RECHTZAKEN. PLAATSELIJK NIEUWS. ook haar nieuwsgierigheid wilde bevredigen, veel kans had gehad, door granaten gedood te worden. Over den ondergang van zijn heerschappij als koning wilde de vorst niet spreken en op de bemerking van den correspondent, dat hij in drie maanden weer in Brussel zou zijn, antwoordde hijZoo snel zal het niet gaan, maar ik hoop dat ik eenmaal aan het hoofd der mij gebleven troepen in mijn hoofd stad mijn intocht zal kunnen houden. Het modernisme In de vuurlinie. „Den niet meer jong Duitsch officier", Von Hippel, heeft den volgenden brief geschreven aan het adres van een modern predikant te Berlijn. Ds. Braue: „Juist lees ik hier bij het Argonnenwoud uw „Germaansch Christendom als carrica- tpur van het Christendom van den Bijbel". „Ik zou gaarne willen, dat gij hier in de loopgraven kwaarat. Lijd, strijd met ons mede, weken, maandenlang. Kom eens in een ha- gelbul van kogels en doe eens mede aan een stormaanval. Dan zult gij God danken, dat er een weg tot Hem is door Jezus Chris tus en dat daardoor volle vrede in het hart ne derdaalt. En deze weg leidt tot boete, ver geving der zonden, eeuwig leven. De Schrift noemt dit bekeering. „Als wij niet honderden en nog eens hon derden van zulke mannen van officier af tot gewoon soldaat toe, hier en in het Oosten hadden, die in de voorste rijen staan, die, tot God bekeerd, eiken morgen uit het Woord Gods nieuwe kracht putten en daardoor de stille voorbeelden zijn voor de compagnieën en colonnes; mannen, die den dood niet vreezen, omdat hij voert tot het eeuwige leven; die niet alleen heldhaftige mannen zijn, die er moedig op los gaan, maar, wat bjjna nog meer beteekent, Jje in de grauwe, maandenlange eentonigfaild weten vol te houden en hun kameraden aanvuren, terwijl van de overzijde bij de vijanden voortdurend geheele infanterie-afdeelingen die uitgeput en vermoeid zijn, zich overgeven, het stond niet zoo goed met Duitschlands wacht. „Mijn hart bloedt over datgene wat gij uitzaait. Het klinkt verheven, maar in de vreeselljke stormen des levens laat deze Theologie ons in den steek. „God moge ons allen een wijs, waarlijk voor Hem geopend hart geven." De ondergang van de Blücher bij het gevecht in de Noordzee is reeds tal van malen verhaald. Thans heeft de Times er een relaas over, opgeteekend uit den mond van Duitsche overlevenden der bemanning. Wij vertalen er het volgende van De Britsche stukken schoten zich in de doodelijke waterzuiltjes kwamen dichter en dichter bij. De mannen aan dek keken er met een zonderlinge bewondering naar. Spoe dig viel er een projectiel vlak bij het schip en een groote waterzuil, wel 100 M. hoog, naar een der Duitschers beweerde, kwam op het dek terecht. De schootsafstand was ge vonden. Dann aber ging's losThans kwa men de granaten in groot aantal, met een vreeselijk suizend geluid. Al dadelijk richt ten zij groote verwoesting aan. De electrische installatie was ras vernield en het schip geraakte in een duisternis, die men kontas ten. „Men kin geen hand voor oogen zien", zei er een. Benedendeks heerschten ontzetting en verwarring;, men hoorde noodkreten en gekreun terwijl de granaten door de dekken heensloegen. Het was pas later, toen de schootsafstand minder groot was geworden en de kogelbaan vlakker, was, dat er gaten in de zijden van het schip werden geslagen en de dekken werden schoongeveegd. In het begin vielen de kogels uit de lucht; zij sloe gen door de dekken heen en boorden hun weg töt zelfs, in de stookruimten. De kool in de bergplaatsen vloog in branden daar de bunkels half leeg waren, brandde de steen kool lustig. In de machinekamer werd de petroleum door een granaat opgespat en rondgesproeid in blauwe en groene vlammen. Overal waar de brandende petroleum teland kwam werden slachtoffers geschroeid of in vlam gezet. De mannen verstaken zich in de donkere ruimten, doch de granaten wis ten hen te vindende dood had een rijken oogst. De vreeselijke luchtpersingen, ontstaan door ontploffingen in een kleine ruimte, heb ben diepen indruk gemaakt op de manschap pen van de Blucher. De lucht, onder druk, raast door elke opening en baant zich een weg door elk zwak punt. Alle losse of zwakke deelen worden tot rondvliegende instrumen ten van vernieling. Open deuren werden dichtgeslagen. Gesloten deuren werden als blikken platen uitwaarts gebogen en overal in het rond werden de menschelijke lichamen rondgewarreld als dorre bladeren in een winterstorm om tegen de ijzeren muren te pletter geslagen te worden. Een man werd door een dichtklappende deur in tweeën ge slagen; anderen door de winddruk tegen de machines dood gebonsd. En nog andere gruwelen, te vreeselijk om te herhalen, vielen voor. Benedendeks was het afgrijselijk; maar boven was het nog afgrijselijker. De Blücher werd door zoovele schepen onder vuur ge nomen. Zelfs de kleine torpedobootvernielers bekogelden haar. „Het was één onafgebroken ontploffing" zei een kanonnier. Het schip slingerde als een volle laag het trof, maar richtte -zich dan weer op. De geschutploegen werden zoo geteisterd, dat de stokers naar boven moesten komen om ammunitie te hel pen dragen. De mannen lagen plat op het dek om veiliger te zijn. De dekken zagen er uit als een dooreengewarrelde massa ijzer- afbraak. In een casemat de eenige die,, dachten zij, onvernield was bleven twee mannen hun kanon bedienen. Zij vuurden maar door; en verstelden de schietrichting, naarmate het schip meer slagzij maakte. Toch hadden enkelen door dit alles heen de hoop, om er het leven af te brengen, niet verloren. Anderen hadden van den aanvaag af de zekerheid, dat zij het niet zouden ont komen. De ramp wai zoo snel over hen ge komen, dat weinigen tijd hadden om te be seffen, wat er voor hen dreigde, of om hun positie te realiseeren. De Blücher was aan het eind van haar reis. Zij kon niet meer meekomenook was de stuurinrichting onklaar geraakt. Het was duidelijk, dat haar lot bezegeld was. Nu werd de bel geluid, die anders 's Zondags de man schappen voor de godsdienstoefening opriep. Zij, die nog ongedeerd waren, verzamelden zich aan dek en hielpen, voor zooveel zij konden, hun gewonde kameraden. In groepen schaarden zij zich op het dek bijeen en wachtten op het einde. Er werden „Hoera's uitgebracht voor de Blüchertoen drie „Hoe ra's" voor den Keizer. Daarop zongen de Duitsche zeelieden de „Wacht am Rhein", en toen pas verlof gegeven het schip te ver laten. VERSPREIDE BERICHTEN. Het stoomschip Oriole, van de General Steam Navigation Cy., dat eenige dagen ge leden uit Londen naar Havre is vertrokken, is daar niet aangekomen. Men denkt dat het door een Duitsche duikboot is getorpedeerd en dat de (ongeveer 20) opvarenden, van wie men niets heeft gehoord, zijn omgekomen. De Oriole was een nieuw schip van 1488 ton, verleden jaar te water gelaten. Het in den grond boren van een Duitsch stoomschip door den Engelschen kruiser Australia, dezer dagen gemeld, blijkt een opgewarmd oud bericht te zijn en betrekking te hebben op een proviandschip van admi raal von Spee, den 6en Januari op de kust van Patagonië in den grond geschoten. Engelsche bladen hebben onlangs beweerd dat de Duitsche duikboot U 21 in de lersche Zee door een schip onder Deensche vlag van olie zou zijn voorzien. De Duitsche re geering heeft nu van de Engelsche de me- dedeeling ontvangen, dat daarvan officieel niets bekend is. Kantongerecht te Sommelsdijk. Strafzitting op Vrijdag 5 Februari 1915. Het O. M. eischte tegen M. H, 28 jaar arbeider te Ouddorp op 11 Januari 1915 pogingen gedaan om doormid del van strikken konijnen te bemachtigen in de duinen te Ouddorp. C. P. 51 Jaar landbouwer te Ouddorp, op 12 Januari 1915. Als boven. j. T. Tz. 28 jaar, arbeider te Ouddorp. Als boven. Ant. M. 53 jaar, arbeider te Ouddorp. Als boven. J. M. 18 jaar, arbeider te Ouddorp op 9 Januari 1915. Als boven. C. v. M. 31 jaar, arbeider te Ouddorp. Als boven. KI. M. 24 jaar, landbouwer te Ouddorp. Als boven. Al deze beklaagden brachten ter terrecht zitting een buitengewone machtiging mede afgegeven en geteekend door den Edel Achtb. Heer Burgemeester van Ouddorp om scha delijk gedierte te mogen vangen, waartoe de Burgemeester was gemachtigd door Z. E. den Minister, en wat deze ondereede bevestigde. Aangezien door beklaagden geheel over eenkomstig hunne machtigingen was gehan deld ook volgens verbalisant en wel de wijdte der strikken 12 c.M. hoogte van den grond 6 c.M. meende het O. M. op grond van vroe gere vrijspraken ook door het Hoog Gerechts hof, beklaagden van alle recht vervolgingen te ontslaan met bevel tot teruggave der in beslag genomen strikken binnen 8 dagen na de uitspraak. Het O. M. deelde verder dc aanwezige po litie mede in het vervolg goed toe te zien of de aangegeven maten op de acte aange geven zijn gevolgd. M. L. Leerplichtwet de vorige maal aan gehouden om alsnog het Hoofd der jongens school te Middelharnis te hooren welke me dedeelde dat van wegsturen uit de school geen sprake kan zijn en ook er niets van door het personeel is gerapporteerd. Eisch niet bekend. J. v. d. H. 450 jaar, koppman en winkelier te Stellendam. Het laten bouwen van een schuurtje op zijn erf zonder toestemming van B. en W. f3 boete subs. 3 dagen hech tenis. J. M. Kz. 44 jaar, landbouwer te Ouddorp. Op 28 October 1914 met een geladen geweer in jagende houding in het veld aangetroffen zonder schriftelijke vergunning of verklaring f5 boete subs. 4 dagen hechtenis. J. W. 27 jaar, landbouwer te Stad a./h H. Op 3 November 1914 met een geladen twee loops geweer in jagende houding in 't veld aangetroffen om op wilde ganzen te schieten zonder verg. of schr. verklaring f 5 boete subs. 4 dagen hechtenis met verbeurdverkla ring van het in beslag genomen geweer. L. Dr. 44 jaar koopman te Middelharnis. Op 6 November 1914 geen voldoende zorg besteed en niet belet een hem toebehoorendc gevaarlijke hond op straat losliep, zoodat deze een Belgisch jongetje een beetwond toebracht, f 2 boete subs. 2 dagen hechtenis. J. L. V. 30 jaar arbeider te Dirksland, C. P. 23 Sommelsdijk. W. M. 43 Dirksland. Op den 30 November 1914 zonder daartoe gerechtigd te zijn loopen over bouwland, be zaaid met klaver, bovendien J. L. V. als eige naar van een hond niet belet althans niet teruggeroepen toen hij een haas achterna liep. Ieder tot een boete van f2 subs. 2 dagen hechtenis en J. L. V. nog tot een boete van f6 subs. 4 dagen hechtenis. A. V. 19 jaar, arbeider te Dirksland. Op 23 October 1914 even buiten de kom der ge meente 2 zwarte lijsters met de hand te van gen, f2 boete subs. 2 dagen hechtenis. A. v. d. H. 26 jaar arbeider te Melissant. J. P. 20 jaar arbeider te Dirksland. Te sa men en in vereeniging op Zondagmiddag bal dadigheid te plegen op de openbare straat (in de Zomerstraat te Dirksland) en een jon gen tegen een deur te gooien zoodat deze deur erg beschadigd werd. Ieder tot eene boete van f 5 subs. 3 dagen hechtenis. M. M. 37 jaar, landbouwer te Ouddorp. Op 7 December 1914 met een geladen een loop geweer loopen over duingrond zonder vergunning of schriftelijke verklaring, f5 boete subs. 2 dagen hechtenis. P. v. D. 48 jaar arbeider te Ouddorp. Des avonds omstreeks 11 uur van den 7 Decem ber 1914 een hem toebehoorende hond los te laten loopen zoodat deze een andere hond heeft doodgebeten, f3 boete subs. 3 dagen hechtenis. A. L. 22 jaar arbeider te Oude Tonge. Op den 19 December 1914 in kennelijken staat van dronkenschap op de openbare straat aangetroffen. Aangehouden. Adr. B. 20 jaar zonder beroep wonende te Dirksland op 15 December 1914 zonder vergunning van B. en W. van Dirksland vuil water gooien op den openbaren weg. f 2 boete subs. 2 dagen hechtenis. H. B. 46 jaar koopman te Dirksland Leer plichtwet f 6 boete subs. 3 dagen hechtenis. J. V. 37 jaar, arbeider te Middelharnis. Leerplichtwet f2 boete subs. 2 dagen hech tenis. Johs. de R. 37 jaar, metselaar te Dirksland op 25 December 1914 zonder daartoe ge rechtigd te zijn loopen over een stuk grond bezaaid met tarwe. Aangehouden. L. W. 18 jaar, J. M. verstek, C. Kr. 20 jaar allen arbeider te Melissant te samen en in vereeniging met Oudejaarsnacht stroo ver brand op den openbaren weg, althans niet uitgedoofd, waardoor gevaar voor brand kon ontstaan. Ieder tot een boete van f3 subs. 3 dagen hechtenis. H. O. 23 jaar, arbeider en P. G. 2C jaar, beiden te Melissant. Met Oudejaarsnacht te samen en in vereeni ging op de openbare straat te schreeuwen en te razen zoodat de nachtrust werd ver stoord. Ieder tot een boete van f3 subs. 3 dagen hechtenis. Th. v. d. Sp. 28 jaar, verver en L. J. Tz. Schoenmaker beiden te Melissant. Te samen en in vereeniging als voren, ieder tot f 3 boete subs. 3 dagen hechtenis. Adr. St. 19 jaar arbeider te Melissant, op den 23 November 1914 als geleider van een hit met kar te Stellendam rijden over den kruin van den dijk. f 2 boete subs. 9 dagen hechtenis. A. H. verstek, mosselen ophalen met een korder onder Herkingen, op getuigenverkla ring veroordeeld tot eene boete van f5 subs. 5 dagen hechtenis. D. G. verstek. Als schipper zijn schip aan beide zijden van de haven van Dirksland vast te meeren, zoodat een andere schuit daardoor belangrijke averij bekwam, f 15 boete subs. 5 dagen hechtenis. A. J. 27 jaar arbeider wonende te Oude Tonge. In den nacht van 18 op 19 December 1914 door middel van kunstlicht wild opspo ren en met een geladen tweeloops geweer in het jachtveld aangetroffen, f6 boete subs. 6 dagen hechtenis met verbeurd verklaring van het in beslag genomen geweer en de fietslantaarn met bevel tot vernietiging van deze laatste. A. SI. 46 jaar, arbeider te Oude Tonge, op den 29 November 1914 als bestuurder van een wagen bespannen met een paard bij een overweg der stoomtram op het signaal der stoomfluit geen acht te slaan en door te rijden waar door deze onachtzaamheid een ongeluk niet voorkomen kon worden en het paard werd doodgereden, f 3 boete subs. 3 dagen hechtenis. M. EL, C. v. d. N„ J. v. N., C. de B., C. J. 11. N., W. W., Pet. J. Chr. C., II. J. v. N., H. v. O. J., K. en A. H. allen verstek. FAILLISSEMENTEN. Uitgesproken. C, Pijl, koopman té Middelharnis. Curator mr. A. Zaayer. Rechter-commissaris, mr. H. W. B. Thomas. SOMMELSDIJK. De militie-plichtige P. J. Palingdood van de lichting 1915 zal op 2 Maart a.s. te Hellevoetsluis worden ingelijfd. Bij Koninklijk besluit van 6 dezer, is ingevolge de Pensioenwet, voor de gem. ambtenaren 1913, aan den heer S. H. Binkes, oud-burgemeester van Sommelsdijk, een pen sioen verleend van f 1543, als burgemeester van Leerbroek, Nieuwland en Meerkerk en als Secretaris van Leerbroek en Nieuwland. MIDDELHARNIS. Daar het Zondag 40jaar geleden zal zijn dat Ds. Bruining zijn dienst werk in de Ned. Herv. Kerk aanvaarde zal door hem Zondagmiddag eene gedachtenis rede worden gehouden. Volgens mededeeling zijn bij den heer C. Nipius op een hem onbekende wijze eenige nieuwe fietsbanden verdwenen, de politite is er mede in kennis gesteld. G. Razenberg werd zoodanig door den hond van R. V. gebeten dat hij bewusteloos neerviel en huiswaarts gebracht moest wor den. Door hem is aangifte gedaan, daar dit een zeer gevaarlijken hond schijnt te zijn. DEN BOMMEL. De dienstplichtige W. Ver- kerke is tegen 16 Februari opgeroepen om bij de militie te land te worden ingelijfd. Het suppletoir kohier van de honden belasting is goedgekeurd van Ged. Staten terugontvangen. De Burgemeester dezer gemeente maakt bekend dat het kohier der Grondbelasting en het kohier der Personeele belasting No 5 over het belastingsjaar 1915 invorderbaar is verklaard en aan den ontvanger ter in vorde ring ter handgesfeld. leder daarop voorkomende belastingschul dige is verplicht zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. B. en W. dezer gemeente maken be kend, dat een afschrift van het aanvullings- kohicr van den Hoofdelijken Omslag voor het dienstjaar 1914 vanaf heden tot 31 Mei en het aanvullings kohier van de hondenbe lasting vanaf heden tot 5 juli 1915 ter Ge meente secretarie ter inzage ligt. Ook maakt B. en W. bekend dat op de secretarie alhier gedurende de maand Febr. de lijst van paardenhouders voor een ieder ter inzage ligt. De besmetting der hoeve Kinderput is geweken en de borden van Mond-en Klauw zeer zijn weggenomen. B. |en W. hebben vergunning verleent tot het bouwen van een woning van D. Pee man, verbouwing postkantoor, een bouw vergunning in de Zuidzijde aan L. Gebraad, 2 bouwvergunningen op Achthuizen aan A. v. Reijen, een kalverschuur aan J. v. Dravik. Eenige Processen-verbaal zijn opgemaakt wegens het uitvoeren van een geit uit de besmettekring en van doorvoer van een koe en varken in de besmettekring. Alweer is een vluchteling gezin be staande uit 5 personen van ons naar,België teruggekeerd, wegens oneenigheid in eigen kring. Het aantal achtergeblevenen in de school bedraagt nu nog 15 personen. Zaterdagmiddag heeft het vluchtelingen Comité een geheele kist met kleeren ontvan gen uit Amsterdam onder de vluchtelingen verdeeld, wat niet weinig tot dankbaarheid en vroolijkheid aanleiding gaf. OOLTGENSPLAAT. De Burgemeester de zer gemeente maakt bekend dat het kohier der personeele belasting No 5 over het be lastingjaar 1914 invorderbaar is verklaard, en den ontvanger is ter hand gesteld. Ieder daarop voorkomende is verplicht zijn aan slag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. B. en W. dezer gemeente herinneren belanghebbenden dat alle|vorderingen ten laste van het Rijk, Provincie of Gemeente over het dienstjaar 1914 bij de ambtenaren of be stuurders dezer instellingen moeten inge leverd worden f voor of op den laatsten Juni a.s. daar zij na dien tijd niet invorderbaar zijn en worden tevens aangeraden niet tot dien datum te wachten om hun bewijsstuk ken in te zenden. De burgemeester dezer gemeente maakt bekend een schrijven te hebben, ontvangen van Zijne Exellentie den Minister van Land bouw Handel en Nijverheid waarbij wordt vastgesteld de prijzen van de voornaamste levensmiddelen waarboven het de ingezete nen verboden is hunne waren te verkoopen (zie de prijzen aanplakbord.) DIRKSLAND. Door het Bestuur van den kolenbond „Ons aller belang" wordt hetivol- gende ter kennis gebracht. Ter verbetering der Controle zijn van af 1 Juli 1915 de bons welke bij eiken halven Heet: Steenkolen worden afgegeven, betaald geworden met 3 cent per stuk. Deze bons kunnen op den laatsten Donderdag van el- ken maand van des v.m. 9-12 ure bij den Boekhouder tegen het volle bedrag worden ingewisseld. Voorts worden aan niet leden geen kolen meer verstrekt. Leden die aan niet leden kolen van den Bond verstrekken worden als lid geschrapt. HERKINGEN. Evenals in de naburige ge meenten komen ook alhier meer en meer ziektegevallen voor Openbaarde zich een tijd terug vele malen „Roodvonk" thans doet de influenza van zich spreken. STELLENDAM. Zaterdagavond brak door het in brand geraken van een petroleum lampje brand uit in de woning van Wed. A. Jansen alhier. Spoedig werd het brandje door een buurman J. K. gebluscht, doch reeds waren de gordijnen verbrand en de ruiten gesprongen. Vorige week kreeg een kind van J. L. Lokker alhier, een hoeveelheid kokend water over 't lichaam, waardoor het ernstige brand wonden opliep. GOEDEREEDE. De lijst van eigenaars en beheerders van paarden, ligt ter Gemeente secretarie ter inzage. De heeren D. Breen en F. C. Goekoop zijn dit jaar aan de beurt van aftreding, als Gemeenteraadsleden. Voor deze gemeente zal de jaarlijksche Provinciale stierenkeuring worden gehouden den leri April e.k., te Middelharnis. Voor de juin werd alhier f 6.80 per 60 kilo, en voor de aardappelen f 3 per 70 kilo besteed. De leeuwerik is en blijft nog altijd de eerste lentebode. De vorige week kon men reeds zijn liefelijke toonen hooren, wanneer men langs de velden wandelde. LEZING gehouden door dhr. van der Molen Rijkslandbouwleeraar te Vlaar- dingen in het Hotel „Akershoek" te Ouddorp, op Woensdag, 3 Febr. des nam. te 2 ure. (Vervolg.) Door de zuurstof moet hel lichaam in stand blijven, dat moet over dc geheele op pervlakte zuurstof opnemen. Wanneer ze dan ondergrondsch niet voldoende zuurstof kunnen innemen, dan zullen ze na langer of korteren tijd sneuvelen. Voor haar ontwikkeling moet zij in de diepte kunnen zoeken. Daar waar het grond water bestaat is de wortel niet thuis, en kan zij zich niet voldoende ontwikkelen, dat is niet de aard der cultuurplanten. Zoo goed in als boven den grond is het noodzakelijk. Dit geld in hooge mate van die planten, die onder den grond een soort voorraadschuur hebben, zooals knollen, wor tels enz. Dit zijn gewassen die zeer veel behoefte hebben aan lucht. In mijn omge ving heb ik het gezien met bieten die niet behoorlijk behakt waren, en daardoor ook veel minder goed waren, dan die waar ge legenheid was tot toetreding der lucht. Door teveel water, geraakt het land doorgaans in een toestand, waardoor kunstmatig de grond te dicht is, en in de onderste lagen de lucht niet voldoende kan doordringen. Daar ben ik van overtuigd, gezien hebbend een stuk bieten dat behakt was, maar waarvan een eindje was overgeslagen, waardoor de grond gesloten bleef, en het onkruid beter tierde. Daar waar de lucht niet voldoende door kan dringen, doet menige plant lang niet wat zij zou kunnen doen. Laat de boer zoo veel bemesten met kunstmest als hij wil, als de lucht er niet bijkan, zal hij niet de vruchten krijgen, die hij had verwacht door zijn bemesting. Lucht is een van de groote voorwaarden, zooals men de warmte van de zon verwacht. Door een goede bemesting is de bodem dikwijls in goede conditie ge bracht al is het ook ten koste van veel geld maar een zeer voorname zaak is het, dat gerekend wordt met de omstandigheid of de lucht in voldoende mate in den bodem kan doordringen, die heel wat op den wortel kan uitwerken. En wanneer nu de boeren daarvan goed doordrongen zijn, dan zullen zij toch zeker hun uiterste best doen, zooveel mogelijk is, althans het teveel water uit het land te ver wijderen, en hun best doen, dat daardoor hun land in een gunstiger conditie wordt ge bracht. En als er in de practijk eenlingen zijn, waar men niet veel mee kan beginnen als buren heeft men toch met elkander te maken, en dan zal een heel groot verschil openbaar worden, hoewel men als buren zich moet vereenigen om den strijd aan te binden tegen te veel water. Een stap in de goede richting zou zijn als men b.v. als Voorzitter van het Polder Bestuur koos, diegene die^in 'tlaagste gedeelte van den Polder zit, dan hebben we kans, meer dan nu, nu we de nadeelen van te veel water aan den lijve voelen. Zooveel mogelijk plannen moeten er worden beraamd, om daarvan verlost te worden, dan zullen als vanzelf degenen die hooger liggen daar nog meer profijt van trekken. Want de planten wortels moeten zoo diep mogelijk kunnen gaan, waarom onze bouwvoor ook dieper moet worden getrokken. Wie weet voor hoeveel duizenden en dui zenden guldens bemestingswaarde in on ze bodem nog verborgen liggen, b.v. Bij het onderploegen van den korenstoppel en het verdere bewerken, dan bemerkt men dat ook de wortel in den benedengrond is gedrongen, dat komt omdat daar vrij voldoende lucht- aanwezig is. Die wortel die blijft zitten en verrot, en daarmede evenveel kanaaltjes, die in den bodem verspreid zijn enz. Verschillende stukken grond wordt tegen woordig veel meer zorg aan besteed voor de ontwatering dan vroeger, maar dat is ten voordeele van den boer. Zij die aange pakt hebben, zullen daar ook de vruchten wel van hebben gezien, en nog zien. Ook door de Polderbesturen het is een feit dat niet te ontkennen valt, is heel wat gedaan, al was het soms met beperkte middelen. Het is een feit dat verwezenlijkt is, dat de ontwatering van den grond, hare producti viteit 20, 30 ja tot 200 kan doen stijgen. Toch valt dienaangaande bij sommigen nog een zekere lakschheid te constateeren, die voor een polder toch stellig gevaarlijk is, en mochten er soms in deze vergadering zijn die zich deze schoen aan wenschten te trekken, dat zou mij een groot genoegen doen, en misschien werd daardoor een be tere omstandigheid in het leven geroepen, en zooveel mogelijk voor de bouw- en wei landen de nadeelen van het water daardoor werden voorkomen. Ik moet toestemmen dat het altijd niet even gemakkelijk is, daar waar het Polder Bestuur alleen loozen moet bij het verschil tusschen eb en vloed, dan kan dit vooral hier met een Westen-Wind niet zooveel uitmaken, niettegenstaande moet men toch uitzien naar middelen, dat men het water beter de baas is, zooals dit op vele plaatsen geschied, door verschillende uitwateringswerktuigen, want anders daalt de productiviteit van den bodem aanmerkelijk, en bovendien verkeert zij in een beklagens- waardigen toestand. Dit zou tengevolge moe ten hebben het besluit om daadwerkelijk op te treden, er de stand van het polderwater te verlagen, want de centen daaraan uitge geven, komen dubbel en dwars terug. Het is evengoed een noodzakelijk vereis'chte als het aanleggen van wegen. De grintwegen kosten heel wat geld, maar toch is het goed voor de boeren, wanneer men denkt aan de voordeelen die daaraan zijn verbonden, met het weghalen der producten en dergelijke. Zoo moet men ook doen met de ontwa- teringswerken, dan zal de rente van het geld zeer hoog zijn, daar de nadeelen voortdu rend gezien worden, in de eigenaardige on kruiden. Dit mag van elk Polder Bestuur worden verwacht, dat zij met alle macht naar middelen zoekt om de toestand ontstaan door het te vele water trachten te voorko men, zooals geschied is in de polder Purmer Beemster, Schumer enz. Die landerijen toch zijn voornamelijk aan het water ontwoekerd door de kunstwerktuigen. Het water moet men trachten de baas te zijn, want wanneer men thans op verschillende plaatsen aan het graven gaat, zal men landerijen aantreffen waar veel te veel water staat. De toestand zou aanmerkelijk verbeteren, wanneer aan de ontwatering meer zorg was besteed. Dit is van ieder Polder Bestuur zoo niet de hoogste dan toch een zeer groote plicht en elk ingeland die land in een polder heeft liggen, rust ook de plicht, waar die plicht ook persoonlijke voordeelen oplevert, leder moet zooveel mogelijk zijn aandacht schenken aan slooten, greppels enz. opdat de kanaaltjes die onder den grond zijn van het overtolli ge water worden bevrijd, en gebracht wor den in een voorloopige bergplaats genaamd de boezem. In verschillende greppels die daar zijn, moet het water dat er te veel is, worden opgenomen. Ik wil hier wijzen op het feit, .dat menigeen heeft ingezien, dat de greppels in orde houden, ook een groot vereischte is, maar tegelijkertijd moet ik er op wijzen dat menige boer heeft inge zien, dat de greppels zeer zeker een kwaad zijn, ook voor het land een noodzakelijk kwaad te zijn. De greppels zijn oorzaak dat in een klein beetje lager gelegen gedeelten der akkers, aan de grens zekere rondingen voorkomen, dat zijn vin die plekken, welks kanten koud zijn in het voorjaar en in den herfst een kweekplaats van allerlei onkruiden, een kweekplaats van gras dat men in deze stre ken kweek noemt. Die grepskanten zijn een broeiplaats van allerlei vuil en ongedierte. M. i. is het van belang voor de landbouwers in deze streek erop te wijzen, op de nieuwe of op vele plaatsen al oude methode van ontwatering door middel van draineerbuizen. Deze bui zen zijn samengesteld uit een poreuzesteen. Een huizenrij gelegd zijnde, neemt de drop pels over, en verschillende landerijen zijn dan ook al door middel van die buizen ge draineerd, en de resultaten daardoor ver kregen zijn heel aardig, en bovendien heb ben zij het voordeel dat zij een tamelijk groote greppeloppervlakte besparen, De kosten van het draineeren worden daar door ook, zoomede de uitkomst ruimschoots gedekt. Men moet zoo schaarsch mogelijk zijn met greppels, dan zal men veel minder aanleiding geven tot het voorkomen van on kruid. Ik meende dit even ter sprake te moeten brengen, daar er altijd ook bij ver der doorwerken van het draineeren, die hun akkers in orde willen houden door middel van greppels, waarvan als dan de slooten het water weer overnemen. Per slot moet ook het Polder Bestuur zorg dragen, dat de boezem in voldoende mate het overtollige water kan bergen, dat telkens weer in het land komt, door de regen. Daar mede mag niet worden gedraald, want men zal er een stuk mee vooruit gaan, waarvan verschillende voorbeelden zouden zijn op te noemen, waar men in zeer korten tijd de vruchten ervan heeft geplukt. In deze stre ken, maar ook in verschillende deelen van Flakkee valt in dezen nog heel wat te doen. Door ieder landbouwer moet daaraan meer gedaan worden, opdat men betere toestan den verkrijgt. Hiermede meen ik M. de V. het eerste gedeelte ten einde te hebben ge bracht, misschien zijn er in ons midden die van het stellen van vragen gebruik willen maken. PAUZE. Na de Pauze verkreeg de spreker weer het woord en zeide: Geachte Vergadering. Van twee kanten is mij gevraagd, hoe ik dacht over het drai neeren in zandgronden, en of de aanwezig heid van fijn zand niet aanleiding zouden kunnen geven tot verzanding der buizen. Ik antwoord dat dit zeer zeker het geval kan zijn. In die streken evenwel waar men het noodig en nuttig acht toch te draineeren moet men dit doen, door de bedekking der buizen te doen bestaan, uit meer samen houdende grondlagen, klei of leem zoodat bij de hand is, de bovenste graszoden b.v. daar die zoodachtige deelen meer humus bevatten. Wanneer men deze onmiddelijk in de plaats van fijn zand op de buizen legt, zal een verbetering van dergelijke drainages groote tevredenheid wekken. Er zijn evenwel verschillende zandgronden en dit moet ik er bijvoegen, waarvan de grond te laag gelegen is en daar zal het moeilijk gaan. Er zijn verschillende zandgronden die van nature zoo doorlatend zijn, dat het draineeren als zoodanig, niet zoo dadelijk moet worden aangeprezen, als in die gronden die van na ture meer samenhangend zijn, en ook meer klei bevatten. Verder is mij gevraagd op welke diepte de buizen in weiland moeten worden gelegd, en op welke hoogte het grondwater mag zijn. Mijn meening hieromtrent is, dat men zeer "afhankelijk zal zijn van den toestand der onderste grondlagen, wijl men in wei land grondlagen in den ondergrond heeft waar wel mee moet worden gerekend, met de vrij doorlatende lagen, wijl men met dieper grondwater niet gauw te laag is. Het is geen gemakkelijke zaak, om daarop een antwoord te geven maar ik geloof dat het dieper zou moeten zijn als 7s M. daar waar de grondlagen op een voldoende diepte zijn. Er zijn toch weilanden waar het grondwater een Meter boven het maaiveld staat, in een drogen zomer kan men het 't best waarne men, en daar waar het stond onder het maaiveld zal het 't meest afhangen van den toestand van den ondergrond. Daar waar de grond flink doorlatend is, zal er na korteren lof angeren tijd, zijn hu-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 2