De Europeesche Oorlog.
Zaterdag 29 Augustus 1914.
Sm
2
Antirevolutionair
29ste daai gaug JV. 2002.
Orgaan
voor de Ziiidltollaiidüclie en Zeenwüelie Eilanden.
Tweede Blad.
1
/ers:
EETJIS,
iaak.
IN HOC SIGNO VINCES
Twee Bladen.
OFFICIËEL GEDEELTE.
IVEN,
,argang.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
aineer buizen.
«e ie,
KROABI.
rkante 7614
fuiden, verder
enz. enz.
n Omstreken
)U WEB,
lan leden tegen
tegen 3>/2 °/Q
den.
dagelijks wor-
i der leden van
lagen 3 en 17
.30—7,30 uur,
jsier 7388
tuddorp.
jTtrouwd Bel-
rkftaard of
i merrie wil
ldeltaarnisL
jomkweekcr(J
Deze Courant versohijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
SOMMELSDÏJK.
Advertentiën 10 Cent per regel en maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */a maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewaoht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nar.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Ditjrever.
Dit nummer bestaat uil
ontvangt men
badeau.
lijkerk.
lil
11
1
r :e
Heuwe Tonge
rainages. T981
JTEIT IN
erremeMea ea
ea Badstoelen.
in bekleed en
Mandenwerk,
K- en PAPIER
WERKTAFELS.
Iddelharnis.
tegen concur
iiolle garantie
f ft©.—
f ftft
blen.
>rp eu A. VA.N
8369
30DDORP."
A. v. MOOR-
iburgerweg 88
1 7467
in Appel-, Peren-,
|ik- en Druiven-
vormen. Zwarte,
8132
Bloemheesters,
Haagplantsoen,
|nz.
Sier- en Vruch-
Iwordt ingestaan.
Itis.
ÜITGKYBR
W. BOEKHOVEN,
Telefoon Interconun. Mo.
NIET VLAGGEN OP 31 AUGUSTUS.
O
Wij heriuneren de burgerij er aan, dat
het uitsteken van vlaggen op den 31 sten
Augustus niet zou strooken met de wen-
schen van H. M. de Koningin, en dat dien
tengevolge de vlaggen op de openbare ge-
ouwen niet uitgestoken zullen worden;
ook van het geven van uitvoeringen In de
muziektenten van de verschillende gemeen
ten worde ditmaal afgezien.
O
imelsdifk
ySTELIJKE
50 ingenaaid
an dit boek,
jaargang.
het pracht-
ankelijkheid
vensbeelden
loelenmatter
Armen-
ter-kalender
|u alles ont-
fngekondigd.
boek extra
LNDS STEP-
en omgaand
Sen boekhan-
JACHT.
De Commissaris der Koningin in de pro
vincie Zuid-Holland,
Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten
dier provincie dd. 24 Augustus 11., no. 8;
Gelet op art. 11 der Wet van 13Junil857
Staatsblad no. 87)
Brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat bij voormeld besluit door Gedeputeerde
Staten bepaald is:
lo. dat de jacht op waterwild voor de
Zuidholiandsche gemeenten, gelegen
in de stelling der Nieuwe Hollandsche
Waterlinie, wordt gesloten op Donder
dag 3 September a.s., met zonsonder
gang;
dat de opening der jacht op klein wild
met inbegrip van fazanten en hazen,
voor die gemeenten wordt ingetrok
ken; en
dat beide jachten in die gemeenten tot
nadere aankondiging gesloten blijven.
Deze kennisgeving zal, in plano gedrukt,
worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks
te doen gebruikelijk is, alsmede in het Pro
vinciaal Blad en in de Nederlandsche Staats
courant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 25 Augustus 1914.
De Commissaris der Koningin
voornoemd,
SWEERTS.
2o.
3o.
Onze Neutraliteit.
Er gaan weer alarmberichten rond. In Bel
gië en in Engeland. De „Ned." wijst op die
eigenaardige tendensieuze, om niet te zeg
gen boosaardige tijdingen, waarmede wij van
tijd tot tijd voornamelijk uit het Zuiden wor
den verontrust.
De Burgemeester van Gent zou een pro
clamatie hebben uitgevaardigd, waarin de
burgerij wordt aangemaand om de Neder
landers met rust te laten, hetgeen dan weer
in verband zou staan met een gerucht, vol
gens hetwelk aan Nederland door Engeland
de oorlog zou verklaard zijn. Op welke
gronden wordt er niet bij gezegd. Wij ver
onderstellen, aldus de „Ned.", dat dit gerucht
een andere uitgave is van het reeds te Am
sterdam loopende, volgens hetwelk Engeland
bij ultimatum aan ons land den handel op
Duitschland zou hebben verboden.
Al deze geruchten vinden blijkbaar hun
grond in de in Engeland blijkbaar heerschende
misstanden ten aanzien van onzen handel.
De Londensche „Tel."-correspondent maakte
daarvan reeds volgenderwijze melding
„De „Daily Telegraph" publiceert een tele
gram uit 's-Gravenhage, betreffende een
interview met Minister Treub, die den spe-
cialen correspondent van het blad verzekerde
dat Engeland er volstrekt overtuigd v«n kan
zijn, dat, er kome wat er komt, Nederland
zijn neutraliteit niet zal schenden en op on
wettige wijze goederen aan Duitschland zal
leveren.
„De correspondent wees er den Minister
op, dat men in sommige kringen in Engeland
denkt, dat Nederland graan opstapelt ten
behoeve van Duitschland, wanneer de nood
voor dat land aan den man mocht komen.
Minister Treub verklaarde dit voor een uit
den duim gezogen praatje, en zeide, dat Ne
derland niet eens genoeg graan heeft voor zijn
eigen gebruik, en dat het dientengevolge niet
aan andere landen van zijn voorraad kan
afstaan.
„En ofschoon het scheepvaartverkeer langs
den Rijn vrij is, zoo was de Nederlandsche
Regeering toch verplicht geweest op het voor
vervoer langs den Rijn geconsigneerde graan
beslag te leggen.
„De Minister verklaarde voorts, dat de
Regeering hoopt, een voldoenden voorraad
meel in stock te houden, door ladingen tarwe
uit Amerika te laten komen. Het is daarvoor
echter noodig, dat ieder schip papieïen kan
toonen waaruit onomstootelijk blijkt, dat de
lading bestemd is voor Nederland, een neu
tralen Staat, en niet zal worden overgebracht
naar een ander land.
„Minister Treub voegde hieraan toe, dat
Nederland groenten, vleesch, spek, kaas,
eieren, boter, margarine, gist en cacao kan
uitvoeren. „Mijn persoonlijke meening is, dat
Engeland al die zaken heel goed kan ge
bruiken"
Hieruit schijnt te blijken, aldus vervolgt d«
„Ned.", dat men zich in Engeland over onze
houding ten aanzien van het buitenland een
geheel verkeerd denkbeeld heeft gevormd.
Voor het oogenblik geven de Engelsche be
schikkingen opzichtens kolenuitvoer e.d. ons
echtér den indruk, dat dit verkeerde denkbeeld
niet blijvend is geweest, en dat de boven
gesignaleerde geruchten geruchten zijn en
niets meer.
Nog alarmeerender zijn de tijdingen die
let opvan uit Parijs .via de „New-
York-Herald" uit Londen ons wor
den geseind. Dit is een omweg, die het nieuws
niet aannemelijker maakt. Wij hechten dan
ook aan hetgeen „in diplomatieke kringen"
van Londen heet te loopen minder dan nie
mendal. Die geruchten (de Duitsche Keizer
zou niet alleen België veroveren willen, maar
ook Nederland, omdat zijn staatslieden de
havens van Antwerpen, Rotterdam en Am
sterdam begeeren, zijn uitermate geschikt om
de gemoederen in een neutraal land, een land
dat zijne onzijdigheid tegen eiken vijand
wenscht te verdedigen, te verontrusten.
Als men dat hier ook niet begreep, zouden
wij geen knip voor den neus waard zijn.
Omdat we het begrijpen, werpen we deze
fraaie tijdingen dan ook niet in de papier
mand, men moet ons niet van struisvo
gelpolitiek kunnen beschuldigen, maar
waarschuwen tegen het lichtgeloovig aanne
men van zulke geruchten. Zoolang de Duitsche
Keizer zijn woord, op 13 December 1907 tot
onze Koningin gesproken„Met mijn leven
sta ik borg, dat onze landen zich in vrede
kunnen ontwikkelen", niet heeft verloo
chend, is het ons niet mogelijk aan deze
nieuwstijdingen van de „New-York-Herald"
ook maar 't allergeringste geloof te schenken.
De toestand.
Schreven we eenige dagen geleden dat de
groote slag nog op zich wachten laat, mis
schien was zij reeds begonnen, terwijl wij
toen ons overzicht schreven, thans kunnen
wij melden dat dit laatste werkelijk het ge
val was.
Sinds verleden Zaterdag duurt de slag, die
van den Moesel af tot voorbij Bergen alles
in vuur en vlam zet en waarin, alles-en-alles
allicht een paar millioen menschen gemoeid
zijn, voort.
En men hoort zoo weinig
Straks, als er 'n beslissing viel, een kort
bericht: uit!
Toch schijnt het wel, dat de Duitschers
aan de winnende hand zijn en dat ze voor-
loopig de overhand hebben behouden, al kan
nog niemand zeggen, of dit begrip zich ook
verwijden zal tot dat eener schitterende over
winning.
Maar ze zijn er in 't voordeel.
De Duitsche staf meldde 't reeds.
En nu komen ook Fransche en Engelsche
berichten het op déze wijze bevestigen:
„De Fransche troepen trekken terug bin
nen de versterkte linie, die zij niet zouden
hebben verlaten, indien zij niet door de held
haftige actie der Belgische troepen in staat
waren gesteld, België binnen te trekken. Zoo
luidt het telegram uit Londen.
En hieruit blijkt dus duidelijk, dat de
Fransche en Engelsche troepen België heb
ben verlaten, dat zij naar Noord-Frankrijk
en achter de fortenliniën en versterkte stel
lingen terugtrekken.
Voor de Belgen een teleurstelling.
Die zij bitter voelen zullen.
Zij, neutralen, krijgen de klappen!
En zij hadden al hun hoop gevestigd op
de Fransch-Engelsche hulp. Die hulp kwam
primo te laat, om hen van dienst te zijn in
Mldden-België. Daarop trokken ze zich bin
nen de steiling-Antwerpen terug. Van daar
uit zouden ze dan straks de hand kunnen
reiken aan de oprukkende Fransch-Engelsche
troepen. Ja, de Duitschers zouden geknepen
worden tusschen de bladen eener reuzen-
tang: Antwerpen—Namen
Reeds sprak men van een „val"!
Eilaci, 't lijkt er wat op
't Belgische leger is „afgesneden".
't Zit goeddeels „vast" in Antwerpen.
Wordt door een Duitsche legermacht om
singeld, en is dus zelfs niet meer in staat te
opereeren in den rug der Duitsche troepen.
En de Fransch-Engelsche legers, die de ge
legenheid hadden om met de Belgen saam
te werken, die de spoorweglijnen tot hun
beschikking hadden, die door den tegenstand
der Belgen aan de Maas dagen lang alle
gunstige voorwaarden hadden kunnen ge
bruiken, om zich in Noord-België bij de Bel
gen te voegen en den Duitschen opmarsch
tegen te houden, hebben dit niet vermogen
te doen.
Hoe kómt dat, vraagt men.
Die arme Belgen immers!
Dat zij, alléén, het tegen Duitschland's
reuzen-armée niet volhouden konden, wist
ieder wel.
Daarom keken ze uit naar hulp.
Stonden ze te Ostende niet met honderden
te staren in de zee, of de Engelsche trans
portschepen niet kwamen? Keken ze niet
eiken dag uit naar de broeders uit Frankrijk,
die hen helpen zouden?
En er kwam maar niets.
Even zijn nu de Franschen en Engelschen
over de Belgische grens geweest, héél in 't
Zuiden en nu worden ze alweer door
de voortrukkende Duitsche troepen over hun
eigen grens teruggedreven.
In het Belgische blad Le Métropole wordt
de vraag, waarom de verbonden legers niet
tot in België zijn doorgedrongen, om hunne
Belgische bondgenooten te helpen, beant
woord met een verwijzing, naar de onmoge
lijkheid om zooveel troepen per trein aan te
voeren. Het blad zegt, dat om 65,000 man,
met de daarbij behoorende paarden, wagens,
proviand-colonnes en caissons, van Frankrijk
naar België te brengen, 450 treinen zouden
zijn noodig geweest.
Maar het blad vergeet bij die berekening,
of zij juist is, kunnen wij hier niet na
gaan te vertellen, hoe dan de Duitsche
troepen in België zijn gekomen, en thans
door geheel België aan de Noord-Fransche
grens
Dat zijn er veel meer dan 65,000 man!
Wie zal 't zéggen, hoeveel!
Misschien wel 650,000 man heeft men
er niet 300,000 geschat, alléén reeds aan
legerafdeelingen, die door Brussel trokken!
Intusschen duurt de strijd voort.
En men zal zien, dat de Duitschers al hun
krachten zullen inspannen, om zoo dicht mo
gelijk langs de Zee te opereeren en daar
door 'n omtrekkende beweging, snel uitge
voerd en met énergie doorgezet zullen trach
ten den vijand in de flank en in den staart
te komen. Reeds worden de stoutmoedige
Duitsche dravers in Fransch-Vlaanderen ge
zien
Het blijkt steeds duidelijker meldt men
uit Londen dat de Duitsche generale staf
van plan is alle krachten in te spannen en
een slag toe te brengen met de onweerstaan
bare kracht van een stoomhamer, in de hoop
door de Fransche verdedigingslinie heen te
breken en met bliksemsnelheid naar Parijs
op te rukken.
Of dat lukken zou
De militaire toestand in België.
BERLIJN, 26 Augustus. (E.) Een bericht
gever seint d.d. heden uit het keizerlijke hoofd
kwartier
De weg naar Frankrijk ligt voor het Duit
sche leger open. Heel België bevindt zich in
Duitsch bezit, mei uitzondering ,van Antwer
pen.
De vermeestering van Luik en Namen heeft
bewezen, dat ook de sterkste en modernste
forten niet tegen het Duitsche belegerings
geschut bestand zijn.
Gisteren en heden hebben oorlogscorres
pondenten en de buitenlandsche militaire at
tache's van het Duitsche hoofdkwartier uit
een autotocl t naar België gedaan, opdat zij
op den 1000 K.M. langen rit er zich van kon
den overtuigen dat in België geen gewapende
tegenstand tegen de Duitsche soldaten meer
bestaat. De Belgische soldaten, die overal
zijn weggetrokken, hebben de werken van
beschaving van hun eigen land verwoest. De
Duitsche genie bouwt nieuwe bruggen en
eenige duizenden Duitsche mineurs zijn be
zig in een door Belgische soldaten vernielde
tunnel de passage vrij te maken.
Het schouwspel, dat zich in Namen voor
deed, kan ik niet beschrijven. De straten en
de trottoirs zijn bezaaid met geweren, ran
sels, kookpannen, gordels, petten, flesschen,
enz. Opmerkelijk is het groote aantal weg
geworpen uniformen.
De bevolking alsmede gevangen genomen
officieren, zijn verbaasd over de uitwerking
van de Duitsche artillerie en de doodsver
achting van de Duitsche soldaten. Het laatste
fort, waar de Belgen stand hielden, is door
ongeveer honderd Duitsche soldaten, trots
hevig geweervuur, overrompeld en genomen.
De bevolking is den Duitschers niet meer
zoo vijandig gezind als in den aanvang van
den oorlog.
Men hoort daarentegen verwenschingen
uiten tegen Engelschen en Fransehen, die
den Belgen alles beloofden, maar niets heb
ben gedaan om het te redden.
Slechts in enkele streken is de bevolking
nog even vijandig als in het begin.
Het Duitsche bestuur in België is reeds
geregeld. Het maakt een gunstigen indruk op
de bevolking dat men den veldmaarschalk
generaal von der Goltz aan het bestuur heeft
gesteld en dat men hem een persoonlijkheid
heeft toegevoegd dien men in België al sinds
jaren kent. te weten den regeerings-president
van Aken en afgevaardigde Trimborn, die
een Belgische van aanzienlijke familie tot
vrouw heeft.
Of de Duitsche troepen al naar den slag
togen of er vandaan kwamen, zij waren op
gewekt en hadden de geweren met bloemen
getooid. De gezondheid laat niets te wen-
schen.
Groot opzien baarden niet alleen bij de
bevolking, maar ook bij de buitenlandsche
militaire attaché's de talrijke bewegelijke veld
keukens, die het mogelijk maken om warm
eten naar het front te brengen, maar bovenal
de drinkwaterinrichtingen op wagens die het
vuilste en zelfs besmet water in een paar
minuten drinkbaar maken. De temperatuur
van het gereinigde water is maar twee gra
den hooger, dan het vuilste water dat in
een slang wordt opgeslorpt. De intendance
werkt met een snelheid en nauwkeurigheid
als op de manoevres. De algemeene indruk
is, dat Duitschland in een paar dagen er in
geslaagd is om in het land weer een gere
geld bestuur in te voeren.
Een Zeppelin boven Antwerpen.
Telegrammen hebben reeds melding ge
maakt van de verschijning van een Zeppelin
boven Antwerpen in den nacht van Maandag
op Dinsdag. Zooals men weet hebben de
bommen der Zeppelin zeven menschen ge
dood, verscheidene menschen gekwetst en
voorts materieele schade aangericht. Aan het
Hbld. van Antwerpen ontleenen wij nog de
volgende bijzonderheden
Een onzer medewerkers, zoo schrijft het
Hbld. v. Ar.tw., keerde rond 1 uur huiswaarts,
naar de Lozanastraat. Voorbij de Van Schoon
bekestraat gekomen, zag hij het Zeppelin
luchtschip op zeer groote hoogte in den hel
deren sterrenhemel met totaal uitgedoofde
lichten naderen. Ter hoogte gekomen van
het huis genummerd 252, hoorde hij den eer
sten slag nabij de Minerva.
Hij had nog juist den tijd zich in de ope
ning der deur te werpen, toen de tweede
bom met een helsch lawijd terecht ikwam op
den hoek van de Lozana- en Harmoniestraten,
in den voorhof van het huis dat over eene
maand nog bewoond was door de familie
Ruys, vlak tegenover 256. Zware stukken
ijzer en planken van de afsluiting van voor
noemde hof, vlogen gansch de straat door.
Een dikke verstikkende rook vulde de straat,
zoodat onze meewerker op de vlucht moest
gaan om aan verstikking te ontkomen. Toen
de rook door de wind wat was weggedreven,
kon onze zegsman zijne woning bereiken, te
midden van balken, platen ijzer en uitgerukte
kasseien. Bij hem thuis een 20tal meters
voorbij de plaats waar de bom was neerge
ploft was geene enkele ruit meer heel,
evenals in al de omliggende gebouwen.
De meeste huizen waren ook door stukken
ijzer doorboord geworden. De ledigstaande
woning van M. Ruys ziet er uit alsof zij
gansch den dag door de Pruisische kanon
nen was beschoten geworden. Een put van
wel twee meters diep op drie meters door
snee werd door de bom gegraven. Een ne
venstaande boom werd geveld en kwam te
recht op den hoek der Lozanastraat en der
Harmoniestraat. In den put werd eenen zak
van ongeveer twee meters gevonden, waarin
de bom moet gewikkeld zijn geweest. Deze
bom, evenals "al de andere, die op de stad
neerkwamen, had een stalen omhulsel van
na'ar schatting zoowat drie h vier cen
timeters dikte op eene doorsnede die min
stens 70 centimeters moet bedragen hebben,
volgens de stukken die onze medewerker er
van in zijn huis opraapte. Het moorddadig
luchtschip verwijderde zich toen in de rich
ting van de middenstad en telkens het eene
bom uitwierp kon men een bliksemstraal 't
luchtruim zien doorklieven.
Het Hbld. v. Antw. meldt verder:
Het is op de Stadswaag dat de 8e bom de
grootste vernieling aanrichtte en ook het
meest slachtoffers heeft gemaakt. De adjunct
van politie, M. Hermans, van de tweede wijk,
was dezen nacht op ronde met een politie
agent, toen hij nabij de stadswaag het geronk
der schroef van het luchtschip hoorde en hij
den agent in een andere richting zond, ter
wijl hij zijn wee voortzette. Een minuut la
ter volgden de'eerste ontploffingen en zag
M. Hermans de Zeppelin zoo laag, dat hij
werkelijk meent de stem der inzittenden ge
hoord te hebben, alhoewel dit wegens het
gerucht van motors en schroeven weinig
waarschijnlijk is. Op hetzelfde oogenblik wa
ren veel inwoners op straat geloopen of aan
hun open venster komen staan en geen twee
seconden daarop viel er eene bom op de
Stadswaag.
De bom viel midden van het plein en
richtte hare verwoestingen aan naar den
Noordelijken kant, waar juist twee politie
agenten^ van wacht waren en ook veel be
woners buiten of aan hun vensters stonden.
Tot zoover het Antwerpsche blad.
Uit Antwerpen.
Men meldt aan de N. R. Ct. dd. 25 dezer
uit Antwerpen
Ik vertrok Zondagavond om 7 uur naar
Rosendaal, met bestemming naar Antwerpen.
In Rosendaal wachtte mij al een groote te
leurstelling, daar de trein niet verder ging
dan tot Esschen. Ik heb dan ook den nacht
doorgebracht in laatstgenoemde plaats, en
ben Maandagmorgen te voet van Esschen op
weg gegaan. Van Esschen tot Calmpthout
ging het nogal, hoewel ik onder weg veel
last had met mijn papieren te laten zien.
Een andere Hollander, die met mij optrok,
werd aangehouden, omdat hij niet alleen
zonder papieren reisde, maar een koffertje met
fotografietoestel in zijn bezit had, naar het
heette, om opnemingen te doen voor een ge
ïllustreerd blad. Wat er van hem geworden
is, weet ik niet, daar hij opgebracht is naar
het Belgische legerkamp.
Ik ben dan van Calmthout te Putte aange
komen, zonder oponthoud en dwars door de
velden en onder de forten door verder ge
gaan. Op den weg van Calmpthout tot Cap-
pellen toe zag ik nog hevige branden en ik
hoorde de kanonnen donderen. Dat waren
echter niet de Duitschers, maar wel de Bel
gen zeiven, die al de huizen, die in de vuur
linie van de forten stonden, vernield hadden,
ook met behulp van de forten van Brasschaet
en Erlbach, die tot de geduchste versterkin
gen rondom Antwerpen behooren.
Nadat ik nu in Cappellen aangekomen was,
werd ik een café, waar ik een glas gedron
ken had, aangehouden door een piket infan
terie met geladen geweer en werd ik on
der hun geleide voor den commandant der
stelling Antwerpen gebracht. Na aldaar circa
drie uur gevangen geweest te zijn en na veel
formaliteiten te hebben ondergaan, werd ik
losgelaten.
Zonder moeite en voorzien van een laisser
passer, bereikte ik het Station te Cappellen
en ik kon dan ook naar Antwerpen vertrek
ken, waar ik om 6 uur 's avonds aankwam.
Als men nu weet dat Esschen van Antwer
pen circa drie kwartier met Jden trein verwij
derd ligt, en ik er ongeveer twaaf uur voor
noodig had, om dat traject te voet afteleg
gen, dan kan men wel eenigzins nagaan, hoe
bezwaarlijk het in oorlogstijd is om tevoia-
geeren
In Antwerpen aangekomen, werd ik niets,
anders gewaar, dat het vreeselijk druk was,
vooral in het stations-kwartier.
Duizenden en nog eens duizenden, allen
getooid met een nationaal strikje, flanneerden
hier rond. Van Duitsche troepen was in en
rond de stad niets te bespeuren.
De Duitschers zijn zelfs niet rond Ant
werpen geweest, zoolang de oorlog al aan
den gang is. Zelfs te Brussel is geen belang
rijke troepenmacht meer; de hoofdmacht is
van daar opgetrokken over Vilvoorde naar
Oudenaarde en Kortrijk. En ook over Nijvel
naar Charleroi, waar de groote klappen dan
ook te verwachten zijn en men reeds tweg
dagen bezig is. „on
Maar in Antwerpen was tot nog toe nlgjt
ongewoons en men dacht dan ook algemegji;
dat men van den oorlog, althans voor het
oogenblik en ook voor later, verschoond zou
blijven.
Totdat in den af geloopen nacht die illusie
van de Antwerpenaren vreeselijk verstoord
is geworden. Het zal zoo wat omstreeks één
uur geweest zijn vannacht, toen geheel Ant
werpen uit den slaap opgeschrikt werd door
een vreeselijk geraas in de lucht, gevolgd
door hevige ontploffingen en daartusschen-
door geweervuur. Uit het venster van het
huis kijkende waar ik gelogeerd was, bemerk
te ik een grooten bestuurbaren luchtballon
(Zooals later bleek een Zeppelin), die ont
plofbare stoffen naar omlaag gooide. De
Duitschers hadden het blijkbaar op de Meir
voorzien. De grootste verwoesting werd ech
ter in de Twaalf-maandenstraat vlakbij aan
gericht.
Daar zijn twee groote gebouwen door de
vreeselijke bommen die uit de Zeppelin ge=
-i