D
km
mm
mms
rs
Tweede Blad
IS.
iOffiBMÏ
.lEK
Zaterdag 13 Maart 1915. No. 2058
Twee Bladen
lie Ooi'Eof.
lerssde
'ERKEN
Uit de Pers.
DRANKBESTRIJDING.
A. 0. H0BBHgrootendeels
MEN.
ME
Izekeriug-
tens beter
8064
slation bij
JIZBN
20 maal
en Slag-
1 per 1000.
Wapenen,
15 vanaf
rusr
er m
N N.
irde5
END BETON
[NHOCSIGNOVINSBS
Dit nummer bestaat uit
I. VV /Vf'estf?**;
iMv
:'te collectie
volea.
ede
matig, de
8557
I Cal 16
EN RHEU-
ÏDEL ZOEKT
KWALEN.
tjCH ANKER
N5SOF80(]
/RfJVIHG
ERMINDE
mi
1EKERS
lEN IN
VAN
EN ƒ1.30
'AKKtNG
BO. 4.
sarantiSa.
ÊP8SIÏÖ
8 pCt
3V4 pCt.
sder overeen
lardea,
tit verkrijg-
Scheeren en
|bevolen adres
8315
bis, nabij de
leverantie van
tot ƒ4,— enz.
7999
3r
BAKKEN,
nde maten,
bodem,
TEGELS,
enz. enz,
plaatsen van
MGEN.
ND CEMENT,
prijzen.
'e.
Zeer juist.
Baron van Wijnbergen heeft te Lisse een
politieke rede gehouden, die klonk als een
klok.
Zeer juist was o.a. zijn opmerking, dat
we niet zoo naïef, ja zoo ezelsdom moe
ten zijn om te zeggen„Gelukkig dat we
thans een linksch kabinet hebbeneen
rechtsch had het nooit zoo gedaan
Rechts heeft ook voor moeilijke zaken
gestaan. Denk aan 1903. Het vorig kabinet
had mannen die de zaak tot een goed einde
gebracht haddenSlechts dit kunnen we
toegeven, dat het gelukkig is, dat we een
linksch kabinet hebben op grond alleen
hiervan, dat Links niet zoo'n loyale oppo
sitie zoti gevoerd hebben als Rechts nu
doet. (Amsterd)
Drie gevaren.
Met klimmende ongerustheid wacht men
in alle landen af, wat de komende lente ons
brengen zal.
Buiten de Dardanellen-questie houden thans
vooral drie vragen de publieke opinie in hooge
spanning.
De eerste is, wat de uitslag zai zijn van
de eerste ernstige botsing die in het West
front komen moet. De positie-oorlog kan niet
eindeloos gerekt. Er moet ten slotte tot een
aanval, die beslissing kan brengen, worden
overgegaan. Vrage, wat zal van die eerste ge
nerale botsing het resultaat zijn. Za! hetDuit-
sche leger worden teruggeslagen over den
Rijn, of wel zal het leger van joffre het on
derspit delven? Een uitkomst die ook weer
- ^al afhangen van Hindenburgs succes in Po-
V I11, van Frensch overzetten van een miüioen
Engelsche soldaten naar Frankrijk, en van
de te blijken overmacht der Duikbooten om
dit plan van French te verijdelen.
De tweede vraag is of wat tot dusver nog
neutraal stond, neutraal zal blijven. Geen
poging wordt vooral in Italië, Griekenland
en Rumenië onbeproefd gelaten om deze drie
Staten in den oorlog te verwikkelen. Bijna
eiken dag brengt de pers geruchten omtrent
hetgeen eerlang in deze drie Staten gebeu
ren zal. Ook op Bulgarije let men wel, maar
dit houd zich blijkbaar stiller. In Italië daar
entegen is 't al of niet neutraal blijven de le
vensvraag van het oogenblik, die heel het
volk spant. In Griekenland schijnt 't Kabt
net van Venizelos eeniglijk over de neutra-
liteitsquestie gestruikeld te zijn. En in Ru
menië blijkt Taco JonescSt voor 't helpen
van Frankrijk te ijveren, en leeft in 't Paleis
na den dood van Koning Carol, de Sympa.
tie voor Duitschland voort. Kozen nu tegen
Afiril deze drie Staten voor de Geallieerden
zoo zou de geheele positie op hel schaak
bord verzet zijn.
E11 de derde vraag is: wat Japan beginnen
gaat. Het leent, het mobiliseert, hel roept
van heinde en ver zijn zonen op. Het is bond
genoot van de Geallieerden. Het trad in Kiaut
chau reeds met alle energie op. En thans
klopte het bij China aan met ver van mal-
sche eischen. Zal dit tot gewapend conflict
leiden? En zoo ja, blijft de Unie er dan bui
ten
Het antwoord op elk van die drie vragen
is voor ons land van het uiterste gewicht
Een terugslaan van het Duitsche leger van
Maas en Ijzer naar den Rijn, .zou ons in zeer
ernstig gevaar op onze grenzen kunnen bren
gen.
Een mindering van het aantal neutrale
Staten met Italië, Griekenland en Rumenië
zou de positie der neutralen in alle wereld
deelen, en zoo ook de onze, zeer aanmerkelijk
verzwakken.
En het uitbreken van een doodelijke wor
steling tusschen Japan en China zou geheel
het Oosten van Azië in brand kunnen zet
ten en hiermee ook op onzen Archipel vonken
doen overspatten.
Het is daarom zoo dringend noodzakelijk
dat men ook in ons land met vollen ernst
inzie, hoe het gevaar voor ons land, wel verre
van voorbij te zijn, veeleer nooit zóó spande
als nu de lente de groote legers uit hun win
terslaap gaat wekken.
Als God 't niet verhoedt, kan ook ons
zoo diepgaande nationale ellende te wachten
staan.
Denk daarom aan 't Bestand.
Het „eendracht maakt macht" van Utrechts
Unie blijve heel ons volk, onder alle partijen
en ook onder de Antirevolutionaire partij,
het nationaal pand. (Standaard.)
Uit Apeldoorn. De wereldstrijd informeer
de bij den Commissaris van Politie te Apel
doorn naar den invloed door het drankver
bod aldaar geoefend op de openbare dron
kenschap en de misdrijven in de gemeente.
Uit verschillende berichten is bekend, hoe
Apeldoorn gedurende enkele dagen in de
tweede helft van December en de eerste helft
van Januari na ruim vier maanden van ver
bod weder drankverkoop had. Die was nog
wel beperkt, want na vier uur 's namiddags
mocht geen sterke drank worden verkocht
maar de ervaring daarmee opgedaan was
toch van dien aard, dat een nieuwe procla
matie van den burgemeester op 5 Januari de
verbodstoestand weder terugbracht.
Door de vriendelijke bemiddeling van den
Commissaris van Politie was De wereldstrijd
in staat enkele cijfers te geven, die bijzon
der interressant zijn, vooral wijl men zich
steeds met getallen uit den vreemde moest
tevreden stellen als men de voortreffelijkheid
van het verbod wilde aantoonen, en nu het
bewijs heeft, dat de ervaring in Nederland
met die in Amerika en Zweden en Noorwe
gen volkomen overeenstemt.
Van zekere zijde werd altijd volgehouden
dat verbod alleen in de bevolkte streken
kon worden gehandhaafd, maar hier heeft
men nu een prachtige verbodshandhaving
in een groote gemeente (Apeldoorn, telt ruim
veertig duizend zielen.) Het eenige wat noo-
dig is, om aan het verbod een goede wer
king te verzekeren, is een burgemeester en
een commissaris van politie, wie het met de
handhaving der wetten volle ernst is.
Maar nu de cijfers.
Vooreerst vergelijkt De wereldstrijd met
elkander vier volle maanden onder verbod
en de daaraan voorafgaande vier maanden
met drankverkoop.
Daarover worden de volgende cijfers ge
gevenin de maanden April tot Juli 1914
was het aantal misdrijven en overtredingen
in verband met overmatig drankgebruik 108
en in de maanden Augustus tot November
was het 53. Dat is dus nog iets minder dan
de helft. Ziet iemand er vreemd van op, dat
onder het verbod het aantal processen-ver
baal nog zoo hoog is, drie en vijftig in de
vier maanden, dan merke men o"p, dat het
verbod zeer beperkt was.
Immers gedurende'twee en een halve maand
was de verkoop in slijterijen geoorloofd en
eerst nadat velerlei misbruik daarvan was
geconstateerd, heeft Apeidoorns burgemeester
ook daaraan een einde gemaakt. En dat dit
hoog aantal inderdaad te wijten was aan den
drankverkoop in de slijterijen, blijkt zonne
klaar uit het volgende: drankverkoop in de
slijterijen was geoorloofd van 3 Augustus
tot 12 October, dat is 71 dagen, en was ver
boden van 13 October tot 30 November, dat
is 49 dagen. Waren de 53 processen-verbaal
over die twee tijdperken naar evenredigheid
verdeeld geweest, dan zouden er in die
eerste 71 dagen 31.4 en in de laatste 49 da
gen 21.6 gevallen zijn. Maar daar was het
in werkelijkheid verre vandaan. Het leeuwen
deel der misdrijven enz. kwam voor op de
71 drankdagen, te weten 44. Op de dagen
met gesloten slijterijen vielen er dus slechts 9.
Sprekende cijfers, niet waar?
Een tweede vergelijking werd gemaakt
tusschen de zestien dagen, die met 5 Januari
1915 eindigen en de vijftien dagen, die met
6 Januari 1915 beginnen. Zooals men weet
is van 21 December 1914 tot 5 Januari '15
het verbod ten deele opgeheven geweest, tot
vier uur 's middags mocht in de tapperijen
en tot vijf uur in de slijterijen worde ver
kocht behalve op Zon- en feestdagen. De
gevolgen van dezen drankverkoop waren
spoedig waar te nemen. Men lette op.
Gedurende de zestien dagen van 21 De
cember '14 tot 5 Januari '15 werden 29 pro
cessen-verbaal opgemaakt.
16 wegens openbare dronkemanschap.
6 wegens mishandeling en vernieling.
3 wegens rustverstoring.
3 wegens aanranding.
1 wegens straatschenderij.
Bovendien worden verscheiden gevallen
van dronkenschap waargenomen, die geen
aanleiding tot bekeuring gaven.
Dadelijk wordt het drankverbod weder van
kracht verklaard. En in de zestien verbods-
dagen van 6 tot 21 januari was het met de
alcohol-overtredingen op eens uit, het aan
tal bedroeg in die dagen 0.
Het blijkt d«3 dat ook in Nederland hel
drankverbod een gezegende werking heeft.
Wie moet achter het slot?
„Vrouwtje," aldus ecu rechter tot ecu vrouw
van een dronkaard, „je man moet heusch
weer achter het slotHet kan zoo niet."
„Meneer," antwoordde de vrouw, dit is nu
al de derde keer, dat hij dronken voor u komt
Zou 't niet beter zijn, dat de herbergiers
achter 't slot gingen en dat mijn man mee
naar huis ging om voor zijn hongerige kin
deren brood te verdienen Als er geen her
bergen meer zijn, behoeft u niet bang te
wezen, dat hij ooit weer hier komt, dan zal
hij wel goed oppassen.
DE TOESTAND
is nu eigenlijk zóó, dat men niet kan zeggen
waar feller oorlog gevoerd wordt, op de
slagvelden of |in den diplomatieken binnen
kamer.
De Balkan is natuurlijk weer het teere
puntje, en nu de Dardanellen geforceerd
worden door Engelsche en Fransche schepen
raken de Balkan-mogendheden meer in vuur.
Laten we onze lezers, zoover ons doenlijk
is, even mogen aanstippen wat verwarde toe
stand daar heerscht, en hoe het belang van
ieder land afzonderlijk daar weer met die
van anderen in botsing komen moet.
't Is daar altijd een gevaarlijk terrein ge
weest, zóó vol moeilijkheden, dat het daar
best te vergelijken is met een vulkaan die
al vele dagen rommelt en donderd en op
punt staat uit te barsten.
Verschillende toestanden, voornamelijk een
drietal, beïnvloeden de Balkanstaten, maar
die op hunne beurt elkander weer tegen
werken, waardoor het voor die staten na
tuurlijk weer des te moeilijker wordt om een
beslissing te nemen.
Dat Engeland en Frankrijk hiervan trachten
te profiteeren, ligt voor de hand.
Reeds lang hebben ze met allerlei ver-
toogen en beloften getracht de Balkanvolken
op hun zijde te krijgen.
Gebeurt dat, dan barst op een goeden dag
de bom naar den kant van Oostenrijk: dan
is het met Turkije in Europa uit en krijgt de
wereldoorlog geheel andere verhoudingen,
maar de twee andere invloeden werken de
evengenoemde tegen.
Duitschland en Oostenrijk doen natuurlijk
hun best de Balkanstaten zoo al niet op hun
kant te krijgen, dan toch ten minste tot neu
traal houden te bewegen.
En de derde invloed is Rusland.
De beschieting van de Dardanellen en de
door den Russischen minister Sasonof uit
gesproken meening dat Rusland Konstanti
nopel zal krijgen, heeft alle Balkanregeeringen
op hun hoede doen zijn, waardoor in Italië
de oorlogskoorts op het oogenblik zeker tot
40 graden is gestegen.
Allerlei militaire en andere maatregelen
zijn genomen. Nog pas zijn bij Kon. Besluit
een Luit.-Generaal en 25 Generaal-Majoors
buiten de begrooting om benoemd, wat zeg
gen wil, dat de mobilisatie elk oogenblik
gelast kan worden.
Welke zijn dan Italië's belangen bij de
Dardanellen-quaestie? Kort gezegd deze: ten
eerste dat de verschijning van Rusland in
de Middellandsche Zee de politiek-maritieme
verhoudingen daar geheel en al verandert;
en ten tweede dat de groote invloed, dien
de oplossing der Dardanellen-quaestie in voor
Rusland gunstigen zin den Russen op den
Balkan zal schenken, een gevaar voor Italië
gaat worden, omdat het op deze wijze Rus
land of Russischen invloed Tegenover zich
krijgen zou aan de Adriatische Zee, terwijl
het nu juist bezig is met pogingen, Oosten
rijk van die zee te verdrijven. En nu zou het
spel van Engeland en Frankrijk daarin be
staan, dat Italië door de vrees op deze wijze
zijn belangen zouden worden aangetast, be
wogen moet worden, zich in den strijd te
mengen, opdat het zelf voordeelen behale
die de genoemde gevaren kunnen te niet doen.
Het middel schijnt te werken, want de
oorlogssteinmeii- in Italië hebben nog nim
mer zoo luid gesproken als thans: het Gi-
ornale d'ttalia schreef dat Italië de forceering
der Dardanellen niet werkeloos kan aanzien,
't geen toch wel moet beduiden dat het zijn
zwaard in de weegschaal moest werpen.
Na Italië's houding is die van Griekenland
het belangrijkst. Tot dusver heeft nog nooit
iemand getwijfeld of als Griekenland mee
gaat doen het aan den Fransch-Britschen
kant zal staan, en het feit dat het oogluikend
de vestiging van een Engelsch-Fransche vloot-
basis op de Grieksche eilanden voor de Dar-
danellen-monding toeliet wijst erop, dat de
forceering van de zeeëngte niet strijdig wordt
geacht met de Grieksche belangen. Natuur
lijk willen de Grieken de Russen niet in
Konstantinopel zien, maar dit wil immers
Engeland ook niet en dus gaan hier de
Grieksche belangen geheel met die der Brit
ten samen.
Nu is er, naar men weet, kroonraad ge
houden in Athene en bij die gelegenheid zou
de Fransche gezant den politieken toestand
ten aanzien der Dardanellen-quaestie uiteen
gezet hebben, juist zooals in Rome de En
gelsche gezant het deed. Het vermoeden ligt
dus voor de hand dat in Italië en Grieken
land door de diplomaten van Engeland en
Frankrijk hetzelfde diplomatieke spel gespeeld
wordt.
Griekenland za! wel financieelen steun zijn
beloofd en in 't verschiet groote concessies
aan de Egeïsche zee en Klein-Aziatische kust
als loon voor de hulp aan Engeland.
Roemenië heeft al zooveel lichtingen op
geroepen dat het nagenoeg geheel gemobili
seerd staathet leger wordt op 800,000 man
gebracht en een buitengewoon crediet van
200 millioen is aangevraagd.
Want voor Roemenië is het Dardanellen-
vraagstuk immers eveneens een levensquaestie
en even gaarne als dit land met zijn kust
aan de Zwarte Zee de zeestraat geopend zou
zien, evenzeer moet het er voor vreezen, dat
de Russen aan den Bosporus komen, en der
halve gaan ook de belangen van de Roemenen
evenwijdig met die van Frankrijk en Engeland.
Want dit is het merkwaardige: ook Enge
land wil Ruslaud niet aan den Bosporus heb
ben. Wel heeft Lord Grey gezegd dat Enge
land het verlangen van Rusland om aan de
Middellandsche Zee te komen billijkt, maar
van Konstantinopel heeft hij gezwegen. En
geland wil het niet en dat heeft in Rusland
al kwaad bloed gezet. En de sleutel van het
vraagstuk waarom genoemde Staten dah niet
meedoen, moet gezocht worden te Sofia.
Men weet niet wat Bulgarije zal doen. Dit
land wil gebiedsuitbreiding naar alle kant en
de Engelsche invloed is daar gering.
Om Konstantinopel gaat het pleit.
De Turk moet er uit.
Maar dan
Ter land is de toestand niet goed te be-
oordeelen. De berichten zijn voor wat het
Oosten aangaat tegenstrijdig. De Oostenrij
kers melden
I11 de Karpathen wordt hardnekkig gestre
den. in de streek bij Luwkow hebben de
Russen gistermiddag met sterke strijdkrach
ten, die voor een deel bestonden uit verster
kingen, welke de gedunde rijen aanvulden,
een aanval ondernomen, die ondanks de zware
verliezen tot driemaal toe werd herhaald.
Telkens is de vijand die tot dicht bij onze
stellingen doordrong, onder vernietigende
verliezen teruggeslagen. Honderden dooden
liggen voor onze stellingen.
Op een ander gedeelte van het front zijn
onze troepen na aanvallen der Russen te heb
ben afgeslagen, bij verrassing tot het offen
sief overgegaan, hebben een door den vijand
sterk bezetten top genomen en 10 officieren
en 700 inan gevangen genomen.
Op een aangrenzende hoogte zijn boven
dien 1000 Russen gevangen genomen.
In Zuidoost-Galicië heeft een sterke troep
vijandelijke ruiterij, die zonder verband met
andere wapenen een aanval deed op een vleu
gel van onze stellingen, een geduchtigen klap
gehad.
En zie nu wat de Engelsche correspondent
van de Daily Chronicle aan zijn blad mede
deeld
„De Oostenrijkers zijn in de Boekowina
over de geheele linie aan het terugtrekken
en de Russen zitten hen dicht op de hielen
Men verwacht dat de Russen spoedig we
der Czernowitz zullen bezetten, daar de Oos
tenrijkers niet van zins blijken den Russi
schen opmarsch tegen te houden.
Aan de Messagero wordt uit Boekarest ge
seind dat de Russen Kolomea, Stanislau en
Sadagora hebben bezet en dat het Oosten
rijksche leger van Czernowitz op Franzowslau
is teruggetrokken.
Uit St. Peterburg wordt nader aan de Daily
News gemeld dat de Oostenrijkers die bij
Stanislau werden verslagen, zich weder op
stellen bij Nadvoma, waarheen de Russen
thans oprukken. Men verwacht dat de Rus
sen nu opnieuw de Boekowina zullen bezetten.'
Nu dienen we wel in het oog te houden
dat het de correspondent van de Daily Chro
nicle is die dit seint.
Zoo is het ook in de Dardanellen. De En
gelschen seinen
„Zondag hebben vier Fransche schepen de
batterij ten zuiden van Kaap Kephez, tot
zwijgen gebracht, terwijl de Agamemnon en
Lord Nelson de verdedigingswerken van „het
nauw" rechtstreeks onder vuur namen en de
forten Soemili, Medjidieh en Hamidieh I tot
zwijgen brachten. Op deze forten werden
ontploffingen waargenomen. Het fort Hamidie
II heeft sedert de ontploffing op 5 dezer niet
meer gevuurd.
De Gaulois, Agamemnon en Lord Nelson
werden ieder driemaal getroffen. De bescha
diging is echter niet ernstig. Op de Lord
Nelson zijn drie man lichtgewond".
En een Duitsch oorlogscorrespondent seint
van uit de gevechtsplaats:
„Vanochtend vroeg bereikten wij den ingang-
der Dardanellen bij Tjanakkalan. Om 10 uur
daagden er voor de zeeëngte vijf groote
schepen op en naderden met groote vaart
om hun dagelijksch bombardement te begin
nen. Zonder bepaald plan, zonder systeem
vuurden zij 33 c.M. granaten af op beide
oevers. Niemand wond er zich over op. Na
een poos antwoordde een batterij op den
Aziatischen oever, een tweede, een derde
een zesde volgde. Er werden maar weinig
salvo's gelost. De artillerie-commandant die
naast mij het vuur leidde, glimlachte. Nog
niet het tiende deei van zijn kanonnen liet
hij vuren, en toch was de uitwerking al merk
baar. De Engelsche schepen kregen twee
treffers en vermeerderden hun vaart. Het ge
vecht werd voortgezet. Op één batterij vuur
den de schepen in een uur 60 granaten af.
Geen enkele trof. Het zware Turksche ge
schut aan beide zijden van de zeeëngte ant
woordde niet eens op deze nuttelooze kruit-
verspilling door de Engelschen.
Met hun landingspogingen zijn de Engel
schen nog minder fortuinlijk.
Waar ze ook maar opduiken, worden ze
met gevoelige verliezen te water geworpen".
De tijd zal dus moeten leeren wie hier
waar is.
Meer positief meldt von Hindenburg een
nieuwe actie in het Noord-Oosten.
Waar dit zijn zal is nog niet bekend, wel
dat aan de Rawka en aan de Pilica een
nieuwe slag is begonnen.
Onderwijl handhaven zij zich voorde Rus
sische vestingen Ossewiec en Lonza, terwijl
een nieuw gevecht voor Prasznitsj en in de
richting van Ostrolenka gemeld wordt. Het
Duitsche bericht luidt:
„Ten oosten en ten zuiden van Augustoff
mislukten aanvallen der Russen. Zij leden
daarbij zware verliezen. Ten noordoosten van
Lonza liet 4e vijand na een mislukten aanval
800 gevangenen in onze handen achter. Ten
noordwesten van Ostrolenka ontwikkelt zich
een gevecht, dat nog niet geëindigd is. In
gevechten ten noordwesten en westen van
Prasnitz, die een 'voor ons gunstig verloop
hebben, maakten wij 3000 gevangenen. Rus
sische aanvallen ten Noorden van Rawa en
ten noordwesten van Nowoniasto hadden
geen succes. 1750 Russen werden hier door
ons gevangen genomen".
Versterkingen voor den Yser
Men schrijft van de Zeeuwsche grens aan
de N. R. Ct.
Niet lang geleden lazen wij, dat in Enge
land de algemeene verwachting leeft, dat bij
het naderen van de lente, en dus bij gunstig
weer, de strijd aan den Yser in oude hevig
heid zal losbarsten. Het is daar voordebondge-
nooten een gevaarlijke hoekmaar niet minder
voor het Duitsche leger. Vandaar verdreven
te worden beteekend voor hen het gemis aan
eenige kans tot verovering van Duinkerken
en Calais, en een groote kans te hebben ver
dreven te worden uit het westelijk deel van
België en zoo niet verder.
Het Duitsche leger schijnt bovengenoemde
verwachting te deelen. Telkens bereiken ons
berichten van versterkingen aan het Ipersche
front.
Zoo zijn er j.l. Zondag versche troepen te
Brugge gearriveerd met bestemming naar het
front aan den Yser. En wat nog sterker spreekt
is dit, dat van Knocke en andere grensplaat
sen de meeste troepen zijn weggenomen,
naar alle waarschijnlijkheid voor hetzelfde
doel. Overal treft men drukke beweging aan
van oostelijke in westelijke richting, en meer
dan te voren komen er transporten bij het
front aan. Alles wijst op versterking aan het
Yserfront; en dit gedeelte van het gevechts
terrein zal nog steeds blijken het voornaam
ste te zijn, en naar alle verwachting hettooneel
worden van vernieuwden strijd.
In de laatste weken was het er kalm. Dat
wil niet zeggen dat er in 't geheel niet meer
gestreden werd. Want dat houd geen enkelen
dag op; nu en dan kan men van hieruit nog
steeds het zeegeschut van de Engelsche
oorlogschepen hooren. Maar 't wasdenlaat-
sten tijd toch beslist kalmer, al komen er dan
ook nog steeds te Brugge gewonden aan
Vliegtuigen worden er weinig meer gezien
boven "tN.O. deel van de Belgische zeekust.
Sedert 18 Februari is dit vrijwel opgehou
den al zal dat niet alleen liggen aan den
kabelballon die telkens boven Zeebrugge
uitstaat.
Nog altijd gaat men door met de verster
kingen van de kust. De duinenreeks is nu
schier één doorloopend fort gewordenen
als mieren ziet men af en toe de Duitsche
soldaten, geholpen door Belgische, maar ook
Duitsche burgers in de duinen graven.
Merkwaardiger nog is de ijver, waarmede
men langs de Nederlandsche grens bezig is.
I11 de onmiddelijke nabijheid der grens ziet
men loopgraven maken en prikkeldraadver
sperringen aanleggen, waarbij men zich af
vraagt, wat het doel hiervan
Ook gaan de Duitschers voo
stellen van de bruggen over
kanaal, hetwelk evenwijdig i
Z. Vlaanderen' loopt. Deze
alle in November door hen op'
nu zijn er een drietal stevig
Gisteren werd er zelfs een'
brugge, tusschen Aardenburg en.f
met zware lasten en vrachtwagen
Zou de vrees voor een mogelijken
der Engelschen door Zeeuwsch-Vlaai.wenj
ontzaggelijk langzaam, omdat de beschikbare
vervoermiddelen grootendeels gebruikt wor
den voor Duitsche transporten.
Toch komt het noodige binnen. Ook hier
is 't Amerikaansch—Spaansche Comité, het
welk voor de proviandeering der bevolking
aan de kust goeddeels zorg draagt.
De Engelsche verklaring.
Men schrijft van Duitsche zijde:
Engeland en zijn bondgenooten hebben
dan nu aan alle naar Duitschland of voor
Duitschland bestemde waren den oorlog ver
klaard. Zij willen dat als „represaille" tegen
den Duitschen duikbootoorlog beschouwd
zien. Dat moge aannemelijk klinken, maar
de Duitsche duikbootoorlog is zelf een door
Engelands zeeoorlogvoering uitgelokte re
presaille.
In het begin van den oorlog kwam het
Engeland nl. te gevaarlijk voor, de Duitsche
havens te blokkeeren. Bovendien moest het
overwegen, dat zelfs bij zoo'n blokkade
Duitschland in staat zou zijn, over onzijdige
landen zijn invoer te krijgen en handel te
drijven. Beide wilde Engeland echter zoo
veel mogelijk verhinderen de eigenlijke oor
log kwam eerst in de tweede plaats, dien
moesten voorloopigzijn bondgenoöten voeren.
Nu was het praktisch zoowel als politiek on
mogelijk, gansch Europa officieel te blokkee
ren toen moest er een middel worden gevon
den om langs een anderen weg het doel te be
reiken. Daartoe werd eerst in Augustus en Oc
tober de lijst van onvoorwaardelijke kontra-
bande over allerlei waren uitgebreid. Daarbij
vestigde Engeland in alle onzijdige Europee-
sche landen een schare van officieele en
deels niet officieele controle-ambtenaren.
Om den invoer van Duitschland feitelijk
onmogelijk te maken, werden alle schepen
die kontrabande naar onzijdige havens brach
ten, opgebracht en zoo lang doorzocht, aan
gehouden en geplaagd, dat de invoer van de
onzijdige landen zelf zeer krap werd. In weer
wil van krachtige protesten handhaafde En
geland dit stelsel zoo lang, tot de toevoer
van wat het als onvoorwaardelijke kontra
bande geliefde te bestempelen, zoo goed als
onmogelijk werd, terwijl Engeland en Frank
rijk uit Amerika van groote hoeveelheden
oorlogsmaterialen werden voorzien.
Vervolgens werd dit stelsel op de voor
waardelijke kontrabande uitgebreid, tot het
ten slotte alle andere ladingen omvatte. De
Vereenigde Staten, slaagden er in althanS het
ongestoorde vervoer van katoen naar Duitsch
land door te zetten, maar de afsluiting van
de Noordzee schrikte bijna alle rechtstreek-
sche vaart van de Duitsche havens af. In de
verkrijging van een groot aantal grondstof
fen, en andere benoodigdheden, ook door
een daartoe dienend verbod van uitvoer in
Engeland (b.v. van rubber, cacao thee enz.)
ten zeerste gehinderd, zagen de onzijdige
landen zich verplicht, zelf den uitvoer van
een groot aantal artikelen te verbieden, en
de afsluiting van Duitschland nam daardoor
steeds toe.
Toen ten gevolge van dit wel zeer ver
gaande gebruik van Engelands heerschappij
ter zee, de blokkade van Duitschland, wat
grondstoffen, levensmiddelen enz. betreft bij
na volkomen was geworden, zag Duitsch
land zich verplicht tegenmaatregelen, repre
saille, te nemen en met zijn duikbooten den
Engelschen handel den oorlog te verklaren,
teneinde met de middelen, die het ten dien
ste staan, het vijandelijke land hetzelfde lot
te bereiden, dat het Duitschland minder open
lijk en minder duidelijk maar even doel
treffend had toegedacht.
Duitschland gaf daarbij den onzijdigen
handel met Engeland 14 dagen tijd om zijn
maatregelen voor den nieuwen zeeoorlog te
nemen en trof bovendien met den nieuwen
zeeoorlog in tegenstelling met Engeland,
slechts den onzijdigen handel met den vij
and, i. c. Engeland en Frankrijk, echter niet
dien van de onzijdigen onder elkander.
Dit onverwachte optreden van Duitschland
wekte, vooral toen het geen bluf bleek
te zijn, in Engeland groote verontwaardiging.
E11 het gevolg van die verontwaardiging zijn
de zoogenaamde represaille-maatregelen, die
volkenrechtelijk zoover er nog van vol
kenrecht sprake kan zijn eenvoudig als
een uitbreiding van de kontrabandelijst tot
alle goederen zijn te beschouwen.
Of de onzijdige staten zich een dergelijke
opvatting van de contrabande rechtens be
hoeven te laten welgevallen is een theoreti
sche vraag, waarvan de beantwoording be
trekkelijk van weinig gewicht is. Veel ge
wichtiger is de praktische zijde van deze
„represaille"-maatregelen. Dat Duitschland
daardoor volkomen van overzeeschen uitvoer
en invoer wordt afgesloten, is een voor
Duitschland zelf weinig beteekenende ver
andering van den toestand, aangezien zijn
afsluiting, wat den invoer van grondstoffen
aanging, reeds zeer groot was.
Van veel grooter beteekenis zijn die nieuwe
maatregelen voor de onzijdige landen, die
ook 1111 nog veel Duitsche fabrikaten over
kregen. Die worden hun nu onthouden
-4ere voor in de plaats.
zee
er
Molendijk 172
OOLTGENSPLAAT.
'.voortbrengt
;oote pro
staten,
nden
*ite
.OClt»
waarom zij dit doen.
In ieder geval wijst ook dit op een
levendigde actie
ucj u,ugciöciicu uuuj lccu wocu- v
heen, hierachter zitten Wie weet ht^g
Duitsche soldaten zelve schijnen niet tt Z>z\
:g®k.
Men wil op alle gebeurlijkheden voork^^* -
zijnen de verwachtingen
Intusschen keeren vele
geweken, daarheen terug. DitapV^i bljf- vluchten erh
oog op de befaamde belastinaPy" 7 1 "bojv J" den ^teek bt'ni
dubbeld zou worden; want WjH-j v,JrfVU eCV!*teffif Z
geldt deze niet voor W.
het duurt zoo lang F\vr.-
Brugge nog nitj
zoo dicht acr
maar men w<
De laatste b
ook vrij gunstig
natuurlijk. Er hee
de straten, die nieti,.
worden gebruikt. ErZ
zelfs me^r en beieivori
geleden. Maar hst riiM
ondersteunden nee 4'!
anders toch reeds
lukkig, dat er voldoe.iw\§
kan wordenhet Gror -
steeds zijn gezegend
Te Brugge il f, FlaatSt
gunstiger dan aan, met 10 dagen oir
Daar kost het h? .met 1 maand
autoriteiten, om vrespondentsehap 1
1
VerzlM;iL
Ï\»tï u v;e
v ïi>eht e
bevolking te verir
Ten te
■vï sleet. .»oï"
VerwlBsellngskas ge
3 Tl döupiSalm, Sa&nic
'Tet'-ïv 'oetsartveri-
■n
.T'CP c..' .7,
^rt^ociaf
^arnk>:
j
-
t» 1
r
1 rrvv^tec
rs/ r