B. BOTH, Tw j. van Dorp, It L H n I !i. HOORDIJK OPENING eerste ÖIÜERËi der maand a if lit ['lit Advertentien F Zi 2 SCEIIIABE 111" WZ. ROTTERDAM. HET PUBLIEK i GEMENGD NIEUWS. NAJAAR en WINTERSEIZOEN X v J. van der Voorde, Tandarts legensfaury Oeslint I ill Mi. 1,1 &i i\ ConcnrreereDde prijzen Vraagt prijsopgaaf. 8281 7) in hut Hotel MEIJER te sprefcen. - tfPV! - if-J'' «V LP 'f'fl |i i£ |i| ï^r. Si BftH i koud laten. Maar de daad van dezen „Neder lander" raakt ons geheele volk en behoort gedesavoueerd te worden. Waarlijk van den man vol levenservaring hadden we niet verwacht, dat hij zoo op- vliegerig zou zijn. 't Is te wenschen dat der gelijke vriendelijkheden slechts in vertrou welijk gesprek en niet per open briefkaart geëxpediëerd worden. (N. H. Ct.) Ook een bidstond. Wij lezen in „De (Amerikaansche) Wach ter" Midden in het schoonste en meest histo rische van Parijs staat een groote Dom. De Dom draagt den naam van „Hotel des In valides." Het vergulde koepeldak schittert u vanuit de straten, parken en boulevards in den omtrek gedurig tegen. Als ge het breede voorplein van dezen Dom zijt over gegaan komt gij langs breede hooge mar meren trappen in den Dom. Binnen is liet eene groote wit-marmeren ronde ruimte. Ge gaat weer wit marmeren trappen op en komt op de galerij, gemaakt van dezelfde smet- looze steen. De galerij loopt geheel rond de binnenruimte van den Dom. Over de mar meren balustrade van de galerij heenziende, ziet gij beneden als in het ruim van een kerk. Doch in dat eveneens wit-marmeren ruim staat niets dan een rood-marmeren sar- cophaag. Vijf of zesmaal zoo groot als de doodkisten waarin wij onze dooden begra ven. De sarcophaag staat op een breed, even eens rood-marmeren voetstuk. In die sarco phaag ligt het lijk van Napoleon. Napoleon, die bijna heel Europa aan Frankrijk's voet deed knielen. Met betrekking tot dien Dom en die sar cophaag lazen wij dezer dagen een eenvou dig bericht, dat toch o zooveel zegt. Het bericht luidde ongeveer als volgt„De stra ten van Parijs zijn verlaten. Al de groote magazijnen zijn gesloten en de kleine win kels hebben de venster» dicht gedaan. De trams gaan niet meer. Gij kunt voor geld noch goede woorden een taxi krijgen. De restaurants die nog open zijn, zijn eenzaam. Daar was nauwelijks een handvol wandelaars in het Bois. (Bois beteekent het „Bosch", het Bois de Boulogne een groot park, waar men anders op de hoofdwegen des namiddags wegens de drukte van outo's en equipage's en wandelaars haast niet gaan kan). Maar buiten en binnen het Hotel des Invalides is het vol van menschen; zij verdringen zich rondom het graf van Napoleon. Alleen daar is het, dat men thans in Parijs menschen ziet samengestroomd. Zij zingen niet. Daar worden ook geen redevoeringen gehouden. Neen, alleen komen zij daar en meestal in groepen, om stil vóór de sarcophaag te staan. En eiken dag weer aan. Den geheelen dag door. Tot laat in den avond. Zij komen, het volk van Parijs, tot het graf van Napoleon." Spreekt uit dat bericht niet iets als boek- deelen. Daar aan den horizon staat Frank rijk's vijand. Daar sterven Frankrijk's dap pere mannen. Frankrijk weet het dat zijn bestaan aan een draad hangt. Het hart des volks krimpt van weedom en angst ineen. Aan Napoleon's graf en in de herinnering aan wat Napoleon deed, gaat men nu troost zoeken. Kon Napoleon maar opstaan uitzijn grafHij zou verlossing gevenHij zou Frankrijk weer groot maken! Zie daar „bij die menigte Frankrijk's bid stond. Eens stond Frankrijk op het punt een Ge reformeerde Natie te worden. Bijna de helft van het volk. was gereformeerd. Het Gere formeerde geloof bloeide en nam toe. Heer lijk en beslist. Onder leiding der Calvijn's, der Beza's der Coligny's en van zoovele an dere edele en godvruchtige mannen. Maar Frankrijk heeft de Gereformeerden uitgeroeid. Bloedig en moorddadig. Niet heel ver van den Dom is het Lauvre met het venster, waaruit de koning het eerste schot loste in dien bloedigen nacht op zijn gereformeerde onderdanen. Dit venster ziet uit op den Dom. En vlak bij dat venster dc klok van St. Ger main, die het sein gaf voor dien gruwelijken moord van den St. Bartholoineusnacht. Frankrijk heeft zich toen geworpen in de macht van Rome. En daarna in die van de Revolutie. Ziedaar die Obelisk, links van het Louvre, daar stond de guillotine, waar bloedde al wat niet voor de revolutie boog. En wel keerde Frankrijk van die uitspat tingen terug, maar de geest bleef. Viviani, een van de ministers van het Frankrijk van onze dagen zeide het immers nog slechts eenige jaren geleden, dat Frankrijk „de lich ten aan den Hemel uitgedoofd had." Dus van die zijde geen heil meer verwachtte. En zoo zoekt men het dan nu op de aar de. In de dingen der aarde. In vreugd en genot, in eten en drinken. En als ernstige tijden komen, geen toevlucht naar boven. In •tomme smart dan bij het graf van Napoleon gekropen. Kon hij maar terug komenMaar hij komt niet weer. Treurige bidstond Arm volk! Zij hebben Mij verlaten, wat toevlucht zou den zij dan hebben," zegt de Heere. De aardbeving. Zoo met beslistheid sprak Jezus het uit, dat er ontzettende tijden aanstaande waren waarin men hooren zou „van oorlogen en beroerten, dat het ééne volk tegen het an dere zou opstaan, en het ééne Koninkrijk, tegen het andere Koninkrijk, en dat er zullen wezen groote aardbevingen(Luk. 21:9—11). Die bange combinatie van bangen oorlog en groote aardbeving is alzoo geen vinding van verdoofde fantasie, maar stellige voor zegging van den Christus. En zie, nu waren de oorlogen en beroerten op zoo zeldzaam uitgebreide schaal gekomen, alleen de aard beving was er nog niet. Totdat ook die ons nu plotseling in Italië ver schrikken kwam, en dat wel met een fataliteit die dertig duizend personen bezwijken deed. Zelfs de geologen van Italië èrkennen, dat de ramp van Messina, die nog ieder heugt er klein bij lijkt. De beving en ontsluiting van de aarde moet bij Avezzona zoo verrassend in een enkele seconde den bodem hebben doen wegzinken, dat aan geen redden meer te denken viel. Een natuur-ramp die reeds op zich zelf verbijsterd zou geweest zijn, maar die thans te midden van dezen hartverscheu- renden oorlogstoestand, ons nog te dieper gevoelen doet, hoe de ontzettendste levens ernst van allen kant op ons aandringt. Zeker, op zichzelf behoeft er geen ver band te bestaan. Een stuk historie in onze menschenwereld kan geheel afgescheiden blijven van wat in de natuur tot eene cata strophe leidt. Maar vast staat desniettemin, dat er blijkens stellige aanwijzing in Gods Woord, meer dan eens verband tusschen zulk een natuurramp en de heilige historie bestaan heeft, en even beslist sprak Jezus het uit. dat dit ook bij het naderen der Voleinding zoo zijn zou. Vandaar de geheel natuurlijke indruk, die in geloovige kringen ook nu weer doordeze aardbeving gemaakt is. Het is opnieuw een sterk-sprekend tee- ken, dat ons uit onze valsche ruste op doet schrikken. Mogen ook de sprake die van dit teeken uitgaat onder ons worden verstaan. (Standaard.) Al te groote ijver. Het tijdschrift „De Oorlogsspion" bevatte onlangs een plaat, voorstellende een Duitsch soldaat, den voet zettend op een vrouw Belgia. Hiermee doelend op de zware lasten, die door de Duitschers aan Belgische ge meenten worden opgelegd. De politie-autoriteiten namen er aanstoot aan en in Den Haag en Rotterdam werd den boekhandelaars verboden, exemplaren van dat nummer uit de stallen. Goed zoo! De censuur moest nog veel strenger zijn. Zooals „De Telegraaf" door woord en beeld den volksgeest tegen Duitschland poogt op te zetten, is meer dan ergerlijk. En sedert de heer Vliegen op een open briefkaart zijn partijgenoot Dr. Weill geluk- wenschte met diens overgaan naar het Fran- sche leger, schijnt het noodig te worden om ook op de post controle te oefenen. Konden wij er nu in zien een poging om de vijandige gezindheid der Franschen je gens ons land weg te nemen, welke vooral in 't begin van den strijd tamelijk sterk was, wij! zij meenden, dat wij de Duitschers door ons Limburg hadden laten trekken Maar zóó is het blijkbaar niet bedoeld Wij denken aan een anti-Duitsch hoofd artikel, begin Augustus in „Het Volk" ver schenen, dat kort daarop door het Partijbe stuur werd ingetrokken misschien afkom stig uit dezelfde pen? In Frankrijk is men wel met de briefkaart van den heer Vliegen ingenomen, maar in Duitschland?. .Reeds liet de „Vorwarts", het blad van de Duitsche socialisten, een woord van protest hooren. Een weinig meer besef van verantwoor delijkheid 'had toch wel van een Kamerlid en wethouder van Amsterdam mogen wor den verwacht. Kleine onvoorzichtigheden kunnen groote onheilen tengevolge hebben. (De Graafschapper.) Toch christen-socialist. We schreven eenige dagen geleden een stuksken over de Onzekerheid in de S. D. A. P. Hierin brachten we enkele algemeene waar heden naar vorendat er onzekerheid is in dien kring; dat de principiëelen niet tevreden zijn (actie-Kuyper c.s.); dat de Internationale ineenstortte; dat Mr. Troelstra zijn volgelin gen poogde op te voeden in het historisch anaterialisme, maar in zijn Kerstrede het strij den voor en streven naar ideëele goederen aanprees; en dat ten slotte de S. D. A. P. zal groeien uithoofde van haar anti-gods dienstig karakter. Dit artikeltje werd overgenomen in ons districtsblad „Maas en Scheidebode en kwam zoo onder de oogen der redactie van „De Ploeg", propaganda-orgaan voor de S. D. A. P. in Zuid-Hollands-Westhoek. Vlet dezelfde beminnelijke bescheidenheid, dien kring eigen, verklaart dit blad al wat we schreven voor onzin en vraagt bewijs. Nu, daar zal een zware wijs op gaan. We moeten eerlijk bekennen, dat het ons soms moeite kost om v e rs t a n d i g e dingen te verdedigenzoodat we heusch voor de eer moeten bedanken om het goed recht van onzin te verdedigen. Dat is nu eenmaal eigen aan een ploeg, om de dingen van den ver keerden kant te laten zien. Er bestond voor ons dan ook geen reden om aan dc beleefde uitnoodiging van „de Ploeg" gevolg te geven. Te meer niet, om dat het blad het grootste gedeelte van onzen onzin stilletjes laat bezinken en slechts valt over het historisch materialisme en het anti godsdienstig karakter. Waar nóg bijkomt, dal liet blad dc veel zeggende vraag stelt: „Hoeveel van die bcleeraarde arbeiders in de S. D. A. P. zouden kunnen uitleggen wat eigenlijk historisch materialisme is?" Dat het aantal een bedroefd schijntje is, geven we gaarne toe, maar we wisten niet, dat zulks als een ideaal-toestand zou worden beschouwd. We wisten ook niet, dat Marx zóó gedesavoueerd zou worden, al hadden we wel eens iets van het Leidsche program ge hoord. Alleen maar, als het blad een citaat geeft van dr. Kuyper (we willen wedden, dat de redactie het knipte uit een propagandaboekje en noch wat er aan voorafging, nog wat volgde, las!), dan merkten we slechts op, dat het economisch socialisme productie en distributie volgens het systeem van gemeen schappelijke handeling nog iets anders is dan het wijsgeerig stelsel van de sociaal democratie. Dat we voorts op het anti-godsdienstig karakter der S. D. A. P. wezen, was mede naar aanleiding van het Kerstartikel in het „Volk", waarin smalend gezegd werd: „Neen, geen zoetelijke leugen van vrede, van welbehagen in de menschen, heden! Geen geruststellende kletspraat, ook niet in het gemoed van den enkeling". En tegen welke spotternij blijkbaar door niemand geprotesteerd werd. Enka, die zulks nog wel eens deed, heeft waarschijnlijk reeds ingezien, dat protesteeren niets baten zal, omdat de pen nu eenmaal schrijft, wat in hart en hoofd leeft. We geven echter direct toe, dat er zelfs in de S. D. A. P. een streven komt om „alleszins als godsdienstig" te zijn. Doch een godsdien stigheid, die buiten de Schrift omgaat en waartegen te waarschuwen onze plicht is. (N. H. Ct.). 'n Groot Afrikaner hart. Ontroerend zijn de dingen, die de En- gelsche censor laat doorgaan en uit Zuid- Afrika tot ons komen. Gisteren bevatten de bladen uitvoerige mededeelingen over de terechtstelling van een der leiders van het verzet, commandant Fourie. Aldus heeft hij zich voor den rechter ver antwoord „Ik wil weergeven waarom ik op de 16e December 'n gewapende macht tegen de britse troepen in 't veld had. Ik ben ge boren Transvaler, geboren onder de repu blikeinse vlag. In de laatste oorlog heb ik tegen de Engelsche Regeering gevochten totdat ik zwaar gewond in 't hospitaal werd gebracht. Terwijl ik gevangen was als 'n gewonde heeft 'n Engelsche officier mij een blauwe wonde gestoten met een revolver. Dat heeft mij geen lekker gevoel tegenover de Engelsche natie doen vormen, maar mijn eigen gevoel heb ik bedwongen hopende dat de Engelschen met ons zou den samenwerken om een voorspoedig Zuid-Afrika te kunnen vormen. Deze toe stand heeft eenige jaren geduurd en mijn ondervinding is dat waar de Engelschen een kans gekregen hebben om de gevoe lens van de Afrikaners zeer te doen, daar is dat hun 'n plezier geweest. En God weet dat zij mij dikwijls in mijn hart ge krenkt hebben. En ik daag eenige Engels mannen uit' wanneer 't hem overkomt, onder een andere natie te staan, en wan neer zijn gevoelens in eenig opzicht wor den gekrenkt om te zeggen dat ik een fout heb gemaakt. Toen er een tijd geleden sprake was van oorlog in Duitsch Zuidwest, was ik een van die personen, die er niet over geraasd hebben, doch er toch tegen waren, want ik kon niet inzien waarom onze Regeering een oorlog zou verklaren tegen Duitschland dat ons nooit eenig kwaad had gedaan. Ik kon niet inzien waarom onze jonge Afri kaners zouden vechten om de eer van En geland op te houden; wanneer wij nagaan van de Slachtersnek-moord, van de moord aan de Bloedrivier in Nata! en de moord op onze menschen te Pietretief gepleegd door de kaffers onder aanvoering van En gelsche officieren, wanneer ik denk aan de 30,000 vrouwen en kinderen die vermoord zijn, zie ik niet in waarom ik Engelands eer zou ophouden en daag ik eenige man nen uit met de vinger op mij te wijzen en te zeggen: je hebt een fout gemaakt. ik weet dat de Regeering mij beschouwt als een rebel, en teleurgesteld is over mij. Ook ik ben teleurgesteld over de Regee ring, die ik daar heb gesteld en waarvoor ik mijn bloed heb opgeofferd. Er wordt gesproken van gelijke rechten. „10 October laatstleden was ik naar 'n concert in 't Opera-gebouw gegaan, ge geven ter nagedachtenis aan onze geachte President Kruger op zijn verjaardag. In plaats van muziek te hooren en aanspraken over het leven van President Kruger, heb ik daar vuile scheldwoorden gehoord, en terwijl door een dominee'n openingsgebed werd gedaan, is „Rule Brittannia" met stokken door onze kelen afgestooten en werden de dames met rotte eieren op het platform gegooid. Als dit Britsche gelijk heid is, dan wil ik daar niet onder leven, dan is 't mij 'n groot;r eer hier te staan als gevangene dan als 'n officier in het Engelsche leger." Commandant Fourie richt zich thans hooger op en zegt met nadruk: „Wat ik heb gedaan, deed ik met open oogen en uit eigen vrije overtuiging. Ik ben zelfs vandaag nog overtuigd dat God dit onrecht niet zal gedoogen, en ik ben vandaag nog overtuigd ervan, dat er nog menschen'ge noeg in 't veld zijn om Zuid-Afrika te redden." Zijn verdediging heeft niet gebaat. Ook het gratieverzoek zijner oude moeder, zijner vrienden is ijdel geweest. Commandant Fourie is reeds gedood. Ziet hier, wat de Volksstem omtrent zijn terechtstelling meldt Naar wij vernemen, werd kapitein Fourie Zaterdagavond te negen uur in zijn cel in 't Klachtenkantoor mededeeling gedaan van 't doodvonnis dat over hem was uitge sproken. De beambte met deze kennisge ving belast, trof de beklaagde slapende aan. Hij werd wakker gemaakt en hem werd toegevóegd Josef Fouri, you are to be shot to-morrow morning at daybreak (Jozef Fourie, ge zult morgen tegen dag- breek worden doodgeschoten). Hem werd toen gevraagd, of hij nog eenige beschikkingen had te maken. Hij verzocht o.a. ds. G. Neethling van Eloffs- dal te mogen zien. Dr. Davis kwam bij hem cn vroeg of hij een slaapmiddel wilde toedienen. Fourie weigerde. Hij verklaarde zijn laatste uren te willen doorbrengen met zich voor te bereiden tot den dood. Te 9.30 kreeg ds. Neethling bericht,'dat kapt. Fourie hem dringend wilde spreken. Daar gekomen verklaarde Fourie ook ds. Bosman te willen zien. Ds. Bosman kwam onmiddellijk. Kapt. Fourie verzocht den predikant zijn ouders te willen bekend maken met het vonnis en hun te verzoe ken bij hem den nacht in gebed te'willen doorworstelen. Het verzoek om zijn broe der, die in een cel naast hem zat, bij hem toe te laten, werd toegestaan, aanvankelijk voor vijf minuten, later voor tien jminuten en toen er een hooge beambte verscheen, werd deze tijd zelfs verlengd tot drie kwartier. Te twaalf uur werd komdt. Fourie in gezelschap van ds. Neethling per motor rijtuig naar de plaatselijke tronk (gevan genis) overgebracht, waar ook de andere krijgsgevangenen zijn ondergebracht. Deze tronk is gelegen aan het groote pad van het hospitaal. De cipier daar, die |zich zeer menschelijk betoonde, vroeg of komdt. Fourie nog iets wenschte. Fourie vroeg een tafel en papier, omdat hij wilde schrij ven. Heel den nacht heeft hij verder schrij vende, biddende en pratende doorgebracht. Gedurende den naeht praatte hij ook met een der ambtenaren en vertelde hem o.a. „Nu moet ik sterven, omdat ik trouw ben gebleven aan datgene waaronder ik ben geboren en waarvoor ik altijd heb gevochten. Geen genade wordt mij be toond, hoewel ik toevalligerwijze de jon gen was, die onder de witte vlag uitging om de overgave van dr. Jameson te aan vaarden, en nu is hij Sir Starr Jameson, terwijl ik wordt doodgeschoten." Tegen vijf uur hoorden comm. Fourie en ds. Neethling buiten de cel 'n geraas. Fourie zeideNou is hullie daar. Maar 't bleek niet zoo te zijn. |Te kwart over vijf eerst klonken orders buiten. Beiden be grepen dat 't uur der terechtstelling was aangebroken. Jozef Fourie stond op en bad„O God, geef mij kracht, geeft mijn moed. Het is wel met mij, help mij tot 't einde toe"; en rustig wachtte hij af. Toen trad de baljuw de cel binnen. Hij vroeg of comm. Fourie eenige beschikkingen had te maken. Fourie verzocht zijn lijk te willen overgeven aan zijn familie, zoodat hem 'n behoorlijke begrafenis kon'worden verstrekt. De ambtenaar wees erop dat 't doodvonnis onder de krijgswet werd vol trokken, maar hij beloofde toch zooveel mogelijk te zullen zorgen, dat aan zijn verzoek werd voldaan. Dr. Clarke, de tronk-geneesheer, weigerde hij eenige medicijn. Alleen, zeide hij, zich tot ds. Neethling keerende; Hul moet mij toch niet in mijn gezicht skiet nie, ik het 'n groote afiikaner hart: daar is plek ge noeg om mij te skiet". Ds. Neethling verklaarde, toen 't tijd werd om uit te gaan dat hij in delcelzou blijven bidden voor Fouri, maar de com mandant draaide zich Jom, keek hem aan en zeide: „Ou vriend, jij is bij mij gewees tot die laatste, sie mij nou ook af, dit sal mij tot troos wees." Ds. Neethling antwoordde: Zeker wil ik dat doen, Fourie. En beiden stapten naast elkaar de cel uit. Toen zij aan 't achter deel van de tronk kwamen, waar 't vonnis zou worden voltrokken, drukte Fourie de predikant de hand en zeide alleen: Tot weerziens. Dan ging hij op den stoel zit ten, bond zich den blinddoek voor de oogen en zong met vaste stem „Als wij de doodsvallei betreên, laat ons elk aardse vriend alleen', Maar Hij, de beste vriend in nood, verzelt ons over graf en dood. Bij de laatste woordcTï' vielen de schoten en Fourie was niet meer. Geen oogenblik heert hij vrees of wan kelmoedigheid betoond. Alleen wanneer hij van zijn familie sprak of van zijn land en volk, kwamen hem de tranen' in de oogen. Hij ls onverschrokken, met volkomen ver trouwen op God gestorven. Op zijn groot afrikaner hart was plaats genoeg om te schieten Is het niet aangrijpend weemoedig Wij weten de toekomst niet. Maar dat groot afrikaner hart klopt nog sterk bij veie boeren, niet het minst bij de jongeren. Als het zich straks vrij kan uilen dan vreezen wij voor Engeland, schrijft de Rotter dammer. Inbrekers gesnapt. De anders in den avond stille omgeving van de Lepelstraat en Zuid- wal te 's-Gravenhage was Vrijdagavond ge durende eenigen tijd het tooneel van opschud ding. Politie-signaien weerklonken en zelfs knalden eenige revolverschoten. Wat toch was 't geval Voorbijgangers hadden in het gemeenteschoolgebouw aar. de Lepelstraat een zwak schijnsel van licht bemerkt. Zij vertrouw den de zaak niet en deelden hun bevinding mede aan een politiebeambte, die aanstonds onderzoek instelde. Toen de politieman het schoolgebouw kwam, kwamen daar juist twee personen uit, die, zich ontdekt ziende, ijlings het hazenpad kozen. De poli- tiebeamte blies tot het verkrijgen van assis tentie op zijn signaalhoorn, sommeerde de vluchtelingen te blijven staan en loste om hen schrik aan te jagen eenige revolverscho ten in de lucht. Hh zette hen na en slaagde in een hunner een paar straten verder te arresteeren en naar het politiebureel aan de Riviervischmarkt over te brengen. De andere inbreker wist te ontsnappen Lijk opgehaald. Zaterdag is te Hansweerd het lijk opgehaald van een Belgische vluchteling die Vrijdag, aldaar te water is geraakt. Door de duisternis misleid. Te Veenhui- zen is Zaterdagavond door de duisternis mis leid de verpleegde F. L. te water geraakt en verdronken. Motersloep tegen een mijn gevaren. Gisternamiddag is een motorsloep van den mijnenlegger Triton, der Kon. Nederland- sche marine, op de Schelde, ter hoogte van Nieuwesluis, bij Breskens, tegen een mijn gevaren. De mijn ontplofte, en de sloep met de vijf opvarendeneen officier en 4 minde ren, werden ver weg geslingerd. De mannen waren op slag dood. De omgekomenen zijn: de luitenant ter zee 2e klasse L M. Luden, de korperaal-torpe- dist B. J. de Jager, de zeemilicien-matroos L. Reeman, de machinedrijver J. M. Grijp- rooft en de zeemilicien A. L. C. van der Elshout. Uit Breskens wordt nader gemeld Ongeveer half-één was de mijnenlegger „Triton" uitgevaren om een mijnversperring te lichten. Door den iaatsten storm waren eenige mijnen losgeraakt. Ter hoogte van het gehucht Nieuwesluis, ongeveer een uur loopen Westwaarts van Breskens, stootte de sloep op een der losgeraakte Jmijnen, waarop een ontzettende ontploffing volgde en de barkas onmiddelijk zonk. Uit Vlissingen werd telefonisch om hulp verzocht, en zeer spoedig verscheen er een torpedoboot op de plaats van het ongeluk. De lijken werden met deze boot naar Vlis singen overgebracht. Op de torpedoboot werd de Vlag halfstok geheschen. Te Vlis singen heerschte groote consternatie. De chef van den marinestaf deelt ons me de, dat het ongeluk, dat gisteren op de Wes- terscheide heeft plaats gehad, niet is ver oorzaakt door het stooten op een drijvende mijn, maar dat het ontploffen plaats had, toen Hr. Ms. mijnenlegger Triton bezig was met het periodiek verwisselen onzer eigen mijnenversperringen. Deze werkzaamheden welke tijdens den geheelen duur der mobilisatie geregeld heb ben plaats gehad, zijn uit den aard der zaak niet geheel zonder gevaar, doch deze ver wisseling geschied om zekerheid te houden, dat de mijnen in goeden staat verkeeren cn daardoor te voorkomen, dat later, bij defi nitieve opruiming der versperringen, de kans. op ontijdige ontploffing veel grooter is. Een oolljkerd. Bij liet Steuncomité 1914 te Grave heeft zich liet hoofd van een bede laarsfamilie vervoegd, verzoekende om steun, daar hij door de tijdsomstandigheden zeer geleden had, daar de boeren tengevolge van den oorlog veel minder gaven dan vroeger. Verder merkte hij nog op, dat het comité ook in aanmerking moest nemen, dat zijn arbeidsveld, doordat de Beersche Maas de toegangswegen naar Grave onder water had gezet, zeer ingekrompen was. Een ontrouwe besteller. Te Hengelo is Dinsdag F., besteller bij de H. IJ. S. M., ge arresteerd, als verdacht van verduistering, diefstal en valschheld in geschrifte. E»n veldwachter mishandeld. Maandag middag zaten eenige landweermannen in het café Hartgen, op het Eiland te Almelo. De landverdedigers waren buitengewoon luid ruchtig, een luidruchtigheid, die niet in over eenstemming was met militaire tucht en discipline. Zij werden daarom door den rijks veldwachter-brigadier-titulair De Jong ver maand tot een meer rustig samenzijn. Deze vermaning deed bij twee hunner, gebr. Perik, een oorlogszuchtige stemming ontwa ken. Ze grepen den veldwachter aan en mis handelden hem. Een der oogen was geheel gezwollen, terwijl het hoofd bovendien een viertal bloedende wonden vertoonde. De aan vallers werden tenslotte overmeesterd en zul len waarschijnlijk wel geen aangename herin nering krijgen aan hun vrijen Maandagmid dag. („Tel.") Een Zeppelin boven Sneek. Men meldt uit Sneek Woensdagnacht verscheen om 12*/4 uur een Zeppelin boven Sneek en kruiste een half uur lang boven de stad. Daarna ver dween het luchtschip in noörpelijke richting. Brieven naar Engeland. In een brief uit Engeland vond de Nieuwe Ct. een blijkbaar door den cencor ingesloten gedrukt papiertje met het volgende advies, dat voor lezers die met Engeland correspondeeren, van be lang kan zijn: Letters are more likely to pass the Cencor expeditiously if they ane short and ciearly written. (Brieven hebben meer kans om door den cencor spoedig te worden doorgezonden, als zij kort en duidelijk geschreven zijn.) Kolenaanvoer te IJmuiden. Verscheidene met kolen beladen lichters zijn reeds te IJ muiden aangekomen of nog onderweg der waarts. Terwijl men vroeger voor de stoomtraw lers kolen uit Zuid-Duitschland betrok (Rijn provincies) komen nu veel kolen, n.l. bri ketten, uit noord-Duitschland. Veel vaartui gen zijn nu op weg van Emden naar IJmui den met briketten. DIB KSLAND. S> Hei; adres voor Beton en gewapend ilcfOB*, Eindstukken, Varkens- en drinkbakken, Cementen Hei ingen, enz enz. 79S5 Aanbevelend, Straatdgk niHStSLjlND Niets is er waar uwe Varkens beter van groeien, dan van mijn 8064 n t 13.54> per 100 K.G. franco station bij J. U WE*li B&EW flMrksland is voortaan de Dsee Coa JLboimem Buitenlui Afzonder Evenals vorige jaren kan ik U weder een flinke sorteering HEEREN- EN KINDEROVER JASSEN, WOLLEN en GEBREIDE GOEDEREN, LAKEN- en TRICOTROKKEN, HEEREN- en DAMESHANDSCHOENEN, CHAALS, WOL LEN DOEKEN enz. voorleggen. Groote sorteering gemaakte WERKMANS GOEDEREN. Beslist de LAAGSTE prijzen en de NIEUWSTE modellen. 8733 U tot een bezoek uitnoodigende, Dit rr« ff CT lijllu.i. Steeds ve.' krijgbaar tegen cor.cur- reerende prijzen en met volle garantie HEERENRIJWIELEN f&».— DAMESRIJWIELEN i Ai».— Voorts: alle onderdeelen. Adres J. VINK Ouddorp en A.VAN l-ER HAM Middelharnïs. 8369 Deze na, in een land briek, zegt gel duideli ./^nen n.l. or G' j w-t I reau te Er men de kut betrekt. Voi staat er sle| Het is ev ling, en nil van, welke der hen, dii dat wezen, van, meern geweest in traal Burea Handelsinstj het laatste; werkelijkhe] andere ten Daar is dat het Cei| een valsche is niet alle maar ook sedert jarej De groote zij door hel en aan hel /^«zekere redi -'/et het sd Bureau, en| kend zijn. Dat evel meerderheid kende, in jnstelling Phfltograaf, verhuisd van DIERGAARDELAAN 36 naar verkiest voor haar Salon voor Scheeren en Haarsnijden het door ieder aanbevolen adres van 8315 Coiffeur, Zandpad Middelharnïs, nabij de Gasfabriek. Bijzonder ingericht voor de leverantie van SCHEERMESSEN vanaf ƒ2,- tot f4,- enz. 5$. P|jleveld, middelbar»is. Groenten-,Bioen-en Boonakweeker|| BIEDT AANAlle soorten Appel-, Peren-, Pruimen-, Morellen-, Perzik- en Druiven- boomen in vele soorten en vormen. Zwarte, roode en witte bessen. 8132 Vele soorten Sier- en Bloemheesters, Stam-, Klim- en Struikrozen. Haagplantsoen, vaste Bloemplanten enz. enz. Aanleg van Boomgaard, Sier- en Vruch- tentuinen. Voor hergroei wordt ingestaan. Planten en begrooting gratis. kU 5) Plots als in één de: daar, met aangeslagei Dan klin Mei tran Het ko O, Akked Zooveq Wij keer En sta| En vaakj Een st ls al dat En ste Neen, Hi Gij Geeft or Wat En laat Ons Ingespan voor woon „Geef or Gij verkon terwijl hij „Ja, mat juist weet ,,'t Is ze hij dan. Et naar voreq stand na. Een laai Hij weet waar miss Was het d; - M

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 2