Woensdag 14 April IM5 808le Jaargang N°. 2067, voor de Zuidhollandüehe en Zeeuwsclie EilanÊen. o He Rorlogp. Antirevo Orgaan Hst moderne Strafrecht. IN HOC SIGNO VINCES UIT DE PERS. BUITENLAND. 0®z9 Cosrant verschijnt elkea Woensdag es Zaterdag. AboimeMe&taprjjs par drie maanden fr, p. p. 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. ifeonderKjie nnamors 5 eat. ,ico toe üiïöSVSE W. BOEKHOVEN. SOMMELSD1JK. ïeleio®* IniereoMaa, Uk IAdverie&tiSa 10 eeatys? r?ge,e*.7, snaai, Eaelasaes SO per regsL Bosksaakoadigiag ösaè per regel sl. saaal. MeHitMBTragei ea 'Hgen 50 Ctent per plaatsing. Create letters an vlgaattes words» feereke: "aar de plaats, ilane die MrertentiÏB worden ingevrae't 7 g- er* Vrijdagge .^«n-10 Alle stekken voor de Redactie feestemd, Advertesitiêsi eis verdere Administratie Mn den ITitgeve Door de pas aangenomen wet omtrent de voorwaardelijke veroordeeling is de dis cussie over het klassieke en 't moderne Strafrecht weer opnieuw ontvlamd. Bij 100 uitgebreide stof is er geen denken aan dere onderwerpen in ons blad volledig te be handelen, maar we willen toch er iets van reggen. Te uitgebreid is de materie of 't onderwerp, omdat het gansche Strafrecht stelsel met rijn principieel strafrechtsbe ginsel er aan te pas moet komen om een duidelijke uiteenxetting te geven van die ideeën n.l. 't klassieke en 't moderne straf recht, waarbij dan nog komt een nieuw vooropgeschoven denkbeeld nl. de maat schappelijke verantwoordelijkheid, waarbij dan nog komt de theologische of wijsgee- rige vrang over den vrijen wil, die met dit onderwerp in 't nauwst verband staat, Om het onderwerp grondig te behande len, moeten we schrijven over le. God als Rechter van d<y raeaschen misdaden hier en hiernamaals. 2e. De rechterlijke macht in Gods plaats, hier op aarde. 3e. De overtreding in dat geding met of ronder vrijen wil, gedetermineerd of niet. 4e. De mensch geplaatst in goede of slechte omgeving en daardoor meer of min der schuldig; dus de schuld der Maatschappij, die tot 't kwaad uitlokt. 5e. De invloed van de straf, b.v. 't ge vangenisleven, op den delinkwent of den overtreder; verbetert of verslechtert hij door de straf. 6e. De toename van 't recidivisme en de algemeen® criminaliteit.. 7e. De eischen door 't klassieke en 't moderne strafrecht gesteld om den misda diger én te straffen en toch te verbeteren 3e. De roeping voor den staat bij schen ding der Goddelijke wetten en bij die der menschelijke wetten; in eenTheocratischen Staat als Israel was met zijn straffen op vloeken en sabbatsontheiliging óf in een Christelijken staat, niet theocratisch, zoo als Nederland is. 9. De ervaring in andere landen opge daan bij de Rechtspleging. Waar de behandeling, al dezer punten in ons Blad onmogelijk is moeten we volstaan met maar een greep te doen uit de over- rijke stof en zullen we daarom nu slechts 't verschil aangeven tusschen 't Klassieke en 't moderne strafrecht, in verband met den Goddelijken eisch van recht en gerech tigheid in hemel en op aarde. Er wordt in de jurisdictie of rechtsple ging gesproken van twee criminalistisclie scholen; de eene heet: de klassieke of conservatieve richting onder de leeraren van 't Strafrecht en de andere noemt men de moderne. De klassieke of conservatieve School zou men die des Bijbels kunnen noemen, uitgaand van het beginsel, dat de mensch vrij is in zijn besluiten zijn doen en laten in zijn macht heeft en bijgevolg altijd verantwoordelijk is voor zijn daden; dienvolgens ook altijd gestraft moet wor den om te vergelden, wat hij misdeed, naar de Staats-, Provinciale- of Gemeentewet. Ze wordt ook wel een3 genoemd de inde- terministische Schoolomdat de rechtsleer- aars van die riehtiBg of school, op grond van Gods Woord beweren, dat de mensch niet-voorbeschikt isgeen stok en blok is geen kromgegroeiden boom is, dieonmo- qeljjk meer recht kan groeien', maar dat de mensch heeft een vrijen wileen ver stand en hart nog onderscheid wetend tus schen goed en kwaad, zooals Paulus in den Romeinenbrief 't aanteekent dat zelfs de heidenen de wet hebben geschreven in hun geweten, dat hen beschuldigt of vrijspreekt een gevoel van verantwoordelijkheid, waar door hij tegen God nooit zal kunnen zeg gen: >Gij, o God, zijt de schuldige, want ik kon niet anders, en Gij hadt we dan maar anders moeten scheppen Zóó redeneert de moderne School niet. Deze wordt verdeeld in twee soorten: een antropologische én een sociologische rich ting. De eerste let op den Antropos of mensch of hij soms erfelijk belast is; hoe zijn aan leg is van der geboorte afhoe zijn lichaams bouw is; zijn schedelvorm; zijn manieren en doenof zijn ouders of voorouders dronk aards waren of idioten of krankzinnigen. Eu op ai die gegevens spreken ze dan een vonnis uit, dat 't individu is >ontoe- rekenbaart en niet in de gevangenis be hoort, maar in een krankzinnigengesticht. Ieder wout, dat ook in Nederland deie school toepassing vindt, zoodat zelfs nu al door den Volksmond gezegd wordt: >0,die moordenaar wordt immers gek verklaard, voor dien vent geen nood.* De meeste mis dadigers zijn volgens die school zwakke lingen; geen deugnieten. De sociologische richting redeneert iets anders. Ze zegt: een misdadiger doet een misdaad, omdat hij als mensch niet anders kon eenerzijds; en anderzijds door de maat schappelijke verhoudingen, door zijn armoe b.v. gedreven werd. En vooral dit laatste, het z.g. milieu social, zijn maatschappelijke omgeving, maakt in hoofdzaak den mensch tot onschuldige. Hij is misdeelde, een ach teruitgezette en dat gevoegd bij zijn eigen- doimnetijke natuur heeft hem gemaakt tot een m en, geen misdadiger, maar een onge lukkige. Ieder, die goed nadenkt, ziet nu wel in, dat 't moderne Strafrecht tot andere rechts spraak moet leiden dan 't oude, klassieke strafrecht. Want: heeft de mensch een vrijen wil, dan is hij altijd verantwoor delijk en dus schuldig; schuldig; als misdadiger, schuldig als welbewust overtreder der wet, misdadiger na vrij willige zonde en plichtsverzuim-, en dat plichtverzuim moet door den rechter in den Name Gods vergolden worden met een straf in evenredigheid van 't kwaad. Dat is de Vergeldingstheorie. Maar 't moderne strafrecht breekt daar mee. De mensch heeft geen vrijen wil en is product en slachtoffer van de omstandig heden; niet verantwoordelijk; wel te be klagen, maar niet te straffenverdient geen verachting, maar innig meelijden en moet dus teeder behandeld worden. Zeer teeder asjeblieft met den bandiet! Geef hem een canapee en een bord met saucijsen's Mid dags bief met een fleseh port 't Paaschcongres der S. D. A. P. Zooals ieder warm Vaderlander hoopte, is 't Congres der S. D A. P. geëindigd met de aanvaarding der Partijresoluties nl. dat de partijleiding goed gedaan heeft om het nationaiiteitsstandpunt voorop te zetten en te bandhaven. We verheugen er ons in, dat de S. D. A. P., met zoo groote meerderheid dat be ginsel heeft goedgekeurd. Er zijn tijden geweest en de Socialisten zullen de eersten zijn, om er zich nu over te schamen, dat hun propagandisten tegen de Landsverdediging geweldig te keer gin gen. »Geen man en geen cent*. Ja, zoo'n dwaas meetingvertoon ging wel, toen er vrede was; vele onnoozele toehoordors zaten met open mond te luis teren naar al dien humbug en zullen in hun onnoozele ziele gewis overtuigd ge worden zijn, dat 't nu maar eens uitmoest wezen mot al die militaire uitgaven, met al dat gedoe van die »sabelsleepers« »en die militaire kaste* »en die rijksopvreters met der koperen knoopen*. en dat heel de rotte* maatschappij geen droppel bloed waard wa3, zelfs geen koord vandechaco, Zóo verkocht men lef op de meetings in vredestijd. Maar Augustus 1914 kwam. En de ver antwoordelijkheid kwam. E' met die ver antwoordelijkheid de plicht tot lef? neen, iot aanpakken. En zie, weg was nu alie gewauwel van socialistische herbergredenaars. Troelstra wil naar de grenzen; Schaper wil er naar toe; Viiegen wil er heen; Wi- baut wil er heenen alles wat Socialist is trok zijn door Troelstra gesmade •apen- rokje* aan en met geweer op schouder, ging het den trein in naar de grenzen. Nu geen gescheld op dio sabelsleepers, maar op de Socialistische gezichten den baugsten ernst voor Vaderland en Vorstin, voor hof en haard en huis en havo, voor vrouw en kinderen eu familie. Weg was de meetiuglef! Gelukkig dat 't vroegere onmogelijke standpunt is verlaten. De Natioualit it is aanvaaid en 't Geen man en geen Cent voor altijd weg. Het Vaderland heeft bij deze beslissingen gewonnen, maar de S. D. A. P. is in ach ting en waardij gedaald. Ze heeft als Partij haar vroegere grootspraak moeten inslik ken, uu 't op daden aankwamen het zal altijd de vloek der S. D. A, P, blijven, dat ze 't volk wel kan ophitsen, maar. een maal tot daden geroepen, net moet doen als de Bourgeoisie. Bij den neus genomen? Het Kamerlid, de heer Van Vuuren, heeft een goed werk gedaan met den Minister van Koloniën te vragen naar de condities, waar onder de Indische leening is tot stand ge komen. Uit het antwoord toch van den Mi nister is thans gebleken, dat een groep ban kiers zich had verbonden, om onder voor behoud, een deel der leening over te nemen tot een koers van 95 pet, en bovendien het recht bedongen om uiterlijk drie dagen voor den eersten dag, waarop aan het publiek de gelegenheid zou worden gegeven om zijn inschrijvingsbiljetten in te leveren, ook de overige obligatiën der leening tegen dien koers te koopen teneinde de uitgifte voor eigen rekening te doen geschieden. De groep, zoo vernemen wij thans, heeft van dat recht gebruik gemaakt. Voorts was de minister met de groep over eengekomen dat de koers van uitgifte aan het publiek op 97 pet. zou worden gesteld, dat ook bij de uitgifte voor haar rekening aan tusschenpersonen (commissionairs enz.) de in Ned.-Indië gebruikelijke 1/1 pet. pro visie zou worden toegekend, en dat ook de genen die zonder zulke bemiddeling tot een bedrag van ten minste f 500.000 nominaal op eigen naam zouden hebben ingeschreven over het hun toegewezen bedrag dezelfde provisie zouden genieteneen en ander ten laste van de groep. Op deze voorwaarden is de geheele leening door „de groep ge nomen. Hetgeen beteekent, naar de N. Rott. Ct. becijfert, dat er een en een kwart millioen aan den strijkstok is blijven hangen. Terecht naar 't ons voorkomt, is het blad van oor deel, dat er bij de uitgifte van deze leening „eenigen zeer gemoedelijk bij den neus ge nomen zijn." Onder dezen sohijnen ook de Kamerleden te behooren. De Minister van Koloniën toch heeft, bij de behandeling der Leeningwet, wel in eenige vage termen gesproken over „verschillende afspraken", maar die heeten niet verbindend te zijn: de leening was „niet gegarandeerd", er bestond „geen ze kerheid dat de geheele leening van 627* millioen zal worden genomen". Heeft de Re geering, zoo vroeg de heer Bogaardt, „zich verzekerd van den steun van een con sortium van bankiers" Dat was niet het geval, verklaarde de Minister pertinent. De Kamer, vertrouwen stellende in de Regeering, laat den Minister de grootst mo gelijke vrijheid en men moet aannemen dat het niet anders kan. Thans blijkt echter, dat, zooal niet met een consortium, dan toch met een „groep bankiers", zekere afspraken wa ren gemaakt, waarvan de Kamerleden zelfs niet ondershands in kennis zijn gesteld en terwijl dit alles, ook de overneming der lee ning tegen den koers van 95 pet., vrijwel vaststond, spreekt de Minister er over met een warmte en een zoo dringend beroep op de vaderlandsliefde der natie, dat dit niet zonder uitwerking blijven kon. De uitwer king ligt in de D/i millioen, door de „groep bankiers" als gemakkelijke winst op gestreken. Ons [dunkt, de Minister had zijn enthousiasme beter kunnen plaatsen. De N. R. Ct. dringt krachtig aan op meer dere inlichtingen. Men heeft recht, betoogd het blad, om nu ook de keerzijde der me daille te zien. Bij dezen wensch sluiten wij ons geheel aan. (Ned.) ben schatrijke geldmannen als zoete winst in hun zak gestoken met medeweten van den minister van Koloniën. Zij kregen de leening voor 95 procent in handen en zij plaatsten haar voor 97 pet. En zij maakten daarbij vooraf nog zulke condities, dat zij tegen elk echec gevrijwaard waren. „Indien", zoo zegt de Tijd terecht, „de heer Pleyte niet zoo handig, niet zoo gevat en niet zoo brutaal was, dan zou men zeggen: Wat is hij onnoozel er in geloopen. Thans blijft niets anders over dan te vragen om meer licht." Dat licht moet onstoken worden. Daarop heeft het Nederlandsche volk recht. DE W, (N. H. Ct.) De Drie Provinciën schrijft in haar num mer van 9 dezer. 'n Legende is nu de wereld uit. Deze n.l. dat Engeland zich óf stellig óf waarschijnlijk buiten den oorlog zou gehou den hebben, als de Duitschers maar niet België's onzijdigheid had gevioleerd. Daarop is alle nadruk gelegd. En als politieke zet was dat van Engeland te begrijpen, want daardoor heeft het vrij wel de publieke wereld-opinie op zijn hand gekregen. Gelijk we ook van meet af heb ben erkend, dat juist niets zóó de Duitsche sympathieën in de wereld heeft geschaad, als wat het aan België deed. Maar een veel belangrijker vraag is dan toch of Engeland, ware België gespaard ge bleven, zich buiten den oorlog zou hebben gehouden. Of dus België hoofdzaak was. Dan wel 'n welkome bij-kwestie. Ddórover ging nu licht op. De Times, het bekende Engelsche hoofd blad, schreef dezer dagen letterlijk: „Het volk moet weten, dat onze eer en onze belangen ons geboden zouden hebben, met Frankrijk en Rusland tegen Duitsch- land op te trekken, ook al ware ervan een inval in België geen sprake geweest". Dat is duidelijke taal. 't Is licht te begrijpen, hoe de Times tot zulke woorden komt. De geestdrift voorden Oorlog en voor de werving, die het leger voeden moet, was over haar hoogtepunt heen- gékomen en ging verflauwen. Er moest een nieuwe prikkel komen. En die vond het blad blijkbaar in het afwinden van alle doekjes en het bloot en klaar laten zien van de kern der zaak. Trouwens, dat was eeuigszins te verwachten. Engeland heeft het nooit zoo nauw met de rechten der kleine natiën genomen. Denk aan de Boerenrepublieken. Denk aan Egypte. En ook nu verluidde weer, dat het trots alle protesten kalmpjes een neutraal Grieksch eiland gebruikte als steunpunt voor zijn vloot waarmee het de Dardanellen forceeren wil. Er waren dus wel aanwijzingen. Maar 't is nu pas onomwonden gezegd. Ook in 't Engelsche Lagerhuis kwam de kwestie ter sprake. De liberale afgevaardigde Outhwaite con stateerde daar, zonder tegenspraak, dat op 2 Aug. 1914 des morgens reeds aan den Fran- schen gezant was medegedeeld, dat Fran krijk op de hulp van de Engelsche vloot zou kunnen rekenen, terwijl eerst des avonds van dienzelfden dag het bekende ultimatum door Duitschland naar Brussel gezonden werd, den eisch stellende om door België te mogen trekken. Die afgevaardigde trok toen ook voor zichzelf de conclusie, hoe het onjuist is te zeggen, dat Engeland alleen van zijn onzij digheid is afgeweken wegens de schending van België's grondgebied. Zoo komt er meer klaarheid. En blijkt het opnieuw, hoe een eindoor deel zal kunnen worden opgemaakt, eerst eis in later tijd alle bescheiden en alle om- standigheden in het volle licht zullen geplaatst. -V, De Indische leening. De faits et gestes der groote finait/W'-is< aken een onheliacreltiken inriritk 'H* OF* i '/tp DE TOESTAND is nog niets gewijzigd, sinds ons laatste over zicht. De legers wegen tegen elkander op en het blijft slingeren der lijnen, die ons de beide vijandige linies aanwijzen. Of Duitschland er gemakkelijk onder te krijgen is gaat ook al in sommige Engelsche grootheden een punt van bespreking uitma ken en zeker is het dat dit niet mee vait, stelt dat het kan. Zelfs een blad als de Times, die de strijd thans ook op het doode punt acht te staan en wel geloofd dat dit in hun voordeel zou overslaan, begint toch zijn lezers reeds voor te bereiden dat er nog heel wat zal moeten gedaan worden want dat Duitschland voor een dcfinitieven oorlog nog verbazend sterk is. „Het effectief zegt de Times van de strij dende troepen kan aangevuld worden, indien het niet reeds aangevuld is. De Fransche officieele berekening, dat Duitschland nog twee millioen man reserve heeft, was gemaakt zonder dat rekening werd gehouden met Duitschers boven de 39 jaar; maar natuur lijk, een Duitschland in het defensief zal zulke beperkingen niet erkennen en tenslotte zal men mannen van 45, 50 en 55 jaar voor hun haardsteden zien vechten. Het is waar, dat slechts met vereenigde opofferingen voor het vaderland deze huisvaders gebruikt zullen worden, maar tusschen het breken van 't Duitsche offencief, (hetgeen grootendeel reeds gebeurd is) en het breken van 't defensief is een groot verschil en indien Duitschland door wil gaan, is er geen reden, waarom wij grenzen aan zijn weerstandsvermogen zouden stellen" En na dit vooropgesteld te hebben, gaat het City-blad dan aldus voort: „De tegenwoordige Duitsche linies zijn goed versterkt. Het goed verdedigbare Rijs- sei, de opvolgende linies van de Schelde, de Dender en de Maas zijn allen in gereedheid gebracht voor een krachtigen tegenstand, ter wijl tenslotte de Rijn de grootste hinderpaal van alles is. Al deze linies kunnen met be trekkelijk zwakke strijdkrachten verdedigd worden. „Het zwakke punt in de Duitsche positie is, afgezien van eenige sectoren in het Wes ten, het Oostenrijksche front. Hongarije staat bloot aan een omsingelenden aanval, die zoo wel Weenen als Boedapest bedreigt. De ver dediging van de Trentino (tegen de Italia nen kan ieder oogenblik belangrijke gar nizoenen vereische Oostenrijksche legercorpsen die in' \n thuishooren, zijn ver verdedigin deHgf%r m »ór 'M voor zal V! dev.. Jri r.v box!.; ded sc tl' <\r?n v I' i T&a. (jëiriu.1 i.'"T- v&Q j tV - .jcinuiT, 1 *- -V-,; fle maken een onbehagelijken indruk. -T' fcrijg*" ;ets.. Enorme winsten worden gemaakt do;/»-et itvd de genr^i derscheidene mannen die den schijn 'e*, r>'t4 F. j j, f men het publiek te helpen. arZiy i >TT' w^è&icade Wie, al is het maar een half uur, rrj ISf*."?-™» sprek is geweest met menschen, die in d* N -'j:" kringen meer thuis zijn, wordt pijnlijk J_, I_l .'"yVa» chcvi?. troffen door allerlei bijzonderheden, di breede burgerij niet kent. Onze tijd werkt op sommigen in h mate demoraliseerend. De staat wore boomwaaraan velen eens gaan schuddv teneinde op gemakkelijke wijze in het bez: van begeerde vruchten te komen. Wat nu met de Indische leening is gebeurd, spant de kroon. Bijna 2 millioen gulden heb- 3*. •v.' .r, 'X§ t^ A' Ui- - 'i '-•> made, Bessgr-ff 00UPi*;7alm. Sa&nïei )Uü' .*7alm, S/ai ïeïK> -oetsarV r-rL t nic' er<- van 'P. 1 v- er even goe;au^ Engeland. Nee y -- - denken dat melt iï,-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 1