Tweede Blad.
Zaterdag 24 October 1914. No. 2018
Twee Bladen.
buhehluTD'
De Europeesche Oorlog.
BIJENTEELT.
BINNENLAND.
IN HOCSIGrNO WSES
3
Dit numioor bestaat uit
Van verschillende kanten komen klachten
over de door tusschenkomst der Nederl. Ver-
eetiiging voor Bijenteelt geleverde gedenatu
reerde accijnsvrije suiker. Wij kunnen erzelt
niet over oordeelen; we waren dit jaar zoo
gelukkig geen suiker te behoeven, en liever
ook maken we van de gedenatureerde sui
ker, zooals deze de laatste jaren is geleverd,
niet dan ingeval we er moeilijk buiten kun
nen, gebruik van, dewijl ze vaak zoo sterk
gepeperd" was en de paprica (peper) er in
zulke groote klontjes in voorkwam, dat we
ons moeilijk konden voorsteilen, dat zooda
nige, op een menschentong zoozeer bijtende
suikeroplossing, aan onze bijen geen kwaad
zou doen.
Andere imkers echter schijnen te pas te
zijn gekomen. Het orgaan van bovengenoem
de Vereeniging maakt er in het Octobernuin-
mer melding van. De heer J. Joh. van Reu
nes. Leeraar H.B.S. te Enschede, klaagt o.m.:
„De suiker, die wij hier in onze afdeeling
hebben ontvangen, lusten de bijen niet. Ik
voor mij, die slechts drie kasten houdt voor
liefhebberij, heb de knoop doorgehakt, na
een week ergernis, en 30 pond suiker ge
kocht a f 0.26 per pond, zoodat dit voor die
drie kasten extra-onkosten veroorzaakt van
f 7.80. Ik vraag me echter af, hoe beroeps
imkers dit gevalletje moeten behandelen.
Moeten zij ook maar dure suiker koopenvan
meer dan den dubbelen prijs en dehun van
wege de vereeniging verschafte suiker maar
als een verlies boeken bovendien?
Reeds op 't eerste gezicht stond mij die
suiker niet aan, ze was kleverig en waar
schijnlijk niet geraffineerd.
Alvorens een beschuldiging te uiten, zal
ik afwachten, of dit schrijven een ophelde
ring brengt. Dit kan ik voorloopig wel zeg
gen: Ik begrijp niet, dat vooraf geen proef
)s genomen met de ons gezonden suiker,
v/sommige imkers gieten de oplossing in de
ledige raten. Wat zullen de gevolgen zijn,
als de bijen er, wanneer de voedselvoorraad
opraakt, toe overgaan het goedje te veror
beren?
Zouden zoo vraagt de heer Van Ren-
nes ten slotte zouden dergelijke ervarin
gen de bijenteelt (beroeps- of liefhebberij-)
bevorderen
De redacteur voegt aan dit schrijven het
volgende toe:
„Van den heer H. G. Schutte G.zn. te
Enschedé gewerd mij een schrijven van ge
lijken inhoud, die daarin het Hoofdbestuur
beleefden dringend verzoekt „wat te doen".
De heer Schutte zal 't best doen zich direct
tot het H. B. met deze vraag te wenden.
Eveneens ontving ik een schrijven van de
heeren J. Stomps te Best en J. Pape te Noord-
wolde over deze zaak. De schrijvers stem
men hierin overeen, dat de suiker door de
bijen slechts met tegenzin of in 't geheel niet
wordt opgehaald.
In mijn afd. dezelfde klacht. Bij sommigen
werd deze suiker absoluut door de bijen
"•geweigerd en was het oordeel, dat ze wel
weggegooid kan worden.
Mijn ondervinding is, dat sommige volken
de suiker niet opnemen, zelfs niet als ze
met honig is gemengd. Andere volken, bijv.
één dat ik samengesteld heb uit eenige af
gejaagde volken en kaal heb opgezet en ge
voerd; met honig en witte suiker, nam deze
met graagte. De nieuwe suiker van 1914
wordt ook, maar langzaam opgenomen.Mijn
oordeel is, dat, als deze suiker zich houdt
tot 't volgende voorjaar, ze dan wel, maar
met moeite zal worden genutttgd door de
bijen, wellicht zal dan 't best zijn ze sterk
met water te verdunnen. C. B.
Zij worden daartoe gesteund door elf Engel-
sche kruisers en kannonneerbooten die van
uit zee het Duitsche leger beschieten.
Van den uitslag van dezen strijd hangt zeer
veel af, dat weten beiden.
Dat hier heden het voordeel aan Duitsche
kant is getuigt het daareven ontvangen tele
gram uit het groote hoofdkwartier meldende
dat het leger der verbondenen ten oosten
van Dixmuiden is teruggeworpen en in de
richting van IJperen met succes wordt op
gerukt.
Ook is, ten noordwesten en westen van
Rijssel (Lille) het leger der verbondenen, na
zeer verbitterde gevechten genoodzaakt ge
worden, over het geheele front langzaam te
rug te wijken.
Bij Toul en ten zuiden van Theaucourt
hebben de Franschen een hevigen aanval on
dernomen, doch werden, met zware verlie
zen teruggeslagen.
Waf van deze gevechten, inzonderheid van
dat bij de zee, den uitslag zal zijn, is na
tuurlijk niet vast te stellen.
Dagen aaneen hebben, dan het een en dan
het andere leger, ja zelfs gelijktijdig, als een
gevolg van de uitgestrektheid van het front
eenig voordeel behaald.
Toch komt het ons voor, vooral daar de
Duitschers nu weer het offensief hebben her
nomen, dat zij ten zuiden van Rijssel de ver
bondenen dwingen tot groote krachtsinspan
ning om zoodoende het te bewegen tot ont
lasting van hun linie aan de zee.
Misschien ook ligt hel in hun bedoeling
om door te breken bij La Bassee, en dan
den vijand te verplichten snel terug te trek
ken willen zij niet tegen de zee dood gedrukt
worden.
Er zijn zeer waarschijnlijk hier spoedig
beslissingen te wachten die van groote betee-
kenis kunnen worden voor het geheel.
Van het oostelijke oorlogsterrein in Oost
Pruisen-seint men ons heden:
BERLIJN, 23 October. Hedenmorgen uit
het groote hoofdkwartier medegedeeld
Op het noordoostelijke oorlogsterrein vol
gen afdeelingen van onze troepen den terug-
trekkenden vijand in de richting van Ossowiec.
Verscheidene honderden gevangenen en
machinegeweren zijn in onze handen gevallen.
Bij Warschau en verder in Polen is gis
teren na de onbesliste worsteling der laatste
dagen niet gevochten.
De toestand daar is nog bezig zich te ont
wikkelen.
En in Galicië wordt het er voor de Russen
niet beter op.
Een telegram uit Weenen van gisteren meldt
Met moeilijke hardnekkige aanvallen op de
versterkte stellingen van den vijand, van
Felztyn tot aan den straatweg ten Oosten
van Medyka (de streek ten Oosten van
Przemysl), hebben wij op verscheidene plaat
sen terrein gewonnen, terwijl de tegenaan
vallen der Russen nergens geslaagd zijn.
In den afgeloopen nacht hebben onze troe
pen ten Noorden van Mizyniec den heuvel
bestormd, waarop een kapel staat. Ten Zui
den van Magiera slaagden zij er reeds gis
teren in, van uit de veroverde dorpen tegen
de heuvels vooruit te dringen. Aan den Zui
delijken vleugel wordt de strijd hoofdzake
lijk door artillerie gevoerd.
Door ruime toepassing van de moderne
wijze van het opwerpen van veldversterkiu-
gen neemt de slag grootendeels het karak
ter van een vestingoorlog aan.
In de Karphaten werd gisteren de Jablon-
capas, de laatste nog door een Russische af
deeling bezette bergweg door ons heroverd.
Op Hongaarschen grond staat nu geen vij
and meer.
In de Boekowina heeft onze voorhoede de
Groote Sereth bereikt.
In Engeland is men nog steeds bevreesd
voor de Duitsche Zeppelin's en vliegmachines.
Men blijft bang dat ze op eenmaal het
kanaal zullen oversteken en daar niet het
minst hun vernielende bommen zullen neer
werpen.
De bladen beginnen deze vrees te deelen.
En de Times geeft eenige wenken aan de
bevolking, voor 't geval werkelijk een Zep
pelin boven Londen zou- komen. Het blad
geeft den raad de bovenste verdiepingen van
huizen te ontruimen en er zandzakken in te
brengen, als ook het leggen van een dikke
laag zandzakken op de platte daken.
De militaire autoriteiten hebben op ver
schillende punten kanonnen opgesteld, en
voorts een plan opgemaakt voor den aanval
op luchtkruisers door aeroplanes.
Maar het blad stelt de menschen verder
gerust. Zoolang er een krachtige Westenwind
waait en de lucht helder is, bestaat er weinig
gevaar voor een invasie met luchtschepen.
En als er mistige dagen aanbreken, is het
niet mogelijk bepaalde gebouwen te treffen,
daar deze dan niet kunnen worden gezien.
Over den toestand in Antwerpen
wordt het volgende gemeld door een corresp.
van de „Tel.": Antwerpen is thans volledig
verlost uit zijn isolement. Langzaam maar
zeker brengen de treinen, voorzien van het
opschrift „neutraal", het publiek tot Berchem,
vanwaar men verder te voet de Scheldestad
bereiken moet. Kroppensvolle treinen ontlas
ten hun inhoud nabij de kleine statie. Maar
iedere trein, die aldus leegliep in de groote
havenstad, werkte gelijk een druppel in een
leeg bierglas, Op dezen Zondag maakte Ant
werpen nog een bar verlaten indruk. In den
namiddag begon de intocht der sinjoren recht
goed en kwamen zij in een langen optocht,
gepakt en gezakt, denzelfden weg, dien zij
ruim een week gegaan waren. De eenige
formaliteit, waaraan men te voldoen heeft,
is slechts een pas of trouwboekje te vertoo-
nen. Dat is al. En ook bij het vertrek wordt
het publiek geen stroobreed in den wegge
legd. Op het stadhuis had ik een onderhoud
met de schepenen A. Cools, van Financiën
en 1 ranss, van Openbare werken. Deze hee
ren zijn belast met het levereii der door de
Duitschers gedane requisitie. „Wij zullen
onze plicht doen, niet meer en niet minder",
zoo deelden de schepenen mij mede.
Er is de stad geen oorlogschatting opge-
le,ga, doch men moet alles leveren wat de
Antwerpen verblijf houdende troepen noodig
hebben. Dat is vooreerst de benoodigde wo
ningen, levensmiddelen en dan zakgeld
voor de troepen, bedragende tien francs per
officier, vier francs per onderofficier, 1 franc
25 per soldaat en het dubbele van dit be
drag voor hen, die in de forten verblijf hou
den. Dat beteekent dus, dat Antwerpen de
troep moet onderhouden, wat naar de opvat
ting der schepenen tegen de oorlogswet is,
doch de Duitschers beschouwen het geld als
zakgeld, niet als s o 1 d ij en verkeeren
in de meening geheel volgens de Haagsche
conventie te handelen.
De schade, die Antwerpen door het bom
bardement heeft beloopen, is thans officieel
opgemaakt. Er zijn 830 huizen beschadigd,
waarvan 300 totaal vernield. De officieren en
soldaten gedragen zich zeer rustig tegenover
de burgers. Vergrijpen van militairen tegen
burgers worden door de militaire overheid
onderzocht en streng gestraft, indien de be
schuldiging juist is. Te Brasschaet hadden
twee soldaten, blijkbaar in dronkenschap, den
brouwer aldaar zonder reden gedood. De
zaak is in onderzoek. Een Duitsch soldaat
die door een officier op plundering werd
betrapt werd gefusileerd. Eveneens werden
ter dood veroordeeld soldaten, die zich schul
dig maakten aan misdrijven tegen de goede
zeden.
Er is een verbod uitgevaardigd voor den
verkoop van alcohol. Het strenge optreden
der militaire overheid werkt zeer geruststel
lend. Vrees voor hongersnood, zoo deelden
de schepenen mij ten slotte mede, behoeft
er niet te bestaan. Er is overvloed van vleesch
en tarwe. Al komen alle vluchtelingen terug,
dan zal er nog in het minst geen reden zijn,
zich over de voedingsquaestie ongerust te
maken. Voor het drukken der proclamaties
hebben de Duitschers de persen van de
„Nieuwe Gazet" aangeslagen.
De slag bij Nieuwpoort 1914.
Oók in 1600, zeer zeker. Maar thans biedt
deze historische plek, waar Maurits streed,
wederom een schouwspel als in geen eeu
wen is voorgevallen. Ddar, even benoorden
Duinkerken, woedt de strijd vreeslijk. Deze
strijdt schetst Onze Courant als zij zoo keu
rig schrijft
De kathedraal van Rijssel biedt ons een
prachtig uitzicht aan over den worstelstrijd
die nu is aangevangen.
De stad 'is eenige dagen geleden door de
Duitschers bezet, na een verwoed en zeer
bloedig straatgevecht. Bij de nadering der
Duitsche troepen hadden de gemeentelijke
autoriteiten laten weten, dat Rijssel een open
stad is, hoewel door vestingwerken omgeven
en zij dus prijs zouden stellen op bescher
ming der gebouwen.
Maar op het laatste oogenbiik wierpen de
geallieerden een troepenmachten de stad met
opdracht die tot het uiterste te verdedigen,
in afwachting van het omtrekkingsleger.
De Duitschers beschoten toen de stad en
de toren waar wij ons nu bevinden, werd
door de Franschen tot militaire post gemaakt;
een groote verwoesting trof de mooie stad
en alles tevergeefs.
Want de Duitschers bezetten de stad, na
men de bezetting gevangen en maakten Rij-
sel tot steunpunt hunner bewegingen tegen
den linkervleugel der geallieerden en tegen
Duinkerken.
Van dezen toren gezien breiden de landou
wen en mijngroeven zich als een legkaart
uit.
Rechts van ons ligt de zeelinks naar
achteren ligt Atrecht waar al dagen lang met
afwisselend succes gestreden wordt.
Aan onze linkerhand zijn de legers der
geallieerdenFranschen, Engelschen, Belgen
en koloniale troepeneen machtig heir dat
met geweld van wapenen tusschen Rijssel
en de zee de geduchte Duitsche legermacht
wil overvleugelen.
Links, aan onzen voet en verder rechts af
zwenkend tot Nieuwpoort toe staan de Duit
sche legerscharen.
Eigenlijk twee legers, een die uit het hart
van Belgie oprukt en Rijssfel als een centrum
heeft en het tweede, het leger dat Antwer
pen overwon en langs de kust Nieuwpoort
bereikte.
Achttien spoor-, water- en groote heirwe-
gen kronkelen op Rijsel samen en maken het
tot een gewichtig strategisch punt.
Links van ons, schuin naar beneden ligt
Bassee, aan het kanaal. Daar staat een be
langrijke Fransche legerafdeeling, die naar
hier opdringt. Eiken dag wordt er verwoed
gevochten om de groote wegen Lens-Douai
en Lens-Rijssel en Bethume-Rijssel.
En ziet ge daar midden in de stad die
oude zware toren, die als een afgeknotte
kegel boven de huizenrijen uitsteekt
Daar zetelt het artillerie-commando dat de
vuurleiding voor deze stelling heeft. De bat
terijen liggen daarginds ver buiten de stad,
maar zijn alle telefonisch met dezen post
verbonden. Een staf officieren met verrekij
kers, kaarten, plannen enz. hebben het plat
van dien toren tot centraalpunt der artille
rieverdediging gemaakt.
Zie, wanneer ge goed waarneemt, ziet ge
een klein wit rookwolkje omhoog stijgen bo
ven de Duitsche gevechtslinie.
Ha, daar vermoedde men den vijand niet
Ge kunt er van opaan, dat daar op dien to
ren, waar ze zooeven bericht kregen vanwaar
het schot waargenomen werd en waar het
viel, aan het rekenen zijn. Nog een schot
valt, weer een.
De officieren op den foren hebben hunne
cijfers vergeleken, tezamen geteld en op de
kaart aanwijzingen gemaakt. De batterij is
aangewezen per telefoon wordt een opdracht
gegeven. En nog voor dat het vierde rook
wolkje verdwenen is in de ijle ruimte, zien
wij bij de Fransche batterijeu ook witte wolk
jes opstijgen. Ziedaar, een stofzuil stijgt om
hoog een ontploffing, die als een zware
donderknal klinkt.
De Duitsche batterijen hebben in het zwart
van de schijf getroffen. De batterij is ver
nield het dorpje brand, want de munitie-
voorraad werd getroffen.
Maar meerdere rookwolkjes stijgen op, meer
naar rechts. En de arbeid herhaald zich. De
artillerie-machine werkt doorhet denkend
brein daar op dien toren werkt regelmatig;
wiskundig zeker, 't gaat alles naar cijfers en
getallen
Het is een vreeselijk beklemmend gezicht
al die menschen, in den ganschen omtrek
zoover uw kijker reikt, met al hun krachten
bezig te weten aan het werk des doods.
Zit daar, op dien toren, de Dood niet aan
de telefoon De zeis is al weggeworpen.
Zijn hand werkt even zeker met telefoonschel
en telegraaftoets als met het aftrektouw van
een 42 cM. mortier. Hij werpt het doodend
projectiel even zoo zeker uit een Fransche
vliegmachine als een bom uit een Zeppelin
ballon. Zijn gruwzaam lied klinkt zoowel in
het tuffen der auto's, als het knetteren der
machine-geweren. Zijn oog blikt even scherp
door de periscoop van een onderzee-boot,
als van den uitkijk van een dreadnought.
En hij staat ook naast den generaal die
daarginds de bataljons voorbij ziet marchee-
ren, die zoo aanstonds den vijand zullen aan
grijpen.
Kloeke gestalten, van vader en moeder,
van vrouw en kind weggerukt, 't vijandelij
ke land ingezonden van dorp tot dorp, van
stad tot stad voortgetrokken en nu gereed
hun leven in te zetten.
Hier gaan ze door de poort van den dood
Zie ze groeten, ernstig en vastbesloten, hun
generaal die van hier den slag leidt. Zij groe
ten in hem koning en vaderland. Want daar
buiten, weinige honderd schreden verder,
huilt het slaggewoeldaar barsten de gra
naten, daar flniten de kogels en snerpt de
doodskreet.
Maar zij achten het niet. Hoevelen zullen
in dezen stond hun harten heffen tot God
Zwaar klinkt hun stapna hen komen an
dere colonnes. De grond dreunt van de aan-
marcheerende troepenmassa'shet geschut
dondert; de duizenden en tienduizenden van
beide zijden werpen zich in deze mannen-
moordenden slag.
Daar ginds, recht naar de zee, woedt de
slag op z'n hevigst. Dat is de slag bij Nieuw
poort.
21e van zomermaand werd daar ook een
slag geslagen.
Prins Maurits bevocht daar met z'n Sta-
tenleger een schitterende overwinning op de
Spaansch-Oostenrijksche troepen en vestigde
voor goed z'n naam als veldheer.
Wie zal nu een veldheersroem vestigen of
verliezen
Toen ging het om de tuchtiging van het
rooversnest Duinkerken en voor de vrijheid
der Nederlanden.
Nu gaat het weer om Duinkerken, maar
als een bedreiging van Engeland.
Voor ruim drie eeuwen had Prins Maurits
een leger van 16000 huurlingen in Nieuw-
poort's duinen staan, de schepen waren weg
gezonden en 't gold overwinnen of sterven,
En nu staan bij Nieuwpoort de uiteinden
van millioenen-legers, die nu al wekenlang
elkaar op 't vreeselijkst bekampen met de
meest helsche vernielingswerktuigen.
En 't gaat niet om de tuchtiging van een
zeerooversnest, ook niet oin de vrijheid van
het geweten en het geloof; de ontzettend
bittere worsteling gaat nu om de wereldkaart.
Hier wordt in de eerste instantie beslist,
of het Duitsche rijk zich zal handhaven tegen
den aanval van z'n vijandenof het den ban
zal verbreken waarbinnen Edward Vil het
heeft weten te plaatsen.
Daar, bij Nieuwpoort wordt in eerste in
stantie beslist of er een macht is, die het
machtige Eilandenrijk daar ginds over het
Kanaal, z'n meester kan toonen.
Want dit is zeker, wint Duitschland hier,
dan vqllen Duinkerken en Calais na eenige
dagen ook.
Dan staat Duitschland recht tegenover En
geland de twee tegenstanders dezer eeuw.
De twee geweldigste spelers ep het schaak
bord van het slagveld.
Wel ligt tusschen Calais en Dover een
stukje zee, maar waren het niet de Engel
schen zelf, die in hun pakkende reisreclame
ons duidelijk maakten, dat de afstand tus
schen het vasteland en Engeland „Only one
Step" (slechts 'n stap) is
En de ernstige Engelschen aan de overzijde
van het kanaal slaan met groote spanning
den strijd tusschen Rijssel en Nieuwpoort
gade omdat zij voorvoelen wat Duitsland in
zijn plan heeft staan, wanneer de zeekust
overwonnen is.
De belangrijkheid van hetgeen thans in
het Noorden van Frankrijk gebeurt, kan niet
worden overdreven zegt b.v. de Times. En
daaraan zullen wij ons dan ook houden.
Het gevecht is al van Zondag af bezigen
met de grootste verbittering trachten de ge
allieerden aan de Duitschers den doortocht
te beletten.
De Belgen werden in de voorste gelederen
geplaatst en aldoor worden troepen naar dit
front gebracht.
Maar ook de Duitschers voeren troepen
aan. Trein na trein wordt ontladen om zoo
wel via Ostende als over Kortwijk versche
krachten aan den strijd te doen deelnemen.
Talrijk is het aantal gewonden dat van
het slagveld wordt gevoerd. Zwaar zijn de
verliezen aan beide zijden geleden.
De Engelsche vloot bestookt van uit zee
de Duitsche troepen en ze hebben het hard
te verantwoorden.
De avond daalt, de strijd is onbeslist.
Voorposten-patrouilles der geallieerden ver
toonden zich Maandag nog te Rouselaoere,
want de armee der Duitschers sluit nog niet
aan.
De eerste beleekenis van dit gevecht is,
dat aan de omsingelingspogingen der geal
lieerden een einde is gemaakt.
Het tweede dat nu slag moet worden ge
leverd die tot een beslissing biedt en daar
uit volgt, dat waarschijnlijk de geallieerden
een grooten aanval op de geheele linie zul
len ondernemen om aan de ijzeren omar
ming te ontkomen.
Daar, meer links van ons uitzichtpunt, aan
het kanaal bij Hazebroek, waar onlangs het
cavalerie-gevecht plaats had, dat de Fransche
omtrekking stuitte, heeft een afdeeling Fran
sche cavalerie een moedig stukte uitgehaald.
De Pruisen hielden den rechteroever van
de Lys bezet. De Franschen moesten echter
de rivier over, want Calais werd door deze
bezetting bedreigd. De Fransche ruiteraan-
voerder slaagde erin zijn manschappen onder
dekking van de duisternis, te verzamelen op
een punt niet ver van Aire, aan den linker
oever van de rivier, zonder dat hij ontdekt
werd. Een van zijn manschappen, die een
ervaren zwemmer is, kleede zich fluks uit
en sprong met een dunne lijn bij zich te
water. Toen hij den anderen oever bereikt
had, trok hij aan zijn lijn een zwaar touw
over, dat snel werd vastgemaakt en waar
langs manschappen en paarden begonnen
over te zwemmen. Toen de dag aanbrak,
waren er 2000 Fransche dragonders aan den
rechteroever #van de Lys. De uhlanen, die
geringer in getal en in hun flank bedreigd
waren, trokken toen op Armentiéres terug.
Nog verder links naar het Zuiden en vanaf
deze toren niet waar te nemen, moet ge
Atrecht zoeken, waarover we reeds eenige
malen iets mededeelden. Hoe heet het in die
buurt toegaat blijkt uit het volgende.
Den 7e October begon het bombardement
op de stad.
Drie dagen regende het granaten op de
huizen en straten, want Atrecht is een Fransch
militair kamp.
De bevolking nam de vlucht in de kelders
der huizen, waarheen ook de gewonden
werden gedragen.
Een vreeselijk voorval had plaats in het
hospitaal St. Jean. Een heele verdieping
stortte door granaten ineen en een non en
verscheidene gewonde soldaten werden on
der het puin bedolven. Zij konden niet uit
hun positie worden bevrijd, vóór het vallen
van den avond toen het schieten ophield.
Nu is de stad een ruïne, een brandende
puinhoop, waarachter de Franschen stelling
hebben gezocht.
Maar 't wordt donkerhier en daar vlamt
nog een vuurstraal uit een mond.
Over het algemeen zijn de verbondenen
dichter bij de Duitsche linies.
De slag is nog onbeslist. Geen der beide
tegenstanders vermocht door te breken.
Maar het gaat morgen er op of er onder.
Ooggetuigen van het zeegevecht.
De IJmuider stoomtrawlers „Catharina" en
„Nelly Geziena", die Vrijdag ter visscherij
waren uitgevaren, zijn teruggekeerd, omdat
ze nabij het haaks vuurschip tusschen slag
leverende oorlogsschepen geraakten. De gra
naten vlogen over de trawlers, waardoor van
de „Nelly Geziena" een lijn werd stukge
schoten. Zij rapporteeren een vijftiental
schepen gezien te hebben, waaronder een
paar onderzeeërs. Er was een hevig gevecht
gaande.
Zaterdagnacht circa kwart over één, stoomde
te Amsterdam het stoomschip „Eemstroom"
der Hollandsche Stoombootmaatschappij bin
nen.
Vhn den gezagvoeder, den heer Zwart,
vernamen we aldus schrijft de „Ct."
dat hij om 3 uur 's middags op 25 mijlen
N.W. ten W. van het Haaksvuurschip aan
den kim zware rookpluimen zag.
Het weer was zeer helder en spoedig be
merkte de bemanning der „Eemstroom" een
groepje schepen, ongeveer 15 in getal, die,
naar hun vorm te oordeelen, torpedo-booten
moesten zijn.
De oorlogsschepen lagen ver uit elkaar
gespreid. Vlaggen voerden zij niet.
Eensklaps een vuurstraal .en een doffe
knal dreunde over het water. Nog één en toen
volgde een helsche kanonnade. Met verre
kijkers gewapend volgde de bemanning der
vrachtboot het schouwspel, dat zich daarop
10 mijlen afstands afspeelde.
Duidelijk onderscheidde men het vuur en
afgebroken hoorde men den donder van het
geschut.
De vorm van de vechtende fiotilje veran
derde steeds. Nu eens was een vier-, dan
weer een dubbelpijper zichtbaar. En boven
de oorlogsbodems steeg een zware kruitwalm
langzaam de hoogte in. Eensklaps een knal
die het rollend geluid der schepen over
stemde; een rossige vuurgloed en de vlam
men sloegen boven een der schepen uit.
Toen een geluid als werd een reusachtig
laken vaneen gereten en de torpedoboot was
verdwenen.
Een der booten werd nagezetenaan boord
der „Eemstroom" vermoedde men, dat dit
een Duitscher moest zijn, daar hij om de
Oost wegstoomde.
Door de kijkers kon men waarnemen, dat
nog een ander schip in de diepte verdween.
Met het oog op eventueel gevaar achtte
gezagvoerder Zwart het raadzaam verder te
stoomen.
Zoowel hij als de bemanning hadden adem
loos dit gevecht gevolgd. En nog geruimen
tijd daarna zag" men het kanonvuur flitsen
en hoorde men de doffe losbarstingen.
Sluit de Noordzee
Niet meer of minder stelt de marine-me
dewerker van de Times voor. Kruisers als
de Hawke en de Hogue met haar twee zus
terschepen zijn verloren gegaan, omdat zij
in de Noordzee patrouilledienst moeten doen
ter bewaking van de neutrale scheepvaart,
waaronder gemakkelijk vijandelijke schepen
kunnen doorloopen. Krachtens het volkenrecht,
zegt de Times, heeft een oorlogvoerende
mogenheid het recht een zee voor de koop
vaardij te sluiten. De schrijver zou een lijn
getrokken willen hebben van de Shetlands
naar de Noorsche kust, met desnoods een
smal open vaarwater door het Skagerrak.
Schepen, die in Engeland moeten zijn, zou
den dan onder geleide naar de Westkust
worden gevoerd. Elk schip, dat zich ondanks
het verbod in de Noordzee waagde, zou zon
der waarschuwing in den grond worden ge
boord. Voor den patrouilledienst in de Noord
zee behoefden dan niet meer kruisers met
een talrijke bemanning gebruikt te worden,
maar stoombooten, die een 16 mijl loopen
en treilers, die met een paar stukken zijn
bewapend. Volgens de Times is de sluiting
van de Noordzee reeds bij de Engelsche re
geering in overweging.
'n Eigenaardige kwestie
is in Amerikaaifsche scheepvaartkringen ge
rezen, met betrekking tot „het goudschip"
de „Kronprinzessiu Cecilie". Dit vaartuig,
met schatten aan boord, keerde bij het uit
breken van den oorlog naar de Amerikaan-
sche wateren terug. Daar ligt het nu nog,
maar wordt buiten de driemijlsgrens door
Engelsche oorlogsbodems scherp in het oog
gehouden. Dit vindt zijn verklaring hierin,
dat de „Kronprinzessin Cecilie", wil zij voor
den winter veilige ligplaats krijgen, weer
buiten de driemijlsgrens moet komen. Doet
zij dat, dan willen de op de loer liggende
Britsche schepen haar buitmaken. Echter ligt
het schip op het oogenbiik in zekeren zin
aan de ketting, want het is wegens schuld
aan een New-Yorksche bank door een deur
waarder in beslag genomen.
Zullen nu bij het tochtje van het schip
naar een Amerikaansche winterhaven, de
Engelschen zich van de Kronprinzessin mees
ter maken, of zal het feit, dat op vordering
van Amerikaansche crediteuren beslag op
het schip is gelegd door de Amerikaansche
overheid, het beveiligen voor een aanval
van Britsche zijde?
Het schip ligt thans te Bar Harbour. Het
kan daar in den winter niet blijven, wijl het
dan door ijsgang kan worden vernield. Bij
een poging om haar om Kaap Anna of Kaap
Cod te loodsen, moet zij wel de driemijls
grens overschrijden.
Het ontzet van Przemysl,
Een medewerker van de Reichspost geeft
een beschrijving van het doodenveld voor
Przemysl
„Het is afschuwelijk, zooveel.doode Russen
als 'voor Przemysl zijn gebleven, ik zag daar
gemeenschappelijke graven van reusachtige
afmetingen. En desniettemin liggen nog dui
zenden lijken onbegraven op het slagveld.
Tot ver in den omtrek zijn dood en vernie
ling gezaaid. Duizenden armen zouden noo
dig zijn om de breedgetrokken sporen van
den dood uit te wisschen.
De bestorming van Przemysl door de Rus
sen werd reeds dadelijk de eerste maal af
geslagen. Achtmaal werd de bestorming her
haald en achtmaal stierf de aanval weg in
het vernietigend vuur, waarop de aanvallers
onthaald werden.
Wij vonden op het slagveld tot in verren
omtrek distinctieven van het 127e Russische
infanterie-regiment, dat te gronde is gegaan.
Alle oorlogscorrespondenten zijn het er in
hun berichten over eens, dat de Russen
iedere poging van de verdedigers om de lij-
Een ernstig gevaar.
De Generaal-opperbevel hebber van Land
en Zeemacht, heeft een order uitgevaardigd
waarbij hij de aandacht der troepencomman
mandanten vestigt, op het gevaar dat den
soldaten dreigt door hun omgang met Bel
gische vluchtelingen, waaronder zeer vele
vrouwen van verdacht allooi zijn.
Hare Majesteit de Koningin-Moeder ont
ving gisterenavond het telegrafisch bericht
dat op het Westelijk oorlogsveld bij een pa
trouille-rit is gesneuveld Prins Wolrad Frie-
drich van Waldek en Pyrmondt, halfbroeder
van Hare Majesteit, luitenant bij de Konink
lijke Pruisische garde-dragonders.
Prins Wolrad was de eenige zoon uit het
tweede huwelijk van wijlen den regeerenden
vorst van Waldeck en Pyrmont met de prin
ses van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-
Glucksburg.
De vorstin-weduwe, moeder van den ge
sneuvelden prins, verblijft nog te Aroldsen
en verliest in den overledene haar eenig'kind.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
in het Westen is heden, Donderdagavond
de toestand saam te vatten in„Nog hetzelfde"'
Toch wijzen enkele berichten op een spoe
dige oplossing.
Bij Duinkerken en Nieuwpoort bijvoorbeeld
wordt thans een hevige slag geleverd.
De Duitschers trachten zich meester te
maken van de noordzeekust en verbonden
legers trachten dit met alle macht te ver
ijdelen.