IsS Belgisch Werkpsaril
pus! mi root fisescüifii
Tandarts Regensbürg
HH. Jagers!!
Advertentien.
eerste ilBÜ her maand
GEMENGD NIEUWS.
Tandarts J.T.ORTH &Zn.
PENNEKRASSEN.
tfond eiï T»ndar!8,
BOERENLEENBANK „OOBDORP."
in liet Hotel MEIJER te surefcen.
IAC. LEÜW, Yüörta MÖZES DE HAAS
L S. VAN DOORN, Oppert 144 ROTTERDAM
En hoeveel anderen niet hem 1
De prijs van al dat bloed was verborgen
onder zijn hoofdkussen en hij de zoon van
vader Stenne, een soldaat
Tranen verstikten hem.
In de kamer daarnaast hoorde hij zijn va
der loopen, het venster openen.
Omlaag op het plein, werd verzamelen ge
blazen. Een bataljon maakte zich gereed te
vertrekken.
Het was beslist een groote slag
De ongelukkige kon een snik niet inhou
den.
„Wat scheelt je toch vroeg vader Stenne
binnentredend."
Het kind hield het niet meer uit, klom van
zijn bed en wierp zich aan de voeten van
zijn vader.
Bij de beweging, die hij maakte, rolden
de daalders over den grond.
„Wat is dat Heb-je gestolen zei de
oude' bevend.
Toen, als in één adem, vertelde Stenne
dat hij bij de Pruisen geweest was en wat
hij daar gedaan had.
Naarmate hij sprak voelde hij zijn hart
vrijer worden. Zijn beschuldiging verlichtte
hem.
Vader Stenne luisterde met een treurig
gelaat. Toen hij gesproken had, verborg hij
het hoofd in zijn handen en weende.
„Vader, vader wilde het kind zeg
gen. De oude weerde hem af, zonder te ant
woorden en raapte het geld op.
„Is dat alles?" vroeg hij.
Kleine Stenne knikte.
De oude man maakte zijn geweer van den
wand los en het geld in zijn zak stekend,
zei hij
,,'t Is goed, ik ga het hun teruggeven."
En zonder er een woord bij te voegen,
zonder zelfs het hoofd om te wenden, ging
hij naar beneden, om zich bij de mobielen
te voegen, die in den nacht vertrokken
Men heeft hem nooit weergezien
Onder puin bedolven. Men. meldt ons uit
Enschedé
Terwijl Zaterdagmiddag de arbeiders Post
en Hovenier in de Beukinkstraat alhierbezig
waren met 't graven vanfundeeringsgleuven
voor een te bouwen rij wielfabriek, storteplot-
seling de zijmur van een naastgelegen pand
in met 't gevolg, dat beide er onder bedol
ven werden. Met moeite werden zij vanon
der den steenhoop te voorschijn gehaald en
naar 't Ziekenhuis vervoerd, waar bleek, dat
Post er tamelijk goed was afgekomen, doch
Hovenier zeer ernstige inwendige kneuzingen
had bekomen. Zijn toestand is zorgwekkend.
Prettige verhoudingen. In de te Schore
gehouden raadszitting gaf de burgemeester,
de heer J. G. v. Nieuwenhuijzen, kennis van
zijn herbenoeming en sprak de hoop uit weder
als vroeger de belangen van de gemeente
te mogen behartigen.
De heer J. Verhage verzocht, nadat ook
andere raadsleden en de wethouder den bur
gemeester hadden gecomplimenteerd, het
woord en zeide
Het verheugt mij, uit den mond van den
voorzitter de belofte te hooren, dat hij alles
zal doen, wat zijn hand vindt te doen om
de belangen der gemeente te behartigen. Het
is thans de derde maal, dat hij als burge
meester is herbenoemd en eerst thans hoor
ik, dat de voorzitter plan heeft de belangen
der gemeente te behartigen. Ik hoop dat deze
woorden in daden zullen worden omgezet.
Mij is tijdens mijn lidmaatschap van den
Raad meermalen gebleken, dat de burgemees
ter de genomen besluiten negeert en doet
alsof er geen Raad of Raadsbesluiten bestaan.
De voorzitter antwoordde, niet anders te
hebben kunnen handelen door gebrek aan
de noodige gelden.
De 50.000 ste inwoner. Bij de behandeling
der Dordtsche begrooting van 1914 heeft
het raadslid de heer W. Kolkman hef voor
stel gedaan om aan den 5ü.00üsten inwoner
van Dordrecht van gemeentewege een spaar
bankboekje van f250 ter hand te stellen.
Naar dc „Dordt. Ct„' verneemt, is Donder
dag 11 Februari die 50,000ste geboren.
De uitreiking van het spaarbankboekje zal
Zaterdag te twee uur namiddags ten raad-
huize plaats hebben.
Stearine-kaarsenfabr. stop gezet. Naar wij
vernemen, wordt op de Kon. Stearine-Kaar-
senfabriek te Gouda, tengevolge van het uit
voerverbod van grondstoffen in Engeland,
Maandag de fabricage van stearine stopgezet.
Binnenkort zal dus de fabriek geenstearine-
kaarsen meer afleveren; de fabricage van
parafine-kaarsen wordt voorloopig voortge
zet.
Dit feit kan ontzettende gevolgen hebben
zoo houdt b.v. ook de fabricage van oleïne
op, waardoor dc textielnijverheid in moei
lijkheden kan komen.
uit hef onderzoek van den zak. Deze bevat
te een liaa/dstcl, 2 gongeti en een groote
koperen hangklok, welke voorwerpen door
1. uit de villa waren ontvreemd.
In een bosch bij de villa had hij zijn rij
wiel neergezet, om zich vlug uit de voeten
te kunnen maken. Nadat de commissaris
den man een verhoor had afgenomen, werd
hij in verzekerde bewaring gehouden. Hij
zal ter beschikking van de justitie gesteld
worden.
Door de Utrechtsche politie werden
gisteravond een tweetal ongunstig bekend
staande jongemannen op heeterdaad betrapt
toen zij bezig waren op het dak van een
aangrenzend gebouw aan de Janskerk te
Utrecht lood te stelen.
Ze werden voorloopig achter sloten gren
del gezet.
Iraet en zonder gehemelte p'aat,
vanaf f 2.— per tand,
<s f 35 per gebit.
Plaatsing zonder pijn en met schrif
telijke en langdurige garantie.
COOLSINGEL 20, ROTTERDAM.
AL WIE EEN VERTROUWD
of DRACHTIGE MERRIE wil koopen, of
andere paarden, wende zich tot 8498
A. VAN ittuOtiSEL, Kuileidaui.
Walenburgerweg 88. Telefoon 9087
(Ka nat landen en gebitten.)
Stationsweg 25, ROTTERDAM.
Spreekuren eiken werkdag 1 3.
roor on- en txiiuvermogenaen 910
titt.TRFrxor S61!. 8546
Niets is er waai- uwe Varkens beter
van groeien, dan van mijn 8064
i f'3.50 per 100 K.G. franco station bij
J. ïi IKl Wimi r ifcEM
Graa»iiiaalder!i, Dirksltiud
De Bank leent gelden aan leden tegen
5 's jaars.
Zij neemt gelden op tegen Sl/i °/o.
's jaars, ook van niet-leden.
Voorschotten kunnen dagelijks wor-
icn aangevraagd bij een der leden van-
liet bestuur,
Kantooruren Donderdagen 4 en
18 Febr. 'snam, van 5,30 —7,30 uur,
ten huize van den Kassier 84?T
J. tiHEEA' Pa., Ouddorp.
is voortaan de 8281
gebrek dan andere oorzaken moet hebben,
b.v. inwendige organische veranderingen,
voornamelijk vetzucht. Wanneer de hoenders
over het geheel ook al niet te sterk met
graanvoeder worden gevoederd, komen toch
gevallen voor, dat ten gevolge van te weinig
beweging of te eenzijdige stikstofrijke voe
dering 'n vervetting van den eierstok plaats
heeft, waardoor de eierproductie zeer gering
wordt of een ongewenschte verandering
ondergaat, welke zich openbaart in volko
men eieren. In zoo'n geval moet men voor
een grooteren, zoo mogelijk geheel vrijen
uitloop zorgen, om de dieren in de gelegen
heid te stellen beter te voldoen aan hun
behoefte aan groenvoeder, wormen, insecten
enz. Dit zal dan doorgaans blijken, het beste
geneesmiddel te zijn.
Hooge Boornen als beschutting tegen brand.
Hooge Boornen blijken zeer dikwijls uitne
mende bliksemafleiders te zijn en geven
veeltijds bescherming aan gebouwen, die aan
het inslaan van den bliksem bloot staan. Min
der bekend is het wel, dat boornen ook be
schutting geven tegen brand. Bij een brand
van een schuur in den afgeloopen zomer
werd dit duidelijk opgemerkt. Aan den voor
kant der schuur stond een noteboom, wiens
takken ondanks de verschrikkelijke hitte maar
gedeeltelijk verbrandden aan den kant, die
naar het vuur toegekeerd was. Het groene
gebladerte der andere helft bleef bijna ge
heel verschoond en belette het overslaan van
den brand op het naaststaande gebouw.
o—
Het biggen der varkens. Bij varkens duurt
het tamelijk lang eer de biggen komen; het
biggen gaat ook met veel pijn gepaard. De
zeug ligt daarbij op een kant, trekt de pooten
op en perst sterk. De biggen komen niet
snel achtereen, maar bij tusschenruimten.
Zeugen die voor het eerst biggen, zijn tijdens
de verlossing onrustig en loopen in het hok
rond. Dergelijke dieren moeten door den
oppasser gekalmeerd worden door krauwen
aan de borsten. Daardoor laten de dieren
zich ook overhalen om te gaan liggen.
o—
De maag van een paard. Dé maag van
een paard kan geen grooter voedermassa
bevatten dan een goede hondenmaag. On
geveer 10 Liter per rantsoen is dus een voe
dering, die het best overeenkomt met de
ruimte van de maag. Natuurlijk is dit niet
altijd vol te houden;'maar men kan in plaats
van eenmaal zeer overvloedig te voederen
door drie tot vijf keer iets minder voeder te
geven de spijsverteringsorganen van het paard
in hunne functie steunen.
o—
Zieke hoenders. Hoenders, die aan een
langdurige oog-, gewrichts- en voetziekten lij
den, moet men niet den winter overhouden,
't Best is, de dieren te mesten.
o—
Watergevogelte. Bij vermoeden van cho
lera moeten ganzen en eenden uit het water
gehouden worden. De in het watervallende
mest zou de ziekte overbrengen.
o—
Varenplanten als strooisel. Bij ervaring
is gebleken dat varenplanten als strooisel
zeer goed voldeden. Bovenal werd geroemd
dat de dieren op deze gedroogde planten
even warm als stroo liggen.
o—
Veulens die men leert trekken. Van veu
lens die men voor den wagen leert trekken
mag men niet te veel van hun krachten ver
gen. Te ver rijden in T begin is over het
geheel nadeelig. Men spanne ze liever wat
vaker in voor een korten tijd, dan eenmaal
iets te lang. Driemaal een half uur is meer
dan genoeg voor een dag. Lkng staan in
het tuig dient vermeden te worden, liet ver
moeit meer dan het rijden en dient in elk
geval bij den tijd van werken in begrepen
te worden.' In geen geval mag het 'veulen
moe in den stal komen.
—o—
Zieke duiven. Zieke duiven zijn waterschuw.
De duivenhoitder kan derhalve steeds aan
den tegenzin der dieren tegen een bad zien,
of hij zieke duiven op het slag heeft. Ge
zonden duiven baden altijd graag.
o—
Jonge of oude haas. Een.onbedriegelijk
middel om te zien of een haas nog jong js
vindt men bij de haren tusschen de lepels
(de ooren.) Zijn daar eenige witte haren voor
handen, dan is de haas jong en zijn vleesch
is malsch, al. ziet het dier er nog zoo groot
en sterk uit. Ontbreken die haren dan heeft
men met een ouden haas te doen, al ziet hij
er nog zoo klein en tenger uit. Zijn vleesch
is zonder smaak en taai. Of een haas pas
geschoten is, kan men aan de oogen zien;
ze moeten nog vast en rond zijn. Zijn zeal
week en ingezonken, dan is de haas reeds
lang dood.
—o—
Kamerpalmen. Kamerpalmen zijn de vol
gende soorten: chamaerops humilis en ele-
gans, corypha australis, latania borbonica,
pritchardia filamentosa washingtoniarobusta
en ten slotte de verschillende phoenix-soor-
ten. Bijna alle andere gedijen slecht in de
kamer.
o—
Spiraea's. Een der rijkst bloeiende spiraea's
is ongetwijfeld de struikachtige Spiraea mul-
tiflora arguta. Deze gedrongen groeiende
struik geeft een menigte bevallige boogvor
mige overhangende takken, die in Mei zoo
met bloemen bedekt zijn, dat de plant er
uitziet, aisof ze besneeuwd is. Zij is zoowel
als alleenstaande struik geschikt, als tot voort
planting van ander struikgewas. Haar groeps
gewijze te zetten, zouden wij niet aanraden
omdat in benauwden en benepen stand de
schoonheid grootendeels verloren gaat.
o
VOOR DE KEUKEN.
Lunchgerecht. In een dik met boter be
smeerden vorm of in een dito ovenschoteltje
legt men rijst, die goed gaar is en heel ge
bleven. Op deze laag rijst komt er eene van
garnalen, die men een klein beetje pepert;
dan weer rijst en ten slotte eene laag toma
ten purée. Bovenop strooit men paneermeel
belegt dit met klontjes boter en bakt het
schoteltje ,/2 uur in den oven.
EEN KIND ALS SPION.
(Naar het Fransch van Aiph. Dandet.)
door Huao Kingmans.
Hij heette Stenne, de kleine Stenne.
Het was een mager, bleek, Parijzer kind,
dat tien jaar kon zijn, misschien vijftien
met zulke kleine jongens kan men zich deer
lijk vergissen. Zijn moeder was dood; zijn
vader een oud marinesoldaat bewaarde een
tuin in de wijk der Temple. De baby's, de
kindermeiden, dc oude dames met vouw
stoeltjes, de arme moeders, heel het trippe
lende Parijs, dat zich, om beschermd te zijn
tegen de rijtuigen, zette in de door wan
delpaden omzoomde bloemperken, kenden
vader Stenne en aanbaden hem. Men wist
dat zich onder dien ruwen knevel, den schrik
van honden en van hen, die te lang op de
banken vertoefden, een goedige, bijna moe
derlijken glimlach verborg en dat, om dien
glimlach te zien, men slechts tot den goeden
man te zeggen had
„Hoe gaat het met uw kleinen jongen
Hij hield zooveel van zijn jongen, vader
Stenne 1 Hij was zoo gelukkig, des avonds,
na schooltijd als de kleine hem kwam afha
len en als zij beiden, de ronde deden door
de lanen, bij iedere bank stilstaande, om de
vaste bezoekers te groeten welopgevoed als
zij waren.
Met de ongelukkige belegering veranderde
alles. De tuin van vader Stenne werd geslo
ten, men plaatste er petroleumvoorraden en
de arme man, die verplicht was tot een on
ophoudelijke waakzaamheid bracht zijn leven
door in het verlaten en vernielde bosch, zon
der te rooken, terwijl hij niets meer bezat
dan des avonds zijn jongen, die zeer laat
thuis kwam. Men moest zijn knevel zien,
wapneer hij van de Pruisen sprak
De kleine Stenne beklaagde zich echter
niet met dit nieuwe leven.
Een beleg! Dat is zoo amusant voor straat
jongens Geen schoolgeen lesoverhoorderij
meer
Al den tijd vacantie, terwijl de straat wei
een kermisveld gelijkt.
Het kind bleef tot den avond buiten loopen.
Hij vergezelde de bataljons van de wijk, die
naar de wallen gingen, verkoos, bij voorkeur
die, wélke goede muziek hadden, want daarop
was kleine Stenne zeer gesteld.
Hij kon u goed mededeelen, dat die van
het 96e niet veel waard was, maar dat zij
in het 55e uitstekende hadden. Op een ande
ren keer, keek hij naar de mobielverklaarden,
die oefeningen maakten.
Met zijn mand onder den arm mengde hij
zich onder de lange rijen, die zich vormden
in de donkerheid van de wintermorgens, zon
der gaslicht, voor het hek der slagers en
der bakkers.
Daar, met de voeten in het water, maakte
men kennis, sprak over politiek en omdat
hij de zoon van Monsieur Stenne was, vroeg
elk hem zijn meening. Maar het vermake-
lljkste van alles was het spel met'de kurken,
dat werkwaardige werpspel, dat de Breton-
sche soldaten gedurende het beleg in de
mode gebracht hadden.
Wanneer kleine Stenne bij de wallen noch
bij de bakkerijen was, dan kondt ge er zeker
van zijn, hem te zullen vinden, bij het werp
spel op Chateau d' Eau. Hij speelde niet,
wel te verstaan, want dan moet men veel
geld hebben. Hij stelde zich te vreden, met
naar de spelers te kijken, de oogen vol be
langstelling.
Een vooral, een groote blauwe rok, die
niet minder inlegde, dan stukken van vijf
franc, wekte zijn bewondering op.
Als hij liep, hoorde men de daalders klin
ken in de zakken van zijn wapenfok.
Eens, een stuk oprapende, dat onder de
voeten van kleine Stenne gerold was, zeide
de groote tot hem met zachte stem
„Dat maakt je begeerig hé Welnu als je
wilt, zal ik je zeggen, waar men er vindt
Het spel eindigde; hij nam Stenne mee naar
een hoek van het' plein en stelde hem voor,
met hem couranten aan de Pruisen te gaan
verkoopenper reis kon men dertig franc
verdienen. Eerst weigerde Stenne, zeer ver
ontwaardigd en daardoor bleef hij drie da
gen weg, zonder naar liet spel terug te keeren.
Drie verschrikkelijke dagen
Hij at niet meer, hij sliep niet meer. Des
nachts zag hij bij zijn bed stapels kurken en
geldstukken, die voortgleden, allesschitterend.
De verzoeking was te groot Den vier
den dag keerde hij naar Chateau d' Eau te
rug, zag den groote weer, liet zich verleiden.
Zij vertrokken op een sneeuwmorgeu, een
linnenzak op hun schouder en onder hun
kielen couranten verborgen. Toen zij aan de
poort van Vlaanderen kwamen, was liet nog
nauwelijks dag.
De groote nam Stenne bij de hand en den
schildwacht (het v/as er een die nooit van
garnizoen veranderde), die een roode neus
en een goedig gezicht had, naderend, zeide
hij met 'een droevige stem
„Laat mij door, mijn goede mijnheer, onze
moeder is ziek, vader is gestorven. Ik ga
met mijn kleinen broer, om in het kamp
aardappelen op te rapen."
Hij weende. Stenne boog zeer beschaamd
het hoofd.
De schildwacht keek hen een oogenblik
aan, wierp een blik op den verlaten en witten
weg en zei
„Passeer ving." En zich verwijderend voegde
hij er bij:
„En ziedaar den weg van Auberviiliers."
De groote lachte.
Verward, als in een droom zag kleine
Stenne de fabrieken herschapen in kazernes,
de verlaten barricaden, bedekt met natte
vodden, de hooge schoorsteenen, die den mist
doorboorden en ten hemel stegen, ledig, vaag.
In de verte een schildwacht; vermomde
officieren, die ginds met verrekijkers den
omtrek verspiedden en kleine van de sneeuw
doorweekte tenten, waarbij vuren, die uit
gingen.
De groote kende den weg en ging dwars
door het veld, om de posten te ontwijken.
Toch kwamen zij, zonder die te kunnen ont
gaan, bij een wacht van franc-tireurs.
Zij waren daar in hunne kleine mantels
nedergehurkt op den bodem van een kuil,
die vol water was en geheel langs den spoor
weg van Soissons gegraven was. Deze keer
echter had de groote mooi praten toen hij
zijn geschiedenis weer begon: men v/ilde
hem niet doorlaten.
Toen, terwijl hij stond te klagen, kwam
een oud sergeant uit het huis van den baan
wachter op den weg. Hij was geheel wit en
gerimpeld en geleek op vader Stenne.
„Vooruit jongen", zei hij, „niet meerwee-
nen, men zal u door laten gaan, naar uw
aardappelen.
Maar treedt binnen, komt u eerst een wei
nig warmen. Hij heeft een bevroren gelaat,
die jongen daar 1"
HelaasHet was niet van de kou dat
kleine Stenne beefde; het was van vrees, van
schaamte.
In de post vonden zij eenige soldaten, ne
dergehurkt rondom een waar armzalig vuurtje,
bij welks vlam zij op de punt van hun ba
jonetten, beschuit ontdooiden. Men sloot zich
aaneen, om plaats te maken voor de kinderen
en gaf hun een glas brandewijn en een wei
nig koffie.
Terwijl zij dronken, kwam een officier in
de deur, riep den sergeant, sprak zacht tot
hem en ging vlug heen.
„Jongens," zei den sergeant, stralend van
genoegen, dezen nacht gaat hei er op los,
men is achter het wachtwoord, van de Prui
sen gekomen, ik geloof, dat we hun deze
maal dat Bourget zullen ontnemen."
Er ging een losbarsting van bravo's en ge
lach op. Men danste, men zong, men poetste
de bajonetten en van dit tumult profiteeren-
de, verdwenen Stenne en zijn makker.
„Laten wij terugkeeren. Laten wij niet gaan,"
zei de kleine Stenne aldoor. De andere haalde
de schouders op en liep steeds door. Plot
seling hoorden zij het klik-klak van een ge
weer, waarvan men de haan overhaalde.
„Leg je neer." zei de groote zich op den
grond werpend. Toen floot hij. Een ander
gefluit antwoordde over de sneeuw. Zij gin
gen kruipend vooruit. Voor den muur op de
kalen grond verschenen twee gele knevels
onder een smerige muts. De groote klom in
den loopgraaf aan den kant der Pruisen en
zei, terwijl hij op Stenne wees
„Dit is mijn broeder."
Hij was zoo klein, die Stenne, dat de Pruis,
hem ziende, begon te lachen en genoodzaakt
was hem in zijn armen te nemen, om hem
door de bres te hijschen.
Aan de andere zijde van den muur lagen
gevallen boomen, waren zwarte gaten in de
sneeuw en in ieder gat dezelfde smerige
muts, dezelfde gele knevels, die lachten als
zij de kinderen zagen voorbijgaan.
In een hoek stond het met boomstammen
sterkte tuinmansttuis. Het was gevuld met
soldaten, die kaart speelden en op een hel
der vuur soep deden koken. Dat ruilde lek
ker, het spek! Welk een verschil met de bi
vakken per franc-tireurs in Parijs.
Boven warën de officieren.
Men hoorde hen piano spelen en fleschen
champagne ontkurken.
Toen de Parijzenaars binnenkwamen wer
den zij door een gejuich van vreugde ver
welkomd.
Zij gaven hun couranten.
Daarna liet men hen drinken en praten.
Alle officieren hadden een trotsch, kwaad
aardig gelaat, maar de groote vermaakte hen
met zijn achterbuurtgeestigheden en zijn
straatj onge n su i td ru kkingen.
Zij lachten, zeiden hem die woorden na,
rolden zich met vermaak in die slechte praat
van Parijs, die men hun bracht.
Kleine Stenne had wel willen spreken en
bewijzen dat hij niet dom was, maar iets
maakte hem verlegen.
Vlak tegenover hem bevond zich een ou
dere, Pruis, ernstiger dan de anderen, die las,
of dat scheen te doen, want zijn oogen we
ken niet van Stenne af. Er was in die blik
ken afkeuring en verwijt te lezen, alsof die
man, thuis een kind had, zoo oud als Stenne.
Hij zei tot zichzelf
„Ik zou liever sterven dan mijn zoon zulk
een vak te zien uitoefenen."
Van dat oogenblik af, scheen het Stenne
toe, of een ijzeren hand zich op zijn hart
legde en het verhinderde te kloppen.
Om die angst weg te krijgen, begon hij te
drinken, weldra draaide alles rondom hem.
Hij hoorde vaag, te midden van groot ge
lach, zijn kameraad, die met de nationale
garde spotte, met hun manier excerceeren,
bootste hen in de wapens roepen te M;,rais
na en het nachtlawaai op de wallen.
Vervolgens liet de groote zijn stem dalen
de officieren naderden en dc gezichten wer
den ernstig.
De ellendeling begon met hen de voorge
nomen aanval van de Franschen te verklap
pen. Dat maakte, dat kleine Stenne woedend
werd, ontnuchterd
„Dat niet groote. Ik wil het niet
Maar de andere deed niets dan lachen en
ging zijn gang. Vóór hij geëindigd was, waren
al de officieren buiten.
Een van hen wees den kinderen de deur
en zei barsch
„Scheer je weg 1
Én zij begonnen, met elkaar zeer vlug
Duitsch te spreken.
Dc groote ging weg, trotsch als een doge,
terwijl hij zijn geld liet rammelen. Stenne
volgde hem met gebogen hoofd en toen hij
voorbij den Pruis kwant, wiens blik hem
verlegen gemaakt had, hoorde hij droevige
stem, die zijde
„Dat is niets aardig, niets aardig."
De tranen kwamen Stenne iti de oogen.
In de vlakte begonnen de kinderen hard ie
loopen. Hun zak was vol aardappelen, die
zij van de Pruisen gekregen hadden. Zonder
stoornis kwamen zij voorbij de wachter. Men
bereidde zich voor op den nachtteliiken aan
val. De troepen marcheerden met stille trom
en schaarden zich achter de muren.
De oude sergeant, was bezig zijn man
schappen te plaatsen, met een gelukkig ge
laat. Toen de kinderen voorbijgingen her
kende hij ze en glimlachte. O wat deed die
glimlach Stenne pijn! Hij had wel willen
schreeuwen „Ga daar niet heen, wij hebben
u verradenMaar de andere zei„Als je
spreekt, worden wij gefusileerd" en de angst
weerhield hem.
In la Courneuve, een herberg verdeelden
zij eerlijk het geld tn de blinkende daalders
en het werpspel op Chateau d' Eau in het
vooruitzicht, vond Stenne zijn misdaad niet
meer zoo verschrikkelijk. Zij verlieten de
herberg in opgewekte stemming.
Maar toen het ongelukkige kind alleen
was, toen de groote hem bij de poorten ver
laten had, begonnen zijn zakken heel zwaar
te worden en de hand, die hem het hart ont
sloot, drukte hem meer dan ooit.
Parijs scheen hem hetzelfde niet meer. De
lieden, die passeerden, keken hem streng
aan, alsof zij wisten, vanwaar hij kwam.
Het woord spion, hij hoorde het in het
lawaai der wielen, onder het roffelen der
tamboers, die langs het kanaal excerceerden.
Eindelijk kwam hij thuis en was heel ge
lukkig te zien, dat zijn vader nog niet thuis
gekomen was. Hij klom vlug naar boven,
om onder zijn hoofdkussen de daalders te
bergen, die hem zooveel wogen.
Nooit was vader Stenne, zoo goed, zoo
vroolijk geweest, als toen hij dien avond
thuis kwam. Men had zoo juist tijdingen uit
de provincie ontvangen! de zaken stonden
beter voor het land.
Terwijl hij at, keek de gewezen soldaat
naar zijn geweer dat aan den muur hing
en zeide tot het kind met zijn goedigen
glimlach„Jongen wat zou je op 'de Prui
sen losgaan, als je maar groot waard
Tegen acht uur hoorde men het kanon.
„Dat is Aubewilliers. Men strijd te Bourget,
zei de goede man, die alle forten kende
Kleine Stenne werd bleek en een groote
vermoeidheid voorwendende ging hij naar
bed, maar sliep niet.
Het kanon donderde nog steeds door.
Hij stelde zich de Franc-tireurs voor,
's nacht aankomende om den vijand te ver
rassen, maar zelf overvallen wordende, om
dat hij hen verraden had.
Hij herinnerde zich den sergeant, die hem
toelachte, zag hem uitgestrekt, daarginder
in de sneeuw
Ondeugdelijk banket. Bij de politie te
Middelburg werd aangifte gedaan door een
man, dat hij onwel was geworden na het
eten van banket, dat hij van een klein koop
mannetje gekocht had. De politie begaf zich
naar de woning van dezen laatsten en nam
daar in beslag een biscuit-trommel met be
schimmeld banket en een ander met bruin
goed dat blijkbaar cacao moest verbeelden.
Het bleek bij onderzoek, dat deze artikelen
afko mstig waren uit een pakhuis, waarvan
de eigenaren aan een der knechts gelast had
den de waren weg te gooien, in plaats daar
van verkocht hij ze echter voor enkele centen
aan het koopmannetje.
Vlemchkm^erij,
i Joris Roe!straal, ftonttnelsd^k,
Telefoon Intercoms. No. 4,
iedere.» Donderdag prima kwaliteit vswjoh
KALFSVLSESCH verkrggbaar.
óageljjkB struif, kwaliteit Baiadvleescfc,
tja Rodktleeseli en Boterham worsts
Alïea wordt Machinaal gesaeden.
as.-ïf beden prim* kwaliteit rolpens verkrijgbaar,
Natte bodieaiag. Billijke prijs©».
8367
Uit oude tijden. Men schrijft ons uit Mid
delburg
Als een bewijs dat de zee voor de Wal-
chersche kust bij Westkappelle steeds een
gevaarlijk punt voor de scheepvaart is ge
weest, toonde men ons een zwart gelakt
Japansch doosje met ingelegde bloemen op
het deksel en versierde rand, waarin het
volgende briefje lag.
„Dees doos is op 21 Juli 1779 aan den
Westkappelsen dijk komen aandrijven van
het verongelukte Oostind. Compagnie schip
Woensduin hetgeen omtrent l'/j uur in zee
voor Westkapelle is verongelukt.
Gesnapt. Gistermiddag zagen twee mannen
te Hilversum, die daar in een tijdelijk on
bewoond huis aaii het werk waren, uit dit
huis een man komen, die een grooten zak
droeg. Daar dit hun verdacht voorkwam,
gingen zij op hem af. De man wierp zijn
zak neer, dreigde met een mes en ging toen
aan den haal. Inmiddels was door anderen
een agent gewaarschuwd en was de man
spoedig geknipt. Het bleek te zijn de rijwiel
hersteller 1. 1., woonachtig te Amsterdam.
Hij gaf voor, naar Hilversum te zijn geko
men om oud koper op te koopen. Dat hij
evenmin nieuw koper versmaadde, bleek
Te koop Hulzen centraal Cal 16
55 koperen rand 15 a 20 maal
te herladen a f 2.de 100 en Slag'
hoedjes veor dezelve a 3.50 per 1000.
Verder uitgebreide collectie Wapenen,
Jachtgeweren centraal 15 vanaf
f 10.bii
Tesel'oon SitAf.
De Bank leent gelden aan leden tegen
4l/a 's jaars.
Zij neemt gelden op tegen 33/» °/o 's jaars,
ook van niet-leden.
Voorschotten kunnen dagelijks worden aan
gevraagd bij een der leden van het bestuur.
Kantooruren Vrijdags 6—8 uur en Za
terdags van 2—3 uur. 8750
Kassier: H.KOOMA1V, Dirksland,