voor de Zuidliollandsclie en Keeuwüehe Eilanden.
He Oorlog.
Zaterdag It) Januari i S) 5
arte Jaargang N 204*4.
2
Antirevolutionair
Orgaan
Tweede Blad
IN HOC SIGNO VIN CES
Twee Bladen.
OFFICIÉÉL GEDEELTE.
BINNENLAND.
Dess Courant versciiimt alkau Woessdag en Zaterdag.,
ibonae^eatsprijs per drie seasnden fr.. p, p. 50 Cssaï
Suiiesiland biy TOOraitbetaling f 4,50 per jaar
ijfeoaderlijke aaarmers 5 teat.
- ï-TGK vgB r
W BOE KHO VEN
SOMMELSDIJK.
TAlefsoB latereo»». ®o. 3.
Myorts'sfiS's 10 esnipes regel SE i!i Haai, Bsslasasst 10 pes jsgsL
8»jek&£skaadig!>ig I Öant per regel ea 4/s aaa"
Bietusta&saYrsgea ea JftienstaaBbiediageE 50 Oent per piaateiag,
Groots lettere en vignetten worden berekend naar de piaatermiaie die ad <-■**. sn
Mvertentiës worden ingewacht tot Dinsdag- en Yrijdagatorgen 1?? nar.
Aise rtuKfeeo voor de Redaede oetoemd, Advortentièit esi eerdere Jkdminlstrode troneo toe te as^tiden aass den SJiisreve*
Dit nummer bestaat uil
STEMMING
voor den GEMEENTERAAD
De BURGEMEESTER der gemeente Som-
f' 'elsdijk brengt ter openbare kennis, dat op
-donderdag, den 21 Januari aanstaande, van
des morgens acht tot des namiddags vijf
uren, de stemming zal geschieden ter ver
vulling van een plaats in den gemeenteraad,
n.l. die van den heer M. Peekstok.
De candidate», in alphabetische volgorde,
zijn
KNAPE, A.
SLIS, JOHANNES A.
Tevens wordt de aandacht gevestigd op
artikel 128 van het Wetboek van Strafrecht,
luidende:
„Hij die opzettelijk zich voor een ander
uitgevende, aan eene krachtens wettelijk
voorschrift uitgeschreven verkiezing deel
neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste één jaar."
Sommelsdijk, den 13 Januari 1915.
De Burgemeester voornoemd,
BOUMAN.
CANDIDATENLIJST en PROCES-VERBAAL,
bedoeld bij artikel 10 der Gemeentewet.
Op heden 12 Januari 1915 zijn tusschen
r voormiddags negen en des namiddags
C-lér uur bij mij, Burgemeester der gemeente
Sommelsdijk (gemeentelijk kiesdistrict Som
melsdijk), ingeleverd de volgende opgaven
van Candidate» voor de verkiezing van een
lid van den gemeenteraad.
De candidaten, in alphabetische volgorde,
zijn
KNAPE, A.
SLIS, JOHANNES A.
En is hiervan onmiddellijk proces-verbaal
opgemaakt.
Gedaan te Sommelsdijk,
den 12 Januari 1915.
Voor afschrift. (w.g.) BOUMAN,
De Burgemeester, Burgemeester.
BOUMAN.
Nationale Commissie tegen het Alcoholisme.
Heden vergaderde de N. C. A. (Nationale
Commissie tegen het Alcoholisme) weder te
Utrecht. De voorzitter memoreerde in zijn
openingswoord de aanbieding van het Peti
tionnement voor Plaatselijke Keuze aan H. M.
de Koningin en de overwinning door de Ver
bodsmannen in vier Staten van Noord-Ame-
rika.
Na lezing der notulen van de vorige ver
gadering en bespreking der ingekomen stuk
ken, werd de werkwijze der verschilende
commissies voor bijzonderen arbeid aan de
orde gesteld.
Verschillende commissies, wier taak als af-
geloopen kan worden beschouwd, werden
ontbonden. Onder deze kan met eere de Cen
trale Regelingscommissie voor Volksstem
mingen worden genoemd die voor de actie
voor Plaatselijke Keuze zulk een uitnemend
voorbereidend werk heeft verricht.
Door de Commissie Handhaving tegenwoor
dige Drankwet was de actie voor 1915 voor
bereid.
In zake het accijns-vrij invoeren van een
zekere hoeveelheid alcoholhoudende dranken,
als scheepsprovisie, door stoom- en zeilsche
pen, alsook door houtvlotten, werd, na breede
discussie besloten een adres aan den Minis
ter te richten, waarbij verzocht wordt dezen
vrijdom op te heffen. Wanneer geen der aan
gesloten organisaties bezwaar heeft tegen dit
adres, zal de commissie van Administratie
met de uitvoering van dit besluit namens
de N. C. A. worden belast.
Omtrent de controle op alcoholvrije dran
ken bracht de voorzitter verslag uit. Door de
Commissie van Administratie is weder ge-
conforeerd met vertegenwoordigers van de
Bonden van Limonadefabrikanten. Hoewel
deze zaak met veel tegenspoed te kampen
heeft, laat het zich toch aanzien dat het doel
ten slotte zal worden bereikt.
Het tekort op de rekening van het 13e In
ternationaal Congres tegen het Alcoholisme,
te Scheveningen groot f 410.— wil men ponds
pondsgewijze over de aangesloten vereeni-
gingen verdeelen. Een voorstel werd aange
nomen omtrent de grootte van het bedrag
dat iedere organisatie zal hebben te betalen,
hetwelk aan de aangesloten organisaties zal
worden voorgelegd.
Gewezen werd ten slotte op de noodzake
lijkheid om krachtig op te treden, wanneer
het oogenblik van demobilisatie zal zijn ge
komen. Er is nu tijd om te overleggen wat
dan zal moeten gedaan worden en maatre
gelen te treffen voor een doeltreffende pro
paganda in die dagen. Verschillende plannen
werden ter tafel gebracht en besproken. De
Commissie van Administratie zal die bij de
aangesloten organisaties overbrengen en hare
gevoelens erover vragen.
Besloten werd de volgende vergadering te
houden op Dinsdag 6 April 1915, waarna de
voorzitter met een woord van dank en waar
deering voor betoonde medewerking aan de
aanwezigen de vergadering sloot.
J. HENRI LEDEBOER,
Seer. N. C. A.
DE TOESTAND.
Voor de zooveelste maal zetten we ons
neder om een overzicht te schrijven van den
nog nooit gehoorden wereld-oorlog, en voor
de zooveelste maal zouden we kunnen schrij
ven „sempre idem".
Beginnen we met de toestand in het westen
dan trekt het meeste de aandacht wat de
Duitschers bij Verdun verricht hebben.
Daar toch hebben ze niet minder dan 10
kilometer terrein gewonnen, d.w.z. dat ze
10 kilometer vooruit gekomen zijn.
De Duitschers zijn daar reeds belangrijk
naar het Zuiden doorgedrongen en hebben
daarmede de insluiting van Verdun dus al
dreigender gemaakt. Waar een geslaagd
Fransch offensief, steunende op Verdun of
uitgaande van een basis in de omgeving van
Verdun, van de verst reikende gevolgen voor
de Duitschers zou zijn, is een tegenoverge
stelde beweging juist in deze streek voor de
laatsten een groot voordeel.
De Duitschers zijn op hun front ten Oos
ten van Sint Michiel tot voorbij Pont a
Mousson, blijkens de laatste mededeetingen,
niet zonder succes opgetreden, en daardoor
krijgt de omgeving van de forteniijn Verdun-
Toul in den laatsten tijd opnieuw steeds
meer beteekenis voor het verderjverloop van
den strijd in het Westen. Ook een Duitsche
doorbreking van het Fransche front in deze
streek zou immers nog altijd van zeer verre
strekking zijn.
Ook in Soissons is het succes der Duitschers
ingeluid volgens de laatste berichten.
Eerst meldde de Franschen ons dat zij
daar belangrijke aanvallen der Duitschers,
nadat zij eerst aanvallend waren opgetreden,
hebben afgeslagen.
Het Duitsche bericht dat daarop volgde
meldde, dat de Franschen ten Noordoosten
van Soissons verslagen en van de hoogten
verdreven zijn, hetgeen in het Fransche
middagbericht in begrijpelijkerwijs beschei
dener termen wordt erkend, met de mede-
deeling, dat zij zich op andere dan de hoog
ten waarom het ging, hebben gehandhaafd.
Uit den buit welke door de Brandenburger
soldaten veroverd is en de 1700 gevangenen
die gemaakt zijn, blijkt, dat deze episode
wel ietwat uitsteekt boven de dagelijksche
schermutselingen die op het lange front
plaats vinden en met het nemen en weer
hernemen van stukken loopgraaf eindigen.
Toch brengt ook dit Duitsche succes heel
weinig verandering in den loop van de ge
vechtslinie.
Uit het Oosten totaal geen nieuws van
beteekenis. Alleen melden de Russen ons
weer een geduchte overwinning op de Turken
in den Kaukasus. Aangezien door de latere
berichten over de vorige verpletterende ne
derlaag, die zij den Turken daar heetten te
hebben toegebracht, dezelve hoe langer hoe
minder belangrijk scheen, zijn wij eenigszins
huiverig geworden aan de berichten uit den
Kaukasus (van beide zijden trouwens) voet
stoots geloof te slaan.
Volgens Reuter echter, die op dat punt
wel niet zal overdrijven, zijn de Turken
Tabris, de hoofdstad van Azerbeidsjan en
het steunpunt der Russen in die provincie
binnengerukt.
Ter zee doen de Duitsche duikbooten weer
van zich spreken, nl. dat ze in het kanaal
bij Dover zijn gezien en op hen is geschoten.
Van officieele zijde is dit nog niet beves
tigd en met particuliere berichten moet men
voorzichtig zijn, daarom hopen we in ons
a.s. nummer hierop terug te komen.
In den Kaukasus
duurt de strijd voort. Tusschen Kars en Er-
zeroem is opnieuw een groote slag begonnen.
Wij zouden wel eens willen weten, wie het
hardst liegen kan: de Turken of de Russen.
Men weet dat laatstgenoemden beweerden
twee korpsen vernietigd te hebben, maar nu
puntje bij paaltje komt, moeten ze mede-
deelen, dat het geheele verslagen „leger" bij
Sarikamisj uit 6000 man bestond!
En de Turken beweren, dat de berichten
over een Russische overwinning in den Kau
kasus in den vorm, waarin ze zijn verspreid,
niet juist kunnen zijn, daar nergens in den
Kaukasus een geheel, laat staan 2 Turksche
legerkorpsen opcreeren, maar ver van elkaar
verwijderde kolonnes, waarvan er geen de
sterkte van een geheel legerkorps heeft.
Sterker nogZij beweren dat hun troepen
nog dezelfde linie bezet houden en de Rus
sen zouden alleen een Ziekentransport heb
ben aangehouden, waarbij zich een generaal
en eenige gewonde officieren bevonden.
Zuid-Afrika.
Onze Courant geeft aati zijn lezers een
overzicht over Zuid-Afrika, dat wij met vol
le instemming overnemen. Het blad schrijft
Zuid-Afrika ligt ons namet wat daar ge
beurt leven wij mee. Taal- en stamverwant
niet alleen, maar met een groot deel van 't
Boerenvolk gevoelen wij ons geestverwant.
En waarlijk niet met het minst-edele deel.
Het behoeft dus geen verwondering te ba
ren, dat in ons land steeds een geopend oor
te vinden is voor Zuid-Afrika, en voor het
geen daar gebeurt.
Wat daar nu plaats vind is een drama,
vervolg zoo ge wilt van de aangrijpende tra
gedie die wij den naam van „oorlog tus
schen Boer en Brit" hebben gegeven.
Want toen is geen overwinning bevochten,
maar is de vrijheid gesmoord.
Zeker er waren ook fouten, feilen, zonden
aan de zijde van de Boerenrepublieken. Wie
zou hel willen ontkennen
En die zonden wreken zich nog.
Maar wat de Boeren ontvingen bij het
Tractaat van Vereeniging bevredigde nie
mand en nog altijd bleef om rechtvaardiging
roepen het geschonden recht.
Op de zegepraal van dat Recht hebben
de Boeren gehooptdaarvoor hebben ze ge
beden en ieder die met hen meeleefde heeft
daarop gebouwd.
Dat is nooit tot oplossing gekomen, hoe
verguld de positie ook was die de vroegere
republieken kregen in de Z.-A. Staten-Unie
onder Engeland's oppergezag.
Men kent de voorgeschiedenis van wat nu
in Z.-Afrika plaats greep.
Botha's politiek verwaarloosde al meer de
belangen en rechten der Boeren, tot dat een
breuk ontstond tusschen hem en de Herzog7
partij die de Boerenbevolking miskend acht
te, tegenover de Engelsche.
Toen brak de oorlog uit en de Unieregee-
ring bood aan, Z.-A. te verdedigen met ei
gen troepen tegen een mogelijken aanval.
Engeland kan daardoor zijn troepen uit
Z.-Afrika terug nemen en naar Europa zen
den.
Tot zoover was het korrect. En geen Boer
had daarop tegen, maar plotseling werd over
Z.-Afrika een dichten sluier geworpen. De
Censuur hield alle berichten op en Reuter
mocht alleen mededeelingen doen. Die ver
haalde van een „zwart verraad". De boeren
onder Beijers, De Wet e.a. hadden een con-
plot met de Duitschers in Z.-W.Afrika en
begonnen een opstand op het oogenblik dat
Engeland z'n troepen had weggevoerd. Wel
dra weerklonk gansch Engeland van wraak
geroep over zooveel „laagheid" en de weer
klank er van werd ook in een deel der Ned.
Pers gehoord.
Maar een ander en gelukkig het grootste
deel, verzette zich tegen die voorstelling en
wachtte af.
Wij hebben dadelijk geweigerd geloof te
hechten aan de Engelsche voorstelling van
zaken en wezen op heel iet anders.
De Engelsche regeering heeft in het begin
van den oorlog zeven millioen aan de Unie-
regeering geleend met verzoek zich te wil
len belasten met den oorlog tegen D. Z.-
West.
En Botha, hoewel hij op grond van de
Unie-Wet weigeren kon zonder Engeland
te ontstemmen, heeft gretig die opdracht
aanvaard.
Maar hiertegen kwam verzet; „verdedigen
wel, maar aanvallen niet", riepen de Boeren.
Botha zette z'n wil door met allerlei dras
tische maatregelen. Alle vrijheid werd onder
drukt, men mag alleen denken zooals de
Unie-regeering denkt; het recht is onder
drukt en Botha wil de Boeren dwingen tot
een onrechtvaardige daadeen oorlog met
D. Z.-West-Afrika.
Hiertegen, en niet tegen Engeland aldus
Tiebben wij betoogd, ging het verzet van
Beijers en De Wet en van duizenden met
hen.
Het was geen georganiseerd verzet, maar
een uiting van het overkropt gemoed en
moest daarom wel mislukken.
Zie nu wat uit de doorgekomen corresp.
blijkt; hoe Reuter ons aldoor met verhaalt
jes heeft afgescheept en omtrent heel dit
verzet heeft gelogen.
in de N. Crt. treffen wij een brief aan van
12 Dec. Had de Censor dezen doorgelezen,
dan had hij hem zeker niet laten passeeren.
Wij citeeren het volgende:
Wat de rebellie betreft o. het is een
ellende, dat we gemuilband zijn in Zuid-
Afrika. Een uiterst strenge censuur regeert,
vooral over de pers. Uit Nederland wordt
alles nagesnuffeld, zelfs couranten geopend
of er ook een Duitsch blad in was. Anders
zouden we wel meer weten van den achter
grond van den opstand.
Anderhalve maand nadat de oorlog uitbrak,
kwam de vreemde toestand tot uitbarsting.
Lord Buxton kwam en zijn bevel tot ver
overing van D. Z. W. en dit bracht de re
bellie. Ik ben ziels overtuigd, dat noch De
Wet, noch Beyers begin September aan op
stand dachten, ofschoon de jingo's in hun
bladen wel alles deden om hun vuur aan te
blazen. Ook dit alles zal wel bij de bere
kening behoord hebben. Slechts een vonk
was noodig om de oude republiekenj;in lich
te laaie te zetten en den opstand een on-
tijdigvroege geboorte te geven. Die vonk
kwam van Pretoria. Nadat Beyers bedankt
had, bedankte Maritz ook, doch zijn bedan
king werd niet aangenomenintegendeel
werden Bauer en Brits gezonden om hem
gevangen te nemen. De tweede vonk kwam.
In Lichtenburg (Tr.) werden 500 dienstplich
tige Afrikaners opgeroepen voor den inval
in D. Z. W. Verontwaardiging, protesten
men wilde nietBedreigingen volgden „Wie
niet opkomt is deserteur en wordt in de
tronk gestopt."
Gevolg: opstand met Beyers aan 'thoofd.
De eenige, die denkelijk uit zichzelf be
gon was Chr. de Wet, in den Vrijstaat
We hielden ons hart vastHet land was
niet rijp en zat diep onder de krijgswet. De
regeering, ofschoon van Afrikaners, voerde
koud en „smart uit, wat zoo berekend was.
De regeering had al de jingo-ambtenaren,
door Lord Milner hier gebracht, veelal oud
officieren, de regeering had treinen, teiegraaf-
lijnen, telefoons, kanonnen, machinegeweren,
autos' spionnen, geld, alles; de rebellen had
den weinig of niets. Sommigen werden ge
vangen zonder patronen, anderen met 3 of 4.
Zoo heeft de jingo-geest gezegevierd, of
sehijnt hij te zullen zegevieren. Echter Z.-
A. is een land van verrassingen. Toen de
Labour Partij in Juli 1913 en Januari 1914
verpletterd werd en de hoofden verbannen,
toen juist begon ze haar kracht te ontwik
kelen en in de regeeringscolleges versche
nen haar leden in ongehoorde getallen.
De Hertzogpartij is doodgetrapt, zij-zal nu
misschien krachtiger worden dan te voren.
Is de Rebellie uit Geloove het wie kan.
Men fluistert, dat er nog 16 duizend rebel
len zijn. Kemp schijnt baas in het Westen,
waar Kurreman ligt; hij heeft enkele Duit
schers bij zich met artillerie en verdere mo
derne hulpmiddelen.
Natuurlijk vreezen de berekenaars, dat er
wel eens een nieuwe rebellie zou kunnen
komen, als de kern van het verdedigings-
leger (lees aanvallingsleger) ver weg gaat.
Daarom zijn vanaf gisteren twee spiritual
torces aan het werk gesteld. In duizenden
exemplaren is n.l. een brochure verspreid
bevattend de opsomming der Duitsche bar-
baarschheden in België door de Belgische
officiëeele commissie. Deze brochure is al
leen in het Hollandsch. De London iletter
van den Argus vertelt zooeven, dat uit
Engeland 12 Hollandsch sprekende Belgen
naar Z.-A. zullen vertrekken. „Vooral otn de
Afrikaners te vertellen wat een beesten de
Duitschers zijn". Dat kunstje schijnt begin
October op Holland toegepast toen Churchiil
met zijn handvol mariniers Antwerpen leeg-
joeg en Vu miljoen menschen, die 2 maan
den (figuurlijk) in het duister gezeten had
den en geleefd hadden op leugens en he
vige overdrijving over Nederland werd
uitgestort. Van den tijd dat die menschen
10 a 14 dagen in Holland waren, kregen wij
zulke ijselijke anti-Duitsche brieven van
sommige verwanten daar, dat wij per kee-
rende post vroegen of zij glad gek gewor
den waren.
Verder is de Hollandschen boekhandelaars
in Z.-A. aan-gezegd door defectieven, dat
zekere boeken over den Boerenoorlog niet
meer verkocht mogen worden,- b.v. het boek
van J or daanHoe zij stierven." De regee
ring weet dus, dat er in den laatsten tijd
veel van zulke boeken verkocht en verslon
den zijn. Zoo verkochten Dusseau Co. (d.
i. De Bussy) alhier al hun exemplaren van
Mevr. Neechling's„Schould we forget', 4
of 5 honderd in de 6 of 7 weken. Van Jor-
daan's boek hadden ze nog maar één ex.,
toen het gestopt werd.
Summa summarum, de regeering zegt tot
de Hollandsche bevolking: „Uw zonen gaan
de Duitschers uitroeien in D.Z.W.; vindt dat
goed, want leest! de Duitschers zijn
Hunnen. En van den Boerenoorlog mag
je niets meer hoorendenkt er niet meer
over!
Echter evenals het tragisch einde van
Gen. De la Rey de gemoederen in het Noor
den hevig bewoog, zoo doet dat van Beyers
het thans weer overal, waar niet verengelschte
Afrikaners wonen.
Over den dood van De la Rey gaat een
leelijk gerucht en dat nog al van menschen
van hooge positie komtBeyers wist kort na
het ongeluk, dat op het politiebureau een te
legram lag van de regeering: „Stop elke auto
die uit Pretoria komt". En zoo'n telegram had
niets te doen met het vangen van de For
sterbende. Het verslag, dat de Volkstem gaf
van het gerechtelijk onderzoek was zoo, dat
het laatste gedeelte der verhooren en der
uitspraak vrij onduidelijk was. Men gelooft
volgens dat gerucht, dat de kogel die De la
Rey kreeg voor Beyers bedoeld was.
Nog iets over de rebellie. Drie weken ge
leden vaardigde de regeering een proclama
tie uit, dat geen notaris een transportakte
van vast goed mocht passeeren, dan na gron
dig onderzoek, dat de verkooper geen rebel
was. Dus bestond en bestaat blijkbaar het
voornemen de opstandelingen te ruïnecren
met het geconfiskeerde goed de loyalisten
schadeloos te stellen voor wat zij geleden
hebben. (De Bisschop der Engelsche kerkte
Pretoria stelde zelfs heuselijk voor in de
bladen, dat de regeering de rebellen zou ver-
oordeelen om gratis en voor niemendal, dus
als slaven op de plaatsen der loyalisten te
werken
Doch juist heden hoor ik, dat Beyers en
de Wet en de andere kopstukken der rebellie
op deze vriendelijkheid der regeering voor
bereid waren en vóór ze opstonden hun vast
goed geheel verhypotekeerd hadden. Beyers
zou zelfs zijn kontanten naar Amerika ge
zonden hebben.
Thans zijn we compleet gemuilband.
En zoo drijven wij als een schip zonder
roer op de woelige baren. Geen jan Hofmeyer,
geen Paul Kruger is er om te leiden en te
vereenigen.
De Duitsche landstorm.
Het „Hamb. Fremdenblatt" ontvangt van
geautoriseerde zijde een mededeeling betref
fende de voorloopige opkomst van de Duit
sche landstormrecruteering. Bij de aanmelding
van den ongeoefenden landstorm in de streek
van het 9e legercorps, heeft het medisch on
derzoek pl.m. 200.000 voor geschikt verklaard.
Indien slechts 50 pCt. van dit getal wordt
gerekend, daar andere legerkorpsen niet zulk
een groot aantal zullen opbrengen en nog
een zeker percentage daarvan zal afvallen na
de tweede'keuring, dan geeft dit voor het
geheele Duitsche Rijk nog 2V2 millioen voor
de wapens en voor de weerplichtig geschikte
mannen, die nog niet zijn opgeroepen. Hierbij
is de landstorm voor den 2en ban van 39
jaar en hooger nog niet gerekend.
De vrijbuiter „Ayesha".
Van Duitsche zijde wordt gemeld dat het
gedeelte van de bemanning der „Emden" dat
ontkomen is dus de landingsdivisie, die
op de Kokos eilanden de kabels kwam door
snijden en bij de komst van de „Sijdney" op
een zeilschip is gevlucht de vijandelijke
koopvaardijvloot blijft bestoken en een aan
tal kustschepen en stoom booten heeft geno
men.
Een Zwitsersch blad zegt, dat de scheep
vaart te Rangoon in Achter-Indië is gewaar
schuwd tegen een driemaster, de „Ayesha",
waarop het ontkomen troepje van de „Emden"
zich zou bevinden. Het moet over vier ma
chinegeweren beschikken. Het kolenschip
„Oxford" is door hen genomen en in een
hulpkruiser veranderd.
Avonturen in de lucht.
Etienue Poulet, de beroemde Fransche
vlieger, heeft aan de Petit Paricien eenige
mededeelingen gedaan over zijn leven aan
het front, waar hij als luchtverkenner dient.
Poulet en een andere Fransche vlieger be
spiedden een Duitsche afdeeling, die zich in
een woud verborg. Dank zij de informaties,
door de verkenners geleverd, was de Fransche
artillerie in staat de vijandelijke strijdmacht
te vernietigen. Vijf of zes dagen na dezen
slag, of liever gezegd na deze slachting, was
de geur, die van het bosch uitging, zoo on
aangenaam, dat wij, zegt Poulet, zelfs op
een hoogte van 1500 meters verplicht waren
een omweg te maken om dien geur te ver
mijden.
Zie deze foto eens, zei de vlieger, wij
zende op een kiekje uit de lucht genomen.
Hier ziet gij den grooten weg, 't is die witte
lijn, met die zwarte punten er op. Rechts en
links ziet gij andere strepen op bijna gelijke