FEUILLETON
INGEZONDEN STUKKEN.
VISSCHERIJ.
VERK00PINGEN.
UITSLAG AANBESTEDING.
GEMENGD NIEUWS.
VARIA.
ONS FEUILLETON.
BURGERLIJKE STAND.
Het Eiland van één dag.
GÖEDEREEDE. Vrijdag namiddag kwam
een span paarden, bespannen voor eenvier-
wielkar de gemeente in hollen. De beesten
renden tot op de werf van den landbouwer
T. L. aan wie zij toebehooren. Behalve wat
materieele schade liep dit ongeval goed af.
Bij de burgers alhier zijn een achttal
soldaten, van het korps genie, ingekwartierd.
HELLEVOETSLUIS. Zaterdag heeft de heer
J. A. ten Hoope zijn nieuwe, geheel naar de
eischen des tijds ingerichte winkel voor si
garen en prentbriefkaarten geopend. Het ge
heel is prachtig uitgevoerd, zoowel binnen
als buiten. De hoek van de Kerkstraat, waar
de winkel gevestigd is, is nu veel verbeterd,
wat verlichting aangaat.
Alhier en te Nieuw-Helvoet is een Co
mité gevormd, dat zich ten doel stelt om op
21 April a.s. Emma-bloempjes te verkoopen,
voor het bekende doelde tuberculose be
strijding.
De copie van Ingezonden Stukken, die niet ge
plaatst zijn, wordt niet teruggegeven.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie en
Uitgever.
Geachte Redactie t
Mogen wij voor 't onderstaande eenige
plaatsruimte in Uw blad?
Bij voorbaat onzen dank!
In den aanvang der oorlogscrisis is door
Burg. en Weth., uitmakende het Algemeen
Armbestuur, een zekere hoeveelheid tarwe
ingekocht en opgeslagen.
Naar de burgemeester indertijd aan onder-
get. vertelde was deze inkoop alleen geschiedt
om, ingeval de oorlogstoestand dit noodig
maakte, brood te hebben voor de armste be-
bevolking.
Een door ieder op prijs gestelde voorzorgs
maatregel. De toestond, die B. en W. bij den
aankoop op het oog hadden, is volgens B.
en W. blijkbaar niet aanwezig althans
deze week is men begonnen, de bedoelde tar
we onder de bakkers te verdeelen on
der door B. en W. vastgestelde voorwaarden.
Toen ruchtbaar werd, dat deze tarwe be
schikbaar zou gesteld, was ieder van meening,
dat dit zóó zou gebeuren, dat hiervan juist
de minst betaalkrachtige ingezetenen, (arbei
ders en daarmee gelijk gestelden) zouden
kunnen profiteeren.
Dit is echter niet het geval
Immers door B. en W. is bepaald, dat de
bakkers den prijs van het brood moeten ver
lagen en alle ingezetenen hiervoor in aan
merking komen.
De bedoeling van B. en W. zal het niet
geweest zijn, doch het resultaat is, dat zelfs
de rijkste ingezetenen profiteeren van een
maatregel, genomen door het Burgerlijk Arm
bestuur, temeer, waar is bepaald, dat de prijs
van het tarwe brood met l'/j cent, het wit
brood met 2 cent per K.G. moest worden
verlaagd.
Men had in dit geval wel andere maatre
gelen mogen verwachten.
Beter was het geweest, wanneer B. en W.
hadden bepaald, dat alleen arbeiders en kleine
neringdoenden hiervoor in aanmerking had
den gekomen. Want juist deze groepen on
dervinden het meest den druk der tegen
woordige tijdsomstandigheden.
Want alles, wat eenigzins welgesteld of
zelfstandig is in den landbouw, profiteeren
ten onrechte van dezen maatregel.
Weliswaar is aan deze regeling moeite en
controle verbonden, doch het resultaat had
dit wel waard geweest.
Waar echter B. en W. deze regeling niet
getroffen hebben, daar had men toch min
stens mogen verwachten, dat de door hun
beschikbaar gestelde tarwe, uitsluitend zou
worden gegeven voor de bereiding van krop-
brood.
Deze maatregel is indertijd ook toegepast
door deii burgemeester van Sommelsdijk en
werkte uitstekend.
De maatregel controleert zichzelf.
Men mag toch veronderstellen, (behoudens
een enkel geval van extra krenterigheid) dat
zij, die zich thans de weelde kunnen veroor
loven, anders dan kropbrood .taeten, terwille
van den lageren prijs, in dit geval geen krop-
brood zullen gaan nemen
Wanneer B. en W. bepalen, dat van de
door hem beschikbaar gestelde tarwe uitslui
tend kropbrood (met een vastgesteld maxi
mum bloem-melange) mag worden geleverd,
zal dit allereerst ten goede komen aan hen,
die daaraan het meest behoefte hebben, ter
wijl de voorraad langer zal duren en het
goede van den maatregel beduidend ver-
grooten.
Laten de meest belanghebbenden, in dit
geval arbeiders en daarmee gelijkgestelden,
alles aanwenden en trachten te verkrijgen,
dat B. en W. de distributie anders zullen
regelenals nu door hen is gedaan.
J. C. DE BONTE.
Dirksland, 20 April 1915.
M1DDELHARNIS. Van de vischerij is te
IJmuiden binnengekomen de vischsloep The
odora Emmerentia St. Abr. Jongenjan f 1375.
STELLENDAM. 17 April. In deafgeloopen
week zijn door 43 vaartuigen aangevoerd
21,000 K.G. garnalen, waarvan 17,500 K.G.
15 cent aan de pellerijen zijn geleverd en
de overige voor eigen rekening naar het
buitenland verzonden.
GOEDEREEDE. Door de Noordzeevisschers
werden voortdurend oorlogschepen, duikboo-
ten, watervliegmachines en ook nog drijven
de mijnen gezien.
In de maand Maart werden van hier
1245 manden garnalen naar Engeland ver
zonden.
De vorige week werd door de Noordzeevis
schers tot f 156 per vaartuig aan versche
visch besomd. Het hoogste werd gemaakt
door C. Lokker Czn.
Op Maandag 26 April 1915, des nam. 4
uur in het Logement van Van den Doel te
Dirksland, afslag van a. Het Woon-en Win
kelhuis waarin een broodbakkerij is geves
tigd, aan de Voorstraat te Dirksland, Sectie
B nummer 256, groot 1 are 19 centiaren
b. De perceelen Tuin- en Hofland, Voetpad
en Watering nabij Dirksland, B nummers
415, 416, 420, 421 en 422, samen groot 0.21.52
heet. (1407j Voornsche Roeden)c. De per
ceelen Bouwland en Watering in den polder
Dirksland, Gemeente Dirksland, kad. Sectie
C nummers 62, 70, 548 en 549 samen groot
3.03.85 heet. (6 gem. 185 Roeden Voornsche
maat) ten verzoeke van de Erven van Mej.
de Wed. J. van Loo te Dirksland.
Notarrissen VAN BUUREN en VAN DER
SLUIJS.
Op Woensdag 21 April 1915, 'svoorm. 10
uur, te Oude Tonge, aan den Molendijk, van
5 paarden, waarvan één veulendragend en
één met hengstveulen, 8 stuks vee, waaron
der twee melkkoeien, landbouw-, schuur-, stal
en melkgereedschappen, hooi, stroo, voeder
bieten, eenig meubilair enz. ten verzoeke van
de Erven van wijlen den heer M. van der
Jagt. Notaris VAN DER SLUYS.
Woensdag 21 April, 's middags 2 uur te
Ouddorp, in de Weststraat vóór het sterfhuis
van de weduwe Klaas Mastenbroek Corns.z.
van een geheelen huishoudelijken inboedel,
om contant geld, ten verzoeke van de erven
van de weduwe Klaas Mastenbroek-Corns.z.
Notaris VAN DEN BERG.
Op Donderdag 29 April 1915, 's avonds
half zeven uur, te Melissant, ter herberge
van A. Both in ééne zitting bij opbod en
afslag, van e«n huis met schuur, dijkhofland
erf en grond, te Melissant, aan den Nolledijk
kad. Sectie A. no.'s 972 en 273, tezamen
groot 17 A. 80 c.A., ten verzoeke van de
Erven van wijlen Jacs. Goedegebuur. Nota
ris VAN DER SLUYS.
Op Maandag 3 Mei 1915, veiling; en
Op Maandag 10 Mei 1915, afslag; beide
dagen 's avonds half zeven uur, te den Bom
mel ter herberge van de Wed. Lokker van:
Eene groote landbouwschuur en twee ar
beiderswoningen met grooten tuin, erf en
grond, te den Bommel, aan den Westmolen
dijk, kadaster Sectie B, nommers 1372 en
1376, in perceelen en in combinatie; de schuur
dadelijk te aanvaarden, behoorende tot de
nalatenschap van wijlen den Heer Arend
Jongeling. Notaris VAN DER SLUYS.
DIRKSLAND.
Uitslag van de Veiling van de wed. Van
Loo d.d. 19 April 1915.
Perceel 1 Mr. A. .Zaaijer,
Dirksland f 2410.
Perceel 2 Mr. A. Zaaijer.
Dirksland f 600
Perceel 3 C. v. Marken-
stein Sr. Sommelsdijk. f 510.
Perceel 4 P. L. v. Loo
Dirksland f 560.
Perceel 5 Mr. A. Zaaijer,
Dirksland f 580.
Perceel 6 Mr. A. Zaaijer,
Dirksland f 640. f 2116.
Perceel 7 Mr. A. Zaaijer,
Dirksland f 690. f 2284.
Totaal f 9060.
EEN JUBILEUM.
(Vrijdag 16 April) herdacht de
Algemeene Paarden- en Veeverzekering
Maatschappij, gevestigd te 's-Gravenhage,
Pieter Bothstraat 38, haar 20-jarig bestaan.
Deze Maatschappij werd 16 April 1895 door
den Directeur, den Heer D. P. Linthout te
Zwolle opgericht, terwijl in 1906 de zetel
naar 's-Gravenhage werd verlegd en vanaf
dat tijdstip aan den-naam der maatschappij
werd toegevoegd: „De Oude Zwolsche van
1895".
Was het destijds voor den Directeur, den
Heer Linthout een moeilijke onderneming om
een assurantie van paarden en rundvee op
uitgebreide schaal te beginnen, daar beproef
de gegevens totaal ontbraken, zoo toont de
beduidende ontwikkeling, die deze Maat
schappij verkregen heeft, aan, dat een goe
de leiding heeft voorgezeten.
Uit de navolgende cijfers blijkt, welke
omvang na een 20-jarig bestaan is bereikt
a. De Maatschappij werkt thans met ruim
1600 agenten, 12 Hoofdagenten en 2 Inspec
teurs.
b. Het verzekerd kapitaal be
droeg per 1 Januari 1915. f 6.487.735
c. De jaarlijksche premie-inna
me bedraagt gemiddeld260.000
d. Aan schadevergoeding werd
tot 1 Januari 1915uitbetaald. 2.038.005.82
e. Het gestort maatschappelijk
kapitaal en de reserve, in Staats
papieren belegd en bij de firma
A. v. Deventer <S Zn. te Zwolle
gedeponeerd, alsmede de onbe
zwaarde kantoorgebouwen, stal
len en woning vertegenwoordi
gen een gezamelijke waarde
van123.808.55
Gedurende haar 20-jarig bestaan werd
nog nimmer een na-omslag geheven en se
dert 16 jaren wordt met vaste premiën ge
werkt.
g. De Maatschappij heeft reeds tal van
jaren de paarden en runderen van den Staat
der Nederlanden geassureerd.
Wij wenschen den Directeur dezer Maat
schappij, den Heer Linthout geluk met de
door hem verkregen resultaten en hopen
dat zijne Maatschappij een gelijk succes zal
blijven volgen.
Zeilen tegen den wind in. In het jongste
nummer van de „Visscherlj-Courant" wordt
er op gewezen, dat reeds vóórdat de heer
Elzinga zijne uitvinding deed, die het zeilen
tegen den windinmogelijkmaakte,een zekere
M. van Duivendijk, een scheepmaker te Tholen,
een dergelijke vinding deed. Dit betrof een
allereenvoudigste zeilinrichting, waarbij geen
tweede mast noodig is.
Houdt hem! Een 74-jarige alleenwonende
weduwe te Amsterdam hoorde 's avonds de
bel. Denkende dat het de post was, ging ze
naar de deur. Toen bemerkte ze, dat een
man aan 't slot van de deur morrelde, waarop
ze resoluut de deur opende en zei„Deug
niet moet je bij een oud mensch komen in
breken
De man verwijderde zich daarop maar de
weduwe liep hem na en riep„Een inbreker
houdt hem houdt hem
De man, een 33-jarige havenarbeider werd
gegrepen en bleek in 't bezit te zijn van een
vlijmscherp mes, ioopers, een breekijzer en
een vijl. Hij ontkende eerst verkeerde bedoe
lingen te hebben gehad, maar later gaf hij
toe, dat hij had willen inbreken.
Ontaarde moeder. Een zwervende koop
vrouw liet onder de gemeente Vrijenban haar
elfjarig zoontje in den steek, de zorg voor
haar spruit aan anderen overlatende. De land
bouwer van C., wonendeRotterdamscheweg,
ontfermde zich voorloopig over den knaap.
In een emmer water verdronken. Vrijdag
middag is van een bewoner aan de Visch-
markt te Utrecht een 1 '/Harig kindje in een
emmer water gevallen. Toen de moeder het
bemerkte, was het kindje reeds overleden.
Gevaarlijke kookpannen. Het komt in elk
huishouden natuurlijk voor dat na verloop
van tijd een pan, waarin eten gekookt wordt,
begint te lekken en daardoor onbruikbaar
wordt. Een nieuwe pan is grooter uitgave
dan een nieuwe bodem en de lekke pan gaat
naar den blikslager. Zet nu zoo'n blikslager
in die geëmailleerde kookpan een gegalva
niseerd, dat is verzinkt, ijzeren bodem, en
niet een van vertind plaatijzer, dan kan hij
de oorzaak zijn van vergiftiging.
Dat dit gevaar niet denkbeeldig is, is de-
zer dagen te A'dam weer duidelijk geble
ken.
Een gezin buiten de Haarlemmerpoort, be
staande uit man, vrouw en vier kinderen,
had in een dergelijke pan rijst met melkge-
kookt. Er bleef een hoeveelheid over, die den
volgenden dag werd genuttigd. Weldra was
het geheele gezin ongesteld de man die het
minst had gebruikt, het minste en een jongen
die veel had gegeten, werd ernstig ziek. Hij
moest ter verpleging naar het Binnengasthuis
worden vervoerd. Het geheele gezin is thans
weer zoo goed als hersteld.
Aan den Gemeentelijken Gezondheidsdienst
is bij onderzoek echter gebleken dat een vol
doende hoeveelheid zinkwit in de pan aan
wezig was om ernstige gevolgen te kunnen
hebben.
De blikslager die de pan repareerde, is
door den gezondheidsdienst gewaarschuwd
en hem voorgehouden, dat hij een volgende
keer wel eens met den strafrechter in aanraking
zou kunnen komen.
Op heeterdaad betrapt. Naar de N. H. Ct.
verneemt, is een der beambten van het post
kantoor in den Haag, Donderdagavond op
heeterdaad betrapt op diefstal van poststuk
ken.*
Tegen bedoelden beambte bestonden reeds
geruimen tijd zware vermoedens van oneer
lijke handelingen, te meer, omdat hij zeeron-
solide leefde.
Opzettelijk is in èén der bijbussen een
brief gepost, waarin onder getuigen een munt
biljet van f 10 was geborgen terwijl op de
enveloppe stond: „aanteekenen."
Bij het gereedmaken voor verdere expeditie
werd deze brief opgevraagd, doch hij bleek
vermist te zijn.
Onmiddellijk werd het personeel gelast het
lokaal niet te verlatende besteller die be
doelde wijk gereden hacf, en tegen wien de
vermoedens van diefstal bestonden, poogde
zich onder een of ander voorwendsel te ver
wijderen, doch hem werd op duidelijke wijze
te verstaan gegeven datzulksoverbodigwas.
De recherche, die reeds aanwezig was, ging
n. 1. dadelijk bij bedoelden besteller tot fouil
leering over en vond spoedig het biljet van
f 10.
De dader wilde eerst nog ontkennen, dat
het geld van diefstal afkomstig was, maar
de nummers van het verzonden biljet waren
genoteerd en kwamen geheet overeen met
de nummers van het biljet dat op den bestel
ler gevonden werd.
De verdachte viel daarop door de mand.
De enveloppe had hij verscheurd.
Geïnterneerd. Een aan den zeedijk bij Uit-
huizermeeden (Gron.) aangedreven boot is
gebleken van de Duitsche marine te zijn.
Ze zal naar Amsterdam worden gezonden,
om aldaar tc%worden geïnterneerd.
Zij konden den zegen niet missen.
Dat Ds. Smytegeldt van Middelburg een
ouderwetsch, godzalig leeraar_was, is wel
bekend. Eenmaal nu dreigde er" oproer te ko
men in zijne woonplaats; de burgerij ver
zette zlcli tegen eene baar opgeiegde belas
ting. De Magistraat zoo noemdementoen
burgemeester en wethouders wasbeangst
en beklemd. De heeren wendden zich tot
Ds. Smytegeldt met het verzoek, of hij er niet
eens over preeken wou, dat het volk den
overheden gehoorzaam moest zijn. De leer-
aar beloofde het, op voorwaarde evenwel,
dat de „heerenbanken", die altijd zoo ledig
waren dan ook eens goed bezet zouden zijn.
De Zondag kwam. Groot en klein, hoog
en laag was saamgestroomd ter kerk. Smij-
tegeidt predikte op zijn eigene manier
ernstig en gemoedelijk het Evangelie. Van
het oproer en het verzet kwam echter geen
woord in de preek.
Misnoegd rezen de Magistraat en de bur
gerij op, om den zegen te ontvangen.
Doch de dominee bleef zitten.
Het werd stil in de kerk. Niemand maakte
aanstalten om te vertrekken. Met verbaasde
blikken zag de een den ander aan.
Eindelijk stond de waardige mar, op en
zei
„Een volk, dat zijn wettige overheid niet
wil gehoorzamen geef ik Gods zegen niet.
Gaat ongezegend van hier!"
Nog grooter oogen
Verbaasdheid en verslagenheid beving de
schare; niemand echter verroerde zich. Nu
gevoelde men, wat het beteekende, den zegen
Gods te ontvangen
Na eenige seconden, die uren schenen, nam
de dienaar van Christus opnieuw het woord
en zeide„Ik bemerkte, dat gij den zegen
Gods niet kunt missen. Welnu dan, die in
zijn hart voorneemt om te bukken, en aan
de overheid de verschuldigde lasten gewil
lig op te brengen, die blijvemaar die vol
hardt bij zijn verzet, die ga heen
Niemand ging.
Toen breidde de leeraar de handen uit en
legde op de gemeente den zegen des Drie
maal Heiligen, zeggende
„De genade van den Heere Jezus Christus,
de liefde Gods en de gemeenschap des Hei
ligen Geestes zij met u allen. Amen."
En gezegend ging de gemeente uiteen.
Het verzet was gebroken.
De schare stroomde den volgende dag naar
het belastingkantoor.
Binnen enkele dagen hopen we een begin
te maken met een prachtig feuilleton.
Lang hebben we gewacht eer we iets moois
hadden gevonden en dat door iedereen ge
lezen kan worden doch eindelijk hebben we
dan ook iets zoo schoons en boeiend dat
we twijfelen er geen oogenblik aan als
het ware „verslonden" zal worden.
Het is getiteld
WERELDVEROVERAARS
door Jutte Ihlenfeld. Wanneer onze lezers
deze nummers weer bijeen garen, komen ze
later in het bezit van een keurig boekdeel,
dat gaarne nog eens gelezen en herlezen zal
worden.
DE UITGEVER.
SOMMELSDIJK.
Geboren Arendje, d. v. J. Vis en D. Over-
weel.
Gehuwd: Jacob Jongejan, 23 jaren, te Mid-
delharnis en Machiela Mackloef, 20 jaren.
AHDDELHARNIS.
Gehuwd: Hubrecht Knape 28 j. en Kaatje
Smit 22 j. Huibert van Rossum 25 j. en Su-
zanna Broere 24 j.
Overleden: Willebrordus Huijsmans, 58 j.
weduwnaar van Maria van Reijen,
DEN BOMMEL.
GeborenJohannis Adrianus z, y. C. Wa-
gemans en C. Huijsmans. Adrianus Johannis
z. v. J. Stoop en M. Kemp. Cornelis z. v.
Petrus Legierse en Willemina Hameeteman.
Cornelia d. v. Izaak v. Zanten eu Jannetje
Knape.
Ondertrouwd J. v. d, Kiundert oud 23 ja
ren en M. Wagemans 21 j.
Getrouwd J. Martens j.m. oud 21 jaren en
J. Legierse j.d. oud 22 jaren.
OverledenJoh. du Pree oud 8 maanden,
z. v. J. du Pree en D. Timmer. Kaatje Damme,
oud 86 jaren, weduwe van Gerrit Bakker.
door L. PEfiNING.
1)
Nadruk verboden.
In. hooge mate heeft het steeds mijn aan
dacht getrokken, wanneer een mensch door
een of andere geringe omstandigheid, schijn
baar zonder beteekenis, op noodlottige wijze
zijn leven moest verliezen.
Men schudt bij zoo'n gebeurtenis meewa
rig het hoofd en zegt„Zijn tijd is er ge
weest."
Aan den anderen kant heeft het mij niet
minder verbaasd, hoe. het leven van een
mensch, ofscjioo^bvf j/èzïvrjuizend dooden
bedreigt Madw'gered kan wor
den. r |L ;pet een onbe-
"Ï8 komen, dat
ig een eerste
Md, een alles
ons oog
sjoopen
■P
cér
,erd,
der zee
e stuurman
I Coverboord.
.igsbal toe; het
vijftien minuten
na het ongeluk was de boot te water gelaten.
De matrozen zochten geruimen tijd naar
den stuurman, vonden hem echter niet, zoo
dat aangenomen moet worden, dat hij on
middellijk na den val in de diepte is weg
gezonken.
„De zeelieden zullen verstandig doen, zoo
zij in den aangegeven omtrek scherp uitke
ken naar het nieuwe eiland, dat zonder twij
fel ook spoedig door andere schepen gerap
porteerd zal worden."
Het was een merkwaardig bericht, doch
buitengewoon was het op zichzelve toch niet.
Nog kort geleden, November 1911, is aan
de Zuidkust van Trinidad ten gevolge der
uitbarsting van een onderzeeschen vulkaan
een klein, nieuw eiland ontstaan.
Dadelijk na het bericht van de uitbarsting
heeft de gouverneur van Trinidad met eenige
ambtenaren het nieuw gevormde eilandje be
zocht, waarvan de oppervlakte nog warm
was en door gasontploffingen in voortdurende
werking bleef.
De vorming van het eiland ging gepaard
met de opstijging van dichte wolken rook
en van honderd voet hooge vlammen, zoo
dat de kustbewoners, die den ondergang der
wereld gekomen waanden, vol schrik uit hun
huizen vluchtten en in de bosschen toevlucht
zochten.
We zeggenhet bericht, dal de Duitsche
bark medebracht, was merkwaardig, doch
buitengewoon toch niet, en eerst hetgeen op
die ontdekkig is gevolgd, moet door het on
gewone in de hoogste mate de belangstel
ling wekken.
Doch geven wij den man zeiven het woord.
ijn naam is Hendrik Rosenow; ik ben
persoon, die als eerste stuurman op de
anziger bark „Vorst Bismarck voer. Ik viel
verboord en behoeft wel niet te verzekeren,
dat het bericht in de kranten, in zoover het
mijn lot betrof, onjuist is geweest.
Het vulkanische eiland, is behalve door
de genoemde bark, nog slechts door één schip
gerapporteerd geworden. De oorzaak is uit
het bericht te vernemen, dat ik hiermede van
mijn merkwaardige lotgevallen wil geven.
Het was in den avond van den 23sten Maart
1888. Sedert eenige dagen had er een vol
maakte windstilte geheerscht en de Zon, die
bij haren ondergang den geheelen westelijken
hemel in vuur zette, gaf ons slechts weinig
hoop op een spoedige bries.
Toen het donker begon te worden, was
de kapitein, nadat hij nog een onderzoekenden
blik langs den geheelen horizon had gewor
pen, in zijn kajuit gegaan. Ik leunde zwij
gend en in gedachten verdiept tegen de ver
schansing, toen de man aan het roer plotse
ling een doffen uitroep liet hooren, waarbij
hij met den arm naar boven duidde. Ik volgde
met mijn oogen de richting en ontwaardde
aan den nok van de gaffel een Sint Elms
vuur of stalkaarsje, zooals ditnatuurverschijn-
sel, naast een aantal andere benamingen, op
zee wordt genoemd.
„Nu is de wind op komst, stuurmanzeide
de man met gedempte man, want slechts
weinig zeelieden zien dit geheimzinnig licht,
zonder allerlei bijgeloovige gedachten in zich
op te voelen komen.
„Dat willen wij hopen", antwoordde ik,
„ofschoon ik waarlijk niet zou weten, waar
hij thans vandaan moest komen."
Terwijl ik nog sprak, verdween het licht.
Ik liet mijn oogen van den eenen mast
naar den anderen gaan, maar het licht bleef,
weg.
Mijn stemming was niet vroolijk en dit
verschijnsel droeg er niet toe bij, mij op
geruimder te maken. Men kent het wezen
van zulke „doodenlichten" tamelijk nauw
keurig en weet ook hun oorsprong te ver
klaren; nochtans jaagt hun plotseling flikke
ren in de nachtelijke duisternis, zij het bij
windstilte, zij het in een woedenden orkaan,
den zeeman een huivering aan, die door geen
wetenschap is weg te bannen.
Ik had mij zelf willen uitlachen, toen ik
er mij op betrapte, hoe ik een schuwen blik
naar den nok der gaffel wierp, als vreesde
ik daar een geestenhand te ontwaren, die een
nieuw graflichtje aanstak. In gepeins keerde
ik naar de verschansing terug en bespiedde
in het zwart schijnende water de glinsterende
omtrekken van een grooten haai, die zich
langzaam naar den boeg van het schip be
woog.
Een half uur later verstomde het geruisch-
makende klappen der slap hangende zeilen
een lichte koelte blies in de zeilen. Ik riep
de manschappen van mijn wacht aan de bras
sen en het voetengetrappel op het dek bracht
den kapitein boven.
„'t Zal niet veel uithalen", zeide hij„maar
wij moeten 't nemen, zooals 't komt!" Laat
de touwen aanhalen, stuurman! Al maken
wij maar een mijl, zoo is die toch gewonnen
Tegen de gedachten in hield de bries aan
en om elf uur streek het schip nog altijd
kalm en statig door den effen waterspiegel.
De gezagvoerder had zich weer naar zijn
kajuit begeven en ik wandelde naar mijn
gewoonte op het achterdek heen en weer.
Op eens voelde ik de planken onder mij
beven, 't Geleek sprekend op het schudden
van een planken vloer in een kamer, wan
neer een zwaar beladen wagen voorbij hotst.
Het was voorbij vóórdat ik het goed had
opgemerkt, maar ik was er zeker van, dat
het geen spel was geweest mijner verbeelding.
Ik ging naar 't roer.
„Hebt gij zoo even niets bespeurd vroeg
ik aan den matroos aan het roer.
„Ja wel", antwoordde de man; ,,'t leek mij
toe, alsof het schip een schok kreeg
Hij had de woorden nauwelijks geuit, toen
het vaartuig opnieuw, sterker dan te voren,
schudde.
Ditmaal scheen het alsof het met zijn
kiel over een bank van losse steenpuin heen-
schuurde en uit de kajuit klonk het geraas
van neervallend glaswerk, dat in scherven
brak. De manschappen der wacht, die hier
en daar op dek hadden gezeten en ingedom
meld waren, sprongen verbaasd en verschrok
ken omhoog, de kapitein kwam in nachtgewaad
de kajuitstrap ophollen.
„Wat wasdat, stuurman vroeg hijhaastig.
„Waarschijnlijk een zeebeving", zeide ik,
„of het schip is langs een koraalklip ge
schuurd."
„Werp het schietlood uit, stuurman
vlugriep hij. Ik deed, wat mij gelast werd
en liet de heele lijn uitloopen, zonder grond
te raken.
Intusschen waren ook de manschappen der
andere wacht aan dek gekomen allen staar
den naar boven of over de verschansing, en
vroegen opgewonden, wat er dan toch eigen
lijk aan de hand was.
„Daar is het] stalkaarsje ook weer!" riep
een heesche stem er tusschen.
Inderdaad juist zulk een vlammetje, als
voorheen op den nok van de gaffel had ge
brand, flikkerde thans op den nok van de
bovenste marsra.
„Is er iets gaande riep de kapitein„ik
ruik een zwaveldamp in de lucht I"
Een ontzaglijke, rollende donderslag was
het antwoord en tegelijk steeg aan stuur
boordzijde, misschien nauwelijks een zee
mijl verwijderd, een roodglanzende vuurzui1
uit den oceaan omhoog.
Zij verlichtte de zee in een verren omtrek.
De sterren verbleekten vóórhaar schittering
het firnament nam een gele kleur aanwij
herkenden elkander even duidelijk als over
dag, evenzoo het takelwerk op de zeilen.
Na ongeveer twintig seconden zonk de
vuurgarf geruischloos ineen en zwarter dan
te voren lag de nacht voor onze verblinde
oogen.
Ik sprong boven op de verschansing: in
de meening, buiten op zee een zwarte massa
te zienik hield mij aan de pardoenen
(scheepstouwen) vast, strekte mij ver naar
buiten en trachtte door de duisternis heen
te staren.
Mijn opgewondenheid was grootde kille
huivering, die de geheele scheepsmanschap
had aangegrepen, had zich ook bij mij doen
voelen.
In die korte oogenblikken nu, terwijl ik
op de verschansing stond, kwam er een zware,
door de vulkanische uitbarsting veroorzaakte
deining aanrolllen. Het vaartuig legde zich
angstwekkend op zijdenochtans werd er
geen geluid vernomen; zwijgend wentelde
zich de ontzaglijke watermuur door de pik
zwarte duisternis en daar niets gezien kon
worden, maakte het onverwachte overvallen
van het schip een te banger indruk.
Dat was het oogenblik, toen ik overboord
viel. Of ik van schrik het touw los liet, weet
ik niet genoeg, in het volgende oogenblik
had ik het besef, dat ik mij diep onder water
bevond.
Men beweert, dat de snelheid der gedach
ten zich het opvallende in den droom open
baart. Het kan zijnik geloof echter niet,
dat men sneller- kan denken, dan ik deed,
tot ik weer aan de oppervlakte kwam.
Gedurende deze weinige seconden verkreeg
ik een heldere voorstelling van mijn toestand
ik vroeg mij zelve af, of men aan boord mijn
val zou hebben opgemerkt; en of ik wel
zou gered worden. Ik verheelde mij niet, dat
ik zeker verloren was, indien men mij niet
dadelijk vermiste; bovenal echter dacht ik
met ontzetting aan den haai, dien ik zoo
dicht bij het schip had gezien.
Ik werkte mij omhoog, schudde het water
uit mijn oogen en keek uit naar het schip.
Wordt vervolgd.