Tweede Blad. Zaterdag 24 October 1914. No. 2018 Twee Bladen. buhehluTD' De Europeesche Oorlog. BIJENTEELT. BINNENLAND. IN HOCSIGrNO WSES 3 Dit numioor bestaat uit Van verschillende kanten komen klachten over de door tusschenkomst der Nederl. Ver- eetiiging voor Bijenteelt geleverde gedenatu reerde accijnsvrije suiker. Wij kunnen erzelt niet over oordeelen; we waren dit jaar zoo gelukkig geen suiker te behoeven, en liever ook maken we van de gedenatureerde sui ker, zooals deze de laatste jaren is geleverd, niet dan ingeval we er moeilijk buiten kun nen, gebruik van, dewijl ze vaak zoo sterk gepeperd" was en de paprica (peper) er in zulke groote klontjes in voorkwam, dat we ons moeilijk konden voorsteilen, dat zooda nige, op een menschentong zoozeer bijtende suikeroplossing, aan onze bijen geen kwaad zou doen. Andere imkers echter schijnen te pas te zijn gekomen. Het orgaan van bovengenoem de Vereeniging maakt er in het Octobernuin- mer melding van. De heer J. Joh. van Reu nes. Leeraar H.B.S. te Enschede, klaagt o.m.: „De suiker, die wij hier in onze afdeeling hebben ontvangen, lusten de bijen niet. Ik voor mij, die slechts drie kasten houdt voor liefhebberij, heb de knoop doorgehakt, na een week ergernis, en 30 pond suiker ge kocht a f 0.26 per pond, zoodat dit voor die drie kasten extra-onkosten veroorzaakt van f 7.80. Ik vraag me echter af, hoe beroeps imkers dit gevalletje moeten behandelen. Moeten zij ook maar dure suiker koopenvan meer dan den dubbelen prijs en dehun van wege de vereeniging verschafte suiker maar als een verlies boeken bovendien? Reeds op 't eerste gezicht stond mij die suiker niet aan, ze was kleverig en waar schijnlijk niet geraffineerd. Alvorens een beschuldiging te uiten, zal ik afwachten, of dit schrijven een ophelde ring brengt. Dit kan ik voorloopig wel zeg gen: Ik begrijp niet, dat vooraf geen proef )s genomen met de ons gezonden suiker, v/sommige imkers gieten de oplossing in de ledige raten. Wat zullen de gevolgen zijn, als de bijen er, wanneer de voedselvoorraad opraakt, toe overgaan het goedje te veror beren? Zouden zoo vraagt de heer Van Ren- nes ten slotte zouden dergelijke ervarin gen de bijenteelt (beroeps- of liefhebberij-) bevorderen De redacteur voegt aan dit schrijven het volgende toe: „Van den heer H. G. Schutte G.zn. te Enschedé gewerd mij een schrijven van ge lijken inhoud, die daarin het Hoofdbestuur beleefden dringend verzoekt „wat te doen". De heer Schutte zal 't best doen zich direct tot het H. B. met deze vraag te wenden. Eveneens ontving ik een schrijven van de heeren J. Stomps te Best en J. Pape te Noord- wolde over deze zaak. De schrijvers stem men hierin overeen, dat de suiker door de bijen slechts met tegenzin of in 't geheel niet wordt opgehaald. In mijn afd. dezelfde klacht. Bij sommigen werd deze suiker absoluut door de bijen "•geweigerd en was het oordeel, dat ze wel weggegooid kan worden. Mijn ondervinding is, dat sommige volken de suiker niet opnemen, zelfs niet als ze met honig is gemengd. Andere volken, bijv. één dat ik samengesteld heb uit eenige af gejaagde volken en kaal heb opgezet en ge voerd; met honig en witte suiker, nam deze met graagte. De nieuwe suiker van 1914 wordt ook, maar langzaam opgenomen.Mijn oordeel is, dat, als deze suiker zich houdt tot 't volgende voorjaar, ze dan wel, maar met moeite zal worden genutttgd door de bijen, wellicht zal dan 't best zijn ze sterk met water te verdunnen. C. B. Zij worden daartoe gesteund door elf Engel- sche kruisers en kannonneerbooten die van uit zee het Duitsche leger beschieten. Van den uitslag van dezen strijd hangt zeer veel af, dat weten beiden. Dat hier heden het voordeel aan Duitsche kant is getuigt het daareven ontvangen tele gram uit het groote hoofdkwartier meldende dat het leger der verbondenen ten oosten van Dixmuiden is teruggeworpen en in de richting van IJperen met succes wordt op gerukt. Ook is, ten noordwesten en westen van Rijssel (Lille) het leger der verbondenen, na zeer verbitterde gevechten genoodzaakt ge worden, over het geheele front langzaam te rug te wijken. Bij Toul en ten zuiden van Theaucourt hebben de Franschen een hevigen aanval on dernomen, doch werden, met zware verlie zen teruggeslagen. Waf van deze gevechten, inzonderheid van dat bij de zee, den uitslag zal zijn, is na tuurlijk niet vast te stellen. Dagen aaneen hebben, dan het een en dan het andere leger, ja zelfs gelijktijdig, als een gevolg van de uitgestrektheid van het front eenig voordeel behaald. Toch komt het ons voor, vooral daar de Duitschers nu weer het offensief hebben her nomen, dat zij ten zuiden van Rijssel de ver bondenen dwingen tot groote krachtsinspan ning om zoodoende het te bewegen tot ont lasting van hun linie aan de zee. Misschien ook ligt hel in hun bedoeling om door te breken bij La Bassee, en dan den vijand te verplichten snel terug te trek ken willen zij niet tegen de zee dood gedrukt worden. Er zijn zeer waarschijnlijk hier spoedig beslissingen te wachten die van groote betee- kenis kunnen worden voor het geheel. Van het oostelijke oorlogsterrein in Oost Pruisen-seint men ons heden: BERLIJN, 23 October. Hedenmorgen uit het groote hoofdkwartier medegedeeld Op het noordoostelijke oorlogsterrein vol gen afdeelingen van onze troepen den terug- trekkenden vijand in de richting van Ossowiec. Verscheidene honderden gevangenen en machinegeweren zijn in onze handen gevallen. Bij Warschau en verder in Polen is gis teren na de onbesliste worsteling der laatste dagen niet gevochten. De toestand daar is nog bezig zich te ont wikkelen. En in Galicië wordt het er voor de Russen niet beter op. Een telegram uit Weenen van gisteren meldt Met moeilijke hardnekkige aanvallen op de versterkte stellingen van den vijand, van Felztyn tot aan den straatweg ten Oosten van Medyka (de streek ten Oosten van Przemysl), hebben wij op verscheidene plaat sen terrein gewonnen, terwijl de tegenaan vallen der Russen nergens geslaagd zijn. In den afgeloopen nacht hebben onze troe pen ten Noorden van Mizyniec den heuvel bestormd, waarop een kapel staat. Ten Zui den van Magiera slaagden zij er reeds gis teren in, van uit de veroverde dorpen tegen de heuvels vooruit te dringen. Aan den Zui delijken vleugel wordt de strijd hoofdzake lijk door artillerie gevoerd. Door ruime toepassing van de moderne wijze van het opwerpen van veldversterkiu- gen neemt de slag grootendeels het karak ter van een vestingoorlog aan. In de Karphaten werd gisteren de Jablon- capas, de laatste nog door een Russische af deeling bezette bergweg door ons heroverd. Op Hongaarschen grond staat nu geen vij and meer. In de Boekowina heeft onze voorhoede de Groote Sereth bereikt. In Engeland is men nog steeds bevreesd voor de Duitsche Zeppelin's en vliegmachines. Men blijft bang dat ze op eenmaal het kanaal zullen oversteken en daar niet het minst hun vernielende bommen zullen neer werpen. De bladen beginnen deze vrees te deelen. En de Times geeft eenige wenken aan de bevolking, voor 't geval werkelijk een Zep pelin boven Londen zou- komen. Het blad geeft den raad de bovenste verdiepingen van huizen te ontruimen en er zandzakken in te brengen, als ook het leggen van een dikke laag zandzakken op de platte daken. De militaire autoriteiten hebben op ver schillende punten kanonnen opgesteld, en voorts een plan opgemaakt voor den aanval op luchtkruisers door aeroplanes. Maar het blad stelt de menschen verder gerust. Zoolang er een krachtige Westenwind waait en de lucht helder is, bestaat er weinig gevaar voor een invasie met luchtschepen. En als er mistige dagen aanbreken, is het niet mogelijk bepaalde gebouwen te treffen, daar deze dan niet kunnen worden gezien. Over den toestand in Antwerpen wordt het volgende gemeld door een corresp. van de „Tel.": Antwerpen is thans volledig verlost uit zijn isolement. Langzaam maar zeker brengen de treinen, voorzien van het opschrift „neutraal", het publiek tot Berchem, vanwaar men verder te voet de Scheldestad bereiken moet. Kroppensvolle treinen ontlas ten hun inhoud nabij de kleine statie. Maar iedere trein, die aldus leegliep in de groote havenstad, werkte gelijk een druppel in een leeg bierglas, Op dezen Zondag maakte Ant werpen nog een bar verlaten indruk. In den namiddag begon de intocht der sinjoren recht goed en kwamen zij in een langen optocht, gepakt en gezakt, denzelfden weg, dien zij ruim een week gegaan waren. De eenige formaliteit, waaraan men te voldoen heeft, is slechts een pas of trouwboekje te vertoo- nen. Dat is al. En ook bij het vertrek wordt het publiek geen stroobreed in den wegge legd. Op het stadhuis had ik een onderhoud met de schepenen A. Cools, van Financiën en 1 ranss, van Openbare werken. Deze hee ren zijn belast met het levereii der door de Duitschers gedane requisitie. „Wij zullen onze plicht doen, niet meer en niet minder", zoo deelden de schepenen mij mede. Er is de stad geen oorlogschatting opge- le,ga, doch men moet alles leveren wat de Antwerpen verblijf houdende troepen noodig hebben. Dat is vooreerst de benoodigde wo ningen, levensmiddelen en dan zakgeld voor de troepen, bedragende tien francs per officier, vier francs per onderofficier, 1 franc 25 per soldaat en het dubbele van dit be drag voor hen, die in de forten verblijf hou den. Dat beteekent dus, dat Antwerpen de troep moet onderhouden, wat naar de opvat ting der schepenen tegen de oorlogswet is, doch de Duitschers beschouwen het geld als zakgeld, niet als s o 1 d ij en verkeeren in de meening geheel volgens de Haagsche conventie te handelen. De schade, die Antwerpen door het bom bardement heeft beloopen, is thans officieel opgemaakt. Er zijn 830 huizen beschadigd, waarvan 300 totaal vernield. De officieren en soldaten gedragen zich zeer rustig tegenover de burgers. Vergrijpen van militairen tegen burgers worden door de militaire overheid onderzocht en streng gestraft, indien de be schuldiging juist is. Te Brasschaet hadden twee soldaten, blijkbaar in dronkenschap, den brouwer aldaar zonder reden gedood. De zaak is in onderzoek. Een Duitsch soldaat die door een officier op plundering werd betrapt werd gefusileerd. Eveneens werden ter dood veroordeeld soldaten, die zich schul dig maakten aan misdrijven tegen de goede zeden. Er is een verbod uitgevaardigd voor den verkoop van alcohol. Het strenge optreden der militaire overheid werkt zeer geruststel lend. Vrees voor hongersnood, zoo deelden de schepenen mij ten slotte mede, behoeft er niet te bestaan. Er is overvloed van vleesch en tarwe. Al komen alle vluchtelingen terug, dan zal er nog in het minst geen reden zijn, zich over de voedingsquaestie ongerust te maken. Voor het drukken der proclamaties hebben de Duitschers de persen van de „Nieuwe Gazet" aangeslagen. De slag bij Nieuwpoort 1914. Oók in 1600, zeer zeker. Maar thans biedt deze historische plek, waar Maurits streed, wederom een schouwspel als in geen eeu wen is voorgevallen. Ddar, even benoorden Duinkerken, woedt de strijd vreeslijk. Deze strijdt schetst Onze Courant als zij zoo keu rig schrijft De kathedraal van Rijssel biedt ons een prachtig uitzicht aan over den worstelstrijd die nu is aangevangen. De stad 'is eenige dagen geleden door de Duitschers bezet, na een verwoed en zeer bloedig straatgevecht. Bij de nadering der Duitsche troepen hadden de gemeentelijke autoriteiten laten weten, dat Rijssel een open stad is, hoewel door vestingwerken omgeven en zij dus prijs zouden stellen op bescher ming der gebouwen. Maar op het laatste oogenbiik wierpen de geallieerden een troepenmachten de stad met opdracht die tot het uiterste te verdedigen, in afwachting van het omtrekkingsleger. De Duitschers beschoten toen de stad en de toren waar wij ons nu bevinden, werd door de Franschen tot militaire post gemaakt; een groote verwoesting trof de mooie stad en alles tevergeefs. Want de Duitschers bezetten de stad, na men de bezetting gevangen en maakten Rij- sel tot steunpunt hunner bewegingen tegen den linkervleugel der geallieerden en tegen Duinkerken. Van dezen toren gezien breiden de landou wen en mijngroeven zich als een legkaart uit. Rechts van ons ligt de zeelinks naar achteren ligt Atrecht waar al dagen lang met afwisselend succes gestreden wordt. Aan onze linkerhand zijn de legers der geallieerdenFranschen, Engelschen, Belgen en koloniale troepeneen machtig heir dat met geweld van wapenen tusschen Rijssel en de zee de geduchte Duitsche legermacht wil overvleugelen. Links, aan onzen voet en verder rechts af zwenkend tot Nieuwpoort toe staan de Duit sche legerscharen. Eigenlijk twee legers, een die uit het hart van Belgie oprukt en Rijssfel als een centrum heeft en het tweede, het leger dat Antwer pen overwon en langs de kust Nieuwpoort bereikte. Achttien spoor-, water- en groote heirwe- gen kronkelen op Rijsel samen en maken het tot een gewichtig strategisch punt. Links van ons, schuin naar beneden ligt Bassee, aan het kanaal. Daar staat een be langrijke Fransche legerafdeeling, die naar hier opdringt. Eiken dag wordt er verwoed gevochten om de groote wegen Lens-Douai en Lens-Rijssel en Bethume-Rijssel. En ziet ge daar midden in de stad die oude zware toren, die als een afgeknotte kegel boven de huizenrijen uitsteekt Daar zetelt het artillerie-commando dat de vuurleiding voor deze stelling heeft. De bat terijen liggen daarginds ver buiten de stad, maar zijn alle telefonisch met dezen post verbonden. Een staf officieren met verrekij kers, kaarten, plannen enz. hebben het plat van dien toren tot centraalpunt der artille rieverdediging gemaakt. Zie, wanneer ge goed waarneemt, ziet ge een klein wit rookwolkje omhoog stijgen bo ven de Duitsche gevechtslinie. Ha, daar vermoedde men den vijand niet Ge kunt er van opaan, dat daar op dien to ren, waar ze zooeven bericht kregen vanwaar het schot waargenomen werd en waar het viel, aan het rekenen zijn. Nog een schot valt, weer een. De officieren op den foren hebben hunne cijfers vergeleken, tezamen geteld en op de kaart aanwijzingen gemaakt. De batterij is aangewezen per telefoon wordt een opdracht gegeven. En nog voor dat het vierde rook wolkje verdwenen is in de ijle ruimte, zien wij bij de Fransche batterijeu ook witte wolk jes opstijgen. Ziedaar, een stofzuil stijgt om hoog een ontploffing, die als een zware donderknal klinkt. De Duitsche batterijen hebben in het zwart van de schijf getroffen. De batterij is ver nield het dorpje brand, want de munitie- voorraad werd getroffen. Maar meerdere rookwolkjes stijgen op, meer naar rechts. En de arbeid herhaald zich. De artillerie-machine werkt doorhet denkend brein daar op dien toren werkt regelmatig; wiskundig zeker, 't gaat alles naar cijfers en getallen Het is een vreeselijk beklemmend gezicht al die menschen, in den ganschen omtrek zoover uw kijker reikt, met al hun krachten bezig te weten aan het werk des doods. Zit daar, op dien toren, de Dood niet aan de telefoon De zeis is al weggeworpen. Zijn hand werkt even zeker met telefoonschel en telegraaftoets als met het aftrektouw van een 42 cM. mortier. Hij werpt het doodend projectiel even zoo zeker uit een Fransche vliegmachine als een bom uit een Zeppelin ballon. Zijn gruwzaam lied klinkt zoowel in het tuffen der auto's, als het knetteren der machine-geweren. Zijn oog blikt even scherp door de periscoop van een onderzee-boot, als van den uitkijk van een dreadnought. En hij staat ook naast den generaal die daarginds de bataljons voorbij ziet marchee- ren, die zoo aanstonds den vijand zullen aan grijpen. Kloeke gestalten, van vader en moeder, van vrouw en kind weggerukt, 't vijandelij ke land ingezonden van dorp tot dorp, van stad tot stad voortgetrokken en nu gereed hun leven in te zetten. Hier gaan ze door de poort van den dood Zie ze groeten, ernstig en vastbesloten, hun generaal die van hier den slag leidt. Zij groe ten in hem koning en vaderland. Want daar buiten, weinige honderd schreden verder, huilt het slaggewoeldaar barsten de gra naten, daar flniten de kogels en snerpt de doodskreet. Maar zij achten het niet. Hoevelen zullen in dezen stond hun harten heffen tot God Zwaar klinkt hun stapna hen komen an dere colonnes. De grond dreunt van de aan- marcheerende troepenmassa'shet geschut dondert; de duizenden en tienduizenden van beide zijden werpen zich in deze mannen- moordenden slag. Daar ginds, recht naar de zee, woedt de slag op z'n hevigst. Dat is de slag bij Nieuw poort. 21e van zomermaand werd daar ook een slag geslagen. Prins Maurits bevocht daar met z'n Sta- tenleger een schitterende overwinning op de Spaansch-Oostenrijksche troepen en vestigde voor goed z'n naam als veldheer. Wie zal nu een veldheersroem vestigen of verliezen Toen ging het om de tuchtiging van het rooversnest Duinkerken en voor de vrijheid der Nederlanden. Nu gaat het weer om Duinkerken, maar als een bedreiging van Engeland. Voor ruim drie eeuwen had Prins Maurits een leger van 16000 huurlingen in Nieuw- poort's duinen staan, de schepen waren weg gezonden en 't gold overwinnen of sterven, En nu staan bij Nieuwpoort de uiteinden van millioenen-legers, die nu al wekenlang elkaar op 't vreeselijkst bekampen met de meest helsche vernielingswerktuigen. En 't gaat niet om de tuchtiging van een zeerooversnest, ook niet oin de vrijheid van het geweten en het geloof; de ontzettend bittere worsteling gaat nu om de wereldkaart. Hier wordt in de eerste instantie beslist, of het Duitsche rijk zich zal handhaven tegen den aanval van z'n vijandenof het den ban zal verbreken waarbinnen Edward Vil het heeft weten te plaatsen. Daar, bij Nieuwpoort wordt in eerste in stantie beslist of er een macht is, die het machtige Eilandenrijk daar ginds over het Kanaal, z'n meester kan toonen. Want dit is zeker, wint Duitschland hier, dan vqllen Duinkerken en Calais na eenige dagen ook. Dan staat Duitschland recht tegenover En geland de twee tegenstanders dezer eeuw. De twee geweldigste spelers ep het schaak bord van het slagveld. Wel ligt tusschen Calais en Dover een stukje zee, maar waren het niet de Engel schen zelf, die in hun pakkende reisreclame ons duidelijk maakten, dat de afstand tus schen het vasteland en Engeland „Only one Step" (slechts 'n stap) is En de ernstige Engelschen aan de overzijde van het kanaal slaan met groote spanning den strijd tusschen Rijssel en Nieuwpoort gade omdat zij voorvoelen wat Duitsland in zijn plan heeft staan, wanneer de zeekust overwonnen is. De belangrijkheid van hetgeen thans in het Noorden van Frankrijk gebeurt, kan niet worden overdreven zegt b.v. de Times. En daaraan zullen wij ons dan ook houden. Het gevecht is al van Zondag af bezigen met de grootste verbittering trachten de ge allieerden aan de Duitschers den doortocht te beletten. De Belgen werden in de voorste gelederen geplaatst en aldoor worden troepen naar dit front gebracht. Maar ook de Duitschers voeren troepen aan. Trein na trein wordt ontladen om zoo wel via Ostende als over Kortwijk versche krachten aan den strijd te doen deelnemen. Talrijk is het aantal gewonden dat van het slagveld wordt gevoerd. Zwaar zijn de verliezen aan beide zijden geleden. De Engelsche vloot bestookt van uit zee de Duitsche troepen en ze hebben het hard te verantwoorden. De avond daalt, de strijd is onbeslist. Voorposten-patrouilles der geallieerden ver toonden zich Maandag nog te Rouselaoere, want de armee der Duitschers sluit nog niet aan. De eerste beleekenis van dit gevecht is, dat aan de omsingelingspogingen der geal lieerden een einde is gemaakt. Het tweede dat nu slag moet worden ge leverd die tot een beslissing biedt en daar uit volgt, dat waarschijnlijk de geallieerden een grooten aanval op de geheele linie zul len ondernemen om aan de ijzeren omar ming te ontkomen. Daar, meer links van ons uitzichtpunt, aan het kanaal bij Hazebroek, waar onlangs het cavalerie-gevecht plaats had, dat de Fransche omtrekking stuitte, heeft een afdeeling Fran sche cavalerie een moedig stukte uitgehaald. De Pruisen hielden den rechteroever van de Lys bezet. De Franschen moesten echter de rivier over, want Calais werd door deze bezetting bedreigd. De Fransche ruiteraan- voerder slaagde erin zijn manschappen onder dekking van de duisternis, te verzamelen op een punt niet ver van Aire, aan den linker oever van de rivier, zonder dat hij ontdekt werd. Een van zijn manschappen, die een ervaren zwemmer is, kleede zich fluks uit en sprong met een dunne lijn bij zich te water. Toen hij den anderen oever bereikt had, trok hij aan zijn lijn een zwaar touw over, dat snel werd vastgemaakt en waar langs manschappen en paarden begonnen over te zwemmen. Toen de dag aanbrak, waren er 2000 Fransche dragonders aan den rechteroever #van de Lys. De uhlanen, die geringer in getal en in hun flank bedreigd waren, trokken toen op Armentiéres terug. Nog verder links naar het Zuiden en vanaf deze toren niet waar te nemen, moet ge Atrecht zoeken, waarover we reeds eenige malen iets mededeelden. Hoe heet het in die buurt toegaat blijkt uit het volgende. Den 7e October begon het bombardement op de stad. Drie dagen regende het granaten op de huizen en straten, want Atrecht is een Fransch militair kamp. De bevolking nam de vlucht in de kelders der huizen, waarheen ook de gewonden werden gedragen. Een vreeselijk voorval had plaats in het hospitaal St. Jean. Een heele verdieping stortte door granaten ineen en een non en verscheidene gewonde soldaten werden on der het puin bedolven. Zij konden niet uit hun positie worden bevrijd, vóór het vallen van den avond toen het schieten ophield. Nu is de stad een ruïne, een brandende puinhoop, waarachter de Franschen stelling hebben gezocht. Maar 't wordt donkerhier en daar vlamt nog een vuurstraal uit een mond. Over het algemeen zijn de verbondenen dichter bij de Duitsche linies. De slag is nog onbeslist. Geen der beide tegenstanders vermocht door te breken. Maar het gaat morgen er op of er onder. Ooggetuigen van het zeegevecht. De IJmuider stoomtrawlers „Catharina" en „Nelly Geziena", die Vrijdag ter visscherij waren uitgevaren, zijn teruggekeerd, omdat ze nabij het haaks vuurschip tusschen slag leverende oorlogsschepen geraakten. De gra naten vlogen over de trawlers, waardoor van de „Nelly Geziena" een lijn werd stukge schoten. Zij rapporteeren een vijftiental schepen gezien te hebben, waaronder een paar onderzeeërs. Er was een hevig gevecht gaande. Zaterdagnacht circa kwart over één, stoomde te Amsterdam het stoomschip „Eemstroom" der Hollandsche Stoombootmaatschappij bin nen. Vhn den gezagvoeder, den heer Zwart, vernamen we aldus schrijft de „Ct." dat hij om 3 uur 's middags op 25 mijlen N.W. ten W. van het Haaksvuurschip aan den kim zware rookpluimen zag. Het weer was zeer helder en spoedig be merkte de bemanning der „Eemstroom" een groepje schepen, ongeveer 15 in getal, die, naar hun vorm te oordeelen, torpedo-booten moesten zijn. De oorlogsschepen lagen ver uit elkaar gespreid. Vlaggen voerden zij niet. Eensklaps een vuurstraal .en een doffe knal dreunde over het water. Nog één en toen volgde een helsche kanonnade. Met verre kijkers gewapend volgde de bemanning der vrachtboot het schouwspel, dat zich daarop 10 mijlen afstands afspeelde. Duidelijk onderscheidde men het vuur en afgebroken hoorde men den donder van het geschut. De vorm van de vechtende fiotilje veran derde steeds. Nu eens was een vier-, dan weer een dubbelpijper zichtbaar. En boven de oorlogsbodems steeg een zware kruitwalm langzaam de hoogte in. Eensklaps een knal die het rollend geluid der schepen over stemde; een rossige vuurgloed en de vlam men sloegen boven een der schepen uit. Toen een geluid als werd een reusachtig laken vaneen gereten en de torpedoboot was verdwenen. Een der booten werd nagezetenaan boord der „Eemstroom" vermoedde men, dat dit een Duitscher moest zijn, daar hij om de Oost wegstoomde. Door de kijkers kon men waarnemen, dat nog een ander schip in de diepte verdween. Met het oog op eventueel gevaar achtte gezagvoerder Zwart het raadzaam verder te stoomen. Zoowel hij als de bemanning hadden adem loos dit gevecht gevolgd. En nog geruimen tijd daarna zag" men het kanonvuur flitsen en hoorde men de doffe losbarstingen. Sluit de Noordzee Niet meer of minder stelt de marine-me dewerker van de Times voor. Kruisers als de Hawke en de Hogue met haar twee zus terschepen zijn verloren gegaan, omdat zij in de Noordzee patrouilledienst moeten doen ter bewaking van de neutrale scheepvaart, waaronder gemakkelijk vijandelijke schepen kunnen doorloopen. Krachtens het volkenrecht, zegt de Times, heeft een oorlogvoerende mogenheid het recht een zee voor de koop vaardij te sluiten. De schrijver zou een lijn getrokken willen hebben van de Shetlands naar de Noorsche kust, met desnoods een smal open vaarwater door het Skagerrak. Schepen, die in Engeland moeten zijn, zou den dan onder geleide naar de Westkust worden gevoerd. Elk schip, dat zich ondanks het verbod in de Noordzee waagde, zou zon der waarschuwing in den grond worden ge boord. Voor den patrouilledienst in de Noord zee behoefden dan niet meer kruisers met een talrijke bemanning gebruikt te worden, maar stoombooten, die een 16 mijl loopen en treilers, die met een paar stukken zijn bewapend. Volgens de Times is de sluiting van de Noordzee reeds bij de Engelsche re geering in overweging. 'n Eigenaardige kwestie is in Amerikaaifsche scheepvaartkringen ge rezen, met betrekking tot „het goudschip" de „Kronprinzessiu Cecilie". Dit vaartuig, met schatten aan boord, keerde bij het uit breken van den oorlog naar de Amerikaan- sche wateren terug. Daar ligt het nu nog, maar wordt buiten de driemijlsgrens door Engelsche oorlogsbodems scherp in het oog gehouden. Dit vindt zijn verklaring hierin, dat de „Kronprinzessin Cecilie", wil zij voor den winter veilige ligplaats krijgen, weer buiten de driemijlsgrens moet komen. Doet zij dat, dan willen de op de loer liggende Britsche schepen haar buitmaken. Echter ligt het schip op het oogenbiik in zekeren zin aan de ketting, want het is wegens schuld aan een New-Yorksche bank door een deur waarder in beslag genomen. Zullen nu bij het tochtje van het schip naar een Amerikaansche winterhaven, de Engelschen zich van de Kronprinzessin mees ter maken, of zal het feit, dat op vordering van Amerikaansche crediteuren beslag op het schip is gelegd door de Amerikaansche overheid, het beveiligen voor een aanval van Britsche zijde? Het schip ligt thans te Bar Harbour. Het kan daar in den winter niet blijven, wijl het dan door ijsgang kan worden vernield. Bij een poging om haar om Kaap Anna of Kaap Cod te loodsen, moet zij wel de driemijls grens overschrijden. Het ontzet van Przemysl, Een medewerker van de Reichspost geeft een beschrijving van het doodenveld voor Przemysl „Het is afschuwelijk, zooveel.doode Russen als 'voor Przemysl zijn gebleven, ik zag daar gemeenschappelijke graven van reusachtige afmetingen. En desniettemin liggen nog dui zenden lijken onbegraven op het slagveld. Tot ver in den omtrek zijn dood en vernie ling gezaaid. Duizenden armen zouden noo dig zijn om de breedgetrokken sporen van den dood uit te wisschen. De bestorming van Przemysl door de Rus sen werd reeds dadelijk de eerste maal af geslagen. Achtmaal werd de bestorming her haald en achtmaal stierf de aanval weg in het vernietigend vuur, waarop de aanvallers onthaald werden. Wij vonden op het slagveld tot in verren omtrek distinctieven van het 127e Russische infanterie-regiment, dat te gronde is gegaan. Alle oorlogscorrespondenten zijn het er in hun berichten over eens, dat de Russen iedere poging van de verdedigers om de lij- Een ernstig gevaar. De Generaal-opperbevel hebber van Land en Zeemacht, heeft een order uitgevaardigd waarbij hij de aandacht der troepencomman mandanten vestigt, op het gevaar dat den soldaten dreigt door hun omgang met Bel gische vluchtelingen, waaronder zeer vele vrouwen van verdacht allooi zijn. Hare Majesteit de Koningin-Moeder ont ving gisterenavond het telegrafisch bericht dat op het Westelijk oorlogsveld bij een pa trouille-rit is gesneuveld Prins Wolrad Frie- drich van Waldek en Pyrmondt, halfbroeder van Hare Majesteit, luitenant bij de Konink lijke Pruisische garde-dragonders. Prins Wolrad was de eenige zoon uit het tweede huwelijk van wijlen den regeerenden vorst van Waldeck en Pyrmont met de prin ses van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg- Glucksburg. De vorstin-weduwe, moeder van den ge sneuvelden prins, verblijft nog te Aroldsen en verliest in den overledene haar eenig'kind. DE ALGEMEENE TOESTAND. in het Westen is heden, Donderdagavond de toestand saam te vatten in„Nog hetzelfde"' Toch wijzen enkele berichten op een spoe dige oplossing. Bij Duinkerken en Nieuwpoort bijvoorbeeld wordt thans een hevige slag geleverd. De Duitschers trachten zich meester te maken van de noordzeekust en verbonden legers trachten dit met alle macht te ver ijdelen.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1914 | | pagina 3