voor de Zuidliollandüehe en Zeeuw^ehe Eilanden. c Antirevolutionair Oraaan IN HOC SIGNO VINCES FEUILLETON Geslingerd gerust. Woensdag 27Januari 1915 29ste Jaargang N\ 2045 W. BOEKHOVEN 27 Jan. a.s. Woensdag 3 uur UIT DE PERS. Deze Courant versehgnt eiken Woensdag sa Zaterdag. AbonneMentsprijB per drie maanden fr. p. p. 50 Csst- Buitenland bij rooruitbetallng f 4,50 per jaar Afzonderlijke ausasaers 5 Cent. SOMMELSDIJK feSeiaoE laïeE'Cffisess. .Mo. 8. |j AdrerfceaüSs 10 6sni p-s? jegei en *;3 seaal, Rselaiaes 30 pa? r: I Boekanfikondiging öeai per regel en a&ftl» DiesséMurrrsgeE en Bleastawabiediiigen 50 Oent per plaatsing. ©roste letters en vignetten worden berekend naar de piaatsrms» <«s die zij ba*' AdvertentiSa cordon ingewaebt iet DjsafG?- Ygjjdag:^ rgc.j 10 <i\. Alle stukken w««r de tieiSaefBe- Uesteinci, Advertenties! ess eerdere Administratie ironco toe te aend^si a*»** C-itg-ey- Centrale Antirev. Kiesvereeniging in de Zondagsschool (D. V.) DE SECRETARIS. Bemiddeling zoeken. De Sociaaldemocratische Conferentie te Kopenhage nam eenige besluiten, waarvan een zeer zeker aller sympathie heeft n.l. de Sociaaldemocratie in neutrale Landen in overweging te geven zich in hun par lementen, of op andere geschikte wijze tot hun regeeringen te wenden met 't verzoek in overweging te nemen, in hoeverre zij Wonderlijk of in combinatie, met kans op goed gevolg, den oorlogvoerenden mogend heden hare bemiddeling kunnen aanbieden tot bewerking van een spoedigen en blij - venden vrede. Aldus luidt de formule in Het Volk van 22 Jan. j.l.: Nu is dat Vrede vragen niet uitsluitend een socialistische begeerte; er zijn buiten hen reeds vroeger stemmen opgegaan om met Amerika, Zweden, Noorwegen, Dene marken, Zwitserland, Nederland enz. bij de oorlogvoerenden aan te dringen op een spoedigen vrede. Van een «blijvenden» vrede hebben we in vroegere stukken nooit iets gelezen; vermoedelijk omdat men dat «blij vend» wat meer twijfelachtig beschouwde en practisch tot niets leidde. Men kan vra gen; zijn bemiddeling gebruiken om een «spoedigen c vrede, maar om nu al een wissel te gaan trekken op de toekomst en te gaan vragen om een «blijvenden» vrede, neeD, zoover is nog geen menschenkind in woord en pen gegaan; zoo'n luchtkasteel alleen door socialistische ingenieurs en architecten in plan te brengen. Maar overigens; behoudens dat «blijvend» kunnen we ons geheel met don wensck der Conferentie vereenigen. Een ding is jammerDat de Socialistische Conferentie in haar Besluit de hulp niet inroept van de Burgerpartijen want waar lijk, die verlangen ook naar vrede. Socia listen en niet-socialisten zijn 't hier roe- 6) DOOR HUGO KÏNGMANS. IX. Veranderingen. Aan Emmy van Hamel's zielestrijd scheen een einde gekomen te zijn. Zij had alle ver binding met Albert Nederhuis afgebroken. En zij meende de overwinning behaald te hebben. Doch zij voelde het maar al te goed. Zij kon het niet verheelen. Neen ze kon hem nog maar niet vergeten. Zij had hem liefge- kregen met haar gansche hart. Zooals alleen een vrouw lief kan hebben, het leed haar aangedaan, liefdevol vergeeft en zich geeft aan den man harer keuze, zich spontaan overgeeft, zonder terughouding, gedreven door dat ééne woordje, dat zooveel zegt liefde! Want wat is liefde anders dan een- zich-geven van den een aan den ander? Ze streed er tegen met al heur kracht. Zij bad om kracht, haar kruis te dragen. Maar zij bad ook voor hem, dien zij maar niet vergeten kon. Dat hij nog eens zou beken nen, dat er een God van Hemel en aarde is, dat hij door dien God gegrepen zou worden en tot hem vluchten, opdat hij niet voor eeuwig verloren zou gaan. Zij bad. zij smeekte innig voor hem en zij vertrouwde op God. Langzamerhand werd haar ziel rustiger. Het gelaat zoo bleek geworden, kreeg weer kleur. Zij begon weer te leven, al werd zij dan niet die vroolijke wildzang van vroe ger. Zoo nu en dan kwam weer een berus tend lied over haar lippen. Mevrouw van Hamel verblijdde zich over deze feiten. Tock maakte zij verkeerde gevolgtrekkingen. Zij meende, dat het bij Emmy gegaan was als bij zooveel anderen, uit het gezicht, uit het hart. Maar daarin vergiste zij zich, zooals later uit zal komen. De naam van Albert Nederhuis, die in de eerste dagen op de lippen der huisgenooten gezweefd had, was langzamerhand vergeten. Zij waren met diep medelijden vervuld rend eens, dat een spoedige vrede een ze gen sou zijn; en daarom had er beter in de resolutie kunnen staan, dat de Sociaal democratie door alle Neutrale Landen een propaganda zou gaan voeren om met de andere partijen samen de Regeeringen de bainiddeliDg op te dragen; mislukte 't, dan bleef dit voor rekening van de oorlogvoe rende. Wij kunnen ons met de resolutie best vereeniren, maar samenwerking zou bier niet in strijd zijn met beider antithese, De indiensthouding van militie en landweer. Dat in 't Afdeelingsverslag der Tweede Kamer over deze zaak gesproken zou wor den naar aanleiding van 't ingediende wets ontwerp, is natuurlijk. Er zijn zooveel be- laDgen mee gemoeid; er zijn zooveel ont redderde zaakjes op te knappen als h t er eens van kwam om de oudste lichting naar huis te sturenmaar er is ook nog oorlogstoestand en de gienzen moeten toch beveiligd Zoo staan dus tweeërlei belangen tegenover elkaar: eenerrijds de militaire inzichten, maar anderzijds de sociale toe stand van honderden huisgezinnen, 't Is juist deze toeataud die den Militairen chefs bewoog om verloven en vrijstellingen toe te staan. En nu schijnt in de Katner een strooming te zijn, om liever dan verloven en vrijstellingen toe te staan, de heele oudste lichting maar weg te sturen. Dat wegsturen van zoo'n hfele lichting is nog al kras; maar als 't waar is, dat er met ongelijke maat gemeten wordt, dan is 't voor de rust in de lichting en in 't geheele leger maar beter om alles naar huis te sturen wat zich «oudste lichting» noemt. Als we zeggen: «ongelijke maat», dan be doelen we daarmee niet een lak te leggen op 't legerbestuur; maar slechts 't consta- teeren van 't feit, dat er zijn, die voor hun zaken wèl en anderen, die er geen verlof voor krijgen. De Militaire Chefs zullen zich zelf wel een regel, een vast voorschrift ge geven hebben, hoe te moeten handelen, als er verzoeken om verlof inkomen. Maar de geweest jegens Albert, toen hij op zoo'n nootlottige wijze zijn betrekking verloor. En nog meer waren zij geschokt geweest, toen de dood van Hugo Nederhuis bekend werd. Johan van Hamel was dan ook naar de Nederhuizen gesneld, om te condoleeren, niet om een van buiten geleerd lesje op te zeg gen, maar om te betuigen zijn meevoelen in hun diepe smart. „Bezoeken van rouwbeklag kunnen niet worden afgewacht, had op de rouwkaart ge staan. Maar dat gold toch niet voor hem. Echter hij werd niet ontvangen. Toen zond hij zijn naamkaartje met p. c. Maar hij vond het zoo koud. En hij kon dan ook niet nalaten, Albert, toen hij dezen op straat ontmoete, aan te spreken. Hij vond hem versuft. Spoedig nam hij dan ook af scheid. Het gesprek wilde niet vlotten. „Je weet natuurlijk, dat ik niet meer bij jullie aan huis kan komen," had Albert mat gezegd. „Ja, het spijt me voor je maar „Zeg niets meer ook niet in haar nadeel," luidde het droevige antwoord. „Het zal zoo moeten." En met een handdruk waren zij gescheiden. Hij zag hoe een traan in Alberts oog glin sterde en toen hij zijn zuster eens alleen sprak, vertelde hij haar het gesprek. „Maak me nu het leven niet moeilijker, dan het is," had zij driftig geantwoord,maar direct volgde er op„Vergeef me Johan, ik was wat lichtgeraakt." Maar intusschen had Johan begrepen, dat zij hem nog niet vergeten had en de vér- zuchting kwam over zijn lippen„O, mocht hij nog eens tot bekeering komen Daarop was gevolgd Nederhuis vertrekt naar Canada en langzaam geraakte hij in het vergeetboek, behalve bij Emmy. Intusschen was Johan werkzaam gesteld bij één der Ministeries, zoodat zij genood zaakt waren, naar de residentie-stad te ver huizen. Het was daar, dat mevrouw van Hamel er achter kwam, dat Emmy Albert Nederhuis nog niet vergeten had. Want een jongeman van christelijken huize, die naar heur hart dong, werd hoewel zij jegens hem met me delijden vervuld was, met beslistheid afge wezen. Toen mevrouw van Hamel haar daarvoor onderhield, stortte Emmy nogmaals heur ervaring heeft geleerd, dat er landweer mannen blijven èn dat er vo r goed naar huis gekamen zijn om hun zaken te bered deren en nu voortaan deze zaak weer ge heel op zich doen rusten. Over dat verschil van bejegening werd in de Afdeeüngen terecht gesproken en daar scheen de meening overheerschend stuur lieve heel de oudste lichting weg, dan een schijn van onbillijkheid en onrecht vaardigheid op u te laden. En we gaan daarmede volkomen accoord. Wat heeft de Minister op een en ander geantwoord? Zie het volgend artikel. Bezwaren, aan het onder de wapenen blijven. Dat de bezwaren, sociaal, zoowel als individueel, steeds ernstiger worden, kan niet v orden ontkend Het zou echter in hooge mate onbillijk zijn, hiervan der Re geering een verwijt te maken. Niemand meer dan zij zal het oogenblik zegenen waarop tot vermindering der gereed staande strijdkrachten zal k: nnen worden overge gaan. Maar zoolang de horizon in politie- ken en strategischen zin niet voldoende is opgehelderd, moet zij blijven front ma ken tegen elk pogen om alleen op grond vau die bezwaren tot eene vermindering te komen. Door den Minister is en wordt nog steeds gedaan wat in zijn vermogen is, voorzo ver hij dit met zijne verantwoordelijkheid kan overeenbrengen, om aan die bezwaren te gemoet te komen. Aan patroons en bedrijfsleiders is bij herhaling hulp verleend, met name in die gevallen, waarin door hunne afwezigheid een aantal arbeiders buiten werk zou ge raken. Dat bij het op dezen grond verleeuen van verloven de beschikkingen wel eens verschillend luidden, naarmate zij doorden opperbevelhebber dan wel door den Minis ter werden genomen, kan juist zijn. Dit zou zelfs onvermijdelijk zijn indien die beschik-- kiügen steeds door dezelfde autoriteit wer den genomen, omdat het aanleggen van een gelijken maatstaf bij tal van verschil hart voor haar moeder uit. „En als het nu blijkt dat hij getrouwd is? vraagd zij. „Dan blijf ik ongetrouwd," luidde het be sliste antwoord. Er kwamen nog meer veranderingen. Jo han maakte carrière en werd benoemd tot secretaris van den Nederlandschen consul in Canada. Hij moest dus het vaderland verlaten. Me vrouw van Hamel weigerde beslist te ver trekken. Zij konden toch nog ruim van Jo- han's inkomen leven. En zoo gebeurde het, dat Johan van Ha mel de wijde zee overstak, om daar aan de overzijde van het onbetrouwbare element een wonderlijke ontdekking te doen, een ont dekking die het levendige bewijs vormen, dat God de zijnen niet verlaat en hun gebed genadiglijk verhoort. X. De uitwerking eerier preek. „Kom dan en laat ons te samen rechten, zegt de Heere, al waren uwe zonden als schar laken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen wor den als witte wol." De klankvolle stem van den kansel zweeg een oogenblik. De jonge prediker keek zijn hoorders dringend aan en begon daarna te spreken met gloed, met bezieling, zijn ge hoor in het hart treffend. Hij schilderde hen de toekomst van den Heiland, om zondaren zalig te maken hij maalde hen af den moordenaar aan het kruis tot wien gezegd werd: „Heden'zult ge met mij in het paradijs zijn." „Als je niet in hem gelooft, bekeert u dan nog heden, eer het te laat is, eer de groote en doorluchtige dag komt en Hij wederkomt om te oordeelen de levenden en de dooden. Hoe verschrikkelijk zal het dan zijn, als u toegeroepen wordt„Ga weg van mij, ik heb u niet gekendHoe zullen dan beschaamd staan zij, die niet geloofden aan hel bestaan van dien God. Want Hij bestaat. Vertelt u dat de heerlijke natuur niet met zijn duizenden vogels en visschen Ver tellen u dat de bliksemstralen en dondersla gen niet, als Hij toornt. Als door het zwarte firnament de stralen van den bliksem flik keren, dan sidderen de Godloochenaars. Dan voelen zij instinctmatig, dat er een Hoogere lende bedrijven, onder veelal uiteeuloopendo omstandigheden, niet wel doenlijk is. Af wijking van de adviezen van den Directeur- Gsneraal van den Arbeidwelke advie:en overigens om bun doorwrochten aard op hoogen prijs worden gesteld kwam in derdaad verschillende malen voor. Waarde Minister elke verlofaanvrage moet toetsen ook aan andere beginselen dan die, welke voor den Directeur-Generaal als maatstaf dienen, spreekt dit wel vanzelf. Het verleeuen van hulp in den vorm van verlof aau kleine neringdoenden, hoofden van bescheiden zaken, is aan meer bezwa ren onderhevig. Dezen komen in den regel elk voor zich zelf op en van hunne al of niet aanwezigheid is niet het lot van een meer of minder groote groep werknemers afhankelijk. Door het groote aantal van deze belanghebbenden heeft daarenboven elke verleende vrijstelling, elk verleend ver lof onvermijdelijk nieuwe aanvragen ten gevolge. Het billijk trekken van eene grens is bierbij ondoenlijk, ook omdat vaak moet worden afgegaan op adviezen, van ver schillende personen elk hun eigen maat staf aanleggend afkomstig. In het algemeen dragen trouwens de meeste adviezen zelfs al raag men aan nemen, dat de adviseurs gebee) te goeder trouw zijn het kenmerk van oen scherp naar voren brengen van persoonlijke belan gen, dan wel van belangen in zeer engen kring, vaak onder voorbijzien van het al gemeen belang, en onder miskenning van de onoverkomelijke moeilijkbeden, die soms aan eene billijke bedoeling in den weg staan. De klacht met betrekking tot de arbei ders, die het zouden moeten aanzien dat hunne gezinnen gebrek lijden en ten gevolge van het afwezig ziju van de kostwinners, tot armoede en bedeeling vervallen, moet de Minister met besli theid als ongegrond afwijzen. Het vergoedingsiustituut moge hier en daar nog eenigszins ongelijkmatig werken, het voorkomt armoede en bedeeiing bij de gezinnen wier kostwinners zich on der de wapenen bevinden. De vraag is zelfs ffewpRigd of »-nin 3^7j rv thnns niet macht bestaat. Maar zij versmoren die ge dachte als tusschen twee gloeiende, ijzeren bouten. Maar zij zullen het gewaar worden, dat Hij bestaat. O, vlucht dan tot Hem. Hij neemt u liefderijk op, Hij verstoot u niet. Laat ons dan te samen rechten, zegt de Heere, al waren uwe zonden als scharlaken ze zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als Karmozijn, zij zullen worden als witte wol. Gelooft het gerust Jezus neemt de zondaars aan Roept dat troostwoord toe aan allen. Die van 's Levens rechte baan Op den dwaalweg zijn vervallen, 't Rechte pad leert Hij hen gaan. Jezus neemt de zondaars aan. Hls een herder wil hij trouw 't Schaap in een woestijn aan 't dwalen Daar 't zichzelf verliezen zou Van den doolweg wederhalen; Brengen op de rechte baan Jezus neemt de zondaars. Amen Het geheel-gevulde kerkgebouw liep leeg. Van achter een pilaar, waardoor hij aan het gezicht onttrokken geweest was, kwam Al- bert Nederhuis te voorschijn, verward, met een strijd in zijn binnenste. Sprekers aangrij pende stem was tot hem doorgedrongen, had snaren in zijn ziel aangeroerd. Het was alsof tot hem alleen gesproken was. Zijn zielestrijd, die op den achtergrond gedrongen was, nu hij zoo'n flinke betrek king vervulde, kwam weer naar voren. Hij had zich vast voorgenomen een bijbel ter hand te nemen en die te onderzoeken. Tot zijn niet geringe verwondering ziet hij bij den uitgang zijn privé-klerk den heer van Staveren. Zij drukken elkaar stilzwijgend de hand en gaan beiden verder. Zoover dat strookte met het gesloten karakter van Van Staveren waren zijn vertrouwelijk geworden. Meermalen had hij zijn patroon en diens moeder bezocht. Ook nu gaat hij mee en wordt er hartelijk verwelkomd. Mevrouw Nederhuis ziet aan haar zoon, dat hem iets overkomen is. Op haar vraag, waar hij dien morgen geweest is, antwoordt hij vast„Naar de Kerk, moe". Ze keek verwonderd, maar gaf geen ant beter aan toe zijn, dan wanneer onder de tegenwoordige tijdsomstandigheden het leger niet gemobiliseerd ware. ODjuist moet dan ook het beweren wor den geacht dat, als gevolg van gebrek in arbeidersgezinnen, een ontevreden geest zou doordringen in de onder de wapenen staande troepen. Vaak bereikten den Minister, juist van de zijde van arbeiders, bewijzen van voldoening d t zoo behoorlijk wordt gezorgd voor hen en hunne gezinnen in een tijd, die anders zoo kommervol en zorgelijk voor hen zou zijn. Klachten over gebrek aan arbeidskracht in het Westland voor de komende maanden hebben den Minister nog niet bereikt. Mocht dit nog geschieden, dan za! met ernst wor den onderzocht, Qf daaraan kan worden te gemoet gekomen, en zoo ja op welke wijze. Zuid-Afrika Ook nu blijkt weer uit het godvruchtig sterven van commandant Fourle, dat hij en de andere „rebellen" maar niet kortweg als revolutionairen mogen worden beschouwd. Uit de taal, die deze held sprak ter te rechtzitting van het Hof en kort vóór de voltrekking van het vonnis, valt op te ma ken, wat mannen van zijn natuur, geboren in het vrije Transvaal, moeten gevoelen als zij een Botha en Smuts bezig zien om de tradities der vaderen ontrouw te worden. De Wet zit nu gevangen, Beyers en Fou- rie zijn niet meer. Zal nog ooit de dag der vrijheid voor de zonen der voortrekkers aan breken Zonder twijfel zal de verdere loop der ge beurtenissen in Europa daarop een grooten invloed uitoefenen. Vergissen wij ons niet, dan kon er binnen kort wel eens een verschuiving in de vijan delijke legers plaats hebben. Wij gelooven dat de innigheid der triple entente er niet beter op wordt. N. H. Ct. De vergoedingen. Naar aanleiding van gemaakte opmerkingen verklaart de Minister van Oorlog in een aan de Tweede Kamer gerichte nota, dat de ver goedingen aan de gezinnen der gemobiliseer- woord. Zij begreep nu zijne verandering. Als er gegeten is, neemt hij den grooten Bijbel die altijd voor pronk gediend had en leest het tekstlioofdstuk van dien morgen, Jesaja 1. Mevrouw Nederhuis rollen de tra nen over de wangen en weldra begint een gesprek over de preek van dien morgen. „Ja ren geleden heb ik eens in Amsterdam voor een [boekwinkel gestaan," .zegt de heer Van Staveren waar ik een boek zag liggen met het titel„Door God gegrepen." Ik spotte er toen mee, maar hedenmorgen ben ik het ge waar geworden, want ik ben door God ge grepen. Ik heb in mezelven een zondaar ont dekt, een groot zondaar, voor wien toch nog vergeving is. ik heb jaren wroeging en ver driet gehad over mijn groote zonden, maar ik vluchtte niet tot God, want ik geloofde niet aan zijn bestaan. Zooats ik u al terloops gezegd had, ben ik een Hollander. Ik was bankier te Zwolle. Maar door mijn slecht gedrag liepen mijn zaken in de war, en op zekeren dag liet ik mijn vrouw en twee kinderen in den steek en vertrok met de noorderzon naar Frankrijk, naar Monte- Carlo. O, als ik er nog aan denk, dat ik mijn lieve vrouw, mijn godvruchtige vrouw, die zoo dikwijls mij op het goede pad trachtte te brengen, verliet, dan moet schaamte mijn aangezicht bedekken Een traan welde in zijn oogen op. Zijn hoorders eerbiedigden zijn smart en wach ten met belangstelling naar het verdere ver haal. „Aan den speeltafel in Monte-Carlo verloor ik liet weinige geld dat ik meegenomen had. Met het plan, mij te zelfmoorden, verliet ik de club. Maar aan het strand werd ik door een duivelsche gedachte aangegrepen. In het maanlicht zag ik den man, die mij mijn geld door yalsch spel afgetroggeld had. Eenige oogenblikken later was hij een lijk Mevrouw Nederhuis en Albert keken ver schrikt op. „Ja mevrouw, u ziet een moordenaar voor u, die berouw heeft over zijn daad. Maar en er kwam een blijde glans op zijn gelaat ook voor een moordenaar is nog vergeving." Albert drukte hem, zonder een woord te spreken de hand. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 1