voor de Zuidliollandsclie en Keeuwüehe Eilanden. He Oorlog. Zaterdag It) Januari i S) 5 arte Jaargang N 204*4. 2 Antirevolutionair Orgaan Tweede Blad IN HOC SIGNO VIN CES Twee Bladen. OFFICIÉÉL GEDEELTE. BINNENLAND. Dess Courant versciiimt alkau Woessdag en Zaterdag., ibonae^eatsprijs per drie seasnden fr.. p, p. 50 Cssaï Suiiesiland biy TOOraitbetaling f 4,50 per jaar ijfeoaderlijke aaarmers 5 teat. - ï-TGK vgB r W BOE KHO VEN SOMMELSDIJK. TAlefsoB latereo»». ®o. 3. Myorts'sfiS's 10 esnipes regel SE i!i Haai, Bsslasasst 10 pes jsgsL 8»jek&£skaadig!>ig I Öant per regel ea 4/s aaa" Bietusta&saYrsgea ea JftienstaaBbiediageE 50 Oent per piaateiag, Groots lettere en vignetten worden berekend naar de piaatermiaie die ad <-■**. sn Mvertentiës worden ingewacht tot Dinsdag- en Yrijdagatorgen 1?? nar. Aise rtuKfeeo voor de Redaede oetoemd, Advortentièit esi eerdere Jkdminlstrode troneo toe te as^tiden aass den SJiisreve* Dit nummer bestaat uil STEMMING voor den GEMEENTERAAD De BURGEMEESTER der gemeente Som- f' 'elsdijk brengt ter openbare kennis, dat op -donderdag, den 21 Januari aanstaande, van des morgens acht tot des namiddags vijf uren, de stemming zal geschieden ter ver vulling van een plaats in den gemeenteraad, n.l. die van den heer M. Peekstok. De candidate», in alphabetische volgorde, zijn KNAPE, A. SLIS, JOHANNES A. Tevens wordt de aandacht gevestigd op artikel 128 van het Wetboek van Strafrecht, luidende: „Hij die opzettelijk zich voor een ander uitgevende, aan eene krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing deel neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste één jaar." Sommelsdijk, den 13 Januari 1915. De Burgemeester voornoemd, BOUMAN. CANDIDATENLIJST en PROCES-VERBAAL, bedoeld bij artikel 10 der Gemeentewet. Op heden 12 Januari 1915 zijn tusschen r voormiddags negen en des namiddags C-lér uur bij mij, Burgemeester der gemeente Sommelsdijk (gemeentelijk kiesdistrict Som melsdijk), ingeleverd de volgende opgaven van Candidate» voor de verkiezing van een lid van den gemeenteraad. De candidaten, in alphabetische volgorde, zijn KNAPE, A. SLIS, JOHANNES A. En is hiervan onmiddellijk proces-verbaal opgemaakt. Gedaan te Sommelsdijk, den 12 Januari 1915. Voor afschrift. (w.g.) BOUMAN, De Burgemeester, Burgemeester. BOUMAN. Nationale Commissie tegen het Alcoholisme. Heden vergaderde de N. C. A. (Nationale Commissie tegen het Alcoholisme) weder te Utrecht. De voorzitter memoreerde in zijn openingswoord de aanbieding van het Peti tionnement voor Plaatselijke Keuze aan H. M. de Koningin en de overwinning door de Ver bodsmannen in vier Staten van Noord-Ame- rika. Na lezing der notulen van de vorige ver gadering en bespreking der ingekomen stuk ken, werd de werkwijze der verschilende commissies voor bijzonderen arbeid aan de orde gesteld. Verschillende commissies, wier taak als af- geloopen kan worden beschouwd, werden ontbonden. Onder deze kan met eere de Cen trale Regelingscommissie voor Volksstem mingen worden genoemd die voor de actie voor Plaatselijke Keuze zulk een uitnemend voorbereidend werk heeft verricht. Door de Commissie Handhaving tegenwoor dige Drankwet was de actie voor 1915 voor bereid. In zake het accijns-vrij invoeren van een zekere hoeveelheid alcoholhoudende dranken, als scheepsprovisie, door stoom- en zeilsche pen, alsook door houtvlotten, werd, na breede discussie besloten een adres aan den Minis ter te richten, waarbij verzocht wordt dezen vrijdom op te heffen. Wanneer geen der aan gesloten organisaties bezwaar heeft tegen dit adres, zal de commissie van Administratie met de uitvoering van dit besluit namens de N. C. A. worden belast. Omtrent de controle op alcoholvrije dran ken bracht de voorzitter verslag uit. Door de Commissie van Administratie is weder ge- conforeerd met vertegenwoordigers van de Bonden van Limonadefabrikanten. Hoewel deze zaak met veel tegenspoed te kampen heeft, laat het zich toch aanzien dat het doel ten slotte zal worden bereikt. Het tekort op de rekening van het 13e In ternationaal Congres tegen het Alcoholisme, te Scheveningen groot f 410.— wil men ponds pondsgewijze over de aangesloten vereeni- gingen verdeelen. Een voorstel werd aange nomen omtrent de grootte van het bedrag dat iedere organisatie zal hebben te betalen, hetwelk aan de aangesloten organisaties zal worden voorgelegd. Gewezen werd ten slotte op de noodzake lijkheid om krachtig op te treden, wanneer het oogenblik van demobilisatie zal zijn ge komen. Er is nu tijd om te overleggen wat dan zal moeten gedaan worden en maatre gelen te treffen voor een doeltreffende pro paganda in die dagen. Verschillende plannen werden ter tafel gebracht en besproken. De Commissie van Administratie zal die bij de aangesloten organisaties overbrengen en hare gevoelens erover vragen. Besloten werd de volgende vergadering te houden op Dinsdag 6 April 1915, waarna de voorzitter met een woord van dank en waar deering voor betoonde medewerking aan de aanwezigen de vergadering sloot. J. HENRI LEDEBOER, Seer. N. C. A. DE TOESTAND. Voor de zooveelste maal zetten we ons neder om een overzicht te schrijven van den nog nooit gehoorden wereld-oorlog, en voor de zooveelste maal zouden we kunnen schrij ven „sempre idem". Beginnen we met de toestand in het westen dan trekt het meeste de aandacht wat de Duitschers bij Verdun verricht hebben. Daar toch hebben ze niet minder dan 10 kilometer terrein gewonnen, d.w.z. dat ze 10 kilometer vooruit gekomen zijn. De Duitschers zijn daar reeds belangrijk naar het Zuiden doorgedrongen en hebben daarmede de insluiting van Verdun dus al dreigender gemaakt. Waar een geslaagd Fransch offensief, steunende op Verdun of uitgaande van een basis in de omgeving van Verdun, van de verst reikende gevolgen voor de Duitschers zou zijn, is een tegenoverge stelde beweging juist in deze streek voor de laatsten een groot voordeel. De Duitschers zijn op hun front ten Oos ten van Sint Michiel tot voorbij Pont a Mousson, blijkens de laatste mededeetingen, niet zonder succes opgetreden, en daardoor krijgt de omgeving van de forteniijn Verdun- Toul in den laatsten tijd opnieuw steeds meer beteekenis voor het verderjverloop van den strijd in het Westen. Ook een Duitsche doorbreking van het Fransche front in deze streek zou immers nog altijd van zeer verre strekking zijn. Ook in Soissons is het succes der Duitschers ingeluid volgens de laatste berichten. Eerst meldde de Franschen ons dat zij daar belangrijke aanvallen der Duitschers, nadat zij eerst aanvallend waren opgetreden, hebben afgeslagen. Het Duitsche bericht dat daarop volgde meldde, dat de Franschen ten Noordoosten van Soissons verslagen en van de hoogten verdreven zijn, hetgeen in het Fransche middagbericht in begrijpelijkerwijs beschei dener termen wordt erkend, met de mede- deeling, dat zij zich op andere dan de hoog ten waarom het ging, hebben gehandhaafd. Uit den buit welke door de Brandenburger soldaten veroverd is en de 1700 gevangenen die gemaakt zijn, blijkt, dat deze episode wel ietwat uitsteekt boven de dagelijksche schermutselingen die op het lange front plaats vinden en met het nemen en weer hernemen van stukken loopgraaf eindigen. Toch brengt ook dit Duitsche succes heel weinig verandering in den loop van de ge vechtslinie. Uit het Oosten totaal geen nieuws van beteekenis. Alleen melden de Russen ons weer een geduchte overwinning op de Turken in den Kaukasus. Aangezien door de latere berichten over de vorige verpletterende ne derlaag, die zij den Turken daar heetten te hebben toegebracht, dezelve hoe langer hoe minder belangrijk scheen, zijn wij eenigszins huiverig geworden aan de berichten uit den Kaukasus (van beide zijden trouwens) voet stoots geloof te slaan. Volgens Reuter echter, die op dat punt wel niet zal overdrijven, zijn de Turken Tabris, de hoofdstad van Azerbeidsjan en het steunpunt der Russen in die provincie binnengerukt. Ter zee doen de Duitsche duikbooten weer van zich spreken, nl. dat ze in het kanaal bij Dover zijn gezien en op hen is geschoten. Van officieele zijde is dit nog niet beves tigd en met particuliere berichten moet men voorzichtig zijn, daarom hopen we in ons a.s. nummer hierop terug te komen. In den Kaukasus duurt de strijd voort. Tusschen Kars en Er- zeroem is opnieuw een groote slag begonnen. Wij zouden wel eens willen weten, wie het hardst liegen kan: de Turken of de Russen. Men weet dat laatstgenoemden beweerden twee korpsen vernietigd te hebben, maar nu puntje bij paaltje komt, moeten ze mede- deelen, dat het geheele verslagen „leger" bij Sarikamisj uit 6000 man bestond! En de Turken beweren, dat de berichten over een Russische overwinning in den Kau kasus in den vorm, waarin ze zijn verspreid, niet juist kunnen zijn, daar nergens in den Kaukasus een geheel, laat staan 2 Turksche legerkorpsen opcreeren, maar ver van elkaar verwijderde kolonnes, waarvan er geen de sterkte van een geheel legerkorps heeft. Sterker nogZij beweren dat hun troepen nog dezelfde linie bezet houden en de Rus sen zouden alleen een Ziekentransport heb ben aangehouden, waarbij zich een generaal en eenige gewonde officieren bevonden. Zuid-Afrika. Onze Courant geeft aati zijn lezers een overzicht over Zuid-Afrika, dat wij met vol le instemming overnemen. Het blad schrijft Zuid-Afrika ligt ons namet wat daar ge beurt leven wij mee. Taal- en stamverwant niet alleen, maar met een groot deel van 't Boerenvolk gevoelen wij ons geestverwant. En waarlijk niet met het minst-edele deel. Het behoeft dus geen verwondering te ba ren, dat in ons land steeds een geopend oor te vinden is voor Zuid-Afrika, en voor het geen daar gebeurt. Wat daar nu plaats vind is een drama, vervolg zoo ge wilt van de aangrijpende tra gedie die wij den naam van „oorlog tus schen Boer en Brit" hebben gegeven. Want toen is geen overwinning bevochten, maar is de vrijheid gesmoord. Zeker er waren ook fouten, feilen, zonden aan de zijde van de Boerenrepublieken. Wie zou hel willen ontkennen En die zonden wreken zich nog. Maar wat de Boeren ontvingen bij het Tractaat van Vereeniging bevredigde nie mand en nog altijd bleef om rechtvaardiging roepen het geschonden recht. Op de zegepraal van dat Recht hebben de Boeren gehooptdaarvoor hebben ze ge beden en ieder die met hen meeleefde heeft daarop gebouwd. Dat is nooit tot oplossing gekomen, hoe verguld de positie ook was die de vroegere republieken kregen in de Z.-A. Staten-Unie onder Engeland's oppergezag. Men kent de voorgeschiedenis van wat nu in Z.-Afrika plaats greep. Botha's politiek verwaarloosde al meer de belangen en rechten der Boeren, tot dat een breuk ontstond tusschen hem en de Herzog7 partij die de Boerenbevolking miskend acht te, tegenover de Engelsche. Toen brak de oorlog uit en de Unieregee- ring bood aan, Z.-A. te verdedigen met ei gen troepen tegen een mogelijken aanval. Engeland kan daardoor zijn troepen uit Z.-Afrika terug nemen en naar Europa zen den. Tot zoover was het korrect. En geen Boer had daarop tegen, maar plotseling werd over Z.-Afrika een dichten sluier geworpen. De Censuur hield alle berichten op en Reuter mocht alleen mededeelingen doen. Die ver haalde van een „zwart verraad". De boeren onder Beijers, De Wet e.a. hadden een con- plot met de Duitschers in Z.-W.Afrika en begonnen een opstand op het oogenblik dat Engeland z'n troepen had weggevoerd. Wel dra weerklonk gansch Engeland van wraak geroep over zooveel „laagheid" en de weer klank er van werd ook in een deel der Ned. Pers gehoord. Maar een ander en gelukkig het grootste deel, verzette zich tegen die voorstelling en wachtte af. Wij hebben dadelijk geweigerd geloof te hechten aan de Engelsche voorstelling van zaken en wezen op heel iet anders. De Engelsche regeering heeft in het begin van den oorlog zeven millioen aan de Unie- regeering geleend met verzoek zich te wil len belasten met den oorlog tegen D. Z.- West. En Botha, hoewel hij op grond van de Unie-Wet weigeren kon zonder Engeland te ontstemmen, heeft gretig die opdracht aanvaard. Maar hiertegen kwam verzet; „verdedigen wel, maar aanvallen niet", riepen de Boeren. Botha zette z'n wil door met allerlei dras tische maatregelen. Alle vrijheid werd onder drukt, men mag alleen denken zooals de Unie-regeering denkt; het recht is onder drukt en Botha wil de Boeren dwingen tot een onrechtvaardige daadeen oorlog met D. Z.-West-Afrika. Hiertegen, en niet tegen Engeland aldus Tiebben wij betoogd, ging het verzet van Beijers en De Wet en van duizenden met hen. Het was geen georganiseerd verzet, maar een uiting van het overkropt gemoed en moest daarom wel mislukken. Zie nu wat uit de doorgekomen corresp. blijkt; hoe Reuter ons aldoor met verhaalt jes heeft afgescheept en omtrent heel dit verzet heeft gelogen. in de N. Crt. treffen wij een brief aan van 12 Dec. Had de Censor dezen doorgelezen, dan had hij hem zeker niet laten passeeren. Wij citeeren het volgende: Wat de rebellie betreft o. het is een ellende, dat we gemuilband zijn in Zuid- Afrika. Een uiterst strenge censuur regeert, vooral over de pers. Uit Nederland wordt alles nagesnuffeld, zelfs couranten geopend of er ook een Duitsch blad in was. Anders zouden we wel meer weten van den achter grond van den opstand. Anderhalve maand nadat de oorlog uitbrak, kwam de vreemde toestand tot uitbarsting. Lord Buxton kwam en zijn bevel tot ver overing van D. Z. W. en dit bracht de re bellie. Ik ben ziels overtuigd, dat noch De Wet, noch Beyers begin September aan op stand dachten, ofschoon de jingo's in hun bladen wel alles deden om hun vuur aan te blazen. Ook dit alles zal wel bij de bere kening behoord hebben. Slechts een vonk was noodig om de oude republiekenj;in lich te laaie te zetten en den opstand een on- tijdigvroege geboorte te geven. Die vonk kwam van Pretoria. Nadat Beyers bedankt had, bedankte Maritz ook, doch zijn bedan king werd niet aangenomenintegendeel werden Bauer en Brits gezonden om hem gevangen te nemen. De tweede vonk kwam. In Lichtenburg (Tr.) werden 500 dienstplich tige Afrikaners opgeroepen voor den inval in D. Z. W. Verontwaardiging, protesten men wilde nietBedreigingen volgden „Wie niet opkomt is deserteur en wordt in de tronk gestopt." Gevolg: opstand met Beyers aan 'thoofd. De eenige, die denkelijk uit zichzelf be gon was Chr. de Wet, in den Vrijstaat We hielden ons hart vastHet land was niet rijp en zat diep onder de krijgswet. De regeering, ofschoon van Afrikaners, voerde koud en „smart uit, wat zoo berekend was. De regeering had al de jingo-ambtenaren, door Lord Milner hier gebracht, veelal oud officieren, de regeering had treinen, teiegraaf- lijnen, telefoons, kanonnen, machinegeweren, autos' spionnen, geld, alles; de rebellen had den weinig of niets. Sommigen werden ge vangen zonder patronen, anderen met 3 of 4. Zoo heeft de jingo-geest gezegevierd, of sehijnt hij te zullen zegevieren. Echter Z.- A. is een land van verrassingen. Toen de Labour Partij in Juli 1913 en Januari 1914 verpletterd werd en de hoofden verbannen, toen juist begon ze haar kracht te ontwik kelen en in de regeeringscolleges versche nen haar leden in ongehoorde getallen. De Hertzogpartij is doodgetrapt, zij-zal nu misschien krachtiger worden dan te voren. Is de Rebellie uit Geloove het wie kan. Men fluistert, dat er nog 16 duizend rebel len zijn. Kemp schijnt baas in het Westen, waar Kurreman ligt; hij heeft enkele Duit schers bij zich met artillerie en verdere mo derne hulpmiddelen. Natuurlijk vreezen de berekenaars, dat er wel eens een nieuwe rebellie zou kunnen komen, als de kern van het verdedigings- leger (lees aanvallingsleger) ver weg gaat. Daarom zijn vanaf gisteren twee spiritual torces aan het werk gesteld. In duizenden exemplaren is n.l. een brochure verspreid bevattend de opsomming der Duitsche bar- baarschheden in België door de Belgische officiëeele commissie. Deze brochure is al leen in het Hollandsch. De London iletter van den Argus vertelt zooeven, dat uit Engeland 12 Hollandsch sprekende Belgen naar Z.-A. zullen vertrekken. „Vooral otn de Afrikaners te vertellen wat een beesten de Duitschers zijn". Dat kunstje schijnt begin October op Holland toegepast toen Churchiil met zijn handvol mariniers Antwerpen leeg- joeg en Vu miljoen menschen, die 2 maan den (figuurlijk) in het duister gezeten had den en geleefd hadden op leugens en he vige overdrijving over Nederland werd uitgestort. Van den tijd dat die menschen 10 a 14 dagen in Holland waren, kregen wij zulke ijselijke anti-Duitsche brieven van sommige verwanten daar, dat wij per kee- rende post vroegen of zij glad gek gewor den waren. Verder is de Hollandschen boekhandelaars in Z.-A. aan-gezegd door defectieven, dat zekere boeken over den Boerenoorlog niet meer verkocht mogen worden,- b.v. het boek van J or daanHoe zij stierven." De regee ring weet dus, dat er in den laatsten tijd veel van zulke boeken verkocht en verslon den zijn. Zoo verkochten Dusseau Co. (d. i. De Bussy) alhier al hun exemplaren van Mevr. Neechling's„Schould we forget', 4 of 5 honderd in de 6 of 7 weken. Van Jor- daan's boek hadden ze nog maar één ex., toen het gestopt werd. Summa summarum, de regeering zegt tot de Hollandsche bevolking: „Uw zonen gaan de Duitschers uitroeien in D.Z.W.; vindt dat goed, want leest! de Duitschers zijn Hunnen. En van den Boerenoorlog mag je niets meer hoorendenkt er niet meer over! Echter evenals het tragisch einde van Gen. De la Rey de gemoederen in het Noor den hevig bewoog, zoo doet dat van Beyers het thans weer overal, waar niet verengelschte Afrikaners wonen. Over den dood van De la Rey gaat een leelijk gerucht en dat nog al van menschen van hooge positie komtBeyers wist kort na het ongeluk, dat op het politiebureau een te legram lag van de regeering: „Stop elke auto die uit Pretoria komt". En zoo'n telegram had niets te doen met het vangen van de For sterbende. Het verslag, dat de Volkstem gaf van het gerechtelijk onderzoek was zoo, dat het laatste gedeelte der verhooren en der uitspraak vrij onduidelijk was. Men gelooft volgens dat gerucht, dat de kogel die De la Rey kreeg voor Beyers bedoeld was. Nog iets over de rebellie. Drie weken ge leden vaardigde de regeering een proclama tie uit, dat geen notaris een transportakte van vast goed mocht passeeren, dan na gron dig onderzoek, dat de verkooper geen rebel was. Dus bestond en bestaat blijkbaar het voornemen de opstandelingen te ruïnecren met het geconfiskeerde goed de loyalisten schadeloos te stellen voor wat zij geleden hebben. (De Bisschop der Engelsche kerkte Pretoria stelde zelfs heuselijk voor in de bladen, dat de regeering de rebellen zou ver- oordeelen om gratis en voor niemendal, dus als slaven op de plaatsen der loyalisten te werken Doch juist heden hoor ik, dat Beyers en de Wet en de andere kopstukken der rebellie op deze vriendelijkheid der regeering voor bereid waren en vóór ze opstonden hun vast goed geheel verhypotekeerd hadden. Beyers zou zelfs zijn kontanten naar Amerika ge zonden hebben. Thans zijn we compleet gemuilband. En zoo drijven wij als een schip zonder roer op de woelige baren. Geen jan Hofmeyer, geen Paul Kruger is er om te leiden en te vereenigen. De Duitsche landstorm. Het „Hamb. Fremdenblatt" ontvangt van geautoriseerde zijde een mededeeling betref fende de voorloopige opkomst van de Duit sche landstormrecruteering. Bij de aanmelding van den ongeoefenden landstorm in de streek van het 9e legercorps, heeft het medisch on derzoek pl.m. 200.000 voor geschikt verklaard. Indien slechts 50 pCt. van dit getal wordt gerekend, daar andere legerkorpsen niet zulk een groot aantal zullen opbrengen en nog een zeker percentage daarvan zal afvallen na de tweede'keuring, dan geeft dit voor het geheele Duitsche Rijk nog 2V2 millioen voor de wapens en voor de weerplichtig geschikte mannen, die nog niet zijn opgeroepen. Hierbij is de landstorm voor den 2en ban van 39 jaar en hooger nog niet gerekend. De vrijbuiter „Ayesha". Van Duitsche zijde wordt gemeld dat het gedeelte van de bemanning der „Emden" dat ontkomen is dus de landingsdivisie, die op de Kokos eilanden de kabels kwam door snijden en bij de komst van de „Sijdney" op een zeilschip is gevlucht de vijandelijke koopvaardijvloot blijft bestoken en een aan tal kustschepen en stoom booten heeft geno men. Een Zwitsersch blad zegt, dat de scheep vaart te Rangoon in Achter-Indië is gewaar schuwd tegen een driemaster, de „Ayesha", waarop het ontkomen troepje van de „Emden" zich zou bevinden. Het moet over vier ma chinegeweren beschikken. Het kolenschip „Oxford" is door hen genomen en in een hulpkruiser veranderd. Avonturen in de lucht. Etienue Poulet, de beroemde Fransche vlieger, heeft aan de Petit Paricien eenige mededeelingen gedaan over zijn leven aan het front, waar hij als luchtverkenner dient. Poulet en een andere Fransche vlieger be spiedden een Duitsche afdeeling, die zich in een woud verborg. Dank zij de informaties, door de verkenners geleverd, was de Fransche artillerie in staat de vijandelijke strijdmacht te vernietigen. Vijf of zes dagen na dezen slag, of liever gezegd na deze slachting, was de geur, die van het bosch uitging, zoo on aangenaam, dat wij, zegt Poulet, zelfs op een hoogte van 1500 meters verplicht waren een omweg te maken om dien geur te ver mijden. Zie deze foto eens, zei de vlieger, wij zende op een kiekje uit de lucht genomen. Hier ziet gij den grooten weg, 't is die witte lijn, met die zwarte punten er op. Rechts en links ziet gij andere strepen op bijna gelijke

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 3