Zaterdag 12 December 1914 29st* Jaargang N\ 2032. 2 Antirevolutionair Orgaan voor tie Zniclhollandsclie en Keeuwnche Eilanden. Tweede Blad. De Oorlog. IN HOC SIGNO VINCES Twee Bladen. officieel gedeelte. W. BOEKHOVEN. BUITENLAND. Deze Courant veraokgnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden p. p. 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling ƒ4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGIVEB SOMMELSDÏJK. Telefoon Inïereoawm. Me. Advertentiën 10 Cent per regel m !/s maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal, Bienstaamvragen ea Bienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentie®! worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ÏO nur. A8ie stuisl&eii voor ale ïtedaetle lne§teiisal, Advertentièn eis verdere AaSmlnl§lmtie franse© t©e te ^eiiaSeis «ais den Uitgever, Dit nummer bestaat uit 'JBIF' JACHT. De Commissaris der Koningin in de Pro vincie Zuid-Holland, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie dd. 30 November 1.1.. no. 83; Gelet op art. 11 der Wet van 13 Juni 1857 g§|P| Staatsblad no. 87); Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat bij bovengenoemd besluit van Gedepu teerde Staten de jacht op klein wild, daar onder ook begrepen zoowel het schieten als het vangen van houtsnippen met lakt-, war- of valflouwen, in dat gedeelte dezer provincie, waar zij open is, wordt gesloten op Donder dag 31 December e.k., met zonsondergang. Deze kennisgeving zal, in plano gedrukt, worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in het Pro vinciaal Blad en in de Nederiandsche Staats courant worden geplaatst. 's-GRAVENHAGE, 4 December 1914. De Commissaris der Koningin voornoemd, S W E E R T S. 'r DE TOESTAND Het allermeest houd men er voor en niet ten onrechte ligt het zwaartepunt van den huidigen oorlog in het Oosten. Thans is daar een vreeselijke slag reeds 5 dezer begonnen nog aan den gang. Het groote nieuws is daarvandaan dat Lotz de groote fabrieksstad, in Duitsche handen is gevallen. En nu houden de Russen zich wel alsof zij niets aan het verlies van deze stad hech ten, doch is al te voorzichtig. De stad is van te veel beteekenis, juist omdat daardoor en knooppunt van spoorwe gen den Duitschers machtig veel hulpe bied en dit is van zeer groote beteekenis. Het is voor von Hindenburg veel waard als hij zijn minderheid tegenover de Russen door vlugge verplaatsing van zijn troepen kan gebruiken dat beide legers op zijn minst in evenwicht wordt gehouden. Daarom was het den bevelhebber steeds te doen en den opmarsch naar de Weichsel te verklaren. Trouwens von Hindenburg heeft het in een interview met de „Neue Freië Presse" zelf verklaard. In een interview met de „Neue Freie Pres se" heeft Von Hindenburg nu zelfverklaard, dat die eerste opmarsch naar een terugtocht van de Weichsel een puur strategische bedoe ling heeft gehad, gelijk wij destijds ook heb ben verondersteld. Von Hindenburg zeide, dat het eenige doel van het offensief naar het hart van Polen was de vernieling van de naar Warschau loopende spoorlijnen. Een belegering en verovering van Warschau en Iwangorod was tot dusver volstrekt niet be doeld. „Indien, zei hij, door een gelukkig toeval bij het verschijnen van onze legers voor de poortenvan Warschau de sterke ves ting in onze handen gevallen was, dan zou den wij niet „neen" gezegd hebben, maar er op gerekend hebben wij niet en wij heb ben ook niets gedaan, om zoo'n succes te bereiken". Het vernielen der spoorlijnen was liet eerste en voornaamste doel van ons of fensief en dit doel werd volkomen bereikt. De Russen in een spoorwegloos gebied té trekken en hen daar, met zelf een prachtig spoorwegnet in den rug, aan te vallen en te vernietigen is dus de opzet van Von Hinden burg geweest. En deze spoorweg taktiek schijnt meer en meer een doorslaande betee kenis te krijgen voor den Europeeschen oorlog. Ter zee is het voor de Duitschers een heele slag doordien drie Duitsche kruisers In den grond zijn geboord. Het zijn de „Scharnhorst" de „Gneisenau" en de „Leipzig" dezelfde die bij de kust van Chili de Engelschen zoo'n geduchte klap heb ben gegeven. Het was wel te verwachten dat te avond Of te morgen dit bericht zou komen, omdat men wist, dat een Engelsch eskader naar deze schepen zocht. Niettemin is dit een ver lies, dat in Duitschland goed gevoeld zal worden. Al kwamen deze schepen ook niet in aanmerking om bij een eventueel machtig treffen van de beide vlooten mee te doen, omdat ze te ver weg schenen om veilig en wel in het vaderland terug te kunnen komen, het effectief van de Duitsche vloot is er toch mee verminderd. In het Westen is het wat anders daar is het schier een oorlog onder den grond. Loopgraven en nogeens loopgraven en als men de berichten uit dien hoek, zoowel van Fransche en Duitsche zijde nagaat, dan win nen ze daar beiden, maar't slot is ieder blijft op zijn plaats, dan den eenen een tweetal meters vooruit en dan den anderen. De tegenover elkander staande legers we ten zich niet van hun plaats te krijgen en het komt er maar op aan welke partij onder den huidigen toestand in staat is om het eerst voldoende reserve in het veld te bren gen. De beantwoording van deze vraag hangt af van een andere vraag en wel dezewelke partij is het best in staat om nieuwe eenhe den (bataljons, batterijen en escadrons, regi menten, brigades, divisies, legercorpsen) te vormen. Het spreekt toch vanzelf, dat het militair overwicht berusten zal bij die partij welke uit de van te voren of later geoefende reservemanschappen het snelst zulke nieuwe eenheden vormen kan en dit hangt voor een groot deel daarvan af of men in het betrok ken land daarop in vredestijd gerekend heeft door de vorming van kader en aanvoerders. We zullen nu aannemen, dat voor kader vorming in Duitschland en Frankrijk, de beide „militaire mogendheden", gelijkelijk en met evenveel ijver is zorggedragen. Maar in één opzicht is het dichtbevolkte Duitschlhand Frankrijk veel voor, n.l. in de hoeveelheid van 't „reservemateriaal". Waar er tusschen Frankrijk en Duitschland weinig verschil is wat de beide legers op vredesstrekte betreft, is tusschen beide landen het verschil zeer groot ten opzichte van het percentage van de voor den militairen dienst beschikbare jonge mannen dat telken jare wordt ingelijfd. In Frankrijk is dat percentage nl. nog geen 50% der beschikbaren, in Duitsch land ongeveer 70%. Van Fransche reserves als heipers in den hooggestegen nood hoort men dan ook niets of weinig. Waarop voor de Verbondenen op het Wes telijk oorlogstooneel dan vooral de hoop ge vestigd is, dat zijn de Engelsche reservele- gers, welker werving men dag aan dag in de Engelsche pers bespreekt. Engeland, dat immers de zeemogendheid is van onze planeet, heeft nooit veel gevoeld voor een landmilitie. Het had tot dusver slechts zijn staand leger van vrijwilligers, dat voor allerlei expedities in de Engelsche koloniën gebruikt wordt. De reserves, die door aanvulling van dat expeditie-leger klaar staan, hebben, als weinig geoefend, weinig militaire waarde. Hoe het in het oosten toegaat blijkt al- meer en meer door de berichten die er van daag komen. Veldmaarschalk Von Hindenburg geeft de Russen, hoe sterk in overmacht ze mogen zijn handen vol werk. Niet tevergeefs heeft hij jaren en nog eens jaren de Oostgrenzenzen van zijn vaderland bestudeerd, elk aanvalsplan overwogen en zich tevens afgevraagd, wat hij ter verdedi ging zou doen, als hij daar het bevel over de Duitsche troepen mocht voeren. Nu voert hij het bevel. Met de meest uit gestrekte volmacht van zijn Keizer, staat hij daar en houdt den erfvijand op een afstand van de grenzen. Hij brengt hem zelfs ge duchte wonden toe. Wie het portret van dezen krijger een wijle bekijkt, krijgt den indruk een persoonlijkheid te zien. Een man die weet wat hij wil. En die ook kan wat hij wil. Maar wij kunnen ook ons voorstellen hoe die lijnen in dat gelaat kun nen verstarren tot grimmigheid, wanneer de Russische millioenen zijn zooveel kleiner le ger trachtten te overvleugelen of te vernie tigen. Dan schieten die grijze oogen vonken, ter wijl geen vouw in het voorhoofd zich ont plooit, maar stuk voor stuk werkt hij zbn lang overdachte plannen uit. En waar hem de macht ontbreekt, wint hij door snelheid van beweging en onge dachte zetten. Want men behoeft de vaak verbluffend op rechte dagberichten van den Russischen staf maar te lezen, om tot de ontdekking te ko men, hoe Von Hindenburg nu voor de derde keer hun aanvalsplan heeft verijdeld, Zooals men weet is Lodz genomen een groote fabrieksstad, dat de laatste weken door de Russen was bezet. De eerste beteekenis van dezen zet is, dat de Duitschers nu de spoorweg Kaiish-Lodz- Lowickz geheel in hun macht hebben. De tweede is, dat de geheele Russische linkervleugel op den terugtocht is en de derde, dat hun in Lodz een enorme krijgs buit in handen moet zijn gevallen. Zooals wij in een vorig artikel hebben uit eengezet, is dit succes te danken aan het verrassend optreden vanJDuitsche legerkorp sen d5hr, waar de Russen geen vijand ver moedden. Eerst kwam er een bij Wielun opdagen toen werd er plotseling een gesignaleerd bij Sieradz en nu deelen ons de Russen mede, dat zij sterke troepen uit het zuiden naar Lodz wilden drigeeren, maar .die stui ten op een Duitsch-Oostenrijksch legerkorps bij Novo-Radom. Verrassender kon het al niet. Juist tusschen de twee Russenlegers in. De bedoeling van Von Hindenburg zal zijn om dit Russenleger in tweeën te deelen wat feitelijk al gebeurd is. Reeds een gedeeltelijke scheiding brengt de grootste moeilijkheden mee ten opzichte van approviandeering en voorziening van schietvoorraad, waarbij nog komt, dat op hun vroegen terugtocht de Duitschers en Oostenrijkers de wegen en spoorwegen zoo veel mogelijk onbruikbaar hebben gemaakt. De Russen zullen dus wel alle krachten inspannen om zich aan dat gevaar te ont trekken, hetzij door een krachtige poging om hun vijanden terug te slaan, hetzij, indien zij die poging te hachelijk achten, door een terugtocht. Men mag dus in de eerst volgende dagen in Polen gewichtige gebeurtenissen ver wachten. Ontzettend bloedig is daar in midden-Po len gestreden. Lodz werd eenige malen in brand gescho ten en akelige toonen speelden zich daar af. Maar het ontzettendst was de aanval der Siberische regimenten op de met doodsver achting stand houdende Duitschers. De correspondent van de „Novoje Wremja" Alexander Ksiunin, schrijft, dat de moedige aanvallen van de Siberische troepen en ca valerie bij Rzgouw, BrezingTuschinenLask en op de linie Zgierz—Strikow in de ge schiedenis zullen worden geboekstaafd. Het bosch tusschen Brezing en Kurpin is feite lijk één groot graf. Een der Russische regi menten stormde hier op een houwitserbatte rij van den vijand in. In het centrum werd door het helsche vuur een bres in de gele deren gemaakt, doch niets kon de stormloop der beide flanken tot staan brengen. De kanonniers werden neergeveld en de houwitsers buitgemaakt, zoodat de weg voor de infanterie vrij was. Hoe onverwacht en verschrikkelijk deze gecombineerde aanval was, bleek hieruit, dat in het dorp Kurpin, de Duitsche soldaten een schuilplaats zoch ten, doch daar levend verbrandden toen de Russische granaten de huizen in brand sta ken. De hoogten van Rzgow, die den omtrek en de heele zuidelijke streek van Lodz be- heerschen, zijn reeds op grooten afstand zichtbaar. De Siberische troepen gunden den Duitschers niet den tijd om zich te verschan sen op deze hoogten. De gevechten hadden plaats op den heu vel vóór Rzgouw en op de hellingen waar de Duitschers stelling hadden genomen. De Russen naderden van den anderen kant, zoo dat de aanval onverwacht kwam, doch de Duitschers hadden zich spoedig hersteld en de eerste pogingen werden verijdeld. De loopgraven werden door beide partijen verscheidene keeren genomen en weer ont ruimd en de gevechten, die hier werden ge voerd waren zeer bloedig. De lijken lagen letterlijk op hoopen. Bij Krakau en in de Karpaten nemen de Oostenrijkers sterke stellingen in. Uit de Kar paten passen worden de Russen weder ver dreven. De stelling bij Krakau dachten de Russen bij verrassing te nemen, wat oorzaak werd van een bloedig handgemeen. In de Neue Freie Presse leest men de vol gende beschrijving van een nachtelijken aan val der Russen op de Oostenrijksche loop graven Daar naderde het onzichtbaar slechts een geklepper en hier en daar een halfluid commando hoorbaardan doken donkere schaduwachtige gedaanten op in dichte linie en compacte troepen en nader den ons als een spooksel. Nog waren zij niet te onderscheiden. Men zag de voorover gebogen lichamen, aarzelend slechts gingen ze voorwaarts. Men merkte duidelijk, dat zij er niet al te veel plezier in hadden. Het waren nog ternauwer nood honderd passen. Daar verscheurde plot seling een enkele roep „Oerade stilte. Een langgerekt duizendvoudig Oera* oera volgde. Ondanks hun stormgeroep nog steeds dit aarzelende voorwaarts schuiven. Bij ons een schril gefluit en het knettert en rateltEen rij vlammen danst uit de mondingen van onze geweren op de loop graven. Donkere schaduwen van de Russen zijn verdwenen. Wie niet weggemaaid werd, heeft zich op den grond geworpen en vuurt. Roode vuurkogels met blauwachtige steekvlamme- tjes springen uit hun geweerloopen. Reeds fluiten hun geweerkogels. Weinige minuten later duiken nieuwe schaduwen op en drin gen voorwaarts. In een lang onregelma tig front, dat uit een groot aantal naast el kaar oprukkende menschentroepen bestaat stormen zij voorwaarts. Weer vallen geheele rijen. Zij aarzelen, maar ze zijn talrijk. Steeds komen zij nader. Nu kan men hen reeds goed zien. Nog komen zij aangestapt, voorover gebogen, het geweer met de bajo net in de hand. Onze soldaten schijnen een oogenblik als verlamd. De fysieke nabijheid van den vijand werkt als een hypnose. Nu begint het drama, het handgemeen. Op de borstweringen voor, achter en in de loop graven ziet men menschenkluwens. Twaalf vijftien menschen in elkaar verward, die den indruk van beschonkenen maken. Een vuist krabt in een gezicht. Een bajonet boort zich in een hals. Een geweerkolf slaat neer. Weer komt er een op den hoop toeioopen en schiet blindelings er in. Twee, drie, vijf menschen vallen op den grond. De anderen merken het niet op. Het dringen, duwen, slaan en steken duurt voort. Er is geen verschil meer tusschen vriend en vijand. Hier en daar eeu vloek, een on gearticuleerde klank, een kreunen, het geluid van een stervende. Een officier slaat ver woed met de scheede van een sabel om zich heen, waar de sabel nog inzit. Een onderofficier verdedigd zich met zijn kijker. Een andere grijpt een kluit aarde en werpt die in de hoogte. Enkelen zitten ge hurkt in de loopgraven en steken en schie ten van daar uit. Het kluwen wordt dunner, raakt langzamerhand ontward, maar er vor men zich weer nieuwe. Om onze machine geweren wordt bijzonder verwoed gestreden. Tien, twintig handen grijpen ernaar. De eene vuist slaat de andere weg. Eenige manschap pen lichten de zware schilden op en slaan er mee op hoofden en handen. Anderen ge bruiken bajonetten, pistolen en kolven. Ge- kners, gevioek, omvallen Doch de Russen schijnen steeds uit den grond te voorschijn te komen. De overmacht is groot. Dan een donderend hoera. De Oos tenrijksche regiments-reserve is als een don derbui aangestormd. Af en toe hoort men trompet, die soms plotseling afbreekt. Ein delijk neemt het handgemeen een einde. De Rsusen moeten wijken. Een enkel schot valt hen nog achterna. Deze heksen-sabbath zal niet langer dan vijf minuten geduurd heb ben. De Russen zijn verdwenen. Het morgen rood vlamt op. De eerste zonnestralen lich ten. Onmiddellijk daarop gedonder van het geschut aan beide kanten. De artillerie is haar ochtendwerk begonnen. Reeds slaan de granaten in. De overval was totaal mislukt. De verliezen van de Engelsche vloot. Een dag of veertien geleden heeft de En gelsche admiraliteit een lijst openbaar ge maakt van de verliezen die de Engelsche vloot tot den 1 lden November aan manschap pen had geleden, met opgave van de sche pen waarop en de gelegenheid waarbij het was gebeurd. Het Berliner Tageblatt merkt op, dat er verschillende dingen niet op staan. Zoo heeft volgens ambtelijke mededeeling, de Strass burg op 20 Augustus een Engelsche duik boot vernield; de Times meldde den 14en September den ondergang van de Australi sche duikboot A E 1 en den lOen Septem ber dien van den hulpkruiser Oceanic, „enz." Hoe staat het met de Audacious, die den 28en October verloren ging? vraagt het B. T. Waren bij al deze verliezen van schepen geen menschenlevens te betreuren? Ook is, gelijk men weet, in Italiaansche bladen het vermoeden geopperd, dat de Australia, de linie-kruiser van de Australische vloot verongelukt is, nademaal de Australi sche regeering geruimen tijd niets van dat schip had gehoord. Maar vragen wij ons af zou het ook kunnen, dat de Australia hei melijk den Grooten Oceaan is overgestoken om de Engelsche vloot op de Westkust van Amerika te versterken tegen het smaldeel van admiraal von Spee en zou dan de Au stralische of Engelsche regeering misschien zelf het gerucht verspreid hebben, dat het schip zoek was? Dan schrijft men ons nog, in aansluiting op het stuk van het Berliner Tageblatt, dat de Engelsche verlieslijst ook niet spreekt van de verliezen op den kleinen kruiser Wey- moutd (5250 ton), die in het begin van den oorlog in de Middeilandsche Zee met de Bres- lau in gevecht is geweest en waarop toen, naar het getuigenis van officieren van de Bresiau, brand is uitgebroken. Dan mist on ze zegsman den naam van den grooten krui ser Warrior (13,550 ton) op de lijst, welk schip, meent hij, waarschijnlijk verloren is. Ook herinnert hij dat de Black Prince, een zusterschip van de Warrior, en de Glouces ter (4800 ton) elkaar in de Egeïsche Zee bij ongeluk beschoten hebben. in de Frankfurter Zeiting vinden wij uit de New York Times van 16 November een uitvoerig verslag over de schipbreuk van de opper-dreadnought Audacious overgenomen. Het verhaal is afkomstig van den stokvoer- der en een lid van het muziekkorps aan boord van de Olympic, die op 27 October op de Iersche kust de bemanning van de Audacious gered en te Lough Swilly geland heeft. Hoewel de redding van de ongeveer 900 mhn die aan boord waren zeer moeilijk was, kwamen slechts twee opvarenden om het leven. De Olympic, van Nieuw-York gekomen, zag in den ochtend van 27 October bij de Tory-eilanden twee oorlogschepen voor zich uit, waarvan er een met de achterplecht zoo diep gezonken, dat de golven er voortdurend overheen sloegen, zwaar slingerde. Dit was de Audacious, de ander de kruiser Liverpool (4800 ton). De Audacioes had de noodvlag in top. De Liverpool voer heen en weer voor de Olympic om zich te vergewissen, dat er geen mijnen waren. De Olympic, naderbij gekomen, maakte eerst aan bakboord 14 reddingbooten voor strijken gereed, maar ten slotte werden die aan stuurboord neergelaten. Een boot, een met 5 man van de Audacious afstak, sloeg om. Een man verdronk. Na een half uur wa ren de reddingbooten aan de Audacious. De tucht aan boord was voorbeeldig. Op de brug gingen de officieren met de handen op den rug, heen en weer. Ieder wachtte zijn beurt af om in de booten te gaan. Tijdens het reddingswerk kwamen ver scheiden torpedobooten, visschersstoomboo- ten, en kleine kruisers, door de Liverpool dradeloos geroepen, erbij. Van de beman ning kwamen er 250 aan boord van de Olym pic, 450 werden er over de andere schepen verdeeld. Er bleven '200 man op het voor schip van de Audacious om te trachten het schip te bergen. De Audacious lag nu zeer diep. Om 8 uur had de mijn het schip getroffen. De Bak boordskanonnen staken uit den grooten to ren net nog boven water uit. Om 1 uur was de bemanning van de Olym pic weer aan boord. De 14 booten liet men drijven. Bij het ruwe weer kon men ze moei lijk weer aan boord hijschen, De torpedojager Fury haalde een behendig stuk uit, door een dunnen staaltros van de Olympie op de Oudacious te brengen. Daarop werd een zware tros tusschen de twee sche pen bevestigd, maar het bleek onmogelijk het schip voort te slepen. Telkens brak de tros en tegen den avond stoomde de Olym pie weg. Een machinist van de Audacius verteld* nog, dat dadelijk na het ongeluk het andere linischip van het eskader, krachtens het be vel der admiraliteit, wegvoer. Eerst later keerde het terug. Het kommando had in de machinekamer geklonken„Torpedo aan bak boord, alle waterdichte deuren sluiten Eerst later kwam men tot de overtuiging, dat het schip op een drijvende mijn was gestooten. 's Avonds om 9 uur is de Audacious, vol gens den muzikant en andere opvarenden van de Olympie, op bevel van den komman- dant opgeblazen. Dat was hem dradeloos door de admiraliteit gelast, vertelden eeni- gen van de 200 man, die op de Audacious gebleven en later door torpedo-en visschers- booten op de Olumpic gebracht waren. Om de zaak geheim te houden werd da Olympie een week te Lough Swilly vast gehouden. Alle passagiers beloofden, te Bel fast geland, niets te vertellen. Men neemt aan, dat de admiraliteit het schip heeft la ten opblazen, opdat het wrak niets zou uit brengen. Het water is ter plaatse 50 M. diep. Dus kan de scheepvaart er geen hinder van hebben. Een Amerikaansch correspondent, die aan boord van de Olympie was, vertelt nog, dat het een Zweedsche koopvaarder was, dat er in slaagde den zwar n tros van de Audacious aan boord van de Olympie te brengen. Hij beschrijft ook den knal en den vuurgloed van de ontplofling, toen de Audacious inde lucht vloog. Maar in verband met het ande re verhaal vermoeden wij, dat de man hie aan het fantaseeren is. N. R. Ct,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1914 | | pagina 3