voor de Zuidliollaiidsclie en Keeuwscbe Eilanden. Zaterdag 23 Januari 1915. Antirevolutionair Or mum Eerste Blad. IN HOC SIGNO VINCES GP OEN UITKIJK. VOOR HUIS EN HOF. UIT DE PERS. SOMMELSDÏJK. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertenties en verdere Aduilnf tralie iico toe en»® n aan «Iers Uiurev xxtv. „HKT GOUDEN HERT". Oeze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling ƒ4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent, ÜÏTGSYE& W BOEKHOVEN, Telefoon IntereosM». So, Adverteatiën 10 Cent per regel se *fmaal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent, per regel aa j/s maal. Menstaanvragen en öleüstaanbipdingen 50 Cent per plaatsing. Groots letters en vignetten worden berekend «aar de plaatsruimte die ai} Advertenttën worden Digewfe?:" tot 'JinafEg- en Yrpdagtno»' n 10 Het rotsvaste vertrouwen. De woordvoerders aller oorlogvoerende partijen zijn 't er over eens, dat het recht aan hun zijde is. Of ge de ministers van Engeland, Duitschland, Frankrijk of Oos tenrijk beluistert in hun Kamerredevoerin gen of voor 't front der soldaten: ze strij den allen voor hun rechtvaardige zaak. Hoort ge de inteilectueelen, zooals pas weer een 93-tal professoren, ingenieurs enz., die een werkelijk aangrijpend stuk de wereld instuurden met dat herhaald: »Het is niet waar<, bedoelend en wijzend op de leugens en verdachtmakingen waaraan hun Vader land, hun Duitschland bloot staat; of ge die geleerdenof ge de Pers van 't Buiten land leest't is overal in denzelfden toon aard met vuur bepleit: Wij Duitschers; wij Engelschenwij Franschen strijden voor een hoogst rechtvaardige zaak en zoo sterk staat men in deze rotsvaste zekerheid, dat men als 't ware God tot getuige oproept cn Hem om een zegen vraagt over de recht vaardigheid zijner zaak; ja, men doet een beroep op Zijn alwetendheid, dat Hij kent en ziet het onrecht, dat aan eigen Land door een woeden vijand wordt gepleegd en dat Zijner de wrake zal zijn. Zielkundig te verklaren, afgedacht wie gelijk heeft. Alleen een rotsvast vertrouwen in de onaantastbaarheid hunner zaak kan er voor bewaren in de geweldige worsteling te wankelen of te versagen. Zoodra deze zieleactie ophoudt en onder de keizers en koningen, onder 't militie kader of de troepen of in den boezem des volks twijfel ging ontstaan aangaande die rechtvaardigheid van hun zaak de handen gingen verslappen en ze lieten het zwaard vallen uit de eerstomklemmende vuist. Want menschenslachten is iets ont zettends maar dit te moeten doen met een ongerust gewetendit te moeten doen onder de gedachte: »Mijn vijand heef. gelijk en ik sta toch eigenlijk in 't ongelijke, 't is nog gruwelijker. Dat kan de vuist niet uithouden. Zoo'n gewetensaanklacht zou de hand verslappen, 't geweer laten rustende loopgraaf on verdedigd moeten laten. Het vechten onder 't bewustzijn van eigen schuld zou heel 't leger demoraliseeren en de geweEnsknaging zou den strijdbijl wegwerpen tot in den donkersten hoek. Daarom is een rotsvast vertrouwen noodig in het recht zijner zaak. Billijk tegenover den tegenstander. Al mag 't dus niet bevreemden, dat de woordvoerders der tegenover elkander staan de volken allen evenzeer van 't goed Recht hunner zaak overtuigd zijn dit neemt niet weg, dat aan de propaganda van dat Recht toch eischen mogen gesteld worden n.l. de poging om billijk te zijn tegenover den tegenstander en een geschriftje van den Anti-Oorlogsraad drukt zich zelfs zoo uit: >dat in verreweg de meeste van de bedoel de, door de oorlogsvoerenden verspreide geschriften ten eenemale zelfs de poging ontbrak om billijk te zjn tegenover den tegenstander en daarom voegen de inteilec tueelen, die in dit geschriftje aan 't woord zijn, er deze woorden aan toe: Onderpe- teekenden (n 1. een aantal hooggeplaatste Nederlanders met name genoemd) eerbiedi gende overtuiging der oorlogvoerende natiën, dat ze strijden vooreen rechtvaardige zaak. Ook al zouden ze zelf reeds een oordeel hebben gevormd over 't ontstaan van de zen oorlog, dan nog zouden zij 't tegen woordige oogenblik ongeschikt achten om meening tegenover meening, argument te genover argument te stellen. Maar wel achten zij, Nederlandsche onderteekenaars, het hun plicht en beschouwen zij het als een voorrecht, dat hun als neutralen ten deel valt, om een ernstige waarschuwing te laten hooren tegenhetstelselmatig kwee ken van een duurzame verbitterde stem ming tu8schen de thans met elkaar strij dende volken En de vele onderteekenaars van dat stuk, ö.l. geleerden, ministers en oudministers, leiders, letterkundigen enz, van en in Ne derland vervolgen dan hun geuite wensch in dezer voege: >0ok al begrijpen zij vol komen, dat de tegenwoordige gebeurtenis sen het nationaliteits gevoel tot het uiter ste hebben geprikkeld, dan toch zijn ze van meening, dat vaderlandsliefde niet be hoort uit te sluiten het vermo en om recht te wedervaren aan het karakter van den tegenstander; dat geloof in de deugden van eigen volk niet gepawd behoeft te gaan met den waan, dat alle ondeugden eigen ziju aan het volk, waarmede men strijd voert; dat overtuiging der gerechtig heid van eigen zaak niet mag doen verge ten, dat door den tegenstander die over tuiging in even sterke mate wordt geocs- terd. Gewis! bij alle geschrijf der strijdende tegenstanders, blijve elke Natie billijk en rechtvaardig tegenover de andere en wonde haar niet onnoodig. Een ramp bij een ramp. Wat is het allertreurigst gevolg van die verkettering van zijn vijand en tegenstan der. Let er in de eerste plaats op, dat het woord vijand maar zeer betrekkelijk is. De zoogenaamde vijandschap tusschen de Vol keren is een gevolg vau politieke verhou dingen, die een volgen n jaar gausch ge wijzigd kunnen zijn, En dan zijn die vijanden van nu, weer trouwe vrinden. Want de oorlog is geen menschenhaat, die de een den ander dood wil slaaD, zoo maar, als broedermoordmaar 't zijn nationale verhoudingen, die 't doodslaan tot gevolg na zich sleepen. Zijn die politieke verhou dingen gewijzigd, dau is er of tevreden heid bij de eene Mogendheid en wrok bij de andere gekomeneen wrok, die wei tot berusting dwingen moet door de uitputting, waarin de verslagene gekomen isen waar lijk, dan zeifs! dan, als er met wrok eenerzijds de vrede geteekend is, kan er toch weer 't vJgende jaar door nieuwe politieke verhoudingen zoo'n toestand ont staan, dat bv. Duitschland en Frankrijk elkaar dringend noodig hebben en met elkaar een bond sluiten tot afwering van eeu voor beiden dreigend gevaar. De wereld is een reuzennet van belangen en verhou dingen en geen sterveling kan vooruit be- pa en: Met die of die Mogendheid wentchen we nooit een Bond! De wereld is een speeltooneelelk heeft zijn rol en krijgt zijn deel; maar de rollen wisselen. Daarom is 't een ramp bij een ramp, als de tegenstanders elkaar door geschrii- t6n beleedigen, want dan is samenwerking in de toek mst van de nu strijdende natiën onmogelijk. Dan worden de gezamenlijke werken des vrede3 belemmerd. Dan wordt de hervatting van den nu stil liggenden arbeid in Kunst en Kennis en Wetenschap, en in alle werk van geestelijk en ideaal leven doodgemaakt door de in den oorlog opgedanen haat; dan is er werkelijk, door die beleedigende geschriften, persoonlijken en nationalen haat ontstaan, die veel erger is dan het doodschieten van manschappen want zoo'n nationalen haat draagt een nieuwen oorlog als kiem bij zich en werkt allen vriendschappelijken vredesarbeid met kracht tegen. 't Is een ramp bij een ramp, als de oor- lag leiden moest door de cherpe geschrif ten, die van weerszijden verschijnen over eikaars karakter en houding; als die oorlog leiden moest tot een ingekankerdeu nationa len haat, hetzij bij den Duitscher, hetzij bij de anderen. Ze waren met hun beiden gebroeders. Tien jaar was de jongste toen hun va der stierf en diens laatste woord, terwijl de dood zijn gelaat al teekende, was ge weest voor zijn lieveling en naamgenoot, het kind van zijn ouderdom: „Zorg voor mijn John!'' Dat had de oudste, tóén al 'n ernstige jonge man, officier bij de Koninklijke Ma rine zijn vader op diens sterfbed beloofd en daarop gerust was de oude, vrome zee kapitein 'mgegaan in de vreugde zijns Hee- ren. üesg&urant Gedempte Boerenftteigger 63A, 639 Direct nabij de Hoofdsteeg, Hoiierdaiii. DINERS t>0 cent en hooger. LOGIES MET ONTBIJT j 1.25, f 1.50 en f 1.75 Tel. No. 10595 Aanbevelend, g H. C. F, l d. LEE-MGOiien. Het door ieder aanbevolen adres. Ze scheelden achttien jaar, de twee broe ders: drie zusters tusschen hen in waren in leven. Ook John koos de Marine. Lang had de oudste het tegengehouden, gaf verre de voorkeur aan een rustige, ge- vaarlooze betrekking aan den wal maar de trek naar de zes woelde van jongsaf den jongen als een koorts door 't bloed. Boven op de rotsen aan de zeekus:. stond zijn ouderlijk huis en bij de muziek van wind en golfslag was hij opgegroeid. Als knaap zwierf hij 't lie'st langs 't strand, mengde zich onder de visschers, snoof het fijne zilte zeeschuim met wellust op, luis terde zich dronken aan de verhalen vat: oude zeebonken, lag 't liefst zijn vacanties languit aan t smalle strand of zeilde met zijns vaders boot langs de kust: hij was nu eenmaal een geboren Kind-van-dt-Zee, en eindelijk gaf dan ook de oudste toe en erkende, dat God zelf dien trek in 't hart had geplant en dat ook John's toekomst op 't water lag. Nü zijn ze beiden op één schip. De oudste in een h.ogen post met veel verantwoordelijkheid de jongste als aan komend officier, 'n vlug. temperamentvol jonkman, door zijn meerderen geacht, door zijn makkers bemind, een, die 't vèr brengen kan .als hij de driften der jeugd weet te beteugelen en niet ondergaat in den maalstroom der wereldsche geneug ten. waarin hij zich zoo licht verwart! Ze zijn onafscheidelijk deze twee. Hun zielen kleven elkaar achteraan. Als een vader omringt de cudste zijn broeder met ziju liefde, zijn zorg, zijn ge bed, 't Gebed tot den God des Levens! Ia wien de oudste broeder van der jeugd af vrede en zaligheid gevonden heeft maar tot wien de joDgste met ziju zondeschuld nog niet de toevlucht nam. En nu werd het Ooriog Vóór enkele dagen met Kerstmis, heeft de oudste een kort verlof doorgebracht aan den wal bij zijn vrouw en eenig kind en met een wonderlijk bezwaard hart nam hij afscheid, 'n Somber voorgevoel drukte zijn ziel. Slechts de uiterste krachtsinspanning maakte 't hem mogelijk zijn vrouw een opgeruimd gelait te toonen; wel drie keer kwam hij terug om zijn lieven jongen nóg eens en nóg eens te kussen en 'n traan stond in zijn mannelijk oog, toen hij ein delijk bij 'n bocht van de lijn 't matrozen- mutsje van zijn lieveling niet mter kon zien wuiven. Sinds enkele dagen is bij nu op zijn schip terug en 't is nu nacht. Maan noch Herren zijn zichtbaar. De zee staat hol, woeste winden huilen om het schip heen, gieren door desehoor- steenen, doen de slanke mast voor de »draadlooze" zwiepen. Machtige zoeklichten werpt het schip als schitterende lichtvlak- ken over de schuimende zee. Scherp tuurt al wat waken moet alle riehticgen heen. Met geregelde tusschenpoozen zoeken de draailichten elk plekje onder en tu schen de wolken af. Want 't gevaar dreigt aan alle zijden! 't Kan aanstormen over de golven, 't kan opduiken uit de diepte, 't kan neerploffen uit de lucht! Ook hij heeft ditmaal wacht. Niets ontgaat zijn gespannen aandacht. Zijn scherp, geoefend oog volgt de baan der zoeklichten. Bij den marcoirigrafist gaat hij gereg ld hooren wat de laatste berichten zijn die het seintoestel opving. Met de machinekamer staat hij in gar gel de verbinding. Maar alles blijft rustig en gr en gevaar wordt bespeurd. Ever. uwalen nu zijn gedachten af naar 't verre tehuis - hij ziet zijn vronw in haar slaap 't ledikantje van. zijn jongen óver 't hars tegen den wand Plotseling 'n zware, dofïe slag: 't Machtige schip trilt in al zijn deelen, krimpt ineen als de leeuw bij het doodelijk schot De telefoon naar de machinekamer ratelt met onheilspellend geluid De kapitein staat binnen 'n minuut op de brug, overziet den toestand, geeft naar alle kanten zijn beve len even later begint de kolos reeds te bellen dóór te zakken naar de zijde waar 's vijands stoot hem de lendenen bi ij zelde Er is geen twijfel meer mogelijk 'n Torpedo trof het schip ónder ziju pantsering: het is ten doode gedoemd. Nu blijkt, wat tucht vermag. Geen spoor zelfs van een paniek. De kapitein, zijn officieren om zich heen, geeft kalm bevel, dat de booten moeten gestreken worden en ieder kent zijn hand greep, of 't een parade-oefening gold Geen geschreeuw, geen gew eklaag, ieder bleef op zijn post De marconigrafist in zijn hut gaat rus tig door te seinen, wat er gebeurd is Hij seint veler doodvonnis, want de booten kunnen niet allen opnemen en siud een vorige oorlogsramp móéten de zustersche pen wegstoomen, is 't verbóden hulp te verleenen opdat de onzichtbare vijand geen verdere trefkans krijge. 't Water stroomt nu 't schip binnen. De guizige zee kan haarbeurt niet wach ten en süigt het naar beneden. Nu komen de booten langszij In enkele oogeiibükken zijn re vol. Ieder voor zich!" beveelt de kapitein Nu veria!en ook de officieren de brug en zoekt ieder, wat hen redden kan De twee broeders ontmoetten eikaar op 't achterschip, waar juist een boot weg vaart. »Nog plaats voor éénschreeuwt men. >Maai spring spoedig naar beneden!" Even zien de twee elkander aan. John stoot den oudste voort: Jij gaat eerst, jij hebt vrouw n kind, die op je wachten 'u Oogenblik aarzelt de oudste broeder Even, 'n moment maar, wil hij t dóén, wéér ziet hij ziju vrouw, angstig wak ker geschrokken nu uit 'n bangeu droom zijn vingers gaan streelend langs 't zijïige haar van s'a jongen Maar dan treedt hij terug. >Jj gaat éérst!" zegt hij op 'n toon, die geen tegenspraak duldt. Jij bent niet bereid ik kan sterven groet Mary en mijn lieven jongen Dan dwingt bij John tot den sprong- des-behouds De boot haast zich af te steken van het schip Enkele minuten later verzwelgt de zee het sctiooiie schip en de golven sluiten het watergraf toe van den christenheld, die rusten zal op zijn slaapstede in de diepte de watereu tot den jongsten dag! UITKIJK. Linoleum. Het gebruik er van als vloer bedekking is vrij algemeen. Minder bekend is de toepassing van linoleum als muurbe- kleeding, die uit een practisch en aestetisch oogpunt overweging verdient. Kinderkamers, gangen, trappenhuizen, schoollokalen en dergelijke ruimten, die men gaarne goed en gemakkelijk schoon houdt, met een lambrizeering van linoleum te voor zien, is niet alleen hygiënsch, maar kan ook werkelijk smaakvol effect maken. Men kan daartoe de dunste kwaliteit linoleum van effen kleur gebruiken, boven afgezet met een hou ten lat, welke aardig geprofileerd en in een bijpassende kleur geverfd of gebeitst is, ter wijl het linoleum beneden aansluit op het kamerplint. Tegen winterhanden. Daarvoor moet men de handen nooit in koud water wasschen, maar steeds heet water gebruiken en ze eenige minuten in het water houden, dat zoo warm moet zijn als men maar verdragen kan. Na zoo'n heet handenbad onmiddellijk inwrijven met een mengsel, bestaande uit een deel glycerine, een deel witte terpentijn en een deel kamfer-spiritus. :o:— Maandrozen. Maandrozen laten zich zeer goed op hoog- of halfstammige wildlingen veredelen en worden dan zoo prachtig, dat men ze haast niet meer vergelijken kan met wortelechte lage rozen van dezelfde soort. :o:— Clivia. Als de Clivia's niet tot bloei wil len komen, kan dit aan verschillende oorza ken liggenmisschien moeten ze verpot wor den, of ze staan te donker, of ze worden 's winters te overvloedig begoten. Ze moeten op een lichte plaats staan en gedurende den winter maar een paar malen water hebben. Wil men ze tot bloei dwingen, dan houde men de aarde volkomen droog. Zoodra ech ter de bloemknoppen te voorschijn komen, mag men niet te zuinig zijn met water ge ven. De bladeren lijden wel eenigzins bij deze behandeling. :o:— Kooivogels. Vele lieden hebben de ge woonte een stukje suiker tusschen de spijl tjes van de kooi te steken, waaraan het diertje zich moe werkt en stellig in korten tijd zijn snavel bederft. Heeft men de vogel aan sui ker gewend, dan is het beter wat fijne sui ker in het zaad te mengen. :o:— Wormen in Bloempotten. In de planten kassen worden de bloempotten dikwijls sterk bezocht door wormen. Om deze lastige die ren, die de wortels der planten door hun woelen te gronde doen gaan, te verdrijven, begiete men de potten met mosterdmeelwa- ter. Een paplepel mosterdmeel op 1 liter wa ter is volkomen toereikend. Door de werking van den mosterd worden de wormen gedood, terwijl deze zwakke oplossing voor de bloe men onschadelijk is. :o:— Bemesting van groenten. Te veel mest geven is even nadeelig als te weinig bemes ten. De groenten verliezen daardoor aan ge halte, worden minder smakelijk en kunnen 's winters niet zoo goed overblijven. Bij het koken geeft te veel bemeste groente een af keerwekkende geur. Opvliegerig. Dat had men in heel ons land van den kalmen ernstigen en verstandigen man niet gedacht, dat hij nog zoo opvliegerig zou kunnen zijn. Gelukkig dat de heer Vliegen geen redacteur van het „Volk" meer is, want dan ware zijn briefkaart, die hij aan Dr. Weyll zond, misschien verdwaald geraakt onder het redachtioneele gedeelte. Dr. Weyll, Rijksdagafgevaardigde voor het thans Duitsche Metz in Elzas-Lotharingen. liep met geweer en patronentasch naar het Fransche leger over en nu wenschte de heer Vliegen hem toe, dat hij afgevaardigde voor Metz zal blijven, maar dan naar het Fran sche Parlement. Dat is waarlijk niet vleiend voor de Duit sche partijgenooten. Mocht de conferentie te Kopenhage tengevolge hebben dat er stap pen gedaan worden om den vrede te bevor deren, dan kunnen de Duitschers in zulke bemiddelaars toch maar weinig vertrouwen hebben. Wie interventie aanbiedt mag voor alle dingen niet in den reuk der partijdig heid staan. Het was natuurlijk te verwachten dat de Fransche pers deze briefkaart zou exploitee- ren. Neem het haar eens kwalijk in een tijd nu de oorlog evenzeer met papieren weer middelen als met looden gevoerd wordt Het fatale is nu maar, dat zij niet zal nalaten te spreken van den heer Vliegen, voorzitter der S. D. A. P. (die immers namens alle arbei ders in Nederland spreekt nietwaar?), wet houder van Amsterdam en lid der Tweede Kamer. Officiëeler persoon loopt er haast in heel Nederland niet. Heeft de heer Vliegen daar aan geen oogenblik gedacht Te weinig ge voel van eigenwaarde is anders geen alge meen verschijnsel in zijn kring. Natuurlijk ook zonder de uitlegging van „Het Volk", begrepen we dat wel, de heer Vliegen schreef op eigen verantwoordelijk heid, zonder opdracht van de partij. Maar het groote publiek kent nu eenmaal den heer Vliegen, zooals ge hem op huispantoffels in zijn gezin vinden kunt, niet, doch denkt slechts aan de autoriteit, die Viiegen heet. Welke gevolgen deze onvoorzichtige brief kaart voor de S. D. A. P. in haar verhou ding tot de Duitsche genossen zal hebben en of de herbouw der Internationale er niet door benadeeld wordt, kan ons betrekkelijk

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 1