B. BOTH,
Tw
j. van Dorp,
It
L
H
n
I
!i. HOORDIJK
OPENING
eerste ÖIÜERËi der maand
a
if
lit
['lit
Advertentien
F
Zi
2
SCEIIIABE 111" WZ.
ROTTERDAM.
HET PUBLIEK
i
GEMENGD NIEUWS.
NAJAAR en WINTERSEIZOEN
X v
J. van der Voorde,
Tandarts legensfaury
Oeslint
I
ill
Mi.
1,1
&i
i\
ConcnrreereDde prijzen Vraagt prijsopgaaf.
8281
7)
in hut Hotel MEIJER te sprefcen.
-
tfPV! -
if-J''
«V
LP
'f'fl
|i i£ |i|
ï^r. Si
BftH
i
koud laten. Maar de daad van dezen „Neder
lander" raakt ons geheele volk en behoort
gedesavoueerd te worden.
Waarlijk van den man vol levenservaring
hadden we niet verwacht, dat hij zoo op-
vliegerig zou zijn. 't Is te wenschen dat der
gelijke vriendelijkheden slechts in vertrou
welijk gesprek en niet per open briefkaart
geëxpediëerd worden. (N. H. Ct.)
Ook een bidstond.
Wij lezen in „De (Amerikaansche) Wach
ter"
Midden in het schoonste en meest histo
rische van Parijs staat een groote Dom. De
Dom draagt den naam van „Hotel des In
valides." Het vergulde koepeldak schittert
u vanuit de straten, parken en boulevards
in den omtrek gedurig tegen. Als ge het
breede voorplein van dezen Dom zijt over
gegaan komt gij langs breede hooge mar
meren trappen in den Dom. Binnen is liet
eene groote wit-marmeren ronde ruimte. Ge
gaat weer wit marmeren trappen op en komt
op de galerij, gemaakt van dezelfde smet-
looze steen. De galerij loopt geheel rond de
binnenruimte van den Dom. Over de mar
meren balustrade van de galerij heenziende,
ziet gij beneden als in het ruim van een
kerk. Doch in dat eveneens wit-marmeren
ruim staat niets dan een rood-marmeren sar-
cophaag. Vijf of zesmaal zoo groot als de
doodkisten waarin wij onze dooden begra
ven. De sarcophaag staat op een breed, even
eens rood-marmeren voetstuk. In die sarco
phaag ligt het lijk van Napoleon. Napoleon,
die bijna heel Europa aan Frankrijk's voet
deed knielen.
Met betrekking tot dien Dom en die sar
cophaag lazen wij dezer dagen een eenvou
dig bericht, dat toch o zooveel zegt. Het
bericht luidde ongeveer als volgt„De stra
ten van Parijs zijn verlaten. Al de groote
magazijnen zijn gesloten en de kleine win
kels hebben de venster» dicht gedaan. De
trams gaan niet meer. Gij kunt voor geld
noch goede woorden een taxi krijgen. De
restaurants die nog open zijn, zijn eenzaam.
Daar was nauwelijks een handvol wandelaars
in het Bois. (Bois beteekent het „Bosch",
het Bois de Boulogne een groot park, waar
men anders op de hoofdwegen des namiddags
wegens de drukte van outo's en equipage's
en wandelaars haast niet gaan kan). Maar
buiten en binnen het Hotel des Invalides is
het vol van menschen; zij verdringen zich
rondom het graf van Napoleon. Alleen daar
is het, dat men thans in Parijs menschen
ziet samengestroomd. Zij zingen niet. Daar
worden ook geen redevoeringen gehouden.
Neen, alleen komen zij daar en meestal in
groepen, om stil vóór de sarcophaag te staan.
En eiken dag weer aan. Den geheelen dag
door. Tot laat in den avond. Zij komen, het
volk van Parijs, tot het graf van Napoleon."
Spreekt uit dat bericht niet iets als boek-
deelen. Daar aan den horizon staat Frank
rijk's vijand. Daar sterven Frankrijk's dap
pere mannen. Frankrijk weet het dat zijn
bestaan aan een draad hangt. Het hart des
volks krimpt van weedom en angst ineen.
Aan Napoleon's graf en in de herinnering
aan wat Napoleon deed, gaat men nu troost
zoeken. Kon Napoleon maar opstaan uitzijn
grafHij zou verlossing gevenHij zou
Frankrijk weer groot maken!
Zie daar „bij die menigte Frankrijk's bid
stond.
Eens stond Frankrijk op het punt een Ge
reformeerde Natie te worden. Bijna de helft
van het volk. was gereformeerd. Het Gere
formeerde geloof bloeide en nam toe. Heer
lijk en beslist. Onder leiding der Calvijn's,
der Beza's der Coligny's en van zoovele an
dere edele en godvruchtige mannen. Maar
Frankrijk heeft de Gereformeerden uitgeroeid.
Bloedig en moorddadig. Niet heel ver van
den Dom is het Lauvre met het venster,
waaruit de koning het eerste schot loste in
dien bloedigen nacht op zijn gereformeerde
onderdanen. Dit venster ziet uit op den Dom.
En vlak bij dat venster dc klok van St. Ger
main, die het sein gaf voor dien gruwelijken
moord van den St. Bartholoineusnacht.
Frankrijk heeft zich toen geworpen in de
macht van Rome. En daarna in die van de
Revolutie. Ziedaar die Obelisk, links van het
Louvre, daar stond de guillotine, waar bloedde
al wat niet voor de revolutie boog.
En wel keerde Frankrijk van die uitspat
tingen terug, maar de geest bleef. Viviani,
een van de ministers van het Frankrijk van
onze dagen zeide het immers nog slechts
eenige jaren geleden, dat Frankrijk „de lich
ten aan den Hemel uitgedoofd had." Dus
van die zijde geen heil meer verwachtte.
En zoo zoekt men het dan nu op de aar
de. In de dingen der aarde. In vreugd en
genot, in eten en drinken. En als ernstige
tijden komen, geen toevlucht naar boven. In
•tomme smart dan bij het graf van Napoleon
gekropen. Kon hij maar terug komenMaar
hij komt niet weer.
Treurige bidstond
Arm volk!
Zij hebben Mij verlaten, wat toevlucht zou
den zij dan hebben," zegt de Heere.
De aardbeving.
Zoo met beslistheid sprak Jezus het uit,
dat er ontzettende tijden aanstaande waren
waarin men hooren zou „van oorlogen en
beroerten, dat het ééne volk tegen het an
dere zou opstaan, en het ééne Koninkrijk,
tegen het andere Koninkrijk, en dat er zullen
wezen groote aardbevingen(Luk. 21:9—11).
Die bange combinatie van bangen oorlog
en groote aardbeving is alzoo geen vinding
van verdoofde fantasie, maar stellige voor
zegging van den Christus. En zie, nu waren
de oorlogen en beroerten op zoo zeldzaam
uitgebreide schaal gekomen, alleen de aard
beving was er nog niet.
Totdat ook die ons nu plotseling in Italië ver
schrikken kwam, en dat wel met een fataliteit
die dertig duizend personen bezwijken deed.
Zelfs de geologen van Italië èrkennen, dat
de ramp van Messina, die nog ieder heugt
er klein bij lijkt.
De beving en ontsluiting van de aarde
moet bij Avezzona zoo verrassend in een
enkele seconde den bodem hebben doen
wegzinken, dat aan geen redden meer te
denken viel. Een natuur-ramp die reeds op
zich zelf verbijsterd zou geweest zijn, maar
die thans te midden van dezen hartverscheu-
renden oorlogstoestand, ons nog te dieper
gevoelen doet, hoe de ontzettendste levens
ernst van allen kant op ons aandringt.
Zeker, op zichzelf behoeft er geen ver
band te bestaan. Een stuk historie in onze
menschenwereld kan geheel afgescheiden
blijven van wat in de natuur tot eene cata
strophe leidt. Maar vast staat desniettemin,
dat er blijkens stellige aanwijzing in Gods
Woord, meer dan eens verband tusschen zulk
een natuurramp en de heilige historie bestaan
heeft, en even beslist sprak Jezus het uit.
dat dit ook bij het naderen der Voleinding
zoo zijn zou.
Vandaar de geheel natuurlijke indruk, die
in geloovige kringen ook nu weer doordeze
aardbeving gemaakt is.
Het is opnieuw een sterk-sprekend tee-
ken, dat ons uit onze valsche ruste op doet
schrikken.
Mogen ook de sprake die van dit teeken
uitgaat onder ons worden verstaan.
(Standaard.)
Al te groote ijver.
Het tijdschrift „De Oorlogsspion" bevatte
onlangs een plaat, voorstellende een Duitsch
soldaat, den voet zettend op een vrouw
Belgia. Hiermee doelend op de zware lasten,
die door de Duitschers aan Belgische ge
meenten worden opgelegd.
De politie-autoriteiten namen er aanstoot
aan en in Den Haag en Rotterdam werd den
boekhandelaars verboden, exemplaren van
dat nummer uit de stallen.
Goed zoo!
De censuur moest nog veel strenger zijn.
Zooals „De Telegraaf" door woord en beeld
den volksgeest tegen Duitschland poogt op
te zetten, is meer dan ergerlijk.
En sedert de heer Vliegen op een open
briefkaart zijn partijgenoot Dr. Weill geluk-
wenschte met diens overgaan naar het Fran-
sche leger, schijnt het noodig te worden om
ook op de post controle te oefenen.
Konden wij er nu in zien een poging om
de vijandige gezindheid der Franschen je
gens ons land weg te nemen, welke vooral
in 't begin van den strijd tamelijk sterk was,
wij! zij meenden, dat wij de Duitschers door
ons Limburg hadden laten trekken
Maar zóó is het blijkbaar niet bedoeld
Wij denken aan een anti-Duitsch hoofd
artikel, begin Augustus in „Het Volk" ver
schenen, dat kort daarop door het Partijbe
stuur werd ingetrokken misschien afkom
stig uit dezelfde pen?
In Frankrijk is men wel met de briefkaart
van den heer Vliegen ingenomen, maar in
Duitschland?. .Reeds liet de „Vorwarts",
het blad van de Duitsche socialisten, een
woord van protest hooren.
Een weinig meer besef van verantwoor
delijkheid 'had toch wel van een Kamerlid
en wethouder van Amsterdam mogen wor
den verwacht.
Kleine onvoorzichtigheden kunnen groote
onheilen tengevolge hebben.
(De Graafschapper.)
Toch christen-socialist.
We schreven eenige dagen geleden een
stuksken over de Onzekerheid in de
S. D. A. P.
Hierin brachten we enkele algemeene waar
heden naar vorendat er onzekerheid is in
dien kring; dat de principiëelen niet tevreden
zijn (actie-Kuyper c.s.); dat de Internationale
ineenstortte; dat Mr. Troelstra zijn volgelin
gen poogde op te voeden in het historisch
anaterialisme, maar in zijn Kerstrede het strij
den voor en streven naar ideëele goederen
aanprees; en dat ten slotte de S. D. A. P.
zal groeien uithoofde van haar anti-gods
dienstig karakter.
Dit artikeltje werd overgenomen in ons
districtsblad „Maas en Scheidebode en kwam
zoo onder de oogen der redactie van „De
Ploeg", propaganda-orgaan voor de S. D. A. P.
in Zuid-Hollands-Westhoek.
Vlet dezelfde beminnelijke bescheidenheid,
dien kring eigen, verklaart dit blad al wat
we schreven voor onzin en vraagt bewijs.
Nu, daar zal een zware wijs op gaan. We
moeten eerlijk bekennen, dat het ons soms
moeite kost om v e rs t a n d i g e dingen
te verdedigenzoodat we heusch voor de eer
moeten bedanken om het goed recht van
onzin te verdedigen. Dat is nu eenmaal eigen
aan een ploeg, om de dingen van den ver
keerden kant te laten zien.
Er bestond voor ons dan ook geen reden
om aan dc beleefde uitnoodiging van „de
Ploeg" gevolg te geven. Te meer niet, om
dat het blad het grootste gedeelte van onzen
onzin stilletjes laat bezinken en slechts valt
over het historisch materialisme en het anti
godsdienstig karakter.
Waar nóg bijkomt, dal liet blad dc veel
zeggende vraag stelt:
„Hoeveel van die bcleeraarde arbeiders in
de S. D. A. P. zouden kunnen uitleggen wat
eigenlijk historisch materialisme is?"
Dat het aantal een bedroefd schijntje is,
geven we gaarne toe, maar we wisten niet,
dat zulks als een ideaal-toestand zou worden
beschouwd. We wisten ook niet, dat Marx
zóó gedesavoueerd zou worden, al hadden we
wel eens iets van het Leidsche program ge
hoord.
Alleen maar, als het blad een citaat geeft
van dr. Kuyper (we willen wedden, dat de
redactie het knipte uit een propagandaboekje
en noch wat er aan voorafging, nog wat
volgde, las!), dan merkten we slechts op, dat
het economisch socialisme productie en
distributie volgens het systeem van gemeen
schappelijke handeling nog iets anders
is dan het wijsgeerig stelsel van de sociaal
democratie.
Dat we voorts op het anti-godsdienstig
karakter der S. D. A. P. wezen, was mede
naar aanleiding van het Kerstartikel in het
„Volk", waarin smalend gezegd werd:
„Neen, geen zoetelijke leugen van vrede,
van welbehagen in de menschen, heden!
Geen geruststellende kletspraat, ook niet
in het gemoed van den enkeling".
En tegen welke spotternij blijkbaar door
niemand geprotesteerd werd.
Enka, die zulks nog wel eens deed, heeft
waarschijnlijk reeds ingezien, dat protesteeren
niets baten zal, omdat de pen nu eenmaal
schrijft, wat in hart en hoofd leeft.
We geven echter direct toe, dat er zelfs in
de S. D. A. P. een streven komt om „alleszins
als godsdienstig" te zijn. Doch een godsdien
stigheid, die buiten de Schrift omgaat en
waartegen te waarschuwen onze plicht is.
(N. H. Ct.).
'n Groot Afrikaner hart.
Ontroerend zijn de dingen, die de En-
gelsche censor laat doorgaan en uit Zuid-
Afrika tot ons komen.
Gisteren bevatten de bladen uitvoerige
mededeelingen over de terechtstelling van
een der leiders van het verzet, commandant
Fourie.
Aldus heeft hij zich voor den rechter ver
antwoord
„Ik wil weergeven waarom ik op de 16e
December 'n gewapende macht tegen de
britse troepen in 't veld had. Ik ben ge
boren Transvaler, geboren onder de repu
blikeinse vlag. In de laatste oorlog heb ik
tegen de Engelsche Regeering gevochten
totdat ik zwaar gewond in 't hospitaal
werd gebracht. Terwijl ik gevangen was
als 'n gewonde heeft 'n Engelsche officier
mij een blauwe wonde gestoten met een
revolver. Dat heeft mij geen lekker gevoel
tegenover de Engelsche natie doen vormen,
maar mijn eigen gevoel heb ik bedwongen
hopende dat de Engelschen met ons zou
den samenwerken om een voorspoedig
Zuid-Afrika te kunnen vormen. Deze toe
stand heeft eenige jaren geduurd en mijn
ondervinding is dat waar de Engelschen
een kans gekregen hebben om de gevoe
lens van de Afrikaners zeer te doen, daar
is dat hun 'n plezier geweest. En God
weet dat zij mij dikwijls in mijn hart ge
krenkt hebben. En ik daag eenige Engels
mannen uit' wanneer 't hem overkomt,
onder een andere natie te staan, en wan
neer zijn gevoelens in eenig opzicht wor
den gekrenkt om te zeggen dat ik een fout
heb gemaakt.
Toen er een tijd geleden sprake was van
oorlog in Duitsch Zuidwest, was ik een
van die personen, die er niet over geraasd
hebben, doch er toch tegen waren, want
ik kon niet inzien waarom onze Regeering
een oorlog zou verklaren tegen Duitschland
dat ons nooit eenig kwaad had gedaan. Ik
kon niet inzien waarom onze jonge Afri
kaners zouden vechten om de eer van En
geland op te houden; wanneer wij nagaan
van de Slachtersnek-moord, van de moord
aan de Bloedrivier in Nata! en de moord
op onze menschen te Pietretief gepleegd
door de kaffers onder aanvoering van En
gelsche officieren, wanneer ik denk aan de
30,000 vrouwen en kinderen die vermoord
zijn, zie ik niet in waarom ik Engelands
eer zou ophouden en daag ik eenige man
nen uit met de vinger op mij te wijzen en
te zeggen: je hebt een fout gemaakt.
ik weet dat de Regeering mij beschouwt
als een rebel, en teleurgesteld is over mij.
Ook ik ben teleurgesteld over de Regee
ring, die ik daar heb gesteld en waarvoor
ik mijn bloed heb opgeofferd. Er wordt
gesproken van gelijke rechten.
„10 October laatstleden was ik naar 'n
concert in 't Opera-gebouw gegaan, ge
geven ter nagedachtenis aan onze geachte
President Kruger op zijn verjaardag. In
plaats van muziek te hooren en aanspraken
over het leven van President Kruger, heb
ik daar vuile scheldwoorden gehoord, en
terwijl door een dominee'n openingsgebed
werd gedaan, is „Rule Brittannia" met
stokken door onze kelen afgestooten en
werden de dames met rotte eieren op het
platform gegooid. Als dit Britsche gelijk
heid is, dan wil ik daar niet onder leven,
dan is 't mij 'n groot;r eer hier te staan
als gevangene dan als 'n officier in het
Engelsche leger."
Commandant Fourie richt zich thans
hooger op en zegt met nadruk: „Wat ik
heb gedaan, deed ik met open oogen en
uit eigen vrije overtuiging. Ik ben zelfs
vandaag nog overtuigd dat God dit onrecht
niet zal gedoogen, en ik ben vandaag nog
overtuigd ervan, dat er nog menschen'ge
noeg in 't veld zijn om Zuid-Afrika te
redden."
Zijn verdediging heeft niet gebaat.
Ook het gratieverzoek zijner oude moeder,
zijner vrienden is ijdel geweest.
Commandant Fourie is reeds gedood.
Ziet hier, wat de Volksstem omtrent zijn
terechtstelling meldt
Naar wij vernemen, werd kapitein Fourie
Zaterdagavond te negen uur in zijn cel in
't Klachtenkantoor mededeeling gedaan van
't doodvonnis dat over hem was uitge
sproken. De beambte met deze kennisge
ving belast, trof de beklaagde slapende
aan. Hij werd wakker gemaakt en hem
werd toegevóegd Josef Fouri, you are to
be shot to-morrow morning at daybreak
(Jozef Fourie, ge zult morgen tegen dag-
breek worden doodgeschoten).
Hem werd toen gevraagd, of hij nog
eenige beschikkingen had te maken. Hij
verzocht o.a. ds. G. Neethling van Eloffs-
dal te mogen zien.
Dr. Davis kwam bij hem cn vroeg of hij
een slaapmiddel wilde toedienen. Fourie
weigerde. Hij verklaarde zijn laatste uren
te willen doorbrengen met zich voor te
bereiden tot den dood.
Te 9.30 kreeg ds. Neethling bericht,'dat
kapt. Fourie hem dringend wilde spreken.
Daar gekomen verklaarde Fourie ook ds.
Bosman te willen zien. Ds. Bosman kwam
onmiddellijk. Kapt. Fourie verzocht den
predikant zijn ouders te willen bekend
maken met het vonnis en hun te verzoe
ken bij hem den nacht in gebed te'willen
doorworstelen. Het verzoek om zijn broe
der, die in een cel naast hem zat, bij hem
toe te laten, werd toegestaan, aanvankelijk
voor vijf minuten, later voor tien jminuten
en toen er een hooge beambte verscheen,
werd deze tijd zelfs verlengd tot drie
kwartier.
Te twaalf uur werd komdt. Fourie in
gezelschap van ds. Neethling per motor
rijtuig naar de plaatselijke tronk (gevan
genis) overgebracht, waar ook de andere
krijgsgevangenen zijn ondergebracht. Deze
tronk is gelegen aan het groote pad van
het hospitaal. De cipier daar, die |zich zeer
menschelijk betoonde, vroeg of komdt.
Fourie nog iets wenschte. Fourie vroeg
een tafel en papier, omdat hij wilde schrij
ven. Heel den nacht heeft hij verder schrij
vende, biddende en pratende doorgebracht.
Gedurende den naeht praatte hij ook
met een der ambtenaren en vertelde hem
o.a.
„Nu moet ik sterven, omdat ik trouw
ben gebleven aan datgene waaronder ik
ben geboren en waarvoor ik altijd heb
gevochten. Geen genade wordt mij be
toond, hoewel ik toevalligerwijze de jon
gen was, die onder de witte vlag uitging
om de overgave van dr. Jameson te aan
vaarden, en nu is hij Sir Starr Jameson,
terwijl ik wordt doodgeschoten."
Tegen vijf uur hoorden comm. Fourie
en ds. Neethling buiten de cel 'n geraas.
Fourie zeideNou is hullie daar. Maar 't
bleek niet zoo te zijn. |Te kwart over vijf
eerst klonken orders buiten. Beiden be
grepen dat 't uur der terechtstelling was
aangebroken. Jozef Fourie stond op en
bad„O God, geef mij kracht, geeft mijn
moed. Het is wel met mij, help mij tot 't
einde toe"; en rustig wachtte hij af. Toen
trad de baljuw de cel binnen. Hij vroeg of
comm. Fourie eenige beschikkingen had
te maken. Fourie verzocht zijn lijk te
willen overgeven aan zijn familie, zoodat
hem 'n behoorlijke begrafenis kon'worden
verstrekt. De ambtenaar wees erop dat 't
doodvonnis onder de krijgswet werd vol
trokken, maar hij beloofde toch zooveel
mogelijk te zullen zorgen, dat aan zijn
verzoek werd voldaan.
Dr. Clarke, de tronk-geneesheer, weigerde
hij eenige medicijn. Alleen, zeide hij, zich
tot ds. Neethling keerende; Hul moet mij
toch niet in mijn gezicht skiet nie, ik het
'n groote afiikaner hart: daar is plek ge
noeg om mij te skiet".
Ds. Neethling verklaarde, toen 't tijd
werd om uit te gaan dat hij in delcelzou
blijven bidden voor Fouri, maar de com
mandant draaide zich Jom, keek hem aan
en zeide: „Ou vriend, jij is bij mij gewees
tot die laatste, sie mij nou ook af, dit sal
mij tot troos wees."
Ds. Neethling antwoordde: Zeker wil ik
dat doen, Fourie. En beiden stapten naast
elkaar de cel uit. Toen zij aan 't achter
deel van de tronk kwamen, waar 't vonnis
zou worden voltrokken, drukte Fourie de
predikant de hand en zeide alleen: Tot
weerziens. Dan ging hij op den stoel zit
ten, bond zich den blinddoek voor de oogen
en zong met vaste stem
„Als wij de doodsvallei betreên,
laat ons elk aardse vriend alleen',
Maar Hij, de beste vriend in nood,
verzelt ons over graf en dood.
Bij de laatste woordcTï' vielen de schoten
en Fourie was niet meer.
Geen oogenblik heert hij vrees of wan
kelmoedigheid betoond. Alleen wanneer hij
van zijn familie sprak of van zijn land en
volk, kwamen hem de tranen' in de oogen.
Hij ls onverschrokken, met volkomen ver
trouwen op God gestorven.
Op zijn groot afrikaner hart was plaats
genoeg om te schieten
Is het niet aangrijpend weemoedig
Wij weten de toekomst niet.
Maar dat groot afrikaner hart klopt nog
sterk bij veie boeren, niet het minst bij de
jongeren.
Als het zich straks vrij kan uilen dan
vreezen wij voor Engeland, schrijft de Rotter
dammer.
Inbrekers gesnapt. De anders in den avond
stille omgeving van de Lepelstraat en Zuid-
wal te 's-Gravenhage was Vrijdagavond ge
durende eenigen tijd het tooneel van opschud
ding. Politie-signaien weerklonken en zelfs
knalden eenige revolverschoten. Wat toch
was 't geval Voorbijgangers hadden in het
gemeenteschoolgebouw aar. de Lepelstraat een
zwak schijnsel van licht bemerkt. Zij vertrouw
den de zaak niet en deelden hun bevinding
mede aan een politiebeambte, die aanstonds
onderzoek instelde. Toen de politieman
het schoolgebouw kwam, kwamen daar
juist twee personen uit, die, zich ontdekt
ziende, ijlings het hazenpad kozen. De poli-
tiebeamte blies tot het verkrijgen van assis
tentie op zijn signaalhoorn, sommeerde de
vluchtelingen te blijven staan en loste om
hen schrik aan te jagen eenige revolverscho
ten in de lucht. Hh zette hen na en slaagde
in een hunner een paar straten verder te
arresteeren en naar het politiebureel aan de
Riviervischmarkt over te brengen.
De andere inbreker wist te ontsnappen
Lijk opgehaald. Zaterdag is te Hansweerd
het lijk opgehaald van een Belgische
vluchteling die Vrijdag, aldaar te water is
geraakt.
Door de duisternis misleid. Te Veenhui-
zen is Zaterdagavond door de duisternis mis
leid de verpleegde F. L. te water geraakt en
verdronken.
Motersloep tegen een mijn gevaren.
Gisternamiddag is een motorsloep van den
mijnenlegger Triton, der Kon. Nederland-
sche marine, op de Schelde, ter hoogte van
Nieuwesluis, bij Breskens, tegen een mijn
gevaren. De mijn ontplofte, en de sloep met
de vijf opvarendeneen officier en 4 minde
ren, werden ver weg geslingerd. De mannen
waren op slag dood.
De omgekomenen zijn: de luitenant ter zee
2e klasse L M. Luden, de korperaal-torpe-
dist B. J. de Jager, de zeemilicien-matroos
L. Reeman, de machinedrijver J. M. Grijp-
rooft en de zeemilicien A. L. C. van der
Elshout.
Uit Breskens wordt nader gemeld
Ongeveer half-één was de mijnenlegger
„Triton" uitgevaren om een mijnversperring
te lichten. Door den iaatsten storm waren
eenige mijnen losgeraakt. Ter hoogte van
het gehucht Nieuwesluis, ongeveer een uur
loopen Westwaarts van Breskens, stootte de
sloep op een der losgeraakte Jmijnen, waarop
een ontzettende ontploffing volgde en de
barkas onmiddelijk zonk.
Uit Vlissingen werd telefonisch om hulp
verzocht, en zeer spoedig verscheen er een
torpedoboot op de plaats van het ongeluk.
De lijken werden met deze boot naar Vlis
singen overgebracht. Op de torpedoboot
werd de Vlag halfstok geheschen. Te Vlis
singen heerschte groote consternatie.
De chef van den marinestaf deelt ons me
de, dat het ongeluk, dat gisteren op de Wes-
terscheide heeft plaats gehad, niet is ver
oorzaakt door het stooten op een drijvende
mijn, maar dat het ontploffen plaats had,
toen Hr. Ms. mijnenlegger Triton bezig was
met het periodiek verwisselen onzer eigen
mijnenversperringen.
Deze werkzaamheden welke tijdens den
geheelen duur der mobilisatie geregeld heb
ben plaats gehad, zijn uit den aard der zaak
niet geheel zonder gevaar, doch deze ver
wisseling geschied om zekerheid te houden,
dat de mijnen in goeden staat verkeeren cn
daardoor te voorkomen, dat later, bij defi
nitieve opruiming der versperringen, de kans.
op ontijdige ontploffing veel grooter is.
Een oolljkerd. Bij liet Steuncomité 1914 te
Grave heeft zich liet hoofd van een bede
laarsfamilie vervoegd, verzoekende om steun,
daar hij door de tijdsomstandigheden zeer
geleden had, daar de boeren tengevolge van
den oorlog veel minder gaven dan vroeger.
Verder merkte hij nog op, dat het comité
ook in aanmerking moest nemen, dat zijn
arbeidsveld, doordat de Beersche Maas de
toegangswegen naar Grave onder water had
gezet, zeer ingekrompen was.
Een ontrouwe besteller. Te Hengelo is
Dinsdag F., besteller bij de H. IJ. S. M., ge
arresteerd, als verdacht van verduistering,
diefstal en valschheld in geschrifte.
E»n veldwachter mishandeld. Maandag
middag zaten eenige landweermannen in het
café Hartgen, op het Eiland te Almelo. De
landverdedigers waren buitengewoon luid
ruchtig, een luidruchtigheid, die niet in over
eenstemming was met militaire tucht en
discipline. Zij werden daarom door den rijks
veldwachter-brigadier-titulair De Jong ver
maand tot een meer rustig samenzijn.
Deze vermaning deed bij twee hunner, gebr.
Perik, een oorlogszuchtige stemming ontwa
ken. Ze grepen den veldwachter aan en mis
handelden hem. Een der oogen was geheel
gezwollen, terwijl het hoofd bovendien een
viertal bloedende wonden vertoonde. De aan
vallers werden tenslotte overmeesterd en zul
len waarschijnlijk wel geen aangename herin
nering krijgen aan hun vrijen Maandagmid
dag. („Tel.")
Een Zeppelin boven Sneek. Men meldt uit
Sneek
Woensdagnacht verscheen om 12*/4 uur
een Zeppelin boven Sneek en kruiste een
half uur lang boven de stad. Daarna ver
dween het luchtschip in noörpelijke richting.
Brieven naar Engeland. In een brief uit
Engeland vond de Nieuwe Ct. een blijkbaar
door den cencor ingesloten gedrukt papiertje
met het volgende advies, dat voor lezers
die met Engeland correspondeeren, van be
lang kan zijn:
Letters are more likely to pass the
Cencor expeditiously if they ane short
and ciearly written.
(Brieven hebben meer kans om door den
cencor spoedig te worden doorgezonden, als
zij kort en duidelijk geschreven zijn.)
Kolenaanvoer te IJmuiden. Verscheidene
met kolen beladen lichters zijn reeds te IJ
muiden aangekomen of nog onderweg der
waarts.
Terwijl men vroeger voor de stoomtraw
lers kolen uit Zuid-Duitschland betrok (Rijn
provincies) komen nu veel kolen, n.l. bri
ketten, uit noord-Duitschland. Veel vaartui
gen zijn nu op weg van Emden naar IJmui
den met briketten.
DIB KSLAND.
S>
Hei; adres voor Beton en gewapend
ilcfOB*, Eindstukken, Varkens- en
drinkbakken, Cementen Hei ingen,
enz enz. 79S5
Aanbevelend,
Straatdgk niHStSLjlND
Niets is er waar uwe Varkens beter
van groeien, dan van mijn 8064
n
t 13.54> per 100 K.G. franco station bij
J. U WE*li B&EW
flMrksland
is voortaan de
Dsee Coa
JLboimem
Buitenlui
Afzonder
Evenals vorige jaren kan ik U weder een
flinke sorteering HEEREN- EN KINDEROVER
JASSEN, WOLLEN en GEBREIDE GOEDEREN,
LAKEN- en TRICOTROKKEN, HEEREN- en
DAMESHANDSCHOENEN, CHAALS, WOL
LEN DOEKEN enz. voorleggen.
Groote sorteering gemaakte WERKMANS
GOEDEREN. Beslist de LAAGSTE prijzen en
de NIEUWSTE modellen. 8733
U tot een bezoek uitnoodigende,
Dit
rr«
ff CT lijllu.i.
Steeds ve.' krijgbaar tegen cor.cur-
reerende prijzen en met volle garantie
HEERENRIJWIELEN f&».—
DAMESRIJWIELEN i Ai».—
Voorts: alle onderdeelen.
Adres J. VINK Ouddorp en A.VAN
l-ER HAM Middelharnïs. 8369
Deze na,
in een land
briek, zegt
gel duideli
./^nen n.l. or
G' j w-t I
reau te Er
men de kut
betrekt. Voi
staat er sle|
Het is ev
ling, en nil
van, welke
der hen, dii
dat wezen,
van, meern
geweest in
traal Burea
Handelsinstj
het laatste;
werkelijkhe]
andere ten
Daar is
dat het Cei|
een valsche
is niet alle
maar ook
sedert jarej
De groote
zij door hel
en aan hel
/^«zekere redi
-'/et het sd
Bureau, en|
kend zijn.
Dat evel
meerderheid
kende, in
jnstelling
Phfltograaf,
verhuisd van DIERGAARDELAAN 36
naar
verkiest voor haar Salon voor Scheeren en
Haarsnijden het door ieder aanbevolen adres
van 8315
Coiffeur, Zandpad Middelharnïs, nabij de
Gasfabriek.
Bijzonder ingericht voor de leverantie van
SCHEERMESSEN vanaf ƒ2,- tot f4,- enz.
5$. P|jleveld, middelbar»is.
Groenten-,Bioen-en Boonakweeker||
BIEDT AANAlle soorten Appel-, Peren-,
Pruimen-, Morellen-, Perzik- en Druiven-
boomen in vele soorten en vormen. Zwarte,
roode en witte bessen. 8132
Vele soorten Sier- en Bloemheesters,
Stam-, Klim- en Struikrozen. Haagplantsoen,
vaste Bloemplanten enz. enz.
Aanleg van Boomgaard, Sier- en Vruch-
tentuinen. Voor hergroei wordt ingestaan.
Planten en begrooting gratis.
kU
5)
Plots als
in één de:
daar, met
aangeslagei
Dan klin
Mei tran
Het ko
O, Akked
Zooveq
Wij keer
En sta|
En vaakj
Een st
ls al dat
En ste
Neen, Hi
Gij
Geeft or
Wat
En laat
Ons
Ingespan
voor woon
„Geef or
Gij verkon
terwijl hij
„Ja, mat
juist weet
,,'t Is ze
hij dan. Et
naar voreq
stand na.
Een laai
Hij weet
waar miss
Was het d;
- M