voor de Zuldliollandsclie enSüeeuwselie Eilanden. ak B©H n Zaterdag tl Februari Ifis5 29ste Jaargang N°. *2054 An ti revolit a Orgaan w Eerste Blad. ;it. IN HOC SIGNO VINCES ARNIS tbieden prijzen. 't Was een droom. „RET GOUDEN HERT". OP OEN UITKIJK. LAND- EN TUINBOUW. edels enz. 8670 k. 7382 r, ste prijzen. Sz. sell 3 Gulden, olgestort OOGH JDELLEN. striëelen op tenlandsche erzekering, 3rsvak be» 7897 ement B O E K. H O V E -N ®elet«©& latfereawum. SB®. 9. 41ir stuk lie» ¥«nir Hotel ftéstaurant iSotterdain. DINERS 60 cent en hooger. LOGIES MET ONTBIJT V mn r* merk, iene- >n en W. ugge. f ft fesge. n 75. irseatraat. 777 redleteo, neemt met den «»b- pona, sluit be- errioht vsrctsr »Bs?er»T»fe be. 'i to 1914: f 7.258,495,88 -1.075,809,07 - 292,078,42 )e Directie, F. MOENS. M, MOENS. a omstreken Mm. 8668 m 140.— 120.— 100.— •0.- eat- Dez® Courant verschijnt alken Woensdag an Zaterdag', Abonnementsprijs per drie maasdes fir. p. p. 50 Of»?. Buitenland bSj vooruitbetaling f 4,50 per jaa- tfvonderlij&e nnsuners 5 Cent. SOMMEDSDIJK. Ad?ert8$it4Sa 19 ssstpss rsgel er,s/» maai. Reclame# 10 per rogel. Bes&saakoMigiBg 6 0#af per regel en ©leastsnavrageB m Bienstasfflbledingen 50 Oent aar plaat® Groots letters en vignetten worden berekend naar ie plAatsruiv". >ie MfertentiSn worden ingfewaoht tot Dinsdag- en v rljdagmo Iteeltós foesacffliO, Advertenti^n ?ertier-e u «sa? j strafte *r»n©« toe te ««««den aas* €J 11- Een schrijver droomde eens. De Almach tige, gezeten op zijn rechterstoel, deed voor zich verschijnen de mannen van naam, op dat zij Hem mededeeling van hun weder varen zouden geven. Mozes stond voor den rechterstoel. En de Rechter spiak: Wat hebt gij aan uwe stammen gegeven? En Mozes sprak »L)e Wet.» Wat heeft uw volk ervan ge maakt. Mozes? vroeg de rechter. Beschaamd «prak deze Godsman: Van uwe Wet, o Rechter hebben ze sonde gemaakt. Karei de Groote (768 814 n. ehr koning en keizer der Franken) verschijnt. »Wat hebt gij uw volk aangeboden", sprak de Heere, Ea hij antwoordde: Ik gaf ie altaren opdat ze erbij knielen zouden om U te dan ken. en te loven." Wat heeft uw Volk er van gemaakt, sprak de Rechter. Beschaamd sloeg Karei de oogen neer en zeide: Van uw Altaar hebben ze een brandstapel ge maakt. Napoleon verscheen, „Gij, reus, onder de machtigen, wat hebt gij aan uw Volk ge schonken? En Napoleon antwoordde; Do Roem. Wat is ervan geworden, vroeg de Rechter. Beschaamd sloeg Napoleon de oogen neer en sprak: Ik gaf ze roem, o Rechter, maar ze is schande geworden. Eindelijk verscheen voor den Rechter Je zus Christus. En Gij, mijn Zoon, wat hebt Gij aan de wereld geschonken En de Hei land antwoordde: Den Vrede. »Wat, Mijn zoon, hebben de Volken met dien Vrede gedaan? Toen zweeg de Heiland en Zijn gelaat verbergend achter Zijn doorboorde handen, weende Hff. 't Was een droom. En de schrijver waaraan we dezen droom ontleenen, voegt erbij: Negentien eeuwen van christendom hebben demenschheid dus niet kunnen geven, die algemeene broeder, schap en verbroedering, die voor den eeuwi gen Vrede noodzakelijk zijd. 't Is zoo, Maar op welken grond zou men ooit op aarde een eeuwigen vrede •verwachten? Wat is er dan in 's levens ■^vorsteling sinds 60 eeuwen op» to mer ken dat hoop zou kunnen geven, dat er 8&n eeuwige vrede mogelijk sou zijn De eeuwige vredo is een antwoord op doze vraag: »Is er nu of ooit op aarde geweest of zal er ooit komen een eeuwige gerech tigheid en rechtvaardigheid.. De vredes- vraag is een vraag van gerechtigheid. Waar die volkomen heerscht, daar is volkomen eeuwige vrede. Waar ongerechtigheid is, ïijn conflicten, botsingen. Conflikteu op familieterrein, op schoolterrein, op kerke lijk terrein, op 't terrein van Maatschap pij en Staat; nationaal en internationaal Weet iemand het middel om de gerechtig heid te handhaven, nationaal en internatio naal, dan he ft die gelukkige ook den eeuwigen vrede uitgevonden. Eu geen eer bewijs zou te groot, geen ridderorde te hoog zijn, of hij was waard er mee begif tigd te worden. Maar een Engelsch dichter heeft eens te recht gezegd: Eart is sick And Heaven is weary of the hollow words That States and Kingdoms utter. When they talk of Truth and Justice. Wat beteekent: De aarde is ziek en de Hemel is moe van al de holle woorden, die staten en koninkrijken uilen, als ze over Waarheid en Recht spreken. We willen nu niet zeggen, datdeEngel- scha dichter zeker zijn eigan Vaderland in de eerste plaats op 't oog had; dat daar holle woorden over Waarheid en Gerech tigheid al volop zijn gesproken en de Aarde en de Hemel ziek en moe zijn van wat daar op dat Eiland reeds aan Rechts- en Waarheids vertrapping is ten toon gesteld (Fourie's blosd in Transvaal, pas doodge schoten, roept om wraak, als 't bloed van Abel, dat den grond drenkte!) maar de dichter heeft gelijk dat op de aarde geen recht gevonden wordt. Mozo's wet werd zonde; Karel's altaar werd een brandstapel Napoleon's roem werd schande en Jezus' vrede werd eene Schamröte, zooals de Duit- schers dat noemen: een blos van schaamte op 's Heilands gelaat. Zeer zeker; men kan en mag zich niet neerleggen bij degedaehte: „Eeuwigevrede is onmoge.ijk, dus we zoeken en verwach ten troost». Neen, 't ligt op den weg der menschheid cm den coilog te voorkomen; het Recht te zoeken en na te jagen.'tLigt op haar weg en is met haar adeldom als schepping Gods in volkomen overeenstem ming om to 3 te passen wat de Apostel zegt: Jaagt den vrede nal „Ik jaag er naar, of ik 't ook grijpen moge", schrijft een ander Apostel, als hij 't heeft over den eeuwigen zielovrede, omzijn persoonlijke heiligmaking. „Jagen"; strijden blijft 't wachtwoord; dat is de menschheid verplicht aan zich zelf omdat ze 't hoogste kreatuur is op deze aarde en door den vrede dat creatuur in allerlei deugden hooger schitteren kan en daarmee Gods eer 8n glorie verhoogen en vervolmaken, waar 't in Zijn geboden dien vredestijd besteden wil. Maar al blijft het en moet het blijven „Ik jaag er naar", opdat de aarde een sie raad zij van Gods werken en een tempel van Godgewijde gezangen en dankbewijzen, toch i3 en blijft 't waar: Gerechtigheid is alleen in den weg van Genade teerlangeD. En daaromTerugkeer der Volken tot de Bron van 't Recht, tot Jezus Christus, is 't emige maar ook afdoende middel om een eeuwigen vrede te ontvangen. En van die Bron gedronken en daaruit den dorst gelescht, dan behoeft Jezus niet te wee- nen en met zijn doorboorde handen niet zijn bedroefde oog te dekken. Dure tijden. Siuds de laatste 4 jaar is er een aan houdende prijsstijging geweest vau allerlei artikelen, zoo zelfs, dat eisc'heu tot ioons- en traktementsverhoogingea gegrond wer- <;en op de hoogere levensprijzen en ook daarom de zoo herhaalde bewering in de Arbeidersklasse: »de loonen stijgen wel, maar direct voordeel brengt het niet, om dat de hoogere prijzen alles weer verelin den» Door economen zijn redenen opgege» ven, waarom overal in de wereld die prij zen stegen n.l. de overvloed van goud, wel ke uit de Zuid-Afrikaansche mijnen g8haald is. üaaroai ook waren toen in Transvaal de prijzen wel 3 maal zoo hoog als in Nederland, in Egypte, dat een eind van Transvaal afligt, tweemaal zoo hoog. De duurste Landen waren in EuropaEngeland Duitschand, Nederland, OostenrijkenSkan- dinavie; het goedkoopste: Spanje en Bel gië In België goedkoop, omdat men daar over 't algemeen lagere eischen stelt aan voedsel en kleeding en woning. Hoe dit alles zij: de maatschappij had zich in de laatste jaren weer aangepast aan die hoogere prijzen totdat de Oorlog kwam, en nu, door de inslui'ing van ronds- omme kan gezegd, dat de tijden een duurte doormaken, zooals niemand dienoggekend heeft. Gedempte SoerensteiKer 63.1. 63B Direct nabij de Hoofdsteeg, f 1.25, f 1.50 en f 1.75 Tel. No. 10595 Aanbevelend, g R. 0. F. y. L LEE-Iooneiï. IÏ«-4 door ieder aanbevolen stdrew. Prijzen behoeven niet te worden opge geven: iedere huisvrouw kan inlichtingen verschaffen. »Er zal in Nederland geen honger wor den geleden», zei minister Treub bij 't b»gin van dea oor og; maar 't komt ons voor, dat die honger er reeds is. Men3chen die in de steden met groote gezinnen door 't Steuncomité, 't Koninklijke wel te ver- s aan, worden geholpen, kunnen er niet van k men en moeten nu reeds bij zoo hooge prijzen gebrek lijden, zon niet erger. Geef ons heden ons daaglijksch brood O hoe ernstig mag deze bede nu wel wor den herhaald. Dure prijzen en als 't zoo doorgaat, zelfs voor ve?l geld nog geen waar In Duitschland is de bevolking op rant soen gezet. In Nederland wacht men op de groote vrachtbooton met tarwe en onder- tusschen wordt 't brood met den dag duurder. Voorraad van graan, hier of daar in groote pakhuizen opgestapeld, is er niet. Wo hangen van de vrachtbooten af en die verkeeren dagelijksch in levensgevaar door de mijnen rn door de duikbootei). Heel de Noordzee is één seevulcaan en gezegend, die 't lijf nog bergen kan.Vrage nu niet verder, we de schuldige is; of Engeland met zijn mijuenstrooierij in 't begm van den oorlog; met zijn aanhouden van Duitsche graanbooten met zijn valsche vlag of waardoor ook't feit ligt er toe dat we door de hongersnood omringd wor den, als dat zoo nog lang duurt. Dure tijdenja, maar de tijd kan komen dat je voor je dure geld zelfs geen brood me r kunt krijgen. Bespaar op vuur en licht, op kleeren en deksel; bespaar zoo veel je wil maar dat baat weinig, als de handel stil gaat liggen. Dure tijden en hoogst ernstig. Vooral voor den daglooner, den arbeider in stad en op 't land. Ja, waarlijk: Geef ons heden ons daag- lijksch brood! Die bede moge zich verme nigvuldigen. XXIX. »Kan 't werkelijk niet anders, Ko?« .Werkelijk niet vrouw!» 'k Heb dat nu van Augustus af al aangekeken, 't. werk stapelt op, 't wordt niet op tijd afgedaan, er komen abuiztn, 't is om zoo te zeggen of je aldoor eten moet met je linkerhand de zaak üjdt er onder.» >Ja zegt mevrouw, peinzend het raam uitziende »als 't er zóó mee staat 't ia anders wel hard .ik zou 't niet kunnen doen 't Blijft even stii aan 't ontbijt. Mijnheer tikt z'n eitje zo zijn wel duur voor 't moment, maar do dokter heeft het hem onlangs nog op 't hart gebond n, vooral eieren m'neer en melk! en door Go is goedheid kan hij het doen en hij durft het te doen ook, want er gaan meer eieren zijn woning uit, dan dat er in blijven z'n vrouw heeft haar armen» en bp 't erf der barmhartigheid heeft hij ze nooit willen beknibbelen Maar de >saken< bleven altijd voor hém. *Ik zou 't niet kunnen doen,» zegt ze. Neen, dat gelooft hij graag! Niemand hoeft dan ook te meenen, dat hij 't voor z'n plezier doet! Als je een boekhouder tien jaar hebt gehad en de man was trouw, willig, ijverig en bekwaam dan doet het je toch zeer, als je 'm zeggen moet zooals hjj het doen moest eergistertoen de man met verlof thuis was zoggen moot, dat 't niet meer gaat zoo, dat de volontairs en waarnemers» je op de flesch helpen zouden, dat je 'n kans uit duizend he'ct om een prima kracht te er-gageeren, doch dan ook voor vast en dat je dus genoodzaakt bent, hem drie maand z'n ontslag te geven. Dat zou zijn vrouw niet kunnen Nu, hij kan 't haast ook niet! Maar 't moest in 't belang van zijn zaak, In 't belang dus ook van zijn toekomst en de toekomst zijner kinderen, 't Moest, hoe 't hem ook speet. Had hij 't niet humaan aangelegd? Ontsiag gegeven op de drie maanden de man kreeg met de maa .d z'n salaris, 'n contract was er niet en een plaatselijke gewoonte evenmin: hij had 'm dus op de maand kunnen ontslaan, hij kan immers den nieuwen ook met de maand krijgen. Dan is drie maanden nobel, al zegt hij 't «elf. Al zijn kennissen en handelsvrien den zullen dat kunnen getuigen en ze ge ven hem gelijk ook, vertrouwt hij zulk een zaak heeft hij nu ook weer niet, dat hij er twee boekhouders op na kan houden: één op 't kantoor en één onder de wapenen .Of zooveel langer als de mobili satie mocht duren», had hij er nog aan toegevoegd. Dat was hij niet van plan geweest. Drie maanden was toch al royaal genoeg. Maar toen hij 't eergister den boekhou der landweerman op zijn kantoor zoo zacht mogelijk had laten voelen, hem met de stukken had aangetoond, dat 't zoo niet langer kon, hem geleidelijk weg gebracht had, waar hij hem hebben moest, n.l. bij do mededeeÜDg van het ontslag-op-de-drie maanden toen was hij toch geschrok ken van de uitwerking zijner woorden. Niet dat Jorisma veel rei. Ja zei hij eigenlijk wel iets? Maar de uitdrukking vac dat gelaat en vooral van die oogen daar schrok hij van. Die dro.fheid, die schrik, dat stomme verwijt in dien oogopslag Dat had hem even van zijn stuk gebracht en toen, merkte hij als bij improvisatie op. dat 't salaris in elk geval doorging tot aan 't eind der mobilisatie. Hij was 't niet van plan geweest, maar de Testerman's hebben nog nóóit met hun gegeven w ;ord geknoeid, hij zal 't ook nu niet doen en Jorisma kan op zijn woord rekenen. Maar nu gister is dién3 vrouw bij *ijn vrouw geweest ze kennen elkaar al van catechisatie af en dat bad ze nu niet moeten doen vrouwen en zaken zijn twee »Ik zou 't niet bunnen doen Ko's gelaat was wat stroef getrokken. »'k Wil 't graag gelooven kind! de vrouw i ook niet voor de saken. Jullie gebruiken niet genoeg je verstand, jullie laten je hark te veel meespreken en werkelijk, dan kun je geen zaken doen. 't Is verbazend jammer voor die rnenschen, dat begrijp ik, maar ik heb toch waarlijk geduld genoeg geh-id en dau, als Jorisma uit dienst komt krijgt hij best 'n andere betrekkingIk zat 'm natuurlijk heipen. zooveel als ik kan gerustgeloof me, dat komt wel te recht c »Ja, doe dat, Ko! -en wat ons, vrouwen, betreft, je hebt gelijk: ons hart zit ons vaak in den weg .wij mochten wat meer redeneeren en minder de dingen voelen Afkeurend schudt Ko het hoofd. Toch blij, dat zijn vrouw 'm ditmaal zoo gauw gelijk geeft.' dat ging weleens anders Blijven jullie zooals je bent», zegt hij glimlachend. Jullie zijn er ons te liever om maar laat ons de zaken doen!» Zijn vrouw hooit het maar half en blijft naar buiten staren. >Neen, 't moest anders!» spint ze voort aan den draad van haar eigen gedachten. Wij voelen te veel 't Wil mij maar niet uit de gedachten wat 'n verschil tus- sehen die mrnschen eu ons. Jij bent vrij van dienst én Jorisma moet opkomen, 't Had net zoo goed anders kunnen zijn of jullie hadden beiden weggemoeten hoe had het dan moeten gaan »Dan was de zaak op de flesch geweest», valt Ko zijn vrouw op beslisten toon in de rede. »Dan hadden Tonnewiel en Co ons in zes maanden er finaal uitgeeoncur» reerd. »Dat dacht ik ook», meent mevrouw. >Maar zoo is 't nu gelukkig niet»merkt Ko mouter op. »Ja juist maar zie je! dat is au 't lastige, als je hart wat zwak is daar kan ik nu niet goed overheen: wij hebben er de lusten van, dat Jorisma en die andere driehonderd duiseua soldaten de wacht houden aan de grens, en wij krugen den zegen bovendien «ij heb ben er den last van, altijd van elkaar, de vrouw niet sierk, over 'n half jaar wacht zij weer 'n kleine Hé dat wist ik niet» valt Ko haar in d rede. »ei, is zij in verwacht ing >Och! zoo iets hoort ook niet bg za ken maar laat me nu even uourgaan Zï hebben er den l.st en 'o krijgen er 't ongeluk nog bij zie je, dat is nu ons vrouwenhart, dat we daar niet over kun nen en dat ik Katrien tn'n woord gegeven heb, om er nog es over te spreken. Maar natuurlijk, ais't niet kan, dan houdt alles op.» Een half uur later zit Ko op kantoor. Hij heeft de post doorgezien 't wordt nu met elke maand beter met de zaken t wordt in »ijn vak weer een iust om te werken jai. zijn vrcuw heeft wel gelijk: boven duizenden en tien duizenden worden zij door God nog ge zegend 'n Briefformulier ligt voor hem. Hij wil nu eerst schriftelijk met den nieuwen boekhouder, die nog steeds 't be slissend antwoord wacht en zich tot mor gen vrij houden zou, accorderen. Maar zijn hand wil slecht voort, Eu zijn hoofd denkt traag. Want zijn hart zit hem dwars in den weg 't is toch ook een bitter stuk voor Jorisma, dat mo t-ie toegevenEen man, eerlijk en oprecht als goud. Toen hijzelf drie jaar geleden zoo zwaar ziek was en later naar 't buitenland moest, heefi Jorisma er zich toch vóórgespannen, dat de zaak drijven bleef tegen alle con currentie in. Had het dan ook drie maan den geduurd, of hoogstens ze3 Ko Testerman schrijft z'n brief af. Dan zit hij er lang mee in de hand Twee- driemaal grijpt hij een couvert en eindelijk staat hij met een ruk op, scheuit den brief aan snippers, werpt ze op 't vuur en kijkt lang. peinzend in de Vlammen. >'n Verloren morgen», mompelt hij, naar huis keerend te koffiedrinken. Maor nooit had een verloren morgen hem zóó opge wekt gestemd. >Ga maar zeggen, dat ik mijn woorden terugneem», draagt hij z'n vrouw op. Ik zai me nog wel redden zaken doen is dat niet maar ééns in je zakenleven mag 't hart toch wel een wcord meespre ken, dunkt me zoo Dien middag vloog er een dringend te legram naar de landweer aan de grens: Alles in orde gekomen; KatrieD. UITKIJK. Patentkali. „De uitvoer van kalizouten is door de Duitsche Regeering verboden", zoo kwam onlangs plots, gansch onverwacht, het bericht uit Duitschland tot ons. Hierop was het minst gerekend. Omtrent de meeste andere kunstmeststoffen kreeg men de laatste maan den weinig aangename berichten, maar aan gaande de kalizouten werd men herhaaldelijk gerustgesteld: deze zouden wel afkomen,en tegen vrijwel de normale prijzen.'t Ging dan ook tot vóór korten tijd goed, tot eensklaps ook voor deze meststoffen de grenzen ge sloten werden. De mededeeling bracht niet geringe ontsteltenis. Wij mogen vertrouwen, dat onze Regeering daarop niet stil heeft gezeten, en dat ook de Directeur van het Landbouwkundig Bureau van het Kalisyndi- kaat te Utrecht al het mogelijke heeft gedaan, om onzen Land- en Tuinbouw te helpen. En naar het schijnt, hebben die bemoeiingen succes gehad. Althans, het zeer verblijdend bericht gewerd ons: dat patentkali weer i .v'lrMé s.'U'r

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 1