lie Oorlog. Antirevolutionair Woensdag 9 December 1914 29,u Jaargang <V. 2031 IN HOC SIGNO VINCES voor lie Kuldltollandüclie en Zeenw^elie Eilanden. W. BOEKHOVEN, UIT DE PERS. BUITENLAND. PËNNËKRASSËSr OFFICIËEL BEDEÊLTL~ Daze Courant verschijnt eiken Woensdag ®n Zaterdag. Abonnementsprijs par dri© aaaanden £r. p. p. 50 Gaai Buitenland bij vooraitbetaling f 4*50 per jaar, Afzonderlijke nnmmers 5 Cent, CfJÏGKYSB SOMMELSDIJK. feïefoon IssSereoBHua*. Mo. Advertentiën iö öent per rage' sn s/» mmi. Reclames 20 p®r r&gm, Boekaankondiging 5 Cent per regel en */s Bienstaasmages en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing Groots lottere en vignetten worden berekend naar da plaatsruimte die gij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- sa Vrgdagarorgja 10 aa>. Alle stukken voor de Medactle bestemd, Advertensïën era verdere Ailmliilstir&lle franco toe te geraden aai deu f' cev. V Niet naar den zin. Als 't zoo blijft gaan met minister Treub als 't nu gaat, wilde mr. Troelstra zich maar liever uit 't Parlement terug trekken en dan zou hij buiten de Kamer de Regee ring dwingen door maatregelen, die hij in die vergadering of meeting over deOorlogs- credieten niet met name noemde maar toch wel te begrijpen zijnnl. de massa in roe ring brengen, en tevens de Ministers be stoken van dag tot dag totdat ze ge willig naar de pijpen van mr. Troelstra zouden dansen. Maar er is een spreekwoord van .bran den en »op de blaren zittenheel pro zaïsch klinkt dat in den volksmond, maar volkomen waar. En nu kunnen we xoo'n grooten mond van Troelstra moeilijk ver dragen, waar hij als leider der Socialisten Partij verplicht werd geen portefeuille in 't Kabinet aan te nemen. Op het Socialistisch Congres, het buiten gewone te Zwolle, is besloten, dat de aan geboden portefeuilles zouden worden ge weigerd. De Partij zelf, om principieole re denen, maakte zich van Dr. Bos losdeze legde daarom zijn functie van Kabinets formateur neer en mr. Cort van der Linden was toen verplicht een ministerie te vor men zonder Sociaal-Democraten. Minister Treub werd minister vanfinan- tien, nadat de heer Bertling was afgetreden de oorlogacredieten a 50 millioen en nog eens 50 miilioen werden ook door de Socialis ten goedgekeurd; maar nu 't op 6en be talen aankomt op een manier, die den. heer Troelstra niet welgevallig is, nu gaat hij op meetings met groote kracht van woorden, de Regeering bestoken, Nu zeggen we van dat bestoken op zich zelf niets. Wie in de oppositie wil zijn, naar de inspraak van zijn geweten, móet dat doen en voorals als Kamerlid behoeft men geen blad voor zijn mond te nemen; maar waar we wel tegenop komen is dit dat mr. Troelstra op 't buitengewoon Con gres over de aanbieding der Portefeuilles, toen niet al 't mogelijke gedaan heeft om in 't Kabinet een plaats te veroveren. Toen is de verantwoordelijkheid voor de toe komst door de Socialisten eeniglijk en al leen geschoven op Unie-Liberaien, Oud- Liberalen en Vrijz.-Democraten en zij zelf bleven en hielden zich buiten alle eventueele moeilijkheden. Maar nu, nu loeit er een storm in hunne gelederen. Hadden ze in 1914 na den uit slag der verkiezing Ministerszetels geno men, dan hadden ze niet voor zulke fei ten behoeven te staan als deze Oorlogs heffing. Toen weigerden ze; nu zitten ze op de blaren en krijgt mr. Treub de schuld. Plichtsverzuim in 1914 wordt nu gestraft met een machteloosheid tegenover 't Ka- binet. V Een Kieswet voor 1915. Door een der Socialistische Kamerleden was den Minister de vraag gedaan, wat van zijnentwege zou geschieden om te voorkomen, dat de verarmde kiezers d. i. verarmd door de mobilisatie, ontkiezerd zouden worden. De werkeloosheid in de steden heeft werkelijk toestanden gescha pen, waardoor ontkiezering heel grif kan plaats hebben't niet betalen der belas tingen; de verhuizing naar goedkoopere woninghet bijeengaan wonen van dezelfde familiën in één huis, waardoor slechts de huurder kiezer blijft, terwijl de overigen hun kiesrecht kunnen verliezenhet weg halen van 't Spaarbankbedrag enz. konden redenen zijn, als gevolgen der oorlogstoe standen, dat de kiezerslijst danig zou ge schrapt worden ea dat buiten de schuld der geschrapten. Daarom i3 er nu een Wetsvoorstel af gekomen om de kiezerslijst van 19 4 ook geldig te verklaren voor 1916. Wie er dus in 1914 op stond, blijft er op, tenzij hij geschrapt mag worden wegens oorzaken buiten de mobilisatie gelegen. Nieuwelingen mogen en moeten weer vóór 15 Febr. 1915 worden opgezocht en opge geven aan 't gemeentehuis, maar wat er overigens op staat, blijft. We twijfelen geen oogenblik of de bur gemeesters, die deze lijsten en de oude kiezers te controleeren hebben, zullen met goedigheid lateu staan, wat staat. Toch blijft uitkijken door de Kiesver- eenigingeu noodig. Is er toch een vroeger kiezer geschrapt, dan dient ernstig nage- gaaD, waaromEn kan bewezen worden, dat alleen en uitsluitend de mobilisatie de schuld was van met-betalen of zoo lots, dan met vrijmoedigheid op verbetering der lijst aangedrongen. l!e mobilisatie en haar volgende armoe mag mi.mand ontkiezeren. Soldaten, blijft nuchter! Nuchterheid en helderheid van geest zijn onr verschillende redenen in deze dagen aan te prijzen. Het valt licht in te denken, welke gruwe lijke gevolgen, vooral in oorlogstijd, de be dwelming nret zich kan sleepen. Vele hooge persoonlijkheden hebben dan ook aan soldaten geheelonthouding aanbevo len. Toch is het zich onthouden van alcohol in ons leger nog verre van algemeen. Onze soldaten-drankbestrijders zullen nog wel zoo nu en dan wat te hooien krijgen, dat weinig waardeerend is voor hun stand punt. „De Wereldstrijd" tracht nu de geheelont houders onder de soldaten een hart onder den riem te steken. Het blad schrijft: Wanneer men u aanvalt om uw geheelont houding, herinnert dan uw tegenstanders het woord van Keizer Wilhelm II: „De eerstvolgende oorlog en de eerstko mende zeeslag zullen gezonde zenuwen eischen. Door de zenuwen worden die beslist. Deze worden door den alcohol ondermijnd en van der jeugd af geschaad." Of dat andere: „Die natie, die de kleinste hoeveelheid alcohol gebruikt, overwint." Toont hun het getuigenis van den generaal veldmaarschalk Graaf van Haeseler: „Sedert 1878 drink ik noch wijn noch bier: sterken drank heb ik nooit gedronken. Mijn ondervinding is, dat de man zonder alcohol gebruik veel geschikter voor lichaams- zoo wel als geestesarbeid is, dus ook minder ver moeid, en dat wel in alle jaargetijden. Sterke drank is het grootste kwaad, bier is bijna even erg. Het vermindert de arbeidsgeschikt heid, maakt moede en verwekt altijd dorst." Generaal von Moltke, de zooeven aan ge haalde generaal von Haeseler en de militair geneesheer Matthaei zeggen: „desoldaat-ge heelonthouder marcheert beter, schiet beter, is veel minder ziek, is spoediger genezen, en krijgt veel minder straf." De Fransche generaal Gallieni verklaarde, dat hij op al de koloniale krijgstochten, ge durende 25 jaren door hem ondernomen, ge zien heeft dat spiritualia de kracht der sol daten en der dragers verminderen. Zelf dronk hij nooit anders^dan water en bevond er zich altijd wel bij. Japanners als de generaals Ovama. Kuroki en Fukus Hima waren of zijn geheelonthou ders en zeggen, dat het Japansche leger zijn kracht en weerstandsvermogen ook aan zijn nuchterheid dankt. Allerwege is bekend, hoe Lord Kitchener de troepen die naar het vasteland vertrokken, inscherpte zich vooral in acht te nemen, mede voor den alcohol. Dat liet zich niet anders wachten van den man, die in Mei 1898 een groote lading whisky liet wegloopen in het zand der woestijn, toen |een Griek het ge waagd had die in 't Engelsche leger in Abes- sinië binnen te smokkelen. Ten slotte een woord vaneen Nederlausch autoriteit. Mr. Wesenhagen, tot vóór eenige jaren auditeur-militair te 's-Gravenhage, schreef: „Waren Wijntje en Trijntje, die bei de rondelaars er niet, dan zou een auditeur militair het werk in ons land best afkunnen, nu zijn er vijf, en die hebben de handen vol." (Vrije Westfries.) DE TOESTAND is over het geheel niets gewijzigd. Een enkele kleine verandering dat nog niets geen invloed heeft uitgeoefend op het ge heel. Zoo meldt men van een achterwaartsche beweging der Duitschers in België die de oorlogscorrespondent van „De Tijd" als volgt mededeeld „Ofschoon aan de Yser wei eenige front verandering heeft plaats gegrepen, is deze niet het gevolg van het vuur der geweren en kanonnen aan de zijde der bondgenooten. De Duitschers zijn aan de Yserlinie op de meeste plaatsen van 200 M. tot 2 K.M. ach teruit gegaan, maar uitsluitend om sterkere stellingen in te nemen, daar ook het niet- overstroomde terrein bij de rivier zeer onge zond werd voor de soldaten en de drassige bodem een goede artillerieactie ten zeerste bemoeilijkte. „In verband met deze achterwaartsche be weging zijn enkele kleine dorpen door de bevolking ontruimd, daar die nu in de vuur linie gekomen zijn. Een en ander is tot de bevolking in de verschillende plaatsen van België doorgedrongen en heeft allerlei ge ruchten doen ontstaan over een nederlaag der Duitschers. „Dat die achterwaartsche beweging echter als zoodanig moet worden opgevat, is met den toestand en de taaie vasthoudenheid der Duitsche troepen in strijd. Trouwens, de onderwaterzetting van het land heeft ook de bewegingen der bondgenooten grootelijks ge schaad. „Toen de Duitschers hunne nieuwe stellin gen gingen betrekken, Vrijdag en Zaterdag der vorige week, hebben de granaten der bondgenooten groote slachtingen in de gele deren der Duitschers aangericht en lange treinen met gewonden zijn nadien vanuit Thourout over Brugge en vandaar in Oos telijke richting vertrokken. „Dinsdag hadden de Duitschers hun nieu we stellingen betrokken en openden toen het vuur op de bondgenooten. Het artillerieduel, toen begonnen, werd sindsdien met slechts kleine tusschenpoozen voortgezet en zelfs 's avonds en 's nachts zwijgen de vuurmon den niet, maar verrichten hun vernietigend werk, nadat door lichtbommen het terrein verkend is". Geen terugtocht alzoo maar een zjch ster ker nestelen tegen een aanval van den vijand. In het oosten duurt de slag van de noor" delijke legers, volgens de hoofdkwartieren, nog steeds voort. Het laatste nieuws dat uit het Duitsche hoofdkwartier werd gemeld, was dat Lodz was bezet. Inhoeverre deze plaats een punt van stra tegische waarde heeft, zal later blijken. In Servië stuiten de Oostenrijkers nog op een hevige tegenstand van het achterwaarts trekkende leger, er zal nog heel wat te doen zijn, eer Servië geheel verplet is. Wat Turkije betreft is totaal geen peil te trekken, want wat door Rusland wordt ge- seint wordt juist andersom door Turkije medegedeeld en omgekeerd. Ook hier zal later wel blijken wie de we reld op leugens tracteerd. VERSPREIDE BERICHTEN. Het Duitsche gezantschap te 's Gravenhage geeft kennis van de volgende verklaring van den Generalen staf: Het uit Rome gemelde bericht, dat de Franschen bij Yperen een geheel Duitsch vliegerkorps gevangen genomen hebben, is evenmin waar als het Londensche bericht, dat vliegers bommen op de fabriek van Krupp geworpen hebben. De T z a a r is van het front teruggekeerd en bezoekt nu hospitalen in verschillende steden in Midden- en Zuid-Rusland. De Times verneemt dat Koning George bij zijn bezoek aan koning Albert in Vlaan deren jongstleden Vrijdag dezen de orde van den Kouseband heeft verleend. De Koning heeft maarschalk Frensch de orde van verdienste verleend. Generaal von gissing, de nieuwe gouver neur-generaal van België, heeft te Brussel zijn ambt aanvaard. Koning George is weder in het Bucking- ham-paleis teruggekeerd. Naar de Frankfurter Zeitung uit Tokio ver neemt heeft de Russische generaal Hernronius met Japansche geschutgieterijen een contract gesloten voor de levering van 48 batterijen De toestand van prins August Willem van Pruisen, die ongeveer twee weken geleden in dienst een ongeluk met zijn auto heeft gehad, is, naar omstandigheden, zeer gunstig. De gemeenteraad van Zabyze, een stad van 70.000 zielen in Oost-Pruisen, heeft met al- gemeene stemmen besloten den naam van de stad te veranderen in Hindenburg. Telegra fisch is daartoe de toestemming van den veldmaarschalk gevraagd. Keizer Frans Jozef heeft aan prins Joachim van Pruisen voor dapperheid, in den slag bij Kutno bewezen, het Oostensijksch-Hongaar- sche kruis van krijgsverdienste geschonken. Generaal Potiorek, de bevelhebber van het Oostenrijksche leger in Servië, is door de universiteit v. n Graz benoemd tot eere-doctor. Een telegram uit Lemberg aan de Messa- gero meldt, dat de Russen een aantal zware batterijen op de hoogten rondom Weiliczka (5 K.M. van de zuidelijke verdedigingswer ken van Krakau) hebben opgesteld, vanwaar zij nu het bombardement op Krakau geopend hebben. Volgens Wolff-berichten uit Turkije, Roe menie en Bulgarije maakt in al die landen de inneming van Belgrado diepen indruk. Men verwacht er vooral een moreelen indruk op het Servische volk van. De Vittorol, een Roemeensch blad, zegt daarentegen, dat de inneming in de voornaamste plaats een stra tegische overwinning is, aangezien het Oos tenrijksche leger nu op den Servischen oever van den Donau vasten voet heeft gekregen. Het blad denkt, dat de tegenstand van de Serviërs nu verslappen zal. NAAR HUIS. DOOR HUGO KINGMANS. In goud-glansen ging aan den verren ho rizont de dagvorstin ten onder. Het was een warme, zwoele dag geweest. Maar nu werd het avond. Als gewoonlijk stoepten de dorpelingen, om uit te rusten van den vermoeienden dag taak, die nu nog veel vermoeiender was dan anders, omdat zooveel werkkrachten waren heengegaan. Heengegaan, om, wie zal het zeggen, nooit weer te keerenDe oorlog was uitgebroken. In een oogwenk tijds [stond half Europa in vuur en vlam. De groote mogendheden, zij kampten op leven en dood, om, ja, om de macht' te bezitten. Een kleine staat Iaat den troonopvolger van een groote dooden, wat den toorn van laatstgenoemde opwekt. Deze, in bondge nootschap met een andere, verklaart den oorlog aan de kleine. Een andere groote staat mobiliseert, wat bij den bondgenoot van den zijn troonopvolger-ontnomen staat argwaan wekt. Ultimatums volgen elkaar op. Een andere staat, naijverig op den handel van den bondgenoot, verklaart ook den oor log. Weer een ander volgt en in lichten laaie staat het werelddeel, dat Europa wordt genoemd. De eenvoudige dorpelingen begrijpen de ingewikkelde historie niet. Maar 't is hun genoeg te weten, dat hun vaderland in ge vaar verkeert. Er heerscht op dien avond, volgend op een warmen dag dan ook geen druk, vroolijk geroezemoes van stemmen in de dorpstraat. Zelfs de kinderen schijnen den ernst der toestand te begrijpen. Want zij ravotten niet, zooals voorheen. Ze zitten op de banken of de stoepen en hun angstig-vragende gezichtjes kijken vader of moeder aan, die met de huur lieden druk aan 't redeneeren zijn over de kansen van den oorlog. Dat natuurlijk vervult aller harten. Op de marktplaats, in de werkplaatsen, op het veld, overal is het onderwerp des gespreks: Oor log en nog eens oorlog. Zij lezen elkaar dé tijdingen voor van hunne geliefden, die ver weg zijn getrokken, over de grenzen Hier en daar zijn de gordijnen gesloten men betreurt er een geliefde doode. En met eerbied vervuld, passeeren de dorpelingen die huizen. Langzamerhand wordt het donker en de dorpsstraat ligt daar eenzaam en verlaten. Aan het einde ervan staat een huisje, af gezonderd van de anderen. Het is het wel aan te zien, dat er geen weelde heerscht. De weduwe van een armen daglooner woont er met haar drie kinderen, twee zoons en een dochter. Maar al heerscht er geen weelde, er heerscht wel liefde. En: „Waar liefde woont, gebiedt de Heer Zijn zegen En dat ondervond het huisgezin. Zij had den het dagelijksch brood, en dat was hun voldoende. Zij verlangden niets meer. Echter een moeilijke tijd was aangebroken, want, haar oudsten zoon, de voornaamste kostwinner, was opgeroepen, om voor zijn vaderland te strijden. Het had het moederhart moeite gekost, hem te laten gaan. Maar zij had het bereid willig overgegeven aan heur Heer en Heiland en dat gaf haar in deze moeilijke dagen troost. In het eerst kregen zij geregeld tijdingen van het front. Langzamerhand verminderde dat echter. Er was zeker censuur op gekomen. En met bange verwachting blikte het huis gezin de toekomst in, de dónkere toekomst Bij een walmende olielamp zit de moeder dien avond, terwijl de andere kinderen reeds slapen, te lezen in haar eenigen troost, den Bijbel en bijna halfluid, zegt zij de woor den na „Ik zal u niet begeven noch verlaten „Ik ben met u, al de dagen uws leven Dan haalt zij zijn laatste brieven voorden dag, gloeiend van liefde voor haar, voor zijn lieve, lieve moeder, de eenige, die hij tot nog toe bezit. „O, als hij nu eens daar 'op 't slagveld ligt," denkt ze, „dood of gewond. En er is in velden en wegen geen menschelijke hulp, omdat de slag nog onverminderd voortduurt." O, en een steek gaat door het moederhart De lamp gaat uit, de olie is op-'ebrand. Zij zal maar.naar bed gaan, hoewel zij toch niet kan slapen. Zij staat op en wankelt en staart vol ontzetting door het vertrek. Maar het is geen vertrek meer, 't is een slagveld, gruwelijk, afzichtelijk Daar daar heur zoon Hii valt Zij voelt hethij is dood .Zij ziet hem niet meer En zij geeft een door merg en been drin gende gil, die de slapenden, wakker maakt en verschikt (wakker maakt en) naar hun moeder doet snellen. Het vertrek is bijna in duister gehuldde lamp flikkert, nog heel eventjes. „Moe, wat is er?" klinken angstig-vragende stemmen tegelijk. „O, ik voel het, ik zie het, Johann is dood Zij trachten haar te troosten. Haar zenuwen zijn overspannen. Als zij maar eens geslapen heeft, zal het wel overgaan. En zij dwingen haar, naar bed te gaan. Het weinige licht van de lamp sterft weg... Zouden de gedachten van moeder en zoon elkaar dien avond ontmoet hebben Zou het visioen waarheid hebben gesproken Mag men er geloof aan hechten Zeker is, dat ze hem gevonden hebben, de Roode Kruissoldaten, na een hevig gevecht, geleund tegen een boomstam. In de eene hand had hij het portret zijner moeder, in de ander een bijbeltje vast. Zijn door hard werken ruw geworden vin ger lag bij deze woorden „Ik ben de Opstanding en het Leven." Op dezelfde plaats hebben zij hem begra ven, met massa anderen en uit piëteit legden zij het bijbeltje en het portret op zijn borst, de handen gevouwen er over En de arme moeder vernam den dood haars zoons en boven haar smart, die on- uitsprekelijk-diep was, gaf de verzekering, dat hij „naar huis was gegaan, haar troost. En weer was in het dorp een woning meer, waar rouw heerschte. En nog altijd door duurde die bittere strijd voort en uit menig hart klonk de verzuchting „Tot hoelang nog, Heer?" Gemeenteraadsvergadering. De BURGEMEESTER der Gemeente Som- melsdijk maakt bekend, dat eene Openbare vergadering van den Raad is belegd tegen Woensdag, den 9 Dec. 1914, des namiddags ten 3 ure. Sommelsdijk, den 7 December 1914. De Burgemeester, BOUMAN. OPENBARE KENNISGEVING. Mond- en klauwzeer. De BURGEMEESTER van Sommelsdijk Gezien een circulaire van den heer Com missaris der Koningin in deze provincie, d.d. 3 dezer, A no. 4222 (2e afd.). provinciaal blad no. 102 Wijst belanghebbenden op het gevaar, het welk schuilt in het toelaten in hunne stallen van kooplieden, bekenden of familieleden uit Duitschland- in welk land mond- en klauw zeer heerscht en op artikel 13 van de wet van 28 Juli 1870 (Staatsblad no. 131), luidende„Wanneer zich bij eenig stuk vee verschijnselen van eene besmettelijke ziekte openbaren, is de houder of hoeder verplicht daarvan onmiddelijk kennis te geven aan den burgemeester der gemeente, waar het vee zich bevindt. Bij nalatigheid zal de wet in hare volle gestrengheid moeten worden toegepast. Sommelsdijk, 7 December 1914. De Burgemeester voornoemd, BOUMAN. AANGIFTE ter inschrijving voor de Militie. De BURGEMEESTER der Gemeente Som°

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1914 | | pagina 1