Zaterdag 20 Februari 1915. 298le Jaargang N°. 2052. IJL voor de Zuidliollandsclte en Zeenw^elie Eilanden. Eerste Blad. ilJfi. ak!! Antirevolutionair Orgaan laven IN HOC SIGNO VINCES erin slarid Jft. OP DEN UITKIJK. g R. C. F. y. i LEE-Moonen. LAND- EN TUINBOUW. VOOR HUIS EN HOF. Bouwmate, es du-Nord Draineer- 7807 8715 Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cest. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar, ifzonderüjke nummers 5 Cent. W. BOEKHOVEN SOMMELSD1JK Alle stukken voor de liedactie Destened, Adver&entlësa en verdere Administratie tranco toe te zenden a»^ dest ij die zich nu abonneeren, ont vangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis. boedels enz. 8670 ESf. antie. 8130 )ELAARS LSE. ;voor draineeren, n dat zulks aineerwerk allen tijde leveren wij 6186 verzekert Hotel iirstasarant „HET GOUDEN HERT". Mollerdam. DINERS 60 cent en hooger. LOGIES MET ONTBIJT «ken in gawa an plm, 15,000 ZAND Ala boyen. ismerk, Biene- nen on A. W. brugge. tiTGKYSB ®el©l®as£ laterreesam. 12©. Mverteatiëa 10 cent peï regel es »,/a ssaai. Beoiasaes *0 pe? tegel Boekaankondiging I Gent per regal en */i **sl- Biensta&iivragon en Biesstaanbiedingen 50 öêi> n iPM&j.. Qroote letters en vignetten worden berekend na&r stadie Mvertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- c., i'gea i. z i Keg«ö- Stoepen Broodoorlog. Op t Westelijk front is weinig te doen, als men tenminste de Landzijde bedoeld, maar aan den zeekant is de oorlog nu, op m 13 Febr. begonnen, in een Broodoorlog ontaard. Duitschland valt nu geen oorlogs schepen aan, maar én oorlogsschepen en de Engelsche koopvaardijvloot. Vooral die laatste. Het zal Engeland aantasten in den hartader van zijn bestaan. Waar dit land Duitschland wil uithongeren, zullen de Ger mans van hun zijde pogen 't zelfde te doen en temeer is de woede ten top gestegen, waar Engeland zijn eigen vlag niet meer gebruikt, maar schrt en bescherming zoekt 4oor de neutrale vlag te hijschen. En dit woiSt terecht met afschuw gadegeslagen. Vfo lijn 't eens met wat Generaal Staal schnjk; »Wie zieh bij de maatregelen door Engetan'.jgenomen zou neerleggenals zijnde deze d^r' oorlogsnoodzaak en door nood veror&huldigd. die legge zich ook om de- *ejié reden neer bij den maatregel der ïitschers. De onpartijdigheid eischt in ieder geval, dunkt mij. als men tot protest overgaat, een naar beide zijden even krach tig protest. Overigens moge men het zich voor gezegd houdener zijn daar twee aan hetv echten op leven en dood men blijve uit de buurt, als men niet door hun wape nen getroffen wil worden.» Ja, zoo is 't. Daar in de Noordzee gaat 't op leven en dood; om de maag en de macht van 70 milliocn Duitschers, die 't nooit dulden zullen, dat hun 't voedsel onthouden wordt. Dat kan daar, als er niet spoedig iets bijzonders gebeurt, een Titanenstrijd worden; een strijd van uit de lucht; een strijd op 't water; en een strijd onder water. Een botsing zooals in de Geschiedenis zonder weerga is. 't is nu geen politieke strijd meer om invloed; 't i- nu een aanval tot Lvees- behoud en zoo'n strijd is uit den aard der zaak nog vreeeelijker dan die om de machts feer uit te breiden Uithongeren trouwens is het toppunt van barbaarschheid en de Duitscher zal liever zich doodvechten dan onder zoo'n barbaarschheid te berusteD. Maar o wee! de neutrale Staten, .wat zal hen geworden! Verwarring. Er is geen partij in Nederland, waar de verwarring zoo groot is als in de Socia listische. Het is in deze oorlógsmaanden ■een marteling het Hoofdorgaan te lezen. •Oppositie tegén de partijleiding hier; oppo sitie da>.r: zelfs georganiseerde oppositie van tal van leden tegen de hoofdorgani satie; ellenlange moties tegen de Kamer fractie en de redactie van 't Volk; dan weer evenlange tegenartikelen van de re dactie tenen de moties en tegen de oppo sitie en tegen de Kleine Pers in Gronin gen och, och, wat een Janboel van twee dracht. Daarbij een redactie, die zelf neg zoe kende is, wat na den Oorlog gebeuren moet en onbekwaam is om te zeggen, hoe 't in de toekomst met de partij gaan zal Een redactie die met open mond, als naar ge- \woonte, naar Duitschlands hoofdleiders on- 'der de Sociaal-Democraten staat te luiste ven, of die soms inlichting en verluchting geven kunnen. Het is een chaos in die partij. Ze zijn totaal hun stuur kwijt. En nieuwe gedach ten komen bij hen b iven. Het Volk schreef dat de Socialisten vóór den oorlog te een zijdig op den materialistischen kant van 't leven hadden gekeken en dat door dezen krijg bleek, dat in een Volk nog wat an ders leeft dan de gedachte om een stukje brood en dat dus de Socialisten zich in het volk als volk, in zijn ideeën en idealen en hoogere begeerten vergist hadden. Hugenholz schrijft ruiterlijk, dat hij nu, door dezen oorlog de dingen van militairisme en bewapening voor kleine Staten als Ne derland heel anders ziet dan vroeger; dat bij er niet meer zoo ovei denkt als vroe ger, Schaper zit in het Bestuur van den Anti-Oorlogsraad eu wordt enorm gekastijd. Troelstra en Wibaut en Vliegen gaan naar Kopenhagen, maar ze komen terug als de kat van Vader Kats, uit Engeland ze maauwde toen ze terugkwam en was net zoo wijs of dom als tevoren. 't Is een hutspot in die partij, en waar het nu eigenlijk heen moet, weet er geen een. XX VIII. Langzaam gaat de deur open. Twee paar guitige kinderoogen kijken op, wie daar zijn zal twee paar rappe kindervoetjes komen in beweging en twee kluchtige kleuters hangen de moeder-overste die binnenkwam elk aan een arm. «Morgen Henri en Toos zegt weemoe- dig-glimlachend de eerwaarde vrouw in 't nonnekleed. en de kinders kijken ver wonderd op, zij vóélen do smart in den klank der stem, zij zien zich niet aange haald als anders, 'n schuwe bedeesdheid kruipt in de kinders op, ze laten de hand der overste glippen als werden ze plotse ling bij iets kwaads verrast en kijken schuchter naar haar op Moeder-o verste vóélt de teleurstelling 't Wordt haar te machtig, dikke tranen weden in haar oogen, 'n prop in de keel wil ze wegslikken zonder dat 't lukt, haar taak is ook haast te zwaar Dan valt haar blik op 't beeld der Moe dermaagd in 'n hoek van 't vertrek. Die aanblik geeft haar kalmto. Er is toch wel zwaarder menschelijke smart doostaan! Wat moet zij niet gevoeld hebben, toen er naar het getuigenis van den godsman een zwaard door haar ziele g ng Die haa<- staande hield kan élk raanschenkind staande houden Vriendelijk kijkt ze het tweetal: vier en twee jaar oud, aan «Gaan jullie met zuster Brigitta wat wandelen in den hof vraagt ze vrien delijk. «Ja, ja! geerne juichen beiden, In den hof, bij kippen en duiven, bij spreeuw en tv,usch mét zuster Brigitta die altijd zuurtjes of flikjesof bruidsuikers soms zelfs sinaasappels of bananen ouder de wijde plooien van baar kleed weet op te zoe en I)e moeder-overste kijkt de babbelende kleuters na, terwijl ze band aanhandhup- pelbeencn door de lange, steenen gang: zuster Brigit'a was in de keuken, had de «moeder» gezegd. Dan keert ze laigsaam in de kamer te rug, sluit de deur zacht af, laat het gor dijn wat vallen om 't voile licht te tem peren, zet zich schijnbaar rustig in den armstoel bij 't raam en kijkt moeder Van Meeren, die met haar jongste, een kind van een jaar ongeveer, in 't midden der kamer zit, ernstig aan. «We moeten es éven praten!» Ze tracht zoo natuurlijk mogelijk te be ginnen, want nu móét het. Twee dagen heeft ze de gruwzame tijding geweten en verborgen gehouden, twee nachten heeft ze omgewoeld op haar leger en stond te middernacht en met het hanengekraai op voor een vurig gebed om kracht tot dia zware, zware taak Tweemaal, als 't morgen werd ontzonk haar de moed maar nu móést hethóé zwaar 't ook viel! Moeder Van Meeren kijkt angstig op. Haar vrees komt uit, meent ze. Er zal zwarigheid zijn om hen hier lan ger te houdeneen moeder met zes kinde ren 't weinige dat ze meenam uit haar land en woonplaats is tot de laatste centiem opgeteerd zelf is 't haar een last, ja tot schaamte dat zij. die an deren brood gaf, nu zelf van 't gegevene leven moet o, was ze alleen, wér ken zou ze en niemand tot last zijn maar met zes kiDders: wat kon zij doen? Grijs werd ze iu deze maanden 1 Toch maar even veertig nog Als een hangen benauwende droom, Gedempte Boerensteller 63A, 63B Direct nabij de Hcofdsteeg, f 1.25, f 1.50 en f 1.75 Tel. No. 10595. Aanbevelend, Bet door ieder aanbevolen adres. he ft zij ze doorleefd. Als de bliksem zoo snel is 't kwaad bij haar ingeslagen, toen de vijand zijn sprong deed in het vriende lijk vaderland en met één slag haar aardsch geluk verb)ijzelde! 0. die morgen, die vreeselijke morgen, toen haar stedeken werd verwoest! «Er was geschoten», heette het. Zij gelooft het niet de vrees voor den vijand zat er al te diep iD. Maar 't stedeken werd «gestraft» Vroeg in den morgen werd het gausche gezin uit zijn woning gehaald en nauwe lijks op straat gekomen zag de moeder haar man door den vijand weggerukt, 'n handbom in haar woning geworpen, dat de vlammen er op 't zelfde oogenblik al uitlaaiden daarop zag ze niets meer .en toen ze zich weer rekenschap gaf van 't gebeurde om haar heen. zag ze zich als 't ware opgezogen en opgeslurpt door den stroom van vluchtenden uit hun woonplaats verjaagd Sinds zwierf ze van dorp tot dorp. Soms vonden se 'n vriendelijk dak. Niet zelden moest ze met haar zes kin deren onder den blooDn hemel vernachten. Eindelijk kwam ze in «veilig Holland». Verteerde er haar laatste, penningen. En vond toen gelukkig een veilig onder komen, hier in 't gesticht, waar ze tot rust kwam, voedsel en ligging vond waar haar kinderen al thuis raakten en waar de vrome zusiers al 't mogelijke doen, om haar leed te verzachten. Letterlijk alles is ze kwijt Ginds hadden ze een drukke zaak met tal van knechten ginds hadden ze rijk hun brood, overvloed zelfshier mos ten ze van aalmoezen leven. Daa bij die martelende onzekerheid Wat werd er van haar man Al die maanden bleef ze hopen en van dag tot dag uitzien of er van wat wind streek ook soms eenig bericht komen mocht. De vijand nam de mannen bij duizenden mee naar zijn land. Zij gelooft va^t, dat hij nog lééft. Doch waar hij is weet ze niet De moeder overste weet het wél. 't ls nu drie dagen geleden, dat in de dagbladen 't verhaal stond, hoe in de woonplaats der arme vrouw de liiken dor gefusilleerden werden opgegraven, om hun mdenciteit vast te stellen en ze voorgoed ter ruste te leggen. 't Was 'n huiveringwekkende dooden- lijst En daarbij stond ook: Van Meeren. Angstig kijkt de berooide vluchtelinge naar de moeder-overste op. Och, ze begrijpt het o< k welj: 't Kan zoo niet blijven ze had gedacht, dat 't voor enkele weken zijn zon en het werden al maanden maar wat dan «Ik heb geen gunstig nieuws», begint nu zacht de overste. Dat begrijpt ze ook wel 't zal net zijn als ze dacht dat voelde ze immérs aankomen «Als tenminste de berichten jui t zijn», gaat de oveiste aarzelend voort. Vrouw Van Meeren wordt doodelijk bleek, 't Vertrokken gelaat kijkt angstschuw naar de „moeder" op; de verschrikte oogen schijnen te smeeken om medelijden't is of dat lichaam ineenkrimpt, zich klein maakt om zóó nog de dreigende slag te ontgaan; de tong haspeld ontredderd wat rond in den mond en eindelijk, heesch, fluistert ze: „'t Is van mijn man Moeder-overste knikt langzaam van ja dan wil ze spreken, maar kan niet dan barst zo los en snikt, zij de oerwaarde vrouwe, snikt als een kind. Vrouw Van Meeren wèèt nu, Geen klacht komt over haar lippen, geen traan welt in haar oog het. leed is er te gruwzaam voor. De overste staat op en leidt haar zachtkens naar 't bidbanks ken vóór het beeld der „zoete Moeder", neemt de kleine met zich en gaat heen. Daar is 'n smart, die door men chenoog niet mag worden aanschouwd De groote voorpoort gaat open. neer-te ientezonnestm.al dringt naar binnen, drie stoeiende schoolkinders springen vrooli;k door de gang eerst naar moeder 's hooren of er nü, vandaag, al nieuws van Vader is UITKIJK. Voederiniddelen, die haver als Paarden voe der kunnen vervangen. Onder dezen titel is een klein geschriftje van de Directie v. d. Landbouw verschenen, samengesteld door de heeren L. Broekema, Directeur der Rijks Hoogere Land, Tuin-en Boschbouwschool te Wageningen, en H. M. Kroon, Leeraar aan 's Rijksveeartsenijschool te Utrecht, met het doel den paardenhouders eenige wenken te geven, die hun van dienst kunnen zijn bij het zoeken naar voedermid delen, welke de haver geheel of ten deele kunnen vervangen. Dit geschrifje kan bij de tegenwoordige hooge haverprijzen ongetwijfeld van nut zijn. De haverinvoer was tot dusver van weinig beteekenis, onze eigen productie kan onze behoeften voor slechts-ruim 8 maanden dek ken, zoodat strakseen tekort aan haver dreigt te ontstaan. Ook met het oog hierop is in krimping van het havergebruik gewenscht. Van de pl.m. 330.000 paarden in ons land is maar een gering percentage bepaald op havervoeding aangewezen: dat zijn de leger- paarden en voorts de paarden, die geregeld zwaar werken, en vooral die, welke zich veel te snel moeten bewegen. Van de overige misschieii wel 80 pCt. kan het haver- rantsoen zonder schade aanmerkelijk worden ingekrompen, hoewel haver blijft het paar- denvoeder bij uitnemendheid. Indien het moge blijken, dat door invoer van haver uit het buitenland de prijzen beduidend naar omlaag gaan, dan houde men zich aan de havervoedering; zoo niet, ;dan trachte men gebruik te maken van voedermiddelen, welke zonder bezwaar de haver min of meer kunnen vervangen. Met een enkel woord willen we de aan dacht vestigen op de voornaamste der in het geschriftje aangewezen vervangingsmid delen. Mais kan bij paarden voor snelle gangen het haverrantsoen voor hoogstens een derde vervangen, bij trekpaarden voor meer dan de helft, bij paarden, die weinig te doen hebben, geheel. Uitgezonderd voor snelle gangen behouden de dieren een voldoend arbeidsvermogen. De overgang van haver tot mais zij geleidelijk, 't Is wenschelijk de mais grof te breken en met stroohaksel ge mengd te geven geeft men de heele kor rels, dan wordt het dier moe van het kauwen en eet niet genoeg. Maismeel verslapt het spijsverteringskanaal. Tarwezemelen zijn als eiwitrijk voedsel een goed bijvoer: aan paarden voor snelle gangen kan hoogstens Vj K.G., aan zware trekpaarden 22'/a D-G. per dag gegeven worden. De zemelen diene men liefst toe met haksel gemengd en eenigszins vochtig, dewijl de paarden het voedsel anders weg blazen. Gedroogde bostel (bierdraf) is een goed krachtvoedermiddel. Met hooi en haksel vormt het voor trekpaarden eeii goed rant soen, waarbij de dieren in goede conditie blijven. Bij paarden voor snelle gangen mag het haverrantsoen van >,3—1/2 door gedroogde bostel vervangen worden. De overgang moet zeer voorzichtig zijn. Van turfmelasse (bestaande voor 80 pCt. uit melasse en voor de rest uit turfineel) kan men zonder bezwaar tot D/t K.G. per dag geven; geeft men meer, dan kandiarrhee het gevolg zijn. Meestal wordt het melasse voeder gaarne door de paarden gegeten. Bostelmelasse is een combinatie van bos tel en meiasse (50—60 pCt.), welke ook zeer goed als paardenvoeder dienst kan doen. Als uitsluitend krachtvoeder kan zij dienen bij paarden, die weinig of alleen stappend werk doen. Van lijnkoek geeft men niet meer dan l/s K.G. daags als bijvoer, om in een tekort aan eiwit te voorzien. Klaver- en lucernehooi mits niet schim melig is een goed voedermiddel, dat vooral ook bij trek- en boerenpaarden de hoeveelheid krachtvoeder kan verminderen, 't Kan al of niet gehakseld worden toege diend. Aardappelen, mits niet gekiemd, gestoomd en met haksel en zemelem gemengd, kan men aan landbouwpaarden verstrekken in hoeveelheden van 5—7 K.G., met bijvoeging van krachtvoeder, als tarwezemelen of lijn koek. Gele wortelen zijn maar zelden voor paar denvoeder beschikbaar, maar ze kunnen als zoodanig dienst doen, onder bijvoeging van krachtvoer: men geve 5—10 K.G., gesneden en met haksel gemengd. Het hier volgend prijslijstje (de prijzen golden 2e helft Jan.) doet zien, datsommige der genoemde wedermiddelen met voordeel gebruikt kunnen worden: 100 K.G. 100 K.G. 100 K.G. 100 K.G. 100 K.G. 100 K.G. 100 K.G. 100 K.G. 100 K.G. 100 K.G. 100 K.G. 100 K.G. haver mais gerst paardeboonen tarwezemelen lijnkoek moutkiemen gedroogde bostel turfmelasse bostelmelasse ruwe suiker gele wortelen f 15-15.50. f 11.60. f 14.50. f 13.25. f 8.55. f 15.50. f 8.75. 8 a f9. f 5.75. f 8.50. f 14.—. f 2.50. Waar kan men die voedermiddelen beko men, welke zijn de adressen? zal menigeen vragen, die geneigd is te koopen. De Direc tie van den Landbouw (Tournooiveld 6, 's Gravenhage) wil helpen: zij vraagt aan fabrikanten en handelaren, dié van deze ar tikelen te verkoopen hebben, zich bij haar op te geven, terwijl paardenhouders door haar omtrent die adressen hunnen worden ingelicht. C. B. Strijkplank. Een strijkplank moet steeds zeer schoon gehouden worden. Daarom is het noodig de piank na het gebruik meteen overtrek, van grijs linnen te voorzien. Prac- tisch is het ook, aan het breede einde der plank een beslag van blik te laten maken, waarop het strijkijzer onder het strijken kan neergezet worden. o— Tapijten reinigen. Tapijten klopt men eerst op den linkerkant (keerzijde) uit en vervol gens op den rechterkant. o— Inktvlekken. Inktvlekken worden uit lin nengoed enz. verdreven met een oplossing van 1 deel zuringzout in 10 deelen water. Hiermede wordt de bevlekte plaats ingewre ven, tot de vlek niet meer te zien is. Omdat zuringzout de oagewenschte eigenschap heeft de stoffen aan te tasten, is dus voorzichtig heid noodig. Het zou zeer verkeerd zijn sterkere oplossingen gereed te maken of de stoffen die schoongemaakt moeten worden met de oplossing te bevochtigen, zonder ze na afloop behoorlijk uit te wasschen. o— Cichorei als poetsmiddel. Voorwerpen van koper, messing of tin krijgen hun oorspron- kelijken glans terug, als ze met gebrande cichorei (die men bij de koffie soms doet) geschuurd worden. De cichorei wordt met water bevochtigd, dan met een lapje op het voorwerp gedaan en gewreven. Vervolgens spoelt men het voorwerp in versch water af en droogt het met een doek. Op gelijke wijze verkrijgen ook horloge-kettingen een nieuw uiterlijk. Hiertoe vermengt men een handvol cichorei met zooveel water, dat er een dunne brei ontstaat, legt den horloge ketting daarin, wrijft dien tusschen de han den en spoelt hem daarna in versch water af. o— Kalkbemesting bij vruchtboomen. Een kalkbemesting doet vaak wonderen. Waar de uitloopsels geen vruchtknoppen vormen, waar de vruchten rotten, vlekkig worden, waar de bladeren niet de gezonde glimmend groene kleur hehben, waar de vruchten steen achtig worden en bersten krijgen, oneetbaar zijn daar geve men kalk en spoedig zal de goede werking er van voor den dag ko men. De stoffijn gebluschte kalk wordt op de boomschijf fijn verdeeld en ondergespit. Op de vierkante meter is een pond voldoen de; een weinig meer of minder hindert niet. o— Windeieren. Het kan gebeuren, dat onze hoenders ons beschenken met windeieren, niettegenstaande men de noodige bekende maatregelen daartegen heeft genomen. Men heeft gezorgd voor voldoende kalkstoffen, als eierschalen, puin, schelpen, zand en aarde in den loop, en toch laten ze eieren zonder schaal vallen, 't Spreekt van zelf, dat het

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 1