud mensch komen in breken De man verwijderde zich daarop maar de weduwe liep hem na en riep„Een inbreker houdt hem houdt hem De man, een 33-jarige havenarbeider werd gegrepen en bleek in 't bezit te zijn van een vlijmscherp mes, ioopers, een breekijzer en een vijl. Hij ontkende eerst verkeerde bedoe lingen te hebben gehad, maar later gaf hij toe, dat hij had willen inbreken. Ontaarde moeder. Een zwervende koop vrouw liet onder de gemeente Vrijenban haar elfjarig zoontje in den steek, de zorg voor haar spruit aan anderen overlatende. De land bouwer van C., wonendeRotterdamscheweg, ontfermde zich voorloopig over den knaap. In een emmer water verdronken. Vrijdag middag is van een bewoner aan de Visch- markt te Utrecht een 1 '/Harig kindje in een emmer water gevallen. Toen de moeder het bemerkte, was het kindje reeds overleden. Gevaarlijke kookpannen. Het komt in elk huishouden natuurlijk voor dat na verloop van tijd een pan, waarin eten gekookt wordt, begint te lekken en daardoor onbruikbaar wordt. Een nieuwe pan is grooter uitgave dan een nieuwe bodem en de lekke pan gaat naar den blikslager. Zet nu zoo'n blikslager in die geëmailleerde kookpan een gegalva niseerd, dat is verzinkt, ijzeren bodem, en niet een van vertind plaatijzer, dan kan hij de oorzaak zijn van vergiftiging. Dat dit gevaar niet denkbeeldig is, is de- zer dagen te A'dam weer duidelijk geble ken. Een gezin buiten de Haarlemmerpoort, be staande uit man, vrouw en vier kinderen, had in een dergelijke pan rijst met melkge- kookt. Er bleef een hoeveelheid over, die den volgenden dag werd genuttigd. Weldra was het geheele gezin ongesteld de man die het minst had gebruikt, het minste en een jongen die veel had gegeten, werd ernstig ziek. Hij moest ter verpleging naar het Binnengasthuis worden vervoerd. Het geheele gezin is thans weer zoo goed als hersteld. Aan den Gemeentelijken Gezondheidsdienst is bij onderzoek echter gebleken dat een vol doende hoeveelheid zinkwit in de pan aan wezig was om ernstige gevolgen te kunnen hebben. De blikslager die de pan repareerde, is door den gezondheidsdienst gewaarschuwd en hem voorgehouden, dat hij een volgende keer wel eens met den strafrechter in aanraking zou kunnen komen. Op heeterdaad betrapt. Naar de N. H. Ct. verneemt, is een der beambten van het post kantoor in den Haag, Donderdagavond op heeterdaad betrapt op diefstal van poststuk ken.* Tegen bedoelden beambte bestonden reeds geruimen tijd zware vermoedens van oneer lijke handelingen, te meer, omdat hij zeeron- solide leefde. Opzettelijk is in èén der bijbussen een brief gepost, waarin onder getuigen een munt biljet van f 10 was geborgen terwijl op de enveloppe stond: „aanteekenen." Bij het gereedmaken voor verdere expeditie werd deze brief opgevraagd, doch hij bleek vermist te zijn. Onmiddellijk werd het personeel gelast het lokaal niet te verlatende besteller die be doelde wijk gereden hacf, en tegen wien de vermoedens van diefstal bestonden, poogde zich onder een of ander voorwendsel te ver wijderen, doch hem werd op duidelijke wijze te verstaan gegeven datzulksoverbodigwas. De recherche, die reeds aanwezig was, ging n. 1. dadelijk bij bedoelden besteller tot fouil leering over en vond spoedig het biljet van f 10. De dader wilde eerst nog ontkennen, dat het geld van diefstal afkomstig was, maar de nummers van het verzonden biljet waren genoteerd en kwamen geheet overeen met de nummers van het biljet dat op den bestel ler gevonden werd. De verdachte viel daarop door de mand. De enveloppe had hij verscheurd. Geïnterneerd. Een aan den zeedijk bij Uit- huizermeeden (Gron.) aangedreven boot is gebleken van de Duitsche marine te zijn. Ze zal naar Amsterdam worden gezonden, om aldaar tc%worden geïnterneerd. Zij konden den zegen niet missen. Dat Ds. Smytegeldt van Middelburg een ouderwetsch, godzalig leeraar_was, is wel bekend. Eenmaal nu dreigde er" oproer te ko men in zijne woonplaats; de burgerij ver zette zlcli tegen eene baar opgeiegde belas ting. De Magistraat zoo noemdementoen burgemeester en wethouders wasbeangst en beklemd. De heeren wendden zich tot Ds. Smytegeldt met het verzoek, of hij er niet eens over preeken wou, dat het volk den overheden gehoorzaam moest zijn. De leer- aar beloofde het, op voorwaarde evenwel, dat de „heerenbanken", die altijd zoo ledig waren dan ook eens goed bezet zouden zijn. De Zondag kwam. Groot en klein, hoog en laag was saamgestroomd ter kerk. Smij- tegeidt predikte op zijn eigene manier ernstig en gemoedelijk het Evangelie. Van het oproer en het verzet kwam echter geen woord in de preek. Misnoegd rezen de Magistraat en de bur gerij op, om den zegen te ontvangen. Doch de dominee bleef zitten. Het werd stil in de kerk. Niemand maakte aanstalten om te vertrekken. Met verbaasde blikken zag de een den ander aan. Eindelijk stond de waardige mar, op en zei „Een volk, dat zijn wettige overheid niet wil gehoorzamen geef ik Gods zegen niet. Gaat ongezegend van hier!" Nog grooter oogen Verbaasdheid en verslagenheid beving de schare; niemand echter verroerde zich. Nu gevoelde men, wat het beteekende, den zegen Gods te ontvangen Na eenige seconden, die uren schenen, nam de dienaar van Christus opnieuw het woord en zeide„Ik bemerkte, dat gij den zegen Gods niet kunt missen. Welnu dan, die in zijn hart voorneemt om te bukken, en aan de overheid de verschuldigde lasten gewil lig op te brengen, die blijvemaar die vol hardt bij zijn verzet, die ga heen Niemand ging. Toen breidde de leeraar de handen uit en legde op de gemeente den zegen des Drie maal Heiligen, zeggende „De genade van den Heere Jezus Christus, de liefde Gods en de gemeenschap des Hei ligen Geestes zij met u allen. Amen." En gezegend ging de gemeente uiteen. Het verzet was gebroken. De schare stroomde den volgende dag naar het belastingkantoor. Binnen enkele dagen hopen we een begin te maken met een prachtig feuilleton. Lang hebben we gewacht eer we iets moois hadden gevonden en dat door iedereen ge lezen kan worden doch eindelijk hebben we dan ook iets zoo schoons en boeiend dat we twijfelen er geen oogenblik aan als het ware „verslonden" zal worden. Het is getiteld WERELDVEROVERAARS door Jutte Ihlenfeld. Wanneer onze lezers deze nummers weer bijeen garen, komen ze later in het bezit van een keurig boekdeel, dat gaarne nog eens gelezen en herlezen zal worden. DE UITGEVER. SOMMELSDIJK. Geboren Arendje, d. v. J. Vis en D. Over- weel. Gehuwd: Jacob Jongejan, 23 jaren, te Mid- delharnis en Machiela Mackloef, 20 jaren. AHDDELHARNIS. Gehuwd: Hubrecht Knape 28 j. en Kaatje Smit 22 j. Huibert van Rossum 25 j. en Su- zanna Broere 24 j. Overleden: Willebrordus Huijsmans, 58 j. weduwnaar van Maria van Reijen, DEN BOMMEL. GeborenJohannis Adrianus z, y. C. Wa- gemans en C. Huijsmans. Adrianus Johannis z. v. J. Stoop en M. Kemp. Cornelis z. v. Petrus Legierse en Willemina Hameeteman. Cornelia d. v. Izaak v. Zanten eu Jannetje Knape. Ondertrouwd J. v. d, Kiundert oud 23 ja ren en M. Wagemans 21 j. Getrouwd J. Martens j.m. oud 21 jaren en J. Legierse j.d. oud 22 jaren. OverledenJoh. du Pree oud 8 maanden, z. v. J. du Pree en D. Timmer. Kaatje Damme, oud 86 jaren, weduwe van Gerrit Bakker. door L. PEfiNING. 1) Nadruk verboden. In. hooge mate heeft het steeds mijn aan dacht getrokken, wanneer een mensch door een of andere geringe omstandigheid, schijn baar zonder beteekenis, op noodlottige wijze zijn leven moest verliezen. Men schudt bij zoo'n gebeurtenis meewa rig het hoofd en zegt„Zijn tijd is er ge weest." Aan den anderen kant heeft het mij niet minder verbaasd, hoe. het leven van een mensch, ofscjioo^bvf j/èzïvrjuizend dooden bedreigt Madw'gered kan wor den. r |L ;pet een onbe- "Ï8 komen, dat ig een eerste Md, een alles ons oog sjoopen ■P cér ,erd, der zee e stuurman I Coverboord. .igsbal toe; het vijftien minuten na het ongeluk was de boot te water gelaten. De matrozen zochten geruimen tijd naar den stuurman, vonden hem echter niet, zoo dat aangenomen moet worden, dat hij on middellijk na den val in de diepte is weg gezonken. „De zeelieden zullen verstandig doen, zoo zij in den aangegeven omtrek scherp uitke ken naar het nieuwe eiland, dat zonder twij fel ook spoedig door andere schepen gerap porteerd zal worden." Het was een merkwaardig bericht, doch buitengewoon was het op zichzelve toch niet. Nog kort geleden, November 1911, is aan de Zuidkust van Trinidad ten gevolge der uitbarsting van een onderzeeschen vulkaan een klein, nieuw eiland ontstaan. Dadelijk na het bericht van de uitbarsting heeft de gouverneur van Trinidad met eenige ambtenaren het nieuw gevormde eilandje be zocht, waarvan de oppervlakte nog warm was en door gasontploffingen in voortdurende werking bleef. De vorming van het eiland ging gepaard met de opstijging van dichte wolken rook en van honderd voet hooge vlammen, zoo dat de kustbewoners, die den ondergang der wereld gekomen waanden, vol schrik uit hun huizen vluchtten en in de bosschen toevlucht zochten. We zeggenhet bericht, dal de Duitsche bark medebracht, was merkwaardig, doch buitengewoon toch niet, en eerst hetgeen op die ontdekkig is gevolgd, moet door het on gewone in de hoogste mate de belangstel ling wekken. Doch geven wij den man zeiven het woord. ijn naam is Hendrik Rosenow; ik ben persoon, die als eerste stuurman op de anziger bark „Vorst Bismarck voer. Ik viel verboord en behoeft wel niet te verzekeren, dat het bericht in de kranten, in zoover het mijn lot betrof, onjuist is geweest. Het vulkanische eiland, is behalve door de genoemde bark, nog slechts door één schip gerapporteerd geworden. De oorzaak is uit het bericht te vernemen, dat ik hiermede van mijn merkwaardige lotgevallen wil geven. Het was in den avond van den 23sten Maart 1888. Sedert eenige dagen had er een vol maakte windstilte geheerscht en de Zon, die bij haren ondergang den geheelen westelijken hemel in vuur zette, gaf ons slechts weinig hoop op een spoedige bries. Toen het donker begon te worden, was de kapitein, nadat hij nog een onderzoekenden blik langs den geheelen horizon had gewor pen, in zijn kajuit gegaan. Ik leunde zwij gend en in gedachten verdiept tegen de ver schansing, toen de man aan het roer plotse ling een doffen uitroep liet hooren, waarbij hij met den arm naar boven duidde. Ik volgde met mijn oogen de richting en ontwaardde aan den nok van de gaffel een Sint Elms vuur of stalkaarsje, zooals ditnatuurverschijn- sel, naast een aantal andere benamingen, op zee wordt genoemd. „Nu is de wind op komst, stuurmanzeide de man met gedempte man, want slechts weinig zeelieden zien dit geheimzinnig licht, zonder allerlei bijgeloovige gedachten in zich op te voelen komen. „Dat willen wij hopen", antwoordde ik, „ofschoon ik waarlijk niet zou weten, waar hij thans vandaan moest komen." Terwijl ik nog sprak, verdween het licht. Ik liet mijn oogen van den eenen mast naar den anderen gaan, maar het licht bleef, weg. Mijn stemming was niet vroolijk en dit verschijnsel droeg er niet toe bij, mij op geruimder te maken. Men kent het wezen van zulke „doodenlichten" tamelijk nauw keurig en weet ook hun oorsprong te ver klaren; nochtans jaagt hun plotseling flikke ren in de nachtelijke duisternis, zij het bij windstilte, zij het in een woedenden orkaan, den zeeman een huivering aan, die door geen wetenschap is weg te bannen. Ik had mij zelf willen uitlachen, toen ik er mij op betrapte, hoe ik een schuwen blik naar den nok der gaffel wierp, als vreesde ik daar een geestenhand te ontwaren, die een nieuw graflichtje aanstak. In gepeins keerde ik naar de verschansing terug en bespiedde in het zwart schijnende water de glinsterende omtrekken van een grooten haai, die zich langzaam naar den boeg van het schip be woog. Een half uur later verstomde het geruisch- makende klappen der slap hangende zeilen een lichte koelte blies in de zeilen. Ik riep de manschappen van mijn wacht aan de bras sen en het voetengetrappel op het dek bracht den kapitein boven. „'t Zal niet veel uithalen", zeide hij„maar wij moeten 't nemen, zooals 't komt!" Laat de touwen aanhalen, stuurman! Al maken wij maar een mijl, zoo is die toch gewonnen Tegen de gedachten in hield de bries aan en om elf uur streek het schip nog altijd kalm en statig door den effen waterspiegel. De gezagvoerder had zich weer naar zijn kajuit begeven en ik wandelde naar mijn gewoonte op het achterdek heen en weer. Op eens voelde ik de planken onder mij beven, 't Geleek sprekend op het schudden van een planken vloer in een kamer, wan neer een zwaar beladen wagen voorbij hotst. Het was voorbij vóórdat ik het goed had opgemerkt, maar ik was er zeker van, dat het geen spel was geweest mijner verbeelding. Ik ging naar 't roer. „Hebt gij zoo even niets bespeurd vroeg ik aan den matroos aan het roer. „Ja wel", antwoordde de man; ,,'t leek mij toe, alsof het schip een schok kreeg Hij had de woorden nauwelijks geuit, toen het vaartuig opnieuw, sterker dan te voren, schudde. Ditmaal scheen het alsof het met zijn kiel over een bank van losse steenpuin heen- schuurde en uit de kajuit klonk het geraas van neervallend glaswerk, dat in scherven brak. De manschappen der wacht, die hier en daar op dek hadden gezeten en ingedom meld waren, sprongen verbaasd en verschrok ken omhoog, de kapitein kwam in nachtgewaad de kajuitstrap ophollen. „Wat wasdat, stuurman vroeg hijhaastig. „Waarschijnlijk een zeebeving", zeide ik, „of het schip is langs een koraalklip ge schuurd." „Werp het schietlood uit, stuurman vlugriep hij. Ik deed, wat mij gelast werd en liet de heele lijn uitloopen, zonder grond te raken. Intusschen waren ook de manschappen der andere wacht aan dek gekomen allen staar den naar boven of over de verschansing, en vroegen opgewonden, wat er dan toch eigen lijk aan de hand was. „Daar is het] stalkaarsje ook weer!" riep een heesche stem er tusschen. Inderdaad juist zulk een vlammetje, als voorheen op den nok van de gaffel had ge brand, flikkerde thans op den nok van de bovenste marsra. „Is er iets gaande riep de kapitein„ik ruik een zwaveldamp in de lucht I" Een ontzaglijke, rollende donderslag was het antwoord en tegelijk steeg aan stuur boordzijde, misschien nauwelijks een zee mijl verwijderd, een roodglanzende vuurzui1 uit den oceaan omhoog. Zij verlichtte de zee in een verren omtrek. De sterren verbleekten vóórhaar schittering het firnament nam een gele kleur aanwij herkenden elkander even duidelijk als over dag, evenzoo het takelwerk op de zeilen. Na ongeveer twintig seconden zonk de vuurgarf geruischloos ineen en zwarter dan te voren lag de nacht voor onze verblinde oogen. Ik sprong boven op de verschansing: in de meening, buiten op zee een zwarte massa te zienik hield mij aan de pardoenen (scheepstouwen) vast, strekte mij ver naar buiten en trachtte door de duisternis heen te staren. Mijn opgewondenheid was grootde kille huivering, die de geheele scheepsmanschap had aangegrepen, had zich ook bij mij doen voelen. In die korte oogenblikken nu, terwijl ik op de verschansing stond, kwam er een zware, door de vulkanische uitbarsting veroorzaakte deining aanrolllen. Het vaartuig legde zich angstwekkend op zijdenochtans werd er geen geluid vernomen; zwijgend wentelde zich de ontzaglijke watermuur door de pik zwarte duisternis en daar niets gezien kon worden, maakte het onverwachte overvallen van het schip een te banger indruk. Dat was het oogenblik, toen ik overboord viel. Of ik van schrik het touw los liet, weet ik niet genoeg, in het volgende oogenblik had ik het besef, dat ik mij diep onder water bevond. Men beweert, dat de snelheid der gedach ten zich het opvallende in den droom open baart. Het kan zijnik geloof echter niet, dat men sneller- kan denken, dan ik deed, tot ik weer aan de oppervlakte kwam. Gedurende deze weinige seconden verkreeg ik een heldere voorstelling van mijn toestand ik vroeg mij zelve af, of men aan boord mijn val zou hebben opgemerkt; en of ik wel zou gered worden. Ik verheelde mij niet, dat ik zeker verloren was, indien men mij niet dadelijk vermiste; bovenal echter dacht ik met ontzetting aan den haai, dien ik zoo dicht bij het schip had gezien. Ik werkte mij omhoog, schudde het water uit mijn oogen en keek uit naar het schip. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 2