voor de Zai«IIiollaiidsc»Iie en Zeeuwsebe Eilanden,
lie Oorlog;.
Woensdag 25November 1914
29'l" Jaargang N". 2027,
Antirevolutionair
rgaan
IN HOCSIGNO VINCES
De Leening,
W. BOEKHOVEN,
BINNENLAND.
Dess Courant verschijnt elksn Woensdag sa laterdag»
Abonnementsprijs por drie saaaadan fr- p. p. SO Oent.
Buitenland bij vooruitbetaüsg ƒ1,50 per jaar,
Afeonderli,fse nummers 5 Cent.
eOMMELSDUK.
AffvertenfiiSte 10 Gent pér rsgel »t- &/s maal. Reeiasvea 20 p*S3? nêge'
Boekaankondiging 5 Cant par ragei an t/8 ataat
BienstuattW£ge!n en MenstaanMediagen 50 Geat pet plaatsing.
Srcete ïe'tters en vignettsn worde® berekend naar nïaatsruimts ai© aq Ojsi
A&fer&entiëïl worden iagewaeiri frjt Dinsdag- ^rjjdagaaorgen
Alle stukken voor tie Hedactfte bestesmt, Advertentiên en verdere Administratie franco toe té zenden aan dea fiJilfftve*
ij die zich nu abonneeren, ont
vangen de nog in deze maand
verschijnende nummers gratis.
EITGMYEE l
7 e-efooE; Iniercoseu*. Mo.
Z
Wat zijn de beweegredenen waarom de
minister van Finantien de leening koos
boven de belastingheffing van de groote
kapitalen. Hij zegt er in de Nota, die de
Memorie van Toelichting vergezelt, dit
van:
De Minister wil geen Kapitaalbelasting
in eens, omdat de reusachtige uitgaven
door den oorlogstoestand zijn geboren, en
deze toestand voor Land en Volk een blij
vende beteekenis heeft en omdat die ge
volgen der mobilisatie, der werkeloosheid,
der inzinking, voorloopig blijven, wil hij
den druk van [Jdien toestand niet cp tin
enkel dienstjaar leggen: maar o:k ander
zijds" dien druk van 't heden over een niet
langer tijdvak verdoelen dan strikt nood
zakelijk is.
De Minister wil een vrijwillige leening
van 275 millioenloopt dat vrijwillige be
drag maar tot 150 millioen, dan zai de
rest nl. 125 millioen afgedwongen worden
en wel op deze wijze. Wie een vermogen
heeft boven 75,000 g!d. zal moeien bij
dragen aldus:
75000— 99000 1 pet. of 750 it 9S0gld.
190000—124000 1,5» 1500 a 1860 gid.
125000— 14-9000 2 pet.
150000— 199000 2i
200000— 2990C0 8
3O0CO0— 399000 3£
400000— 499000 4
500000— 749000 4J
750000— 999000 5
100C 000—1499000 5J
1500000—1999000 6
2000000—4999C00 6*
5 millioen en hooger 7
Met dien verstande evenwel, dat, als de
150 millioen vrijwillig worden geteekend,
over de gedwongens a 125 millioen eerst
nog eens met de Staten-Generaal zal wor
den overlegd. Voorloopig wil de Minister
dus niets dan de vrijwillige offering van
de benoodigde 150 millioen tegen 5 pet.
en hij doet een beroep op de vaderlands
liefde van allen, die eenige belegging kun
nen doen; elk bedrag is welkom, mits niet
minder dan f 100. Het zou, als het tot
een gedwongen leening moest komen, wat
de Minister niet hoopt, zeer zeker getuigen
van gebrek aan vaderlandsliefde, maar ook
een tastbaar bewijs van wantrouwen in
den Staat, van wantrouwen bij breede
scharen in ons Land, die, als ze slechts
willen, een leening als thans noodig is,
hoe buitengewoon het bedrag daarvan ook
wezen moge. bijeenbrengen kunnen.
Rente en aflossing zullen gedekt moeten
worden door opcenten, jaarlijks opbren
gende, hoewel elk jaar natuurlijk dalend,
26 millioen, Is dat dan zijn belastingsys
teem? «opcenten» zijn voor hem, minister
Treub, uit den booze; maar thans bij oor
logstoestand, wil bij neutraal zijn. Hij
acht bet thans onverantwoordelijk een
principieel debat uit te lokken over be-
lastingpolitiek. Daarvoor zal de tijd pas
gekomen zijn als 't oorlogsgevaar vooron3
Land is geweken. Met dit dekkingsvoorstel
nl. de opcenten tot een bedrag van 26
millioen sluit de Minister slechts aan, aan
et huidige belastingstelsel, zonder zich te
verd'epen in de gebreken en onvolledig-
e en van ons huidig stelsel; zonder te
vragen naar de gezonde of ongezonde ver
houding van directe tot indirecte belas
tingen, Er is geld noodig en dat moet er
komen, afgedacht van allerlei fouten, die
ons huidig belastingstelsel aankleven en
waarbij de opcenten ad 26 millioen zich
nu aansluiten. Enkele accijnzen blijven wat
ze zijn.
Maar waarom is de Minister «neutraal
gebleven»? Waarom niet den weg gevolgd,
dien dr. Bos en de heer Stork en zoovèle
anderen hem aanwezen? Waarom die on
democratische opcenten op 't heele vólk
gelegd en waarom niet de rijken alleen
aangepakt
De Minister antwoordtPrincipieel deugt
het niet, om buitengewone uitgaven, die
in het belang van 't geheele volk nood
zakelijk zijn, te doen dragen door een
betrekkelijk zeer kleine groep van meer-
vermogenden. Practisch is 't ongeraden
om waar straks voor maatregelen van so
cialen aard; voor verbetering van het
volksonderwijs; voor bijlegging van den
strijd op onderwijsgebied; voor de verde
diging der Koloniën; in éèn woord voor
verhooging van de volkskracht en van
's lauds weerbaarheid, nieuwe belastingen
zullen moeten opgelegd worden, en daarin
bet vermogen zonder twijfel, een belangrijk
deel zal hebben bij te dragen nu
op eenmaal aan de vermogens een ader
lating te doen ondergaan van 275 millioen.
Waarbij komt, dat de vermogens nu groote
schommelingen ondergaannu sommige
rijken arm zijn geworden, en armen rijk
zijn geworden. Velen, die nu reeds gebukt
gaan, zouden nog dieper zinken en anderen,
die nu door den oorlog vermogend worden,
zouden vrij loopen.
De Minister wil geen partij ook kiezen
tusscben de denkbeelden, die de verschil
lende politieke groepen op belastinggebied
huldigen. En de Minister wil van een prin
cipieel Kamerdebat, in deze tijden, over
belastiDgpolitiek, in geen enkel opzicht de
verantwoordelijkheid dragen. Wil de Linker
zijde ia haar tegenzin tegen opcenten, den
strijd over dit ontwerp aanbinden; wil zij
een belasting in eens uit de groote ver
mogens, de strijd zal dan moeten ont
branden tegen eigen Partijgenooten, tegen
de eigen Regeering3ineerderheid, maar de
schuld werpt dan de Minister niet op zijn
Wetsontwerp, maar op de Meerderheid. Zij
heeft de gevolgen te dragen.
Is dr. Kuyper dood of niet?
Een tiental jaren geleden, 'twas.na de
verkiezingen van 1905, is dr. Kuyper door
de Liberale Pers dood verklaard.
De man uit de Warmoestraat, Amsterdam,
was heusch dood. Later is het stoffelijk
overschot vertransporteerd naar de Kanaal
straat, den Haag. En wat in 't Kabinet
Heemskerk onaangenaam werd bevonden,
vooral in 't tweede jaar, was alleen dit,
dat de schim van den afgestorvene dat
Kabinet verontrustte, zoodat de Liberale
Pers Heemskerk ging bestoken, omdat de
geest van Kuyper rondom de Groene Tafel
rondwaarde.
Tochal was uit 't vale schimmenrijk
de gee3t van dr. Kuyper neergefladderd in
't Lagerhuis: vaststond: dr. Kuyper zelf
was morsdood.
Maar daarom grenst aan 't wonderbaar
lijke wat nu die Pers mededeeit in verband
met de 275 millioen oorlogslasten. Er staat
te lezen, dat mr. Treub gezwicht is voor
dr. Kuyper. Hij, Kuyper, is de schuldige,
van die leening en van die opcenten.
Is 't onmogelijke dan mogelijk geworden
Een kraektmensch, een mannetjesvent, een
ideaalmensch in de oogea der Linksche
meerderheid, op de vlucht gejaagd door
een schim f
Want Kuyper is dood, dat staat vast;
dat wijst de rouwadvertentie uit in 1935
door de N. R. Ct. met trillende hand van
aandoening, gedrukt.
En zou nu mr. Treub op den loop gegaan
zijn voor een schim?
't Is onmogelijk. Een man van staal als
Treub, die over do graven van de onrus
tigste stokebranden durft heen kuieren, in
nacht en in ontij, zonder een spier van zijn
strenge gezicht te verroeren: zulk een on
ver chrokken durfal gaat voor geen schim
uit 't doodenrijk op den loop.
Dr. Kuyper kan Treub niet verontrust
hebben. Kuyper is dood en zijn scbim moge
fladderen ver van zijn spelonk en graftombe
af; moge fladderen langs de statige gebouwen,
waarin ons Parlement vergadert, maar een
schim gaat een Staatsman als Treub, slechts
grijnzend voorbij.
Dr. Kuyper, o Liberale Pers! is dood.
En zwijg over de dooden! Over hen geen
kwaad 1 Dr. Kuyper kan niet schuldig staan
aan die opcentenzijn asche rust iu vrede
al sinds 1905.
Geen zuinigheid?
Een Oostenrijker, een egoist, zoo ais hij
zich zelf betitelde, kwam tot 't inzicht, dat
zijn zuinigheid de Maatschappij in dezen
oorlogstijd schade deed En daarom werd
nu zijn wachtwoord: geen zuinigheid meer,
maar verkwisten! Uitgeven zooveel moge
lijk, opdat alle bedrijf zooveel mogelijk in
stand kan blijven.
Ook in ons Land zijn herhaaldelijk stem
men opgegaan, en brochures verschenen
er over. om toch niet te zuinig te zijn;
geen geld achter slot te houden, want dat
zoo'n zuinigheid de dood is voor werkne
mers en werkgevers.
In vele opzichten stemmen we daarmee
in. Wie niets koopt, is de oorsaak, dat er
niets gefabriceerd wordt. En daarvan zijn
de gevolgen ontzettend in werkeloosheid
met al den aankleve daarvan. Misplaatste
zuinigheid zoudeu we daarom hoogelijk af
keuren. Maar we zien ook niet in waarom
tegen zuinigheid propaganda moet worden
gemaakt en de Hollaudsche zuinigheid door
schrijvers wat in 't zonnetje moet worden
gezet. Eerstens zijD er duizenden die wer
kelijk in druk verkeeren. En dat niet al
leen de arbeiders, maar ook de midden
stand. Zij toch moeten zuinig zijn, omdat
er niet is. Zuinigheid kan men alleen als
verkeerdheid voorhouden bij hen, die be
zitten en kunnen uitgeven. Maar dan vin
den we de gedachte van niet zuinig te zijn
toch zelfs in dat geval wat al te kras. Het
hemd is nader dan de rok. En de oorlogs
toestand is nog niet geëindigd. Niemand
weet, voor wat toekomst men staat. En
dan is geldbezit, al is 't dan maar een be
zit van een 1000 opgespaarde guldens, een
groote geruststelling, dat als de uiterste
nood gaat prangen, er toch nog voor 't
huisgezin een kleine bron van inkomen
vloeit.
Zuinigheid overdrijven is dwaasheid. Maar
dat men zich tempore in uitgaven is voor
ons de natuurlijkste zaak d :r wereld on
danks alle brochuregeschrijf en bespotte-
lijkmaking van de zuinigheid.
Uitkijken, blijft de boodschap Ook bij
't uitgeven van zijn gold. Niemand heeft
bij deze oorlogstoestanden de toekomst in
zijn baud. Je kunt nergens op bouwen en
vertrouwen. Alles staat wankel. Ea daar
om blijft onzes inziens zuinigheid voor
waarde van ons leven in deze dagen.
Men schrijft ons
Zooals bekend is heeft het Koninklijk Be
sluit van 3 Aug. 1.1. bepaald, dat de Directie
der Rijkspostspaarbank de terugbetaling van
aangevraagde gelden langer dan 14 dagen,
desnoods tot 6 maanden toe, kon uitstellen.
De Directie heeft van die bevoegdheid slechts
een matig gebruik gemaakt en waar het noo
dig was, de terugbetaling zeer bespoedigd.
In verband hiermede werd door postambte
naren dikwijls aan inleggers, die een spoe
dige terugbetaling wenschten, den raad ge
geven de reden van de aanvraag aan den
Directeur der Rijkspostspaarbank mede te
deelen.
Aangezien in de tegenwoordige tijdsom
standigheden aan elke aanvraag weder, zoo
ais vroeger, binnen een paar dagen wordt
voldaan, is het volkomen onnoodig in een
schrijven aan den Directeur der Rijkspost
spaarbank de reden van de aanvraag te mel
den, weshalve aan de postambtenaren ver
zocht is het geven van bovengenoemde raad
in het vervolg achterwege te laten.
De toestand
in het westen is, zooals ons de laatste tele
grammen melden, nog onveranderd.
Alleen: „Yperen wordt door de Duitschers
met kracht gebombardeerd en de vermaarde
lakenhal en het stadhuis staat in vlammen."
Voorts meldde ons nog de generale staf
van Duitschland, dat ze heden tot 2 maal
toe het Engelsche eskader in de Noordzee
verdreef met hun artillerie aan de zeekant
opgesteld.
In het oosten duurt de veldslag nog on
beslist voort.
Zoowel in Polen als bij Wloclawek.
Toch zijn er in de telegrammen van beide
partijen symptonen waar te nemen die een
vermoeden wettigen, dat de Duitschers er
gunstiger voor staan dan de Russen.
Uit Turkije komen berichten dat van twee
zijden het leger der Turken Suez heeft be
reikt en de Engelschen op de vlucht ge
jaagd zijn.
Uit Zuid-Afrika kan geen betrouw.baar
nieuws gemeld worden.
Voor een viertal dagen seinde men uit
Pretoria dat de Wet gevangen was en heden
kwam van daar een telegram dat hij over
de Vaalsrivier was gevlucht.
't Is het oude liedje. Brakensiek gaf in een
spotprent zoo sarcastisch juist weer, toen hij
met zijn stift French teekende, wijzende op
de telegraaflijnen met het onderschrift: „Zoo
lang deze in ons bezit zijn winnen wij altijd".
In den Balkan blijft het nog rustig, tot
hoelang
Die stilte, inzonderheid voor Bulgarije,
teekend.
't Hééft weieens anders gedaan.
Verleden jaar nog, toen het na den geluk
kig gevoerden oorlog tegen Turkije den strijd
aanbond tegen Servië en Griekenland sa4m,
waardoor het de schoonste vruchten van zijn
overwinningen zag ontglippen en met name
het zoo begeerde Macedonië goeddeels weer
verloor.
Nu is het wéér oorlog, maar nu houdt
Bulgarije zich stil.
Maar het ziet zijn doel
Macedonië te nemen, zoodra de tijd er
voor rijp is!
Nu is 't zoover nog niet.
Zelfs heeft Bulgarije een deel van zijn leger
naar huis gestuurdals 't noodig is zijn de
mannetjes weer gauw genoeg op hun post.
Het zwijgt rechts en links.
Maar met klimmende voldoening ziet het
toe, nu Servië door Oostenrijk wordt „gelegd".
De vijanden van Duitschland en Oosten
rijk doen alle mogelijke moeite, om Bulgarije
naast Servië in 't veld en in het vuur te
brengen maar de staatslieden in Sofia
schudden koppig het hoofddat nooit
Sërvië ls ontrouw geweest.
Het nam Macedonië voor zich,
Tegen alle afspraak in
't Moet nu maar zien, hoe 't zijn eigen
pannetje gaar kookt en hoe 't ook roept in
de benauwdheid, Bulgarije blijft stom en
doof.
Zelfs meldt men uit Berlijn
„De Engelsche minister van buitenlandsche
zaken heeft thans met behulp van zijn Rus
sische collega Sasonof zich moeite gegeven
om Bulgarije voor de drievoudige entente te
v/innen. Tot dat doel wordt sterke pressie
geoefend op Servië om het Bulgaarsche ge
deelte van Macedonië thans nog aan Bulgarije
af te staan. Men hoopt tegen dien prijs van
Bulgarije gedaan te krijgen dat het den Rus
sen zijn leger ter beschikking stelt voor de
krijgsverrichtingen tegen de Dardanelles
De hulp van Bulgarije aan Servië tegen
Oostenrijk-Hongarije is volgens hier ont
vangen berichten uitgesloten. De pogingen
van Grey zuilen bij de Bulgaarsche regee
ring en bevolking even weinig succes heb
ben als die van Sasonof.
Bulgarije blijftneutraal.
Want ook Duitschland en Oostenrijk heb
ben het, naar een hooggeplaatst persoon uit
Sofia mededeelde, schoone aanbiedingen ge
daan
Maar Bulgarije wacht!
De vrucht wordt tóch rijp.
En de tijd komt, meent men te Sofia, dat
die vrucht den Bulgaren in den schoot valt,
zonder dat ze daarvoor eenige moeite be
hoeven te doen.
Daarom wacht Bulgarije af.
Nederland.
is in het Engelsche Parlement ter sprake
gekomen.
Men had de regeering gevraagd of zij de
noodige stappen had gedaan om aan den
vijand alle noodige middelen te onthouden.
Minister Asquith verklaarde, dat geen onder
werp zorgvuldiger de aandacht van de re
geering had gehad.
„Indien de regeering willekeurig zou zijn
opgetreden zou zij in botsing zijn gekomen
met de wettige nationale rechten van de
neutrale mogendheden. Maar hoe belangrijk
het was aan den vijand met alle wettige
middelen, levensmiddelen, oorlogsmateriaal
of andere dingen welke hij dringend noodig
had te onttrekken, het was van evenveel be
teekenis, dat het Britsche rijk niet zou han
delen op een willekeurige of onwettige wij
ze, met betrekking tot de neutrale volkeren
en de regeering had met veel moeite en ijver
zorgvuldig beproefd deze beide verplichtin
gen na te komen."
In verband met den uitvoer van de thee,
zeide Asquith, dat de regeering de zaak on
derzocht omdat er reden was te gelooven,
dat een aanzienlijk gedeelte van de thee, die
werd uitgevoerd naar landen als Nederland,
door wederuitvoer naar Duitschland ging.
•Er waren middelen waartoe hij hoopte dat
de regeering met succes haar toevlucht zou
kunnen nemen, om aan deze praktijken een
einde te maken.
Hier bevond hij zich weer op een zeer
teer gebied bij de behandeling der neutrale
landen.
Nederland is een land dat zijn rechten als
neutrale mogendheid krachtig heeft doen eer
biedigen, zei de minister.
De Britsche regeering heeft in geen enkel
opzicht hier over te klagen.
Het bevindt zich in de meest kiesche en
moeielijke positie, doordat het 't noorden
van den Rijn beheerscht en nabuur is van
België.
Ik klaag niet over de wijze waarop het
zijn plichten als neutrale staat heeft vervuld.
Maar aan den anderen kant moeten wij er
voor zorgen, dat goederen, welke wezenlijk
zijn bestemd voor den vijand en die zijn le
gers aouden steunen en oorlogsmunitie zou
den leveren, hem niet bereiken, onder den
dekmantel van de bestemming naar neutrale
havens".
De Duitsche Keizer
is onverwacht in de loopgraven der Aisne
linie een kijkje komen nemen.
„Op zekeren morgen komt de Keizer ge
heel onverwacht aan het voorste front schrijft
een officier. Overal ongeloovige gezichten.
Maar, zoowaar, daar zijn de auto's al. Ze
rijden een hofstee op. De overste stapt op
de auto toe, ik links achter hem. De com-
mandeerende generaal stelt den overste voor
De overste brengt zijn rapport uit. De Keizer
schudt hem de hand. Dan een blik van den
commandeur. Ik Ekom een pas vooruit. „De
luitenant-adjudant G." De Keizer drukt
ook mij krachtig de hand Dan ziet Z. M.
het IJzeren Kruis op de borst van den overste
„Hartelijk gelukgewenscht
Nu leidt de overste Zijne Majesteit door
de hoeve. We komen onze mannen voorbij,
die met allerlei werk bezig zijn ;|de een borstelt
zijn paard, de anderen koken of repareeren
hun goed. „Goejen morgen mannen
„Goejen morgen, MajesteitDaarop gaan
we naar het kleine soldatenkerkhofje achter
den muur van de hoeve. Er zijn 10 graven
ook dat van een Engelschman, en dan dat
van onzen kameraad luitenant Schultze. De
overste vertelt den Keizer diens heldendood.
De Keizer ziet de bloemen in jmijn hand.
„Zijn die voor mij bestemd „Totjuw dienst
Majesteit!" En daarmede bied ik hem mijn
bloemen. Hij neemt zeeen tak rozen en wat
roode asters en legt ze op het graf.
De Keizer werd zoo ver als eenigzins mo
gelijk was naar het front geleid. „Zijne Ma
jesteit kan van hier in de Aisne-vallei zien,
hij ziet de vijandelijke hoogten, ziet de vijan
delijke granaten en kartetsen bij FortCondé
inslaan, ziet onze mannen bij 't graven van
verschansingen.
Maar verder naar voren mochten we hem
toch niet brengen de verantwoordelijkheid
ware toch te groot geworden," zegt de brief
schrijver.
In de „U 26".
Twee uren vóór middernacht!
Rondom de geweldige graniet-blokken van
den pier loeit huilend de herfststorm. De
branding slaat sehuimend tegen den steenen
muur. Regelmatig bewegen de golven den
zwarten onderzeeër op-en-neer. In de vol
slagen duisternis kan men slechts weinig