f-
De Europeesche Oorlog.
L
VOOR HUIS EN HOF.
l i 1
j
f
I
I
iü;i
li
H:
m-
BUITENLAND.
V I*
OFFICIËEL GEDEELTE.
PLAATSELIJK NIEUWS.
e i
O
li!
goede
armen geen boterhammen snijden van het
brood waarom onze eigene armen vragen.
Het hemd blijft nader als de rok.
't Is erg nuchter; maar daarom niet min-
der waar.
1
r
|5 1
Stamfuchsia's. Heeft men in het voorjaar
een kruidachtige stek in bladgrond met zand
gezet, dan is deze bij een behoorlijke ver
zorging tegen het najaar reeds een flink
stammetje geworden. Dan volgt de rustperi
ode, waarin de plant koel moet staan en zeer
matig gegoten worden.
In het voorjaar begint de groei opnieuw
en moet men meer gieten. En dan wordt de
kop afgesneden ter hoogte waar men ver
langt, dat het middelpunt van de kroon zal
zijn.
Aan den top beginnen zich nu talrijke tak
jes te vormen, die men weer niet te lang
moet laten worden, om nieuwe vertakking
te bevorderen.
Op deze wijze ontstaat een kroon die men
door snijden een goeden vorm moet geven,
en tevens moet men de laatste overblijfsels
van takstompjes aan den stam opruimen.
o
Muziek als medicijn. Over den kalmeeren
den invloed van muziek sprekende, heeft Dr.
G. Norman Meacheti onlangs in een voor
dracht een geval verhaalt van een kiespijn
lijder, die zijn pijn geheel vergat door het
spel van een pianist natuurlijk van een
goed pianist, want er zijn heel wat dilettant
pianisten, van wier spel men kiespijn zou
krijgen.
Muziek, zoo betoogde Dr. Meachen verder,
is ook bij verscheidene andere ziekten een
heilzaam middel. Er zijn verscheidene geval
len van slapeloosheid genezen door muziek,
waar alle andere middelen niet baatten. Van
oudsher pasten de moeders, die haar onrus
tig kind in slaap zongen, dat kalmeerend
middel toe.
Vooral bij zenuwziekten, melancholie, ma
nie enz. wordt baat gevonden bij de macht
der tonen. Doch er zijn ook gevallen voor
gekomen. waarin de temperatuur van een
koortslijder door muziek minder hoog is ge
worden.
Dr. Meachen sprak echter niet van de veel
kalrijker gevallen, waarin de muziek van te
i'almeeren razend maakt, b.v. die van piano-
pelende buren op ongelegen tijden.
o—
Om inktvlekken uit een notenhouten bu
reau te maken neemt men een weinig ver
dund zoutzuur, waarmede men de vlekken
bedekt, en laat er deze vloeistof een tijdlang
op staan. Daarna wascht men de vlekken
met schoon water af, hetwelk het beste ge
schiedt met een zeer natte spons en weldra
komt de houtkleur weer te voorschijn.
Bevochtigd u het roode laken met water
en daarna bedruppen met citroenzuur, dan
zal de inktvlek spoedig oplossen.
o—
Te zoute soep. Als de soep bij .ongeluk
e zout is geworden, kan men het kwaad
eenigszins verhelpen door een rauwen aar
dappel, aan schijfjes gesneden, in desoep|te
doen en dien eenige minuten daarin te laten
koken. De aardappel zal dan veel van de
zoutdeelèn in zich opnemen.
o
Uien als slaapmiddel. Als een middel om
goed te slapen, beveelt een Engelsch blad
het eten aan van een ui vóór het naar bed
gaan. Uien hebben een kalmeerende uitwer
king op de zenuwen, zonder de nadeelen,
welke aan medicijnen verbonden zijn.
K *.|6
Wanneer we ons thans nederzetten om een
overzicht te schrijven van den toestand, dan
dient allereerst vermeld, dat de Duitschers
die Antwerpen belegerden, zich langs ver
schillende wegen in de richting van Duin
kerken voortbewegen, welke plaats door
Fransche troepen is versterkt en bezet.
Het overschot der Belgen, naar schatting
30,000 man, bevindt zich ten Zuiden dier
plaats, die daar Donderdag jl. aankwamen.
De Duitsche rechtervleugel, onder generaal
Von Klück, strekt zich thans uit tot aan de
Westelijke grens van België, dat, gelijk we
reeds in ons vorig nummer schreven, geheel
van geallieerde troepen is gezuiverd.
Ten Zuiden van Duinkerken en Boulogne
bevinden zich sterke troepenafdeelingen.
In die streek kunnen dus belangrijke ge
vechten verwacht worden.
Het Duitsche leger staat dus thans van
Belfort tot aan de Noordzee.
Ginds steunend tegen de bergen van Zwit
serland, hier tegen de duinen der Noordzee.
Omtrekken is dus nu veel minder te duch
ten en doorbreken, men weet het! is uiterst
moeilijk.
Wel is het 'n reuzen-linie, die zelfs door
een millioenen-leger slechts met de grootste
moeite bezet gehouden kan worden, maar
tot nog toe blijft het Duitsche volk even
gewillig als altijd, om den laatsten man als
't moet naar 't front te zenden.
't Duitsche front is nu gesloten.
Dat is het groote voordeel.
„Omtrekken" is veel minder te vreezen en
bovendien kunnen Engelsche troepen nu niet
meer gemakkelijk op de Belgische kust wor
den ontscheept. Die ontschepingen waren
den bondgenooten een machtig hulpmiddel
bij hun bewegingen, die dienden om de
Duitschers te omvleugelen, althans het front
te verlengen. Dat was, sinds de opmarsch
der bondgenooten geen vorderingen van be-
teekenis meer maakte, voor de Duitschers
het grootste gevaar. Dat gevaar is nu ver
dwenen.
En te verwachten is, dat nu de Duitschers
probeeren „om te trekken."
Nu de Duitschers bij de zee staan, zou nu
het schrikbeeld van jaren her tóch nog wer
kelijkheid kunnen worden?
Die vraag stelde zich de Times.
Er is, menschelijkerwijs gesproken, geen
denken aan dat de Duitsche vloot, nog verre
de mindere van de Engelsche, deze in een
geregelde zeeslag slaat, al maken Duitsch-
land's onderzeeërs het den Engelschman ook
nog zoo lastig.
Om Engeland in den hartader te treffen,
zou Duitschland op de een of andere manier
er in moeten slagen een landingsleger op de
Engelsche kust te zetten.
Of dat geen hersenschim ware?
Misschien wel, doch de Times acht het
niet zoo onmogelijk, dat Duitschland er met
behulp van mijnen, duikbooten, gezonken
schepen en andere hulpmiddelen in slagen
zou een leger van een kwart millioen man
te landen, desnoods met opoffering van een
vijfde deel van die macht. En het blad rekent
uit dat Duitschland nog wel een kwart mil
lioen man voor een aanval op Engeland zou
kunnen missen.
Zulk een aanval zou eigenlijk geen strategie
zijn, maar een avontuur, ten doel hebbende
om een beslissenden slag te slaan, welke
thans maar steeds uitblijft. Het avontuur
blijft intusschen mogelijk, en daarom, meent
de Times, dient de regeering bijtijds daar
tegen maatregelen te nemen.
De vraag zal moeten worden overwogen,
of de Duitsche troepen, welke in een landing
mochten slagen, moeten bestreden worden
door geregelde korpsen of dat elk burger
zich tegnn den binnendringenden vijand zal
wapenen. Het eerste is wel gemakkelijker
voor de burgerlijke bevolking, maar ook voor
den vijand. In elk geval zal de regeering
hieromtrent bijtijds de bevolking moeten in
lichten, en de noodige instructies aan plaat
selijke overheden en burgers geven, hoe te
handelen bij een vijandelijken inval, alsmede
bij aanvallen uit de lucht. Het zal hiervoor
misschien tevens noodig zijn de plaatselijke
brandweerkorpsen uit te breiden
Hier kunnen we wel eindigen.
Ons dunkt zoo, 't Engelsche blad is hier
wel ól te angstig, want terecht noemt het
zulk een aanval 'n „avontuur" waartoe
we niet gelooven kunnen, dat Duitschland
ooit zou overgaan, als Engeland's vloot nog
den Oceaan beheerscht.
In het Oosten, Oost-Pruisen, wordt zwaar
gestreden.
Zooals onze lezers weten, deden de Russen
eerst een inval in Oost-Pruisen en drongen
vrij ver dat land in.
Toen werden zij door de Duitsche troepen
onder Von Hindenburg zoo allervreeselijkst
geslagen bij de Masurische meren; daarop
volgde omgekeerd een Duitsche inval in 't
Russische gebied en drongen zij daar tot
den Niemen door; ook zij werden daar terug
geslagen en de Russen kwamen weer even
over de Oost-Pruisische grens
Maar nu moeten die weer terug.
Als uit de laatste berichten blijkt.
Bij hun poging om ten noorden van den
spoorweg KoningsbergenPetersburg in
vallen, hebben de Russen bij Schirwindt
ernstige verliezen geleden, en ook de troe
pen die bij Lyck en Bialla poogden Duitsch
land binnen te rukken, werden teruggedreven.
De Duitsche berichten melden, dat daarbij
vele krijgsgevangenen gemaakt en vele ka
nonnen buit gemaakt zijn.
Dus Oost-Pruisen is voorloopig weer van
vijanden bevrijd.
Nu volgt Russisch-Polen.
Uit de Russische berichten blijkt, dat de
Duitsche troepen deu Weichsel zijn overge
trokken en dat hunne voorhoeden tot zeven
mijlen van Warschau zijn gekomen.
Sedert zijn de Duitsche troepen er in ge
slaagd tot vlak bij Warschau door te drin
gen, zoodat de tsaar 't reeds noodig vond
een telegram tot de stad te richten met de
aansporing om „getrouw" te blijven. Ten
minste in het officieele bericht van den Duit-
schen generalen staf wordt gezegd: Onze
troepen staan voor Warschau, en tevens
wordt daarin gemeld, dat de poging der
Russen om in de linie Iwangeroe—Warschau
een aanval op de Duitsche troepen te doen,
ie afgeslagen.
Russische en Engelsche bladen melden dat
te Czenstochau, over de Silezische grens in
Russisch-Polen, voorbereidingen worden ge
troffen voor de ontvangst van een hoogen
Duitschen dignitaris en dat het gerucht gaat,
dat dit niemand anders dan de keizer zelf
zou zijn. Vele Duitsche generaals begeven
zich naar Czentatochad waar men een be
langrijke militaire gebeurtenis verwacht.
Blijkbaar willen de Duitschers, zoo [moge
lijk, vóór den winter Russisch-Polen met
Warschau in hun bezit zoeken te krijgen...
Overigens uit Galicië geen nieuws van
beteekenis.
Terug naar Antwerpen.
Van een groote familie, uit Antwerpen, die
verleden week van daar naar ons land was
gevlucht, zijn reeds Dinsdagmorgen drie le
den naar Antwerpen teruggekeerd. Het zijn
de heeren Anton Fack, Joseph Sneijders en
Edouard Sneijders, ambtenaar bij de gasfa
briek te Antwerpen. Van dezen zijn giste
renavond, via Bergen-op-Zoom, brieven inge
komen bij den heer H. Nederlof, Insulinde-
straat hier ter stede, bij wien de Belgische
heeren een tijdelijk tehuis gevonden hadden,
en bij wien thans nog hun familie logeert.
De heer Nederlof is zoo vriendelijk ons
inzage te geven van de brieven, die onge
twijfeld voor de vele Antwerpenaren hier ter
stede van belang zijn.
De heer Sneyders dan, die zijn woningen
bezittingen ongeschonden teruggevonden heeft
schrijft aan zijn familie, na een beschrijving
gegeven te hebben van den toestand der
stad Antwerpen
„Bij ontvangst van dezen brief, tracht zoo
spoedig mogelijk allen terug te komen. Rij
den tot Bergen-op-Zoom dan de stoomtram
tot Santvliet. Tracht daar een kar te krijgen
die u brengt tot aan de Poort. Niet te voet.
Vrees niet het minste bij het intreden van
de stad. Op den terugweg zult gij vele Duit
sche soldaten zien, die heel braaf zijn en aan
ieder vriendelijk goeden dag wenschen en
zelfs de burgers helpen met eten en kleede
ren. Keer allen spoedig terug."
In een tot den heer Nederlof gerichten brief
schrijft de heer E. Sneyders„Wil de goed
heid hebben onze ouders in te lichten, dat
wij te Antwerpen zeer goed zijn aangeko
men. Alles is hier kalm en zeer rustig. Elk
een mag vrij binnen komen en de Duitsche
soldaten zeggen niets."
Aan het slot van den brief staat:
Komt zoo spoedig mogelijk terug.
Wij zijn hier zeer tevreden. Al onze bezit
tingen zijn opperbest bewaard. Niets is ge
schonden. Wij hebben reeds lekker geslapen
in ons bedje hier en verlangen niets meer
dan onze familie".
Men schrijft uit Antwerpen, dd. 17 Oct.
Van Maandag af zal hier een blad ver
schijnen onder den titel: Antwerpsche Tij
dingen. Het gemeentebestuur en de Duitsche
Kommandantur hebben er het toezicht over.
Alle Duitsche, Fransche, Engelsche, Neder-
landsche en andere berichten zullen er in
opgenomen worden, zonder eenige censuur.
De redactie staat |onder de leiding van het
gemeenteraadslid mr. Karei Weyler. Het blad
wordt gedrukt op de persen van de Gazet
van Antwerpen.
De toestand blijft geruststellend. De paniek
onder de vluchtelingen aan de grenzen is
ongemotiveerd. De Nederlandsche consul-
generaal is eveneens zeer optimistisch. Ik
kan niet anders raden dan al wie hier nuttig
werk kan verrichten, gerust terug te keeren.
Alle stads- en staatsambtenaren, onderwij
zers en onderwijzeressen, die een strenge
straf willen ontloopen, dienen zich te haasten
op hun post terug te zijn.
Ik verneem dat de welmeenende burgers,
die de lieden aan de grens gerust gaan stel
len, vaak slecht onthaald worden. Het is
pure onzin. Alles is hier volkomen kalm.
Het verlangen naar een krant.
Nooit heb ik, schrijft een Duitsche corres
pondent, de beteekenis van de krant zoo
goed begrepen, als op een tocht dien ik per
auto in het door Duitsche troepen bezette
België maakte.
Met niets kon men den Duitschen soldaten
meer plezier doen, dan met kranten. Sigaren
en andere liefdegaven wezen zij gaarne van
de hand, wanneer zij in plaats daarvan
kranten konden krijgen.
Zij rukten die iemand uit de handen en
renden er op aan, zooals bij een hongersnood
de bakkerswinkels bestormd worden. Velen
van hen hebben een bordje gemaakt, waarop
geschreven staat: Geef alsjeblieft kranten!
En dat strekken zij met smeekende blikken
naar u toe, gelijk blinden 't wel doen. En zij,
die in het vijandelijke land om niets behoe
ven te bedelen, maar van alles „requireeren"
kunnen, zooals het in de militaire taal heet,
zij bedelen om kranten.
De arme kerels zijn hier in het vreemde
land ook geheel van eiken geestelijken toe
voer verstoken en weten, naar zij zelf op
klagenden toon herhalen, niet het minste. De
vijandelijke bevolking laat hun natuurlijk ook
niet veel troostrijks toekomen en is vaak
onjuist of eenzijdig ingelicht.
Daarom is de krant een onschatbaar goed
voor de tegenwoordige soldaten, die niet al
leen van commiesbrood en soepblokjes leven,
maar ook door ieder woord, dat hun uit het
vaderland bereikt. Een arme landstormman,
die in een afgelegen streek aan den straat
weg op wacht stond, bood een heele mark
voor een krant. De correspondent besloot
toen om de laatste, die hij nog had, aan den
soldaat te schenken. (N. v. d. B.)
De Z.-Afrikaansche Boeren
kunnen zich niet algemeen vinden met de
taktiek der régeering om voor Engeland te
gaan oorlogen in Duitsch-West-Afrika.
't Was ook onbegrijpelijk dat geheel Z.
Afrika de politiek van Botha zou toejuichen.
De brief van generaal Beijers, leerde wel
anders en achteraf blijkt, dat ook De laRey
en De Wet Botha niet steunden.
En sinds de Z.-Afrikaansche post weer
doorkwam, zagen we aan de Boerenbladen
als De Volkstem op de houding en rede van
Botha uitvoerige critiek is geoefend.
Maar wat het meeste trof, was wel de
preek van Ds. Van Broekhuijen te Pretoria
gehouden, was een zeer vrijmoedig woord in
deze angstvolle dagen. Ds. van Broekhuijzen
is ook in ons land en bij velen onzer lezers
welbekend uit de bange dagen van den Boe
renoorlog.
Mede daarom geven we voor ditmaal een
vrij uitvoerig uittreksel van de gehouden
preek.
De prediker had tot tekst gekozen Num.
14: 42a, 43c „Trekt niet op want de Heere
zal in het midden van u niet zijn, omdat gij
u afgekeerd hebt van den Heere."
Deze woorden werden uitgesproken door
Mozes, den man Gods, toen 't volk met ge
weld wilde intrekken in het beloofde land,
tegen 't bevel des Heeren.
Toen zij moesten strijden wilden de Israëlie
ten niet en nu zij niet behoeven te strijden
willen zij.
Spreker bracht dit over op Z.-Afrika. Wat
is de toestand hier?, vroeg hij. Hebben de
burgers in Z.-West-Afrika een inval gedaan
in de Unie?.
Neen 1
Heeft Duitschland een aanval op Engeland
of zijn koloniën gedaan Neen.
Engeland is in een Europeesche oorlog
gewikkeld.
En zouden wij nu de grenzen gaan over
schrijden, vroeg spr., tegen Bijbelsch krijgs-
recht in Aanvallen is zonde.
De regeering gebiedt; optrekken. Maar
volgens mijn heiligste overtuiging, opgrond
van Gods Woord, zegt de Heere: Trekt niet
op.
Maar de vraag van de Evangeliedienaar is
niet naar de meerderheid of naar aanziens
des persoons, maar slechtsWat zegt God
Al staat men dan alleen, gelijk Mozes. O,
dat we op hem gelijken, gemakkelijk is 't
zeker niet, om soms alleen te moeten staan 1
Doch als 't moet, dan moet 'tAl worden
allen onze vijanden, zelfs koningen en mach
tigen, we mogen niet zwijgen we moeten
spreken. 'tZou 'n verkrachting van Gods
woord, van onze eigen consciëntie zijn, als
wij in deze kritieke tijd de hand op onze
mond zouden leggen.
De Heer roept ons hedenavond tot 'n moei
lijke taak! Men houdt 't makkelijkst vrede,
als men zich bij de machtigen en de groo-
ten der aarde schaart. Maar mag dat? Kan
dat? Onmogelijk! Dan zeggen wij, alleen
staande: Hier sta ik, God helpe mij, ik
kan niet andersBedienaar van Gods
woord ben ik, niet van 's menschen woord
afhankelijk. Protestant in de eerste plaats
om te protesteeren tegen alles, wat indruischt
tegen Gods woord, tegen Gods wil. Hier is
't geen kwestie van personen, maar van Recht
en Gerechtigheid volgens Gods woord.
Wat de kwestie van recht betreft, wie de
oorlog begonnen is, zal de tijd ons leeren
iedereen weet welke leugengeest thans los
gebroken is. Men spreekt van 't barbaarsche
DuitschlandLaat men toch niet met dat
Farize-isme tot ons komen. Wij allen ont
houden den toestand van ons arme land en
volk en 't is nog te kort van onzen eigen
oorlog, om daar niet alles van te weten.
Wat omtrent-Rusland Wil men de Slaaf
laten regeeren over Europa Denk aan Si
berië, de gevangenissen, de vreeselijke wreed
heden, dagelijks onder de regeering van den
Tsaar van Ruslands onderdanen gedragen in
tijd van vrede. Wat omtrent Japan en Indië
Daar bestaat 'n verbond van invloedrijke
japanners en Hindoes (Indiërs), om de Azia
tische volken te verlossen van den Euro
peesche regeering! Graaf Okoema schrijft er
over: de hoogste ambtenaren van den Keizer
van Japan zijn leden er van. In 't Hogerhuis
van Japan werden de volgende woorden ge
uit „De heilige plicht rust op ons (Japan),
nu 'n helpende hand te bieden aan China,
Indië, Korea. Wij zijn begeerig dat zij allen
zullen verlost worden van het juk van Eu
ropa. En wij zullen aan de wereld toonen,
dat de oostersche volken meer dan mans ge
noeg zijn om te strijden tegen 't Westen."
'n Juichkreet gaat in Indie en Japan op
om levens te nemen van den blanken man
hoe meer hoe liever. Boedhisme, Mahomeda-
nisme, Parsisme en al de godsdiensten van
't Oosten juichen de slachting van de Chris
tenen toe. Zijn wij daartoe gekomen?
Protesteeren wij niet alleen tegen 'n in
trekken in D. Z. W., maar ook tegen 't mee
vechten van 't gele ras. Dat ook door dezen
strijd Europa in den grootsten nood, mis
schien in oorlog zal wikkelen, die haar zal
verwoesten.
De predikant ging nu over tot „Gods waar
schuwing". Als gij, zei hij, zonder God trekt,
is het uw ondergang.
O, er is durf genoeg.
Er zijn er die zeggen„Wij zijn dapper
genoeg, wij hebben wapens genoeg. Dit is
voor ons maar 'n brekfis" (breakfast een
hapje). Maar als gij zonder God uittrekt, wee
uBedenk ook, Gods gebod zegtGij zult
niet stelen, gij zult niet doodslaan. In dit
verband zei de prediker:
Nogmaals, wat in Europa heeft plaats ge
vonden, daar spreken wij ons niet over uit.
Engeland heeft gezegdde God der heir-
scharen zal ons helpen, zoo Duitschland, zoo
Oostenrijk, zoo Rusland, Frankrijk alleen heeft
Gods naam weggelaten en ik eer 't land er
voor.
De prediker vroeg zich verder af, hoe wij
dan weten, dat de Heer niet met het volk
van Zuid-Afrika in den oorlog zal gaan. De
Heer is niet gevraagd
Hebben wij 'n biddag gehad vanwege onze
Regeering, ons Parlement Zijn onze leiders
op hun knieën gegaan en hebben gevraagd
Heer wat wilt Gij? Zijn zij tot ons als volk
gekomen en gevraagd: wat wil 't volk?
Want hier is 't niet een kwestie van wetten,
maar 't leven van tientallen onzer mannen
en zonen.
Bloed zal vloeien
Huizen zullen opgebroken worden. Dit
wordt alles gedaan zonder God of volk te
raadplegen De overheid bezondigt zich voor
God, zoo ze zonder oorzaak oorlog voert
Oorlog voert om ongerechtigde oorzaak
Noodeloos de levens van tien- en honderd
tallen gewaagtAl wat niet uit de roeping van
de door God aan de overheid verleende
macht voortvloeid is moord. En vreeselijk
zal 'n oordeel zijn, dat eens komen zal over
die vorsten en staatslieden, die uit lust tot
den oorlog, uit eerzucht, uit zucht tot ver
overing, volk en vaderland in 'n bloedigen
oorlog dompelen.
Om deze reden sta ik hier nu in den naam
van inijn God. Als bedienaar des Woords,
om te protesteeren tegen deze noodelooze
krijg omdat God niet meer met ons kan en
mag gaan en ons volk als volk er absoluut
op tegen is.
Vervolgens ging de prediker na, hoe het
volk in Zuid-Afrika van den Heer is afge
weken. En zeide dan
Niemand weet beter dan hij die tot u
spreekt, dat men met mooie woorden, met
schijnbare klinkende argumenten deze inval
in Duitsch W.-Afrika zal willen recht praten.
Maar als Evangeliedienaar, als man van ge
weten, is alleen de vraag: wat wil God?
En daar zeg ik u op grond van 't Woord,
op grond van de geschiedenis, op grond van
waarheid en recht! Trek niet op Deze stem
mag zijn de stem des roepende in de woes
tijn. Maar ik moet eindigen, dit is mijn hei
lige overtuiging. God leide elk en een ieder
om te handelen volgens eigen geweten in
het licht van Gods geest".
JACHT.
De COMMISSARIS DER KONINGIN in de
Provincie Zuid-Hotland,
Gezien het besluit van Gedeputeerde Sta
ten dier provincie dd. 12 October 11., no. 4;
Gelet op art. 11 der Wet van 13 Juni 1857
(Staatsblad no. 87);
Brengt ter kennis van belanghebbenden:
le. dat bij voormeld besluit voor het gebied
tusschen de Merwede te Gorinchem, het Mer-
wedekanaal, de Lek tot Everdingen, de Pol-
dersteeg, den Kortgerechtschenweg, den
Schaikschen dijk, den Schoonrewoerdschen
weg en den rechter-Lingedijk tot de Merwede,
bepaald is, dat worden opengesteld:
a. de jacht op klein wild van 31 October
tot en met 7 November, van 28 November
tot en met 5 December en van 22 December
tot en met 31 December a. s.;
b. de jacht op waterwild gedurende de
zelfde tijdvakken en bovendien van 9 toten
met 16 Januari en van 6 tot en met 13 Fe
bruari a. s.;
2e. dat in de geheele provincie het vangen
van waterwild met slagnetten en het vangen
van eendvogels in eene eendenkooi of daar
mede gelijkstaanden toestel voortdurend ge
oorloofd blijven tot den dag met ingang van
welken de jacht op waterwild zal worden
gesloten.
Deze kennisgeving zal, in plano gedrukt,
worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks
te doen gebruikelijk is, alsmede in het Pro
vinciaal Blad en in de Nederlandsche Staats
courant worden geplaatst.
'sGravenhage, 15 October 1914.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
SWEERTS.
SOMMELSDIJK. Maandag had de timmer
mansleerling L. Troost alhier, terwijl hij be
zig was met het omhakken van boomen, het
ongeluk dat zijne pas geslepen bijl uitschoot,
welke boven de knie in zijn been terecht
kwam. Geneeskundige hulp moest worden
ingeroepen.
Eene openbare vergadering van den
Raad dezer gemeente is belegd tegen Don
derdag 22 October n.m. 3 uur.
Door het Hoofdbestuur van den Flak-
keeschen Boerenbond werd in zijn vergade
ring van 3 October 1914 behalve een adres
aan de Rotterdamsche Tramwegmaatschappij
ook besloten een adres te zenden aan Zijne
Excellentie den Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel te 's-Gravenhage, welk
adres den volgenden inhoud had:
Aan Zijne Excellentie den heer Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel.
's-Gravenhage.
Het Hoofdbestuur van het Centraal Bestuur
van Flakkeesche Landbouwvereenigingen
goedgekeurd bij K. B. van 18 December 1913
No. 72 in zijn vergadering van 3 October
1914, o. m. besproken hebbend het verbod
van uitvoer van verschillende landbouwpro
ducten, neemt de vrijheid het volgende on
der de aandacht van Uwe Excellentie te
brengen, vooropgesteld dat de verschillende
bepalingen ter voorkoming van prijsopdrij
ving voor verschillende producten dankbaar
zijn vernomen, is er toch een artikel, dat
onder de thans geldende beperkende bepa
lingen vallend, voor de Nederlandsche con
sumptie niet gebruikt wordt en dus uitslui
tend als uitvoerartikel moet beschouwd wor
den, n.l. „de schokkererwten".
Waar dit artikel in normale jaren van
'f 16—20 marktwaarde heeft is thans de prijs
van f 10—10.50, een prijs dus, ver beneden
de waarde als uitvoerartikel.
Wordt den oogst hiervan thans geraamd
op 60 a 80,000 HL., dan zal de uit te voeren
hoeveelheid dit jaar niet meer kunnen be
dragen dan 4050,000 HL.immers voor
uitvoer moeten deze erwten worden gelezen,
en daar dezen oogst veel gebeten erwten
bevat zal zeker 30 a 40,000 HL. als piksel er
uit gelezen worden. Kon door Uwe Excellentie
den uitvoer dezer erwt bevordert worden,
dan zal het tot gevolg hebben:
le. dat een ver beneden de waarde ge
worden artikel aan den werkelijken prijs
komt, en
2e. een hoeveelheid veevoer van 20 a 30,000
HL. beschikbaar blijft; -
3e. daar het lezen dezer erwten meest te
Rotterdam geschiedt, een bron van werk
verschaffing in het leven wordt geroepen in
een centrum van werkeloosheid.
Redenen waarom wij met vrijmoedigheid
bij Uwe Excellentie aandringen om den uit
voer van schokkererwten wel te willen be
vorderen. Gaarne zijn we bereid om |dit ver
zoek nader mondeling te komen toelichten.
Namens het Hoofdbestuur,
De Voorzitter, De Secretaris,
(w.g.) J. v/D. KOOGH. (w.g.) A. W. KEIJZER.
Middelharnis, ir,
Melissant, 10 October 1914
Daarop wordt het volgend antwoord ont
vangen
Ministerie van Landbouw, Nijverheid en
Handel.
's-Gravenhage, 15 October 1914.
Bericht op schrijven van 10 October 1914,
betreffende uitvoer van „schokkers".
Naar [aanleiding van nevenvermeld schrij
ven heb ik de eer U mede te deelen, dat
voorshands voor den uitvoer van schokkers
geen vergunning kan worden verleend.
De Minister van Landbouw. Nijverheid
en Handel.
Voor den Minister.
De Secretaris-Generaal,
(w.g.) VERSTEEG.
Aan
Het Centraal Bestuur van
Flakkeesche Landbouwver
eenigingen adres: den heer
J. van der Koogh,
Middelharnis.
MIDDELHARNIS. De matroos L. de Koning,
heeft zich aan boord van zijn vaartuig op de
Noordzee zoo ernstig bezeerd, dat hij ge
noodzaakt was, toen hij te IJmuiden was
binnengekomen, zich huiswaars te begeven.
STAD AAN 'T HARINGVLIET. In de vorige
week kwamen in deze gemeente 29 vluchte
lingen welker namen en woonplaatsen in on
derstaande kolom zijn aangegeven
Adriaan Kerkx met vrouw en 4 kinderen
Berchem, Stuivenbergstr. 53.
August Lodewicus Luijkx, Berchem Stuiven
bergstr. 72.
Constant Vloebergh met vrouw en 2 kinde
ren, Berchem, Stuivenbergstr. 72.
Victoria Apolonia Naudts met 3 kinderen,
Berchem, Vestingstr. 89.
Charle Lauwers, Berchem, Stuivenbergstr. 41.
Horthense- Cjodenfroy Berchem, Stuiven
bergstr. 71.
Adolf Rochus, met vrouw en 3 kinderen,
Antwerpen Settermanstr. 36.
August de Bondt, Antwerpen, Settermanstr.
36.
Tival Brijssink, Antwerpen, St. Jansvliet 14.
Josephina Constantina van Lommen met zoon
Antwerpen Lange Doornikstr. 36.
Petrus Gerardus Godefriedes Otten, Berchem
Covélierstr. 2.
Maria Regina Laisen, Berchem. Vestingstr.
123.
Rosalie v. Meel, Scheldestr. 23 Antwerpen.
Jozeph Joannis de Troese met vrouw en twee
dochters, Para Heverlee bij Leuven.
Mathilde Ludovica de Troede met drie kin
deren, Pare Heverlee bij Leuven.
De opbrengst van de Collecte voor de
vluchtelingen, in de vorige week gehouden,
bedraagt f200 benevens een aantal klee-
dingstukken en levensmiddelen.
DEN BOMMEL. De Gemeenterekening over
het dienstjaar 1913 is zonder eenige aanmer
kingen van H. H. Ged. Staten goedgekeurd
terug ontvangen.
De Burgemeester dezer gemeente maakt
volgens mededeeling van den Minister van
Binnenlandsche Zaken bekend, ten eerste dat
ieder Nederlander die in Duitschland wenscht
binnen te komen, voorzien moet zijn van een
buitenlandsch paspoort, en ten tweededat
belangstellende ingezetenen door den Minis
ter van Oorlog, worden uitgenoodigd hunqe
medewerking te willen verleenen tot het ver
vaardigen van wollen handschoenen voor
militairen, en ten derde vestigd hij de aan
dacht van liefhebbers van postduiven die in
het volgend jaar bij de militie zullen worden
ingelijfd, op de voor hen bestaande moge
lijkheid om te worden opgeleid en aange
steld tot verzorger bij de Rijkspostduiven-
dienst.
DIRKSLAND. Bij herinnering van het 12*/2
jarig Huwelijk van onzen Burgemeester wer
den Zaterdag j.l. alle Schoolkinderen, op
bruidsuikers onthaald. Dat ze hier niet zuur
om zagen is te begrijpen.
HERKINGEN. Om in de levensbehoeften der
vluchtelingen alhier te voorzien, is langs
de huizen met een lijst gecollecteerd.
Deze gedragen zich zeer ordelijk en zijn zeer
dankbaar voor het velé goede hun bewezen,
gaan met de arbeiders ook den gcheelen dag
wat de mannen betreft, naar het werk en
spreken met lof over de houding die tegen
over hen wordt aangenomen.
Deze .week werd in de O. L. School
alhier door een 3 tal sollicitanten proefles
gegeven om daarna eventueel te worden be
noemd.
Door Dr. C. van Gelder werden deze
week de alhier gestationeerde Belgen ge
vaccineerd.
(Te laat ontvangen voor het vorig nummer.)
Op Vrijdag e. k. 23 Oct. des v. m. 10
uren, zal alhier een openbare Raadsvergade
ring worden gehouden.
Zaterdag 1.1. werd bij omroep bekend
gemaakt dat een portemonnaie met geld was
verloren en verzocht, bij eventueele vinding
deze bij den veldwachter te bezorgen. Na
dien bleek, dat schipper A. M. ze op eigen
vaartuig had verloren en alzoo door hem
zelf gevonden.
In de woning gemerkt 18b komt een
geval van Roodvonk voor en is het gewaar
merkte kenteeken aan de woning aangebracht.
Donderdag 1.1. werd hit en kar van
den heer C. H. alhier door een passeerenden
wagen aangereden, met het gevolg dat de
hit het verschrikt op een loopen zette. Per
fiets nagereden, werd het dier door A. v.
B. tot stilstand gebracht, zijn geleider op
wachtende, die te voet was gevolgd.
vorige w
HELLE
de Chr.
vergaderi
gen der
deld o.
sprekin»
dering de
weer Vri
zullen be
Servet 2d
De vereer
tal, dat n
naar deg
bezoeken
ste weke
in verba
der Vere
worden
Kerk. ten
treden, h
worden g
Vei
Open
HERH
Oct.
Afwezig
L. v. d.
De ver
den Edel
Zaaijer. D
de vergat
notulen
onverande
volgens g
Daarna
navolgend
le. Mis
zendende
waarbij
Lager Ont
gewone
Gevraagd
een teger
rooskleuri
zich wat
gevoelen,
d f 900 nt
2e. 1de
dende de
sluitende
3e. Pro
name ged
der Geme
gebleken
keerde en
met gelds
f 376, sam
Tegelijk
waarin aa
4e. W<
Ontvan
f 12,
atig sa!d
op ook
is aangeg
Armbestu
van ka3ge
Na een
die door
woord w
zal ter Ge
neergeleg
ring word
Vervolg
en veran
bestuur,
noemd B
sidum in
Mans. De
scheiden
orde bevo.
ir
v«
B
Het Bes
degedeeld
vastgestel
aaf op f
Niets n
Voorzitter
rs
Klein Net
Te middei
Het stelt
Hoe word
Ziethoe
Van hen t
;e.
Hoe menij
Hoe vrees
Klein Nee
Biedt stee
Die hulp i
Uw hulp
Maar and
Een hulp
Helpt ons
Ook die b
Klein Ned
Maar sluit
Rondom c
Want die
Sommels
STAD A
Postkantoo
tembder 6;
11 oproepb
DIRKSLA
uur n.m. o
graafkantot
7.30 tijdeli
Van de
nengekome
'<s.