f- De Europeesche Oorlog. L VOOR HUIS EN HOF. l i 1 j f I I iü;i li H: m- BUITENLAND. V I* OFFICIËEL GEDEELTE. PLAATSELIJK NIEUWS. e i O li! goede armen geen boterhammen snijden van het brood waarom onze eigene armen vragen. Het hemd blijft nader als de rok. 't Is erg nuchter; maar daarom niet min- der waar. 1 r |5 1 Stamfuchsia's. Heeft men in het voorjaar een kruidachtige stek in bladgrond met zand gezet, dan is deze bij een behoorlijke ver zorging tegen het najaar reeds een flink stammetje geworden. Dan volgt de rustperi ode, waarin de plant koel moet staan en zeer matig gegoten worden. In het voorjaar begint de groei opnieuw en moet men meer gieten. En dan wordt de kop afgesneden ter hoogte waar men ver langt, dat het middelpunt van de kroon zal zijn. Aan den top beginnen zich nu talrijke tak jes te vormen, die men weer niet te lang moet laten worden, om nieuwe vertakking te bevorderen. Op deze wijze ontstaat een kroon die men door snijden een goeden vorm moet geven, en tevens moet men de laatste overblijfsels van takstompjes aan den stam opruimen. o Muziek als medicijn. Over den kalmeeren den invloed van muziek sprekende, heeft Dr. G. Norman Meacheti onlangs in een voor dracht een geval verhaalt van een kiespijn lijder, die zijn pijn geheel vergat door het spel van een pianist natuurlijk van een goed pianist, want er zijn heel wat dilettant pianisten, van wier spel men kiespijn zou krijgen. Muziek, zoo betoogde Dr. Meachen verder, is ook bij verscheidene andere ziekten een heilzaam middel. Er zijn verscheidene geval len van slapeloosheid genezen door muziek, waar alle andere middelen niet baatten. Van oudsher pasten de moeders, die haar onrus tig kind in slaap zongen, dat kalmeerend middel toe. Vooral bij zenuwziekten, melancholie, ma nie enz. wordt baat gevonden bij de macht der tonen. Doch er zijn ook gevallen voor gekomen. waarin de temperatuur van een koortslijder door muziek minder hoog is ge worden. Dr. Meachen sprak echter niet van de veel kalrijker gevallen, waarin de muziek van te i'almeeren razend maakt, b.v. die van piano- pelende buren op ongelegen tijden. o— Om inktvlekken uit een notenhouten bu reau te maken neemt men een weinig ver dund zoutzuur, waarmede men de vlekken bedekt, en laat er deze vloeistof een tijdlang op staan. Daarna wascht men de vlekken met schoon water af, hetwelk het beste ge schiedt met een zeer natte spons en weldra komt de houtkleur weer te voorschijn. Bevochtigd u het roode laken met water en daarna bedruppen met citroenzuur, dan zal de inktvlek spoedig oplossen. o— Te zoute soep. Als de soep bij .ongeluk e zout is geworden, kan men het kwaad eenigszins verhelpen door een rauwen aar dappel, aan schijfjes gesneden, in desoep|te doen en dien eenige minuten daarin te laten koken. De aardappel zal dan veel van de zoutdeelèn in zich opnemen. o Uien als slaapmiddel. Als een middel om goed te slapen, beveelt een Engelsch blad het eten aan van een ui vóór het naar bed gaan. Uien hebben een kalmeerende uitwer king op de zenuwen, zonder de nadeelen, welke aan medicijnen verbonden zijn. K *.|6 Wanneer we ons thans nederzetten om een overzicht te schrijven van den toestand, dan dient allereerst vermeld, dat de Duitschers die Antwerpen belegerden, zich langs ver schillende wegen in de richting van Duin kerken voortbewegen, welke plaats door Fransche troepen is versterkt en bezet. Het overschot der Belgen, naar schatting 30,000 man, bevindt zich ten Zuiden dier plaats, die daar Donderdag jl. aankwamen. De Duitsche rechtervleugel, onder generaal Von Klück, strekt zich thans uit tot aan de Westelijke grens van België, dat, gelijk we reeds in ons vorig nummer schreven, geheel van geallieerde troepen is gezuiverd. Ten Zuiden van Duinkerken en Boulogne bevinden zich sterke troepenafdeelingen. In die streek kunnen dus belangrijke ge vechten verwacht worden. Het Duitsche leger staat dus thans van Belfort tot aan de Noordzee. Ginds steunend tegen de bergen van Zwit serland, hier tegen de duinen der Noordzee. Omtrekken is dus nu veel minder te duch ten en doorbreken, men weet het! is uiterst moeilijk. Wel is het 'n reuzen-linie, die zelfs door een millioenen-leger slechts met de grootste moeite bezet gehouden kan worden, maar tot nog toe blijft het Duitsche volk even gewillig als altijd, om den laatsten man als 't moet naar 't front te zenden. 't Duitsche front is nu gesloten. Dat is het groote voordeel. „Omtrekken" is veel minder te vreezen en bovendien kunnen Engelsche troepen nu niet meer gemakkelijk op de Belgische kust wor den ontscheept. Die ontschepingen waren den bondgenooten een machtig hulpmiddel bij hun bewegingen, die dienden om de Duitschers te omvleugelen, althans het front te verlengen. Dat was, sinds de opmarsch der bondgenooten geen vorderingen van be- teekenis meer maakte, voor de Duitschers het grootste gevaar. Dat gevaar is nu ver dwenen. En te verwachten is, dat nu de Duitschers probeeren „om te trekken." Nu de Duitschers bij de zee staan, zou nu het schrikbeeld van jaren her tóch nog wer kelijkheid kunnen worden? Die vraag stelde zich de Times. Er is, menschelijkerwijs gesproken, geen denken aan dat de Duitsche vloot, nog verre de mindere van de Engelsche, deze in een geregelde zeeslag slaat, al maken Duitsch- land's onderzeeërs het den Engelschman ook nog zoo lastig. Om Engeland in den hartader te treffen, zou Duitschland op de een of andere manier er in moeten slagen een landingsleger op de Engelsche kust te zetten. Of dat geen hersenschim ware? Misschien wel, doch de Times acht het niet zoo onmogelijk, dat Duitschland er met behulp van mijnen, duikbooten, gezonken schepen en andere hulpmiddelen in slagen zou een leger van een kwart millioen man te landen, desnoods met opoffering van een vijfde deel van die macht. En het blad rekent uit dat Duitschland nog wel een kwart mil lioen man voor een aanval op Engeland zou kunnen missen. Zulk een aanval zou eigenlijk geen strategie zijn, maar een avontuur, ten doel hebbende om een beslissenden slag te slaan, welke thans maar steeds uitblijft. Het avontuur blijft intusschen mogelijk, en daarom, meent de Times, dient de regeering bijtijds daar tegen maatregelen te nemen. De vraag zal moeten worden overwogen, of de Duitsche troepen, welke in een landing mochten slagen, moeten bestreden worden door geregelde korpsen of dat elk burger zich tegnn den binnendringenden vijand zal wapenen. Het eerste is wel gemakkelijker voor de burgerlijke bevolking, maar ook voor den vijand. In elk geval zal de regeering hieromtrent bijtijds de bevolking moeten in lichten, en de noodige instructies aan plaat selijke overheden en burgers geven, hoe te handelen bij een vijandelijken inval, alsmede bij aanvallen uit de lucht. Het zal hiervoor misschien tevens noodig zijn de plaatselijke brandweerkorpsen uit te breiden Hier kunnen we wel eindigen. Ons dunkt zoo, 't Engelsche blad is hier wel ól te angstig, want terecht noemt het zulk een aanval 'n „avontuur" waartoe we niet gelooven kunnen, dat Duitschland ooit zou overgaan, als Engeland's vloot nog den Oceaan beheerscht. In het Oosten, Oost-Pruisen, wordt zwaar gestreden. Zooals onze lezers weten, deden de Russen eerst een inval in Oost-Pruisen en drongen vrij ver dat land in. Toen werden zij door de Duitsche troepen onder Von Hindenburg zoo allervreeselijkst geslagen bij de Masurische meren; daarop volgde omgekeerd een Duitsche inval in 't Russische gebied en drongen zij daar tot den Niemen door; ook zij werden daar terug geslagen en de Russen kwamen weer even over de Oost-Pruisische grens Maar nu moeten die weer terug. Als uit de laatste berichten blijkt. Bij hun poging om ten noorden van den spoorweg KoningsbergenPetersburg in vallen, hebben de Russen bij Schirwindt ernstige verliezen geleden, en ook de troe pen die bij Lyck en Bialla poogden Duitsch land binnen te rukken, werden teruggedreven. De Duitsche berichten melden, dat daarbij vele krijgsgevangenen gemaakt en vele ka nonnen buit gemaakt zijn. Dus Oost-Pruisen is voorloopig weer van vijanden bevrijd. Nu volgt Russisch-Polen. Uit de Russische berichten blijkt, dat de Duitsche troepen deu Weichsel zijn overge trokken en dat hunne voorhoeden tot zeven mijlen van Warschau zijn gekomen. Sedert zijn de Duitsche troepen er in ge slaagd tot vlak bij Warschau door te drin gen, zoodat de tsaar 't reeds noodig vond een telegram tot de stad te richten met de aansporing om „getrouw" te blijven. Ten minste in het officieele bericht van den Duit- schen generalen staf wordt gezegd: Onze troepen staan voor Warschau, en tevens wordt daarin gemeld, dat de poging der Russen om in de linie Iwangeroe—Warschau een aanval op de Duitsche troepen te doen, ie afgeslagen. Russische en Engelsche bladen melden dat te Czenstochau, over de Silezische grens in Russisch-Polen, voorbereidingen worden ge troffen voor de ontvangst van een hoogen Duitschen dignitaris en dat het gerucht gaat, dat dit niemand anders dan de keizer zelf zou zijn. Vele Duitsche generaals begeven zich naar Czentatochad waar men een be langrijke militaire gebeurtenis verwacht. Blijkbaar willen de Duitschers, zoo [moge lijk, vóór den winter Russisch-Polen met Warschau in hun bezit zoeken te krijgen... Overigens uit Galicië geen nieuws van beteekenis. Terug naar Antwerpen. Van een groote familie, uit Antwerpen, die verleden week van daar naar ons land was gevlucht, zijn reeds Dinsdagmorgen drie le den naar Antwerpen teruggekeerd. Het zijn de heeren Anton Fack, Joseph Sneijders en Edouard Sneijders, ambtenaar bij de gasfa briek te Antwerpen. Van dezen zijn giste renavond, via Bergen-op-Zoom, brieven inge komen bij den heer H. Nederlof, Insulinde- straat hier ter stede, bij wien de Belgische heeren een tijdelijk tehuis gevonden hadden, en bij wien thans nog hun familie logeert. De heer Nederlof is zoo vriendelijk ons inzage te geven van de brieven, die onge twijfeld voor de vele Antwerpenaren hier ter stede van belang zijn. De heer Sneyders dan, die zijn woningen bezittingen ongeschonden teruggevonden heeft schrijft aan zijn familie, na een beschrijving gegeven te hebben van den toestand der stad Antwerpen „Bij ontvangst van dezen brief, tracht zoo spoedig mogelijk allen terug te komen. Rij den tot Bergen-op-Zoom dan de stoomtram tot Santvliet. Tracht daar een kar te krijgen die u brengt tot aan de Poort. Niet te voet. Vrees niet het minste bij het intreden van de stad. Op den terugweg zult gij vele Duit sche soldaten zien, die heel braaf zijn en aan ieder vriendelijk goeden dag wenschen en zelfs de burgers helpen met eten en kleede ren. Keer allen spoedig terug." In een tot den heer Nederlof gerichten brief schrijft de heer E. Sneyders„Wil de goed heid hebben onze ouders in te lichten, dat wij te Antwerpen zeer goed zijn aangeko men. Alles is hier kalm en zeer rustig. Elk een mag vrij binnen komen en de Duitsche soldaten zeggen niets." Aan het slot van den brief staat: Komt zoo spoedig mogelijk terug. Wij zijn hier zeer tevreden. Al onze bezit tingen zijn opperbest bewaard. Niets is ge schonden. Wij hebben reeds lekker geslapen in ons bedje hier en verlangen niets meer dan onze familie". Men schrijft uit Antwerpen, dd. 17 Oct. Van Maandag af zal hier een blad ver schijnen onder den titel: Antwerpsche Tij dingen. Het gemeentebestuur en de Duitsche Kommandantur hebben er het toezicht over. Alle Duitsche, Fransche, Engelsche, Neder- landsche en andere berichten zullen er in opgenomen worden, zonder eenige censuur. De redactie staat |onder de leiding van het gemeenteraadslid mr. Karei Weyler. Het blad wordt gedrukt op de persen van de Gazet van Antwerpen. De toestand blijft geruststellend. De paniek onder de vluchtelingen aan de grenzen is ongemotiveerd. De Nederlandsche consul- generaal is eveneens zeer optimistisch. Ik kan niet anders raden dan al wie hier nuttig werk kan verrichten, gerust terug te keeren. Alle stads- en staatsambtenaren, onderwij zers en onderwijzeressen, die een strenge straf willen ontloopen, dienen zich te haasten op hun post terug te zijn. Ik verneem dat de welmeenende burgers, die de lieden aan de grens gerust gaan stel len, vaak slecht onthaald worden. Het is pure onzin. Alles is hier volkomen kalm. Het verlangen naar een krant. Nooit heb ik, schrijft een Duitsche corres pondent, de beteekenis van de krant zoo goed begrepen, als op een tocht dien ik per auto in het door Duitsche troepen bezette België maakte. Met niets kon men den Duitschen soldaten meer plezier doen, dan met kranten. Sigaren en andere liefdegaven wezen zij gaarne van de hand, wanneer zij in plaats daarvan kranten konden krijgen. Zij rukten die iemand uit de handen en renden er op aan, zooals bij een hongersnood de bakkerswinkels bestormd worden. Velen van hen hebben een bordje gemaakt, waarop geschreven staat: Geef alsjeblieft kranten! En dat strekken zij met smeekende blikken naar u toe, gelijk blinden 't wel doen. En zij, die in het vijandelijke land om niets behoe ven te bedelen, maar van alles „requireeren" kunnen, zooals het in de militaire taal heet, zij bedelen om kranten. De arme kerels zijn hier in het vreemde land ook geheel van eiken geestelijken toe voer verstoken en weten, naar zij zelf op klagenden toon herhalen, niet het minste. De vijandelijke bevolking laat hun natuurlijk ook niet veel troostrijks toekomen en is vaak onjuist of eenzijdig ingelicht. Daarom is de krant een onschatbaar goed voor de tegenwoordige soldaten, die niet al leen van commiesbrood en soepblokjes leven, maar ook door ieder woord, dat hun uit het vaderland bereikt. Een arme landstormman, die in een afgelegen streek aan den straat weg op wacht stond, bood een heele mark voor een krant. De correspondent besloot toen om de laatste, die hij nog had, aan den soldaat te schenken. (N. v. d. B.) De Z.-Afrikaansche Boeren kunnen zich niet algemeen vinden met de taktiek der régeering om voor Engeland te gaan oorlogen in Duitsch-West-Afrika. 't Was ook onbegrijpelijk dat geheel Z. Afrika de politiek van Botha zou toejuichen. De brief van generaal Beijers, leerde wel anders en achteraf blijkt, dat ook De laRey en De Wet Botha niet steunden. En sinds de Z.-Afrikaansche post weer doorkwam, zagen we aan de Boerenbladen als De Volkstem op de houding en rede van Botha uitvoerige critiek is geoefend. Maar wat het meeste trof, was wel de preek van Ds. Van Broekhuijen te Pretoria gehouden, was een zeer vrijmoedig woord in deze angstvolle dagen. Ds. van Broekhuijzen is ook in ons land en bij velen onzer lezers welbekend uit de bange dagen van den Boe renoorlog. Mede daarom geven we voor ditmaal een vrij uitvoerig uittreksel van de gehouden preek. De prediker had tot tekst gekozen Num. 14: 42a, 43c „Trekt niet op want de Heere zal in het midden van u niet zijn, omdat gij u afgekeerd hebt van den Heere." Deze woorden werden uitgesproken door Mozes, den man Gods, toen 't volk met ge weld wilde intrekken in het beloofde land, tegen 't bevel des Heeren. Toen zij moesten strijden wilden de Israëlie ten niet en nu zij niet behoeven te strijden willen zij. Spreker bracht dit over op Z.-Afrika. Wat is de toestand hier?, vroeg hij. Hebben de burgers in Z.-West-Afrika een inval gedaan in de Unie?. Neen 1 Heeft Duitschland een aanval op Engeland of zijn koloniën gedaan Neen. Engeland is in een Europeesche oorlog gewikkeld. En zouden wij nu de grenzen gaan over schrijden, vroeg spr., tegen Bijbelsch krijgs- recht in Aanvallen is zonde. De regeering gebiedt; optrekken. Maar volgens mijn heiligste overtuiging, opgrond van Gods Woord, zegt de Heere: Trekt niet op. Maar de vraag van de Evangeliedienaar is niet naar de meerderheid of naar aanziens des persoons, maar slechtsWat zegt God Al staat men dan alleen, gelijk Mozes. O, dat we op hem gelijken, gemakkelijk is 't zeker niet, om soms alleen te moeten staan 1 Doch als 't moet, dan moet 'tAl worden allen onze vijanden, zelfs koningen en mach tigen, we mogen niet zwijgen we moeten spreken. 'tZou 'n verkrachting van Gods woord, van onze eigen consciëntie zijn, als wij in deze kritieke tijd de hand op onze mond zouden leggen. De Heer roept ons hedenavond tot 'n moei lijke taak! Men houdt 't makkelijkst vrede, als men zich bij de machtigen en de groo- ten der aarde schaart. Maar mag dat? Kan dat? Onmogelijk! Dan zeggen wij, alleen staande: Hier sta ik, God helpe mij, ik kan niet andersBedienaar van Gods woord ben ik, niet van 's menschen woord afhankelijk. Protestant in de eerste plaats om te protesteeren tegen alles, wat indruischt tegen Gods woord, tegen Gods wil. Hier is 't geen kwestie van personen, maar van Recht en Gerechtigheid volgens Gods woord. Wat de kwestie van recht betreft, wie de oorlog begonnen is, zal de tijd ons leeren iedereen weet welke leugengeest thans los gebroken is. Men spreekt van 't barbaarsche DuitschlandLaat men toch niet met dat Farize-isme tot ons komen. Wij allen ont houden den toestand van ons arme land en volk en 't is nog te kort van onzen eigen oorlog, om daar niet alles van te weten. Wat omtrent-Rusland Wil men de Slaaf laten regeeren over Europa Denk aan Si berië, de gevangenissen, de vreeselijke wreed heden, dagelijks onder de regeering van den Tsaar van Ruslands onderdanen gedragen in tijd van vrede. Wat omtrent Japan en Indië Daar bestaat 'n verbond van invloedrijke japanners en Hindoes (Indiërs), om de Azia tische volken te verlossen van den Euro peesche regeering! Graaf Okoema schrijft er over: de hoogste ambtenaren van den Keizer van Japan zijn leden er van. In 't Hogerhuis van Japan werden de volgende woorden ge uit „De heilige plicht rust op ons (Japan), nu 'n helpende hand te bieden aan China, Indië, Korea. Wij zijn begeerig dat zij allen zullen verlost worden van het juk van Eu ropa. En wij zullen aan de wereld toonen, dat de oostersche volken meer dan mans ge noeg zijn om te strijden tegen 't Westen." 'n Juichkreet gaat in Indie en Japan op om levens te nemen van den blanken man hoe meer hoe liever. Boedhisme, Mahomeda- nisme, Parsisme en al de godsdiensten van 't Oosten juichen de slachting van de Chris tenen toe. Zijn wij daartoe gekomen? Protesteeren wij niet alleen tegen 'n in trekken in D. Z. W., maar ook tegen 't mee vechten van 't gele ras. Dat ook door dezen strijd Europa in den grootsten nood, mis schien in oorlog zal wikkelen, die haar zal verwoesten. De predikant ging nu over tot „Gods waar schuwing". Als gij, zei hij, zonder God trekt, is het uw ondergang. O, er is durf genoeg. Er zijn er die zeggen„Wij zijn dapper genoeg, wij hebben wapens genoeg. Dit is voor ons maar 'n brekfis" (breakfast een hapje). Maar als gij zonder God uittrekt, wee uBedenk ook, Gods gebod zegtGij zult niet stelen, gij zult niet doodslaan. In dit verband zei de prediker: Nogmaals, wat in Europa heeft plaats ge vonden, daar spreken wij ons niet over uit. Engeland heeft gezegdde God der heir- scharen zal ons helpen, zoo Duitschland, zoo Oostenrijk, zoo Rusland, Frankrijk alleen heeft Gods naam weggelaten en ik eer 't land er voor. De prediker vroeg zich verder af, hoe wij dan weten, dat de Heer niet met het volk van Zuid-Afrika in den oorlog zal gaan. De Heer is niet gevraagd Hebben wij 'n biddag gehad vanwege onze Regeering, ons Parlement Zijn onze leiders op hun knieën gegaan en hebben gevraagd Heer wat wilt Gij? Zijn zij tot ons als volk gekomen en gevraagd: wat wil 't volk? Want hier is 't niet een kwestie van wetten, maar 't leven van tientallen onzer mannen en zonen. Bloed zal vloeien Huizen zullen opgebroken worden. Dit wordt alles gedaan zonder God of volk te raadplegen De overheid bezondigt zich voor God, zoo ze zonder oorzaak oorlog voert Oorlog voert om ongerechtigde oorzaak Noodeloos de levens van tien- en honderd tallen gewaagtAl wat niet uit de roeping van de door God aan de overheid verleende macht voortvloeid is moord. En vreeselijk zal 'n oordeel zijn, dat eens komen zal over die vorsten en staatslieden, die uit lust tot den oorlog, uit eerzucht, uit zucht tot ver overing, volk en vaderland in 'n bloedigen oorlog dompelen. Om deze reden sta ik hier nu in den naam van inijn God. Als bedienaar des Woords, om te protesteeren tegen deze noodelooze krijg omdat God niet meer met ons kan en mag gaan en ons volk als volk er absoluut op tegen is. Vervolgens ging de prediker na, hoe het volk in Zuid-Afrika van den Heer is afge weken. En zeide dan Niemand weet beter dan hij die tot u spreekt, dat men met mooie woorden, met schijnbare klinkende argumenten deze inval in Duitsch W.-Afrika zal willen recht praten. Maar als Evangeliedienaar, als man van ge weten, is alleen de vraag: wat wil God? En daar zeg ik u op grond van 't Woord, op grond van de geschiedenis, op grond van waarheid en recht! Trek niet op Deze stem mag zijn de stem des roepende in de woes tijn. Maar ik moet eindigen, dit is mijn hei lige overtuiging. God leide elk en een ieder om te handelen volgens eigen geweten in het licht van Gods geest". JACHT. De COMMISSARIS DER KONINGIN in de Provincie Zuid-Hotland, Gezien het besluit van Gedeputeerde Sta ten dier provincie dd. 12 October 11., no. 4; Gelet op art. 11 der Wet van 13 Juni 1857 (Staatsblad no. 87); Brengt ter kennis van belanghebbenden: le. dat bij voormeld besluit voor het gebied tusschen de Merwede te Gorinchem, het Mer- wedekanaal, de Lek tot Everdingen, de Pol- dersteeg, den Kortgerechtschenweg, den Schaikschen dijk, den Schoonrewoerdschen weg en den rechter-Lingedijk tot de Merwede, bepaald is, dat worden opengesteld: a. de jacht op klein wild van 31 October tot en met 7 November, van 28 November tot en met 5 December en van 22 December tot en met 31 December a. s.; b. de jacht op waterwild gedurende de zelfde tijdvakken en bovendien van 9 toten met 16 Januari en van 6 tot en met 13 Fe bruari a. s.; 2e. dat in de geheele provincie het vangen van waterwild met slagnetten en het vangen van eendvogels in eene eendenkooi of daar mede gelijkstaanden toestel voortdurend ge oorloofd blijven tot den dag met ingang van welken de jacht op waterwild zal worden gesloten. Deze kennisgeving zal, in plano gedrukt, worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in het Pro vinciaal Blad en in de Nederlandsche Staats courant worden geplaatst. 'sGravenhage, 15 October 1914. De Commissaris der Koningin voornoemd, SWEERTS. SOMMELSDIJK. Maandag had de timmer mansleerling L. Troost alhier, terwijl hij be zig was met het omhakken van boomen, het ongeluk dat zijne pas geslepen bijl uitschoot, welke boven de knie in zijn been terecht kwam. Geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. Eene openbare vergadering van den Raad dezer gemeente is belegd tegen Don derdag 22 October n.m. 3 uur. Door het Hoofdbestuur van den Flak- keeschen Boerenbond werd in zijn vergade ring van 3 October 1914 behalve een adres aan de Rotterdamsche Tramwegmaatschappij ook besloten een adres te zenden aan Zijne Excellentie den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel te 's-Gravenhage, welk adres den volgenden inhoud had: Aan Zijne Excellentie den heer Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel. 's-Gravenhage. Het Hoofdbestuur van het Centraal Bestuur van Flakkeesche Landbouwvereenigingen goedgekeurd bij K. B. van 18 December 1913 No. 72 in zijn vergadering van 3 October 1914, o. m. besproken hebbend het verbod van uitvoer van verschillende landbouwpro ducten, neemt de vrijheid het volgende on der de aandacht van Uwe Excellentie te brengen, vooropgesteld dat de verschillende bepalingen ter voorkoming van prijsopdrij ving voor verschillende producten dankbaar zijn vernomen, is er toch een artikel, dat onder de thans geldende beperkende bepa lingen vallend, voor de Nederlandsche con sumptie niet gebruikt wordt en dus uitslui tend als uitvoerartikel moet beschouwd wor den, n.l. „de schokkererwten". Waar dit artikel in normale jaren van 'f 16—20 marktwaarde heeft is thans de prijs van f 10—10.50, een prijs dus, ver beneden de waarde als uitvoerartikel. Wordt den oogst hiervan thans geraamd op 60 a 80,000 HL., dan zal de uit te voeren hoeveelheid dit jaar niet meer kunnen be dragen dan 4050,000 HL.immers voor uitvoer moeten deze erwten worden gelezen, en daar dezen oogst veel gebeten erwten bevat zal zeker 30 a 40,000 HL. als piksel er uit gelezen worden. Kon door Uwe Excellentie den uitvoer dezer erwt bevordert worden, dan zal het tot gevolg hebben: le. dat een ver beneden de waarde ge worden artikel aan den werkelijken prijs komt, en 2e. een hoeveelheid veevoer van 20 a 30,000 HL. beschikbaar blijft; - 3e. daar het lezen dezer erwten meest te Rotterdam geschiedt, een bron van werk verschaffing in het leven wordt geroepen in een centrum van werkeloosheid. Redenen waarom wij met vrijmoedigheid bij Uwe Excellentie aandringen om den uit voer van schokkererwten wel te willen be vorderen. Gaarne zijn we bereid om |dit ver zoek nader mondeling te komen toelichten. Namens het Hoofdbestuur, De Voorzitter, De Secretaris, (w.g.) J. v/D. KOOGH. (w.g.) A. W. KEIJZER. Middelharnis, ir, Melissant, 10 October 1914 Daarop wordt het volgend antwoord ont vangen Ministerie van Landbouw, Nijverheid en Handel. 's-Gravenhage, 15 October 1914. Bericht op schrijven van 10 October 1914, betreffende uitvoer van „schokkers". Naar [aanleiding van nevenvermeld schrij ven heb ik de eer U mede te deelen, dat voorshands voor den uitvoer van schokkers geen vergunning kan worden verleend. De Minister van Landbouw. Nijverheid en Handel. Voor den Minister. De Secretaris-Generaal, (w.g.) VERSTEEG. Aan Het Centraal Bestuur van Flakkeesche Landbouwver eenigingen adres: den heer J. van der Koogh, Middelharnis. MIDDELHARNIS. De matroos L. de Koning, heeft zich aan boord van zijn vaartuig op de Noordzee zoo ernstig bezeerd, dat hij ge noodzaakt was, toen hij te IJmuiden was binnengekomen, zich huiswaars te begeven. STAD AAN 'T HARINGVLIET. In de vorige week kwamen in deze gemeente 29 vluchte lingen welker namen en woonplaatsen in on derstaande kolom zijn aangegeven Adriaan Kerkx met vrouw en 4 kinderen Berchem, Stuivenbergstr. 53. August Lodewicus Luijkx, Berchem Stuiven bergstr. 72. Constant Vloebergh met vrouw en 2 kinde ren, Berchem, Stuivenbergstr. 72. Victoria Apolonia Naudts met 3 kinderen, Berchem, Vestingstr. 89. Charle Lauwers, Berchem, Stuivenbergstr. 41. Horthense- Cjodenfroy Berchem, Stuiven bergstr. 71. Adolf Rochus, met vrouw en 3 kinderen, Antwerpen Settermanstr. 36. August de Bondt, Antwerpen, Settermanstr. 36. Tival Brijssink, Antwerpen, St. Jansvliet 14. Josephina Constantina van Lommen met zoon Antwerpen Lange Doornikstr. 36. Petrus Gerardus Godefriedes Otten, Berchem Covélierstr. 2. Maria Regina Laisen, Berchem. Vestingstr. 123. Rosalie v. Meel, Scheldestr. 23 Antwerpen. Jozeph Joannis de Troese met vrouw en twee dochters, Para Heverlee bij Leuven. Mathilde Ludovica de Troede met drie kin deren, Pare Heverlee bij Leuven. De opbrengst van de Collecte voor de vluchtelingen, in de vorige week gehouden, bedraagt f200 benevens een aantal klee- dingstukken en levensmiddelen. DEN BOMMEL. De Gemeenterekening over het dienstjaar 1913 is zonder eenige aanmer kingen van H. H. Ged. Staten goedgekeurd terug ontvangen. De Burgemeester dezer gemeente maakt volgens mededeeling van den Minister van Binnenlandsche Zaken bekend, ten eerste dat ieder Nederlander die in Duitschland wenscht binnen te komen, voorzien moet zijn van een buitenlandsch paspoort, en ten tweededat belangstellende ingezetenen door den Minis ter van Oorlog, worden uitgenoodigd hunqe medewerking te willen verleenen tot het ver vaardigen van wollen handschoenen voor militairen, en ten derde vestigd hij de aan dacht van liefhebbers van postduiven die in het volgend jaar bij de militie zullen worden ingelijfd, op de voor hen bestaande moge lijkheid om te worden opgeleid en aange steld tot verzorger bij de Rijkspostduiven- dienst. DIRKSLAND. Bij herinnering van het 12*/2 jarig Huwelijk van onzen Burgemeester wer den Zaterdag j.l. alle Schoolkinderen, op bruidsuikers onthaald. Dat ze hier niet zuur om zagen is te begrijpen. HERKINGEN. Om in de levensbehoeften der vluchtelingen alhier te voorzien, is langs de huizen met een lijst gecollecteerd. Deze gedragen zich zeer ordelijk en zijn zeer dankbaar voor het velé goede hun bewezen, gaan met de arbeiders ook den gcheelen dag wat de mannen betreft, naar het werk en spreken met lof over de houding die tegen over hen wordt aangenomen. Deze .week werd in de O. L. School alhier door een 3 tal sollicitanten proefles gegeven om daarna eventueel te worden be noemd. Door Dr. C. van Gelder werden deze week de alhier gestationeerde Belgen ge vaccineerd. (Te laat ontvangen voor het vorig nummer.) Op Vrijdag e. k. 23 Oct. des v. m. 10 uren, zal alhier een openbare Raadsvergade ring worden gehouden. Zaterdag 1.1. werd bij omroep bekend gemaakt dat een portemonnaie met geld was verloren en verzocht, bij eventueele vinding deze bij den veldwachter te bezorgen. Na dien bleek, dat schipper A. M. ze op eigen vaartuig had verloren en alzoo door hem zelf gevonden. In de woning gemerkt 18b komt een geval van Roodvonk voor en is het gewaar merkte kenteeken aan de woning aangebracht. Donderdag 1.1. werd hit en kar van den heer C. H. alhier door een passeerenden wagen aangereden, met het gevolg dat de hit het verschrikt op een loopen zette. Per fiets nagereden, werd het dier door A. v. B. tot stilstand gebracht, zijn geleider op wachtende, die te voet was gevolgd. vorige w HELLE de Chr. vergaderi gen der deld o. sprekin» dering de weer Vri zullen be Servet 2d De vereer tal, dat n naar deg bezoeken ste weke in verba der Vere worden Kerk. ten treden, h worden g Vei Open HERH Oct. Afwezig L. v. d. De ver den Edel Zaaijer. D de vergat notulen onverande volgens g Daarna navolgend le. Mis zendende waarbij Lager Ont gewone Gevraagd een teger rooskleuri zich wat gevoelen, d f 900 nt 2e. 1de dende de sluitende 3e. Pro name ged der Geme gebleken keerde en met gelds f 376, sam Tegelijk waarin aa 4e. W< Ontvan f 12, atig sa!d op ook is aangeg Armbestu van ka3ge Na een die door woord w zal ter Ge neergeleg ring word Vervolg en veran bestuur, noemd B sidum in Mans. De scheiden orde bevo. ir v« B Het Bes degedeeld vastgestel aaf op f Niets n Voorzitter rs Klein Net Te middei Het stelt Hoe word Ziethoe Van hen t ;e. Hoe menij Hoe vrees Klein Nee Biedt stee Die hulp i Uw hulp Maar and Een hulp Helpt ons Ook die b Klein Ned Maar sluit Rondom c Want die Sommels STAD A Postkantoo tembder 6; 11 oproepb DIRKSLA uur n.m. o graafkantot 7.30 tijdeli Van de nengekome '<s.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1914 | | pagina 2