KAAS- EN lie Oorlog;. Tweede Blad. officieel gedeelte. landbouw. Zaterdag 30 Januari 1915, No. 2046 Twee Bladen. BIJENTEELT. BUITENLAND. PLAATSELIJK NIEUWS. INHOCSOOWSES Dit nummer bestaat uit OPENBARE KENNISGEVING. Aanbesteding grintleverantle en grintvervoer Burgemeester en Wethouders van de ge meente Sommelsdijk brengen ter kennis van belanghebbenden, dat zij op Donderdag 4 Februari a.s. des voormiddags te 97ï uur, ten gemeentehuize, in het publiek zullen trach ten aan te besteden: le. de levering van 500 M3 goed gewas- schen niet al te fijne onderhoudsgrint, waarvan 350 M3 franco op den wal te Sommelsdijk en 150 M:i franco in den daarvoor bestemden bak aan de Haven. 2e. het vervoer van 500 M3 grint naar de daarvoor aan te wijzen plaatsen binnen deze gemeente, zoomede het in den loop van het jaar voorkomende vervoer Van keien, zand, puin, enz. De levering bedoeld onder 1 behoort plaats te hebben vóór 1 Augustus 1915 en het ver voer bedoeld onder 2 moet geschieden bin nen de termijnen door den Burgemeester te bepalen. De betaling van de geleverde grint zal plaats vinden per 1600 K.O.; het gewicht zal worden bepaald naar de waterverplaatsing. Bij de betaling voor de levering van elk schip grint zal 10% van hetgeen verschuldigd is worden ingehouden, terwijl het aldus in- gehoudene aan de gemeente zal verblijven zoo de grint niet binnen den gestelden ter mijn wordt aangevoerd. Bij voldoening aan de voorwaarden zal het ingehoudene bij de levering van het laatste schip grint worden uitgekeerd. De grintleverancier zal enkel door verloop van den gestelden termijn in gebreke worden gesteld, zoodat geene gerechtelijke aanzegging daartoe noodig is. Gezegelde inschrijvingsbiljetten worden in gewacht ter secretarie dezer gemeente vóór of op den dag van de aanbesteding, terwijl aldaar nadere inlichtingen kunnen worden gevraagd. SOMMELSDIJK, 26 Januari 1915. De Secretaris, De Burgemeester, Iz. GEELHOED. BOUMAN. INVORDERING 'S RIJKS DIRECTE BELASTINGEN. De BURGEMEESTER der Gemeente SOM MELSDIJK maakt bekend, dat het kohier van de Grondbelasting over het dienstjaar 1915, invorderbaar verklaard op den 23 Ja nuari 1915, aan den Ontvanger ter invorde ring is ter hand gesteld en ieder daarop voorkomende belastingschuldige verplicht is zijnen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen. SOMMELSDIJK, den 26 Januari 1915. De Burgemeester, BOUMAN. De volgende Circulaire werd door het Hoofdbestuur van de H. M. van Landbouw onder den titel Het dreigende gevaar, aan hare leden toegezonden. Het Hoofdbestuur van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw meent met het plaatsen van bovenstaande titel niet te veel te zeggen, wanneer het mededeeld daarmede op het oog te hebben de verschillende gevallen van mond- en klauwzeer, die zich in den laatsten tijd zoo hier en daar in ons Vaderland hebben voorgedaan. Over bovenstaande zal een meer uttgebreide uiteenzetting worden gegeven in het Orgaan der Maatschappij van 30 Januari a.s. Het Hoofdbestuur meent echter den leden nu reeds eenige wenken ter behartiging te moeten geven ter voorkoming van besmetting van den veestapel en beveelt den leden der Maat schappij nauwlettende naleving daarvan ten zeerste aan, toepassende het spreekwoord Voorkomen is beter dan genezen". 1 Zorgt dat niemand zonder Uw medeweten tot Uwen stal wordt toegelaten; 2°. dat bezoekers eerst zoodanig ontsmet tot Uw vee worden toegelaten, dat U dit met vertrouwen meent te kunnen toestaan. Daarvoor is noodig: a. Een schotel aan den ingang van den stal met een sublimaat-oplossing, waarin de bezoeker eerst zijn handen wascht b. Een stel klompen, goed in ruwe carbol ontsmet c. Een goed uitgekookte lange jas of kiel over de gewone kleeding aangetrokkenmet de onder b. genoemde klompen een zekere waarborg om te voorkomen dat de bezoeker Uwe dieren kan besmetten. Ook een belangrijke bron van besmetting kan op eenvoudige wijze worden onschadelijk gemaakt en wij meenen hier het ontsmetten van graan- en hulpmestzakken, alsmede de kisten waarin lijnkoeken worden vervoerd. Dit mogen slechts enkele voorbeelden zijn, uit vele nog te noemende veehouder, die op deze wijze tracht mede te werken de ziekte te bedwingen, dient, naast welbegrepen eigenbelang, ook op uitmuntende wijze de gemeenschap. Wat in den aanhef reeds werd gezegd, een meer uitgebreid artikel wordt hierover in het Orgaan van 30 dezer opgenomen, waar naar wij meenen de leden te moeten verwijzen en waarin het standpunt, dat de Regeering op dit oogenblik inneemt, nader wordt uit eengezet. Het Hoofdbestuur, P. VAN FOREEST, Voorzitter. P. OLIJ, Secretaris. De Bijensteek tegen Rheumatiek. In Sep tember 1913 verscheen van de hand van dr. Alfred Keiter te Graz in Heft een opstel over het „Bijengift als geneesmiddel", waarvan een vertaling verscheen in „De Practische Imker". Aan dit belangrijke vertaalde opstel zijn wij zoo vrij het volgende te ontieenen. Worden gezonde menschen, b.v. imkers, dikwijls door bijen gestoken, zoo zwellen die plaatsen ten slotte niet meer op, de plaatselijke en eventueel de algemeene reactie wordt telkens minder en ten slotte zijn zij immuun. Dit wennen aan het bijen gift is evenwel tegelijk een immuniteit tegen het rheumatisme (derhalve is ook de rheu matiek bij imkers een zeldzaamheid). Deze immuniteit is evenzoo tijdelijk begrensd als die eener serum-inspuiting tegen zekere ziek ten en moet gedurende eenige jaren achter elkander verkregen worden, zal de werking van duur zijn. De echte rheumatikerreageert anders op den bijensteek. Steekplaats, witte opzwelling en roodheid zijn gelijk als bij den gezonden mensch, maar zij verdwijnen dikwijls al na een uur spoorloos. Van een secundaire reactie van lichaam en huid, van een pijnlijke opzwelling, die 2 A 3 dagen aanhoudt, is eveneens niets te zien. De pijn van den steek wordt in tegenstelling tot den gezonden mensch uiterst gering gevoeld en de rheumatische pijn wordt tevens gunstig beïnvloed. De uitwerking is zoo in 't oog vallend, dat patiënten, die tengevolge eener gewrichs- ziekte met moeite naar de operatiekamer gingen, reeds na de eerste proefsteken (twee tot drie bij de eerste visite) zich veel beter voelden en vol van blijde hoop, omdat ze nu veel makkelijker liepen, de kamer verlie ten. Natuurlijk is deze gunstige inwerking nog geen blijvende. Wordt nu de rheumati ker verder behandeld, wat ondoelmatige wijze eiken dag geschieden moet, en ver draagt hij het bijengift, zoo kan men hier mede doorgaan tot eene dosis van 50 tot 100 bijensteken en meer per dag. Naarmate de ziekte zwaar is en aanhoudt, behoeft de ziekte een groot of kleiner getal van steken, om het stadium van opzwelling te verkrijgen, dat de 'gezonde mensch dadelijk bij de eer ste steken beleeft. Dit stadium blijft niemand bespaard, die aldus behandeld wordt, en het is altijd met eene reactie van het lichaam (Tere) verbonden. Tegelijk met de plaatse lijke reactie treden nog op: Rillingen,koort sen (dikwijls tot 39 gr. en daarboven), bra ken, diarrhee, benauwdheid, hartkloppen, duizelingen en dergel.; verschijnselen, die echter verder niets beteekenen. De koorts en de opzwellingen van de behandelde plaat sen kunnen eenige dagen duren. Gedurende dezen tijd houdt men met de kuur op (het welk echter zelden noodig is) of men ver mindert de dagelijksche dosis om straks den ingeslagen weg te vervolgen, tot de verkre gen volkomen immuniteit, hetwelk vooral bij oudere gevallen niet alleen veel tijd maar ook veel geduld vergt, zoowel van den kant van den patiënt als ook van den arts. Want juist bij oudere gevallen komen tijdens de behandeling talrijke en lastige terugslagen voor, die van den patiënt nog al veel moed vorderen. De techniek bij de behandeling is de vol gende: De bijen worden uit een kooitje in de kamer vrij gelaten, waar ze onmiddellijk naar het licht aan het raam vliegen. Aldaar grijpt men ze het best met de bloote vingers (handschoenen en andere beschuttingsmid delen zijn, daar hinderlijk, bij eenige oefe ning overbodig) en houdt ze stuk voor stuk op de te behandelen plaats. Onmiddelijk na den steek trekt zich de bij los en de angel blijft, wegens zijn scher pen weerhaak (in tegenstelling tot horzel, wesp en hommel, die herhaaldelijk kunnen steken) in de wond steken. Men kan nu waarnemen, hoe zich de angel altijd dieper inboort en het daaraan hangend giftblaasje bezig is, door zich samen te trekken, het laatste ziftdruppeltje af te geven. Deze zelf beweging duurt dikwijls minutenlang. De bij is natuurlijk verloren en sterft binnen enkele uren, bij uitzondering en alleen on der goede condities kan zij den volgenden dag nog beieven. Den juiste analyse van het bijengift, volgens die hetzelve een base is, die door de verteringsfermeeten vernietigd wordt en in vereeniging met hetmierenzuur den inhoud van het giftblaasje vormt, werd door den Voorzitter de Grazer universiteits kinderen-kliniek, prof. dr. Langer, die ook een vermaarde imker is, geleverd. Wegens de te verwachten opzwelling laat men op de vlakke zijde steken, en wel op de pijnlijke plaats. Hoewel het bijengift niet alleen plaatselijk als een afleidende huidprik kel werkt, zoo verdient toch deze manier van doen, wegens het sneller te verkrijgen succes de voorkeur. In overeenstemming met de zwaarte van het geval, den toestand en den patient verhoogt men dagelijks het getal steken met 2 tot 5 of 10. In den be ginne is groote voorzichtigheid en geringe toename der steken gewenscht; hierdoor kan men ook de anders hevige verschijnse len van het opzwellingsstadium belangrijk verminderen en den patient eventueel eeni ge dagen bedrust besparen. (Slot volgt).C. B. DE TOESTAND. In ons vorig nummer hebben we met een enkel woord melding gemaakt van de zeeslag der Engelschen en Duitschers in de Noordzee, daar bijvoegende dat men voorzichtig moest zijn met de enkele berichten dienaangaande en eerst meer officieele berichten inwachten. Ze komen thans los alhoewel nog niet overeenstemmend. Zoo seint Reuter uit Londen van 28 dezer Admiraal Beatty zegt in zijn voorloopig verslag van den slag in de Noordzee: ©m halfacht 's ochtends kregen de torpe dojagers den vijand in zicht, veertien mijlen oostzuidoosteiijk van ons eskader kruisers. De torpedojagers kregen bevel den vijand na te zetten, die blijkbaar terug begon te trekken. De kruisers hielden zuidoostwaarts aan met de bedoeling den vijand te onderscheppen. Zij bereikten een snelheid van 28 tot 29 knoo- pen en openden een langzaam, wei-overwogen vuur op ruim 16 K.M. afstand, zij begonnen te raken op ruim 15 K.M. De vijand beant woordde het vuur. De Lion en de Tiger, die aan het hoofd gingen van het overige ge deelte van het eskader waren eenigen tijd alleen in actie. Bijgevolg waren zij aan het geconcentreerde vuur van den vijand bloot gesteld; vooral de Lion was dat en had daar door te lijden. Onze andere schepen raakten, naar gelang zij op kwamen zetten, slaags met den vijand. Een aanval van de Duitsche torpedojagers werd afgeslagen. Een gelukkig schot beschadigde omstreeks elf uur een van de tanks van de Lion, waardoor de machine aan bakboord stoppen moest. Tegelijkertijd werden de duikbooten van den vijand aan stuurboord gezien en er werd zoo gestuurd, dat ze vermeden konden worden. De Blücher verkeerde thans in een kritie ken toestand en de Indomitable kreeg bevel met haar af te rekenen. De rest van het es kader viel de achterhoede van den vijand aan. De Lion, gevolgd door andere schepen, hield noordwestelijk aan. Beatty verplaatste de vlag naar de Princess Royal. De schade door een ongelukkig schot aan de tank van de Lion toegebracht, maakte, dat onze overwinning kleiner was dan ze ongetwijfeld had kunnen zijn. Ten slotte noodzaakte de aanwezigheid van vijandelijke duikbooten ons den strijd af te breken. Het resultaat van den strijd was, dat de Blücher zonk en twee andere kruisers, die in brand geraakten, ernstig beschadigd werden. Duitsche krijgsgevangenen vertelden, dat de Kolberg ook zonk. De bakboordmachines van de Lion geraakten onklaar; de Indomi table sleepte haar naar de haven. De schade aan de Lion en de Tiger is niet ernstig, de herstellingen kunnen binnen kor ten tijd verricht zijn. De rest van het eskader is niet getroffen. De verliezen zijn zeer gering. En Berlijn geeft als volgt verslag van het gevecht. Het Duitsche smaldeel onder bevel van schout-bij-nacht Kippen, in het kielzog stroo- mend van de kleine verkenningskruisers, ont moette op een afstand van 120 zeemijlen ten westen van Helgoland het Engelsche smal deel, dat het overwicht bezat in het aantal en de groote der schepen. De Duitsche be velhebber wendde naar het zuidoosten, of om dichter bij de kust steun te vinden, of om het voordeel van zon en wind te heb ben. De Engelschen koersten in bijna even wijdige richting op een afstand van onge veer 20 K.M. Het slot van het gevecht had op 15 K.M. plaats. De Engelsche schepen trokken het vuur op de Blücher, die zich in de achterhoede bevond, samen. Zij hadden het voordeel van hun snelheid van 28 zeemijlen gehad tegen over de 25 zeemijlen van het Duitsche schip. De Blücher had door de vijandelijke treffers machine-schade, zoodat de kruiser achter bleef en slagzij kreeg. Het schip zette den strijd echter rustig voort. Twee der aanval lende Engelsche terrpedojagers boorde het in den grond. Waarschijnlijk is een derde torpedojager door een Duitschen duikboot in den grond geboord. De Blücher kreeg van andere torpedojagers torpedo-treffers en ontplolte om 12 v. 37. Zeventig zeemijlen van Helgoland keerde het Engelsche smaldeel om, hetzij de Duit sche versterkingen, duikbooten en mijnen velden vreezend, hetzij wegens den toestand der eigen schepen. De Lion, die voorop was gegaan, had slagzij. Een tweede schip, de Tiger, brandde hevig en zakte af. De slag linie was opgelost. Alle schepen waren in rookwolken gehuld. Te midden van den rook daagde voor een achtergebleven Engelschen liniekruiser een Duitsche torpedoboot op, die een torpedo lanceerde, met het gevolg, dat het Engelsch schip getroffen werd en spoedig zonk. Dit feit is ook van een Duitsch luchtschip en van den Duitschen kruiser Moltke waarge nomen. De Duitsche lichte strijdkrachten hebben verder niet aan het gevecht deel- genomen. De Duitsche verliezen zijnde Blücher gezonken200 man van de bemanning wer den door Engelsche torpedobooten gered. Een der liniekruisers en een kleine kruiser kregen ieder een treffer, waardoor er eenige dooden zijn. De torpedobooten leden geen schade. De beschadiging van den Engelschen linie kruiser Lion was blijkbaar ernstig, daar het schip tenslotte door de indomitable werd weggesleept. Welk Engelsch schip is gezon ken, is onbekend. Wanneer de Engelschen met het verlies van een groot schip en twee torpedobooten en met de beschadiging van andere schepen tevreden zijn, kunnen ook wij het zijn. Nu is het opmerkelijk dat de officieele be richten uit Engeland eerst waren: „Wij heb ben geen enkel schip verloren," en daarna: „Alle schepen zijn behouden in Engelsche havens teruggekeerd". Van een tegenspraak van het officieele Duitsche bericht over den Engelschen liniekruiser, welke gezonken zou zijn, hebben we tot dusver echter niets ver nomen. Men zal zich herinneren, dat het stellige, doch uit particuliere bron komende bericht van het verlies van de dreadnought „Andacious" ook nooit is erkend. Zoolang dus niet een duidelijke officieele tegenspraak van Engelsche zijde het tegendeel aantoont, dient men in dezen zijn oordeel nog op te schorten. Ook opmerkelijk dat de Admiraliteit hier boven al spreekt dat hun overwinning grooter had kunnen zijn en dat de Duitsche vloot door de Engelsche is losgelaten, omdat zij bij het mijnenveld kwamen, zegt het Duitsche gezantschap „Dat van een vervolging van degDuitsche schepen in het geheel geen sprake kan zijn, is reeds hieruit duidelijk, dat het, bij de groote snelheid van de Britsche schepen, technisch en tactisch mogelijk zou zijn ge weest, de Duitsche kruisers dicht op het lijf te komen, om er jacht op te maken en ze eventueel te vernietigen'" Intusschen wordt toch de mededeeling van Engelsche zijde, dat het Duitsche eskader bij een raid tegen de Engelsche oostkust is on derschept, door ooggetuigen aldus aange vuld, dat de Duitsche schepen, toen ze ont dekt werden, nog slechts 2% uur van de Engelsche kust waren. Dat is een heele af stand van de Kielsche Bocht, en wanneer waar is wat de ooggetuige zegt dan krijgt men den indruk, dat er wel degelijk van een vervolging sprake is geweest, al moet aan den anderen kant worden toegegeven, dat •en afbreken van het gevecht niet minder dan 70 mijlen van Helgoland ook op iets anders schijnt te wijzen dan alken op „mij nen- en duiker-schuwheid". Trouwens uit de zware beschadiging van de „Lion" blijkt voldoende, dat het op feen gegeven oogen blik voor de Engelsche schepen raadzaam is geweest aan het gevecht een einde te maken. In het Westen blijkt dat de Duitschers over de geheele linie meer offensief gaan optreden. Bij Craonne (tusschen Laon en Reims) zijn de Duitschers blijkbaar van zins alles aan te wenden om de Franschen ook daar over de Aisne terug te drijven en meer Oostelijk mel den zij een succes op de Franschen, door de Saksers behaald, dat op zichzelf wel vermel ding verdient, omdat 1400 M. loopgraaf met steunpunten voor de Franschen daarbij ver loren ging en een belangrijk aantal (865) ge vangenen door de Duitschers werden gemaakt. Melden we nog dat in het Oosten de Oos tenrijkers de belangrijke Uszokpas in de Kar- pathen weer hebben veroverd en dat de Duitschers bij Warschau nog voortdurend aanvallen dan hebben we zoowat alles van de daargevoerden oorlog heden gezegd. VERSPREIDE BERICHTEN. Nederland en België na den oorlog! Orn na den oorlog den wederopbouw van de in België verwoeste fabrieken, enz. met kracht ter hand te kunnen nemen, heeft een com missie uit de voornaamste fabrieksstreken aldaar nu reeds contracten gesloten voor de levering van 60 70 millioen Hollandsche Waal-steenen. Aan een verhaal van een ooggetuige van den zeeslag in de Noordzee ontieenen wij nog het volgende „De Duitschers vochten goed en verschei dene van hun schoten troffen doel, maar richtten geen ernstige schade aan. De Lion en de Tiger werden beide getroffen en het vlaggeschip stond later haar plaats in de linie aan de Princess Boyal af. Dit is misschien een verklaring voor het Duitsche verzinsel nopens een Engelschen linie-kruiser, die ge zonken zou zijn. De Lion had inmiddels de Blücher, het laatste schip in de Duitsche linie, geknauwd, maar de Princess Ryoal lostte het schot, dat hem tot zinken bracht. Tegen het einde van het gevecht deden Duitsche duikbooten herhaalde pogingen om de linie-kruisers aan te vallen, maar zij wer den door de Engelsche torpedo-jagers, die met groote snelheid om de vechtende sche pen heen stoomden, op een eerbiedigen af stand gehouden. De vechtende vloten zijn niet dichter dan 1300 M. bij elkaar geweest." Uit Kopenhagen worden over den aanval op de Gazelle de volgende bijzonderheden gemeld Maandagmiddag is de Duitsche kruiser Gazelle terwijl hij in de buurt van de Deen- sche wateren patrouilleerde, door een Rus sische duikboot aangevallen. Een torpedo trof den kruiser en reet een groot gat in zijn zijde. De duikboot trok zich daarna te rug om het hevige vuur uit de kanonnen van de Gazeile te vermijden en slaagde erin on gedeerd te ontkomen. Men gelooft, dat er nog een tweede duikboot aan het gevecht deelnam. De Gazelle was zoo zwaar beschadigd, dat zij niet in staat was weg te stoomen. Een tijdje later toen zij bijna in zinkenden toe stand was, verscheen de veerboot Kunung Gustaf V, die den geregelden dienst tusschen Trelleborg en Sassnitz onderhoudt, en sleepte den kruiser, die haar aangeroepen had, de haven van Sassnitz binnen. Te Harwich loopt een gerucht dat twee Engelsche torpedojagers, die Zondag in de nabijheid van de Duitsche kust patroeljeer- den, een Duitsche duikboot zagen, die aan stalten maakte om hen aan te vallen. Een der torpedojagers voer met volle vaart op de duikboot af en ratnde ze. Uit het boven komen van een groote hoeveelheid olie maakte men op, dat de duikboot gezonken is. Een verslaggever van de Télégramme, een blad dat te Bouloge verschijnt, heeft een bezoek aan Armentières mogen brengen. Hij meldt er het volgende over: De Duitschers bezetten en versperren den weg naar Rijssel, de hoofdstad van Fransch Vlaanderen. Zij staan op nog geen 10 K.M. van Armentières, dat zij herhaaldelijk be schieten. Zondag j.l. vielen hun projectielen op La Chapelie d'Armentiéres, een belang rijke fabrieksvoorstad, waar vele fabrieken gehavend zijn. Door Sailly, waar de prach tige kerk afgebrand is, Erquinghem en Es- taires kwamen wij om vijf uur 's middags te Armentières. De schildwachten vermaanden ons zoo snel mogelijk te loopen. Het was verboden om .na zessen buiten de stad te zijn. Om 8 uur moeten alie burgens binnens huis en alie lichten gedoofd zijn. De wijk van de stad waar wij den nacht doorbrach ten, had zwaar van het bombardement ge leden. Overdag had de vijand een zware beschie ting op La Chapelie gericht en men hoorde zwaar kanongebulder bij Yperen in het Noor den en La Bassée in het Zuiden. Den ge- heelen nacht donderde het kanon, maar Ar- tiéres sliep vast. Het eenige geluid dat wij hoorden, was het getrappel van de paarden van de patrouilles die door de straten reden, het geblaf van honden, het ver verwijderde geknetter van mitrailleurs en van geweren. De omtrek van de stad werd bestreken door de stralen van de zoeklichten. De kamers van landbouw in Engeland zet ten een beweging op touw om na den oorlog de landbouwers in België en Noord-Frankrijk weer op streek te helpen. Zij zullen te zijner tijd daartoe een inzameling houden van zaai granen, gereedschap, vruchtboompjes enz. en die verdeelen in de geteisterde streken. Plaatselijke comité's zullen voor dat doel overal in den lande worden opgericht. In een Maandag gehouden zitting van den gemeenteraad van Antwerpen is een voor stel van het college van burgemeester en schepenen, om 214 leden van het stadsper- soneel en 100 onderwijzers, die sedert den uittocht wegens de beschieting der stad nog altijd afwezig zijn gebleven, ,te beschouwen als „ontslagnemers", naar geheime zitting verwezen. Daarin is het voorstel aangenomen. In dezelfde zitting is besloten het gemeen- tepersoneel op oorlogswedde te stellen; zijnde drie vierde van het gewone inkomen. De maatregel was in verband met den berooi den toestand der financiën noodig, wilde men niet genoodzaakt zijn personeel te ont slaan. President Wilson heeft naar uit Was hington aan de Daily Telegraph wordt ge seind verklaard, dat hij geen geschillen van ernstigen aard met een der oorlogvoe rende staten vreest van 't in werking treden der Scheepswet, die ten doel heeft Europee- sche schepen te koopen, ten einde deAme- rikaansche koopvaardijvloot aanmerkelijk uit te breiden. Hij verklaarde zich tegen het door senator Lodge ingediende amendement op het ontwerp, strekkende om geen sche pen van oorlogvoerende staten aan te koo pen. Als dat mocht worden aangenomen, zouden de Ver. Staten zich de handen bin den, vond hij. Er is een lijst opgemaakt van 124 schepen, die te koop zijn; daaronder zijn slechts 15 Duitsche. Duitschland heeft er tegen geprotesteerd dat de bondgenooten watervliegtuigen in de Ver. Staten koopen. Het beschouwt die als oorlogschepen. De regeering te Washington zal, volgens de Daily Telegraph, dit protest afwijzen. Watervliegtuigen zijn geen oorlogschepen, zij behooren tot dezelfde categorie als ge pantserde auto's. Blijkens een opgaven van Duitsche zijde heeft de totale opbrengt der Belgische ko lenmijnen, die voor den oorlog 80,000 ton maandelijks bedroeg, nu 32.000 ton bereikt, waarvan het bekken Luik 9000 ton leverde, Charleroi 14.000 en Bergen 9000 ton. Het arbeiderspersoneel in de mijnen bestaat thans uit 100.000 man, tegen 144.C00 man voor den oorlog. Thans werken dus weer 70 pet. van het gewone getal arbeiders en de kolenpro- ductie heeft 40 pet. van de vroege hoogte bereikt. In de beddingen bij Ruemelingen en Luxemburg is op de ertsgroeven van de Belgische maatschappij Monceau Saint Fiaire beslag gelegd en nadat zij geruimen tijd hebben stilgelegen, worden ze onder het bestuur der Duitsche militaire overheid ont gonnen. In den oorlog tegen Rusland hebben de Japanners indertijd veel wil gehad van wa terlaarzen, die van moerbeienblaren gemaakt waren. Die laarzen beschermden de soldaten uitstekend tegen het nat worden van de voe ten in de loopgraven. Nu heeft een Engelschman een dergelijke uitvinding gedaan de grond stof van zijn waterlaarzen is echter een ve zelachtige zelfstandigheid die veel goedkoo- per is dan moerbeienblaren. De laarzen zijn licht, waterdicht en ondoordringbaar, voor insectensteken. Een paar weegt ongeveer 2V2 Engelsche onsen. (1 ons 28% gram. De waterlaars wordt opgehouden door haar met de galgen of een broeksknoop te verbinden. Sokken kunnen van dezelfde^stof vervaardigd worden. De kosten bedragen niet meer dan f 1.20 het paar, daar de fabrikant bereid is de grondstof tegen den kostenden prijs te le veren. Naar de bladen te Peking melden, heeft de Japansche regeering de gezanten derEn- tente-mogendheden te Tokio meegedeeld, dat China een "geheime overeenkomst met Duitschland heeft aangegaan nopens het af richten van het Chineesche leger door Duit sche officieren. De correspondent van de Daily Telegraph is gemachtigd dit tegen te spreken. SOMMELSDIJK. De door den heer Burge meester uitgekeerde vergoedingen over Dec. ter uitvoering van de Militie-en Landweer- wetten, zijnde f 1205.35, zijn door den heer Min. van Oorlog goedgekeurd. Het uitgekeer de en goedgekeurde bedrag beloopt thans in totaal f 4262.45. De Chr. Zangvereeniging „Wat niet is, kan worden" directeur de heer P. Troost, is wegens gebrek aan deelneming ontbonden. Onzen vroegeren dorpsgenoot de heer A. L. D. Daamen, onderwijzer te Zandvoort, is aldaar benoemd tot leeraar in 't teekenen. MÏDDELHARNIS. Bij de verkiezing voor comm. van het algemeen begrafenisfonds alhier werden uitgebracht 143 stemmen, daar van verkreeg L. Koote, aftredend, 104 stem men, J. v. dei Snk 36 stemmen en 3 blanco, aizoo gekozen L. Koote. Door den heer L. Korvink is zijn woon huis staande aan de Voorstraat onderhands verkocht aan Mej. de Wed. G. v. Loon. De proeftuin alhier is verleden jaardoor bijna 60J personen bezocht. Verleden week is de rij van bezoekers voor dit jaar geopend door de leerlingen van den alhier gevestig- den tuinbouwcurcus. In de kassen staan reeds duizenden slaplanten terwijl ook de bloem kool reeds gepoot is. Ook zijn al reeds de komkommer planten verpoot, terwijl ook de spinazie al boven den grond staat. STAD AAN 'T HARINGLIET. Deze week zijn onder geleidde een zevental vluchtelingen naar het kamp te Nunspeet vervoerd. De nog alhier vertoevende zijn, acht in getal, waar van twee bij particulieren worden verzorgd. Burgemeester en Wethouders maken bekend dat de lijst van paardenhouders ge-" durende de maand Febr. voor een ieder ter secretarie ter inzage is nedergelegd. Donderdagavond hield de heer Sto' uit Rotterdam eene rede over de Zending, verduidelijkt door lichtbeelden. De belang stelling bleek uit de groote opkomst. De duidelijke voorstelling verplaatste de aan wezige met hunne gedachten in het Zendings oord te West-Java. DEN BOMMEL. Tegen J. H. is proces-ver baal opgemaakt wegens het rijden zonder licht. DIRKSLAND. Velen zijn de meening toe gedaan dat de ronde nikkelen stuivers, nog als pasmunt geldig zijn. 1 Dit is echter niet het geval. Ze zijn alleen nog inwisselbaar bij de Rijksbetaalmeesters en ontvangers der Direc te belastingen tot 1 Juli 1915. HERKINGEN. De bevolking dezer gemeente bedroeg 31 Dec. 1913, 430 m. en 415 vr. is 845 pers. Geboren in 1914, 13 m. en 6 vr. Gevestigd 12 m. en 15 vr. totaal 46 pers. Overleden in 1914, 5 m. en 6 v. en vert. 17 m. en 33 vr. totaal 61 pers. Alzoo de bevol king verminderd niet 15 pers. zoodat deze thans bestaat uit 433 m. en 397 vr. totaal 830 pers. Een kind werd levenloos aange geven en 8 huwelijken gesloten. MELISSANT. Vorige week Donderdag dreef op de slikken onder deze gemeente een mijn san. Den volgenden morgen werd zij door eenige militairen tot ontploffing gebracht, wat met een hevigen knal gepaard ging. Stuk ken ijzer werden honderden Meters wegge slingerd. Een daarvan kwam terecht op en kele centimeter afstand van den sergeant, die met vele nieuwsgierigen achter den zee dijk lag. In het slik werd een gat geslagen van ruim 2 Meter diepte en 5 Meter middel lijn. De mijn was vermoedelijk een Engelsche.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 3