De Europeesche Oorlog. Zaterdag 29 Augustus 1914. Sm 2 Antirevolutionair 29ste daai gaug JV. 2002. Orgaan voor de Ziiidltollaiidüclie en Zeenwüelie Eilanden. Tweede Blad. 1 /ers: EETJIS, iaak. IN HOC SIGNO VINCES Twee Bladen. OFFICIËEL GEDEELTE. IVEN, ,argang. BINNENLAND. BUITENLAND. aineer buizen. «e ie, KROABI. rkante 7614 fuiden, verder enz. enz. n Omstreken )U WEB, lan leden tegen tegen 3>/2 °/Q den. dagelijks wor- i der leden van lagen 3 en 17 .30—7,30 uur, jsier 7388 tuddorp. jTtrouwd Bel- rkftaard of i merrie wil ldeltaarnisL jomkweekcr(J Deze Courant versohijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. SOMMELSDÏJK. Advertentiën 10 Cent per regel en maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */a maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewaoht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nar. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Ditjrever. Dit nummer bestaat uil ontvangt men badeau. lijkerk. lil 11 1 r :e Heuwe Tonge rainages. T981 JTEIT IN erremeMea ea ea Badstoelen. in bekleed en Mandenwerk, K- en PAPIER WERKTAFELS. Iddelharnis. tegen concur iiolle garantie f ft©.— f ftft blen. >rp eu A. VA.N 8369 30DDORP." A. v. MOOR- iburgerweg 88 1 7467 in Appel-, Peren-, |ik- en Druiven- vormen. Zwarte, 8132 Bloemheesters, Haagplantsoen, |nz. Sier- en Vruch- Iwordt ingestaan. Itis. ÜITGKYBR W. BOEKHOVEN, Telefoon Interconun. Mo. NIET VLAGGEN OP 31 AUGUSTUS. O Wij heriuneren de burgerij er aan, dat het uitsteken van vlaggen op den 31 sten Augustus niet zou strooken met de wen- schen van H. M. de Koningin, en dat dien tengevolge de vlaggen op de openbare ge- ouwen niet uitgestoken zullen worden; ook van het geven van uitvoeringen In de muziektenten van de verschillende gemeen ten worde ditmaal afgezien. O imelsdifk ySTELIJKE 50 ingenaaid an dit boek, jaargang. het pracht- ankelijkheid vensbeelden loelenmatter Armen- ter-kalender |u alles ont- fngekondigd. boek extra LNDS STEP- en omgaand Sen boekhan- JACHT. De Commissaris der Koningin in de pro vincie Zuid-Holland, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie dd. 24 Augustus 11., no. 8; Gelet op art. 11 der Wet van 13Junil857 Staatsblad no. 87) Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat bij voormeld besluit door Gedeputeerde Staten bepaald is: lo. dat de jacht op waterwild voor de Zuidholiandsche gemeenten, gelegen in de stelling der Nieuwe Hollandsche Waterlinie, wordt gesloten op Donder dag 3 September a.s., met zonsonder gang; dat de opening der jacht op klein wild met inbegrip van fazanten en hazen, voor die gemeenten wordt ingetrok ken; en dat beide jachten in die gemeenten tot nadere aankondiging gesloten blijven. Deze kennisgeving zal, in plano gedrukt, worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in het Pro vinciaal Blad en in de Nederlandsche Staats courant worden geplaatst. 's-Gravenhage, 25 Augustus 1914. De Commissaris der Koningin voornoemd, SWEERTS. 2o. 3o. Onze Neutraliteit. Er gaan weer alarmberichten rond. In Bel gië en in Engeland. De „Ned." wijst op die eigenaardige tendensieuze, om niet te zeg gen boosaardige tijdingen, waarmede wij van tijd tot tijd voornamelijk uit het Zuiden wor den verontrust. De Burgemeester van Gent zou een pro clamatie hebben uitgevaardigd, waarin de burgerij wordt aangemaand om de Neder landers met rust te laten, hetgeen dan weer in verband zou staan met een gerucht, vol gens hetwelk aan Nederland door Engeland de oorlog zou verklaard zijn. Op welke gronden wordt er niet bij gezegd. Wij ver onderstellen, aldus de „Ned.", dat dit gerucht een andere uitgave is van het reeds te Am sterdam loopende, volgens hetwelk Engeland bij ultimatum aan ons land den handel op Duitschland zou hebben verboden. Al deze geruchten vinden blijkbaar hun grond in de in Engeland blijkbaar heerschende misstanden ten aanzien van onzen handel. De Londensche „Tel."-correspondent maakte daarvan reeds volgenderwijze melding „De „Daily Telegraph" publiceert een tele gram uit 's-Gravenhage, betreffende een interview met Minister Treub, die den spe- cialen correspondent van het blad verzekerde dat Engeland er volstrekt overtuigd v«n kan zijn, dat, er kome wat er komt, Nederland zijn neutraliteit niet zal schenden en op on wettige wijze goederen aan Duitschland zal leveren. „De correspondent wees er den Minister op, dat men in sommige kringen in Engeland denkt, dat Nederland graan opstapelt ten behoeve van Duitschland, wanneer de nood voor dat land aan den man mocht komen. Minister Treub verklaarde dit voor een uit den duim gezogen praatje, en zeide, dat Ne derland niet eens genoeg graan heeft voor zijn eigen gebruik, en dat het dientengevolge niet aan andere landen van zijn voorraad kan afstaan. „En ofschoon het scheepvaartverkeer langs den Rijn vrij is, zoo was de Nederlandsche Regeering toch verplicht geweest op het voor vervoer langs den Rijn geconsigneerde graan beslag te leggen. „De Minister verklaarde voorts, dat de Regeering hoopt, een voldoenden voorraad meel in stock te houden, door ladingen tarwe uit Amerika te laten komen. Het is daarvoor echter noodig, dat ieder schip papieïen kan toonen waaruit onomstootelijk blijkt, dat de lading bestemd is voor Nederland, een neu tralen Staat, en niet zal worden overgebracht naar een ander land. „Minister Treub voegde hieraan toe, dat Nederland groenten, vleesch, spek, kaas, eieren, boter, margarine, gist en cacao kan uitvoeren. „Mijn persoonlijke meening is, dat Engeland al die zaken heel goed kan ge bruiken" Hieruit schijnt te blijken, aldus vervolgt d« „Ned.", dat men zich in Engeland over onze houding ten aanzien van het buitenland een geheel verkeerd denkbeeld heeft gevormd. Voor het oogenblik geven de Engelsche be schikkingen opzichtens kolenuitvoer e.d. ons echtér den indruk, dat dit verkeerde denkbeeld niet blijvend is geweest, en dat de boven gesignaleerde geruchten geruchten zijn en niets meer. Nog alarmeerender zijn de tijdingen die let opvan uit Parijs .via de „New- York-Herald" uit Londen ons wor den geseind. Dit is een omweg, die het nieuws niet aannemelijker maakt. Wij hechten dan ook aan hetgeen „in diplomatieke kringen" van Londen heet te loopen minder dan nie mendal. Die geruchten (de Duitsche Keizer zou niet alleen België veroveren willen, maar ook Nederland, omdat zijn staatslieden de havens van Antwerpen, Rotterdam en Am sterdam begeeren, zijn uitermate geschikt om de gemoederen in een neutraal land, een land dat zijne onzijdigheid tegen eiken vijand wenscht te verdedigen, te verontrusten. Als men dat hier ook niet begreep, zouden wij geen knip voor den neus waard zijn. Omdat we het begrijpen, werpen we deze fraaie tijdingen dan ook niet in de papier mand, men moet ons niet van struisvo gelpolitiek kunnen beschuldigen, maar waarschuwen tegen het lichtgeloovig aanne men van zulke geruchten. Zoolang de Duitsche Keizer zijn woord, op 13 December 1907 tot onze Koningin gesproken„Met mijn leven sta ik borg, dat onze landen zich in vrede kunnen ontwikkelen", niet heeft verloo chend, is het ons niet mogelijk aan deze nieuwstijdingen van de „New-York-Herald" ook maar 't allergeringste geloof te schenken. De toestand. Schreven we eenige dagen geleden dat de groote slag nog op zich wachten laat, mis schien was zij reeds begonnen, terwijl wij toen ons overzicht schreven, thans kunnen wij melden dat dit laatste werkelijk het ge val was. Sinds verleden Zaterdag duurt de slag, die van den Moesel af tot voorbij Bergen alles in vuur en vlam zet en waarin, alles-en-alles allicht een paar millioen menschen gemoeid zijn, voort. En men hoort zoo weinig Straks, als er 'n beslissing viel, een kort bericht: uit! Toch schijnt het wel, dat de Duitschers aan de winnende hand zijn en dat ze voor- loopig de overhand hebben behouden, al kan nog niemand zeggen, of dit begrip zich ook verwijden zal tot dat eener schitterende over winning. Maar ze zijn er in 't voordeel. De Duitsche staf meldde 't reeds. En nu komen ook Fransche en Engelsche berichten het op déze wijze bevestigen: „De Fransche troepen trekken terug bin nen de versterkte linie, die zij niet zouden hebben verlaten, indien zij niet door de held haftige actie der Belgische troepen in staat waren gesteld, België binnen te trekken. Zoo luidt het telegram uit Londen. En hieruit blijkt dus duidelijk, dat de Fransche en Engelsche troepen België heb ben verlaten, dat zij naar Noord-Frankrijk en achter de fortenliniën en versterkte stel lingen terugtrekken. Voor de Belgen een teleurstelling. Die zij bitter voelen zullen. Zij, neutralen, krijgen de klappen! En zij hadden al hun hoop gevestigd op de Fransch-Engelsche hulp. Die hulp kwam primo te laat, om hen van dienst te zijn in Mldden-België. Daarop trokken ze zich bin nen de steiling-Antwerpen terug. Van daar uit zouden ze dan straks de hand kunnen reiken aan de oprukkende Fransch-Engelsche troepen. Ja, de Duitschers zouden geknepen worden tusschen de bladen eener reuzen- tang: Antwerpen—Namen Reeds sprak men van een „val"! Eilaci, 't lijkt er wat op 't Belgische leger is „afgesneden". 't Zit goeddeels „vast" in Antwerpen. Wordt door een Duitsche legermacht om singeld, en is dus zelfs niet meer in staat te opereeren in den rug der Duitsche troepen. En de Fransch-Engelsche legers, die de ge legenheid hadden om met de Belgen saam te werken, die de spoorweglijnen tot hun beschikking hadden, die door den tegenstand der Belgen aan de Maas dagen lang alle gunstige voorwaarden hadden kunnen ge bruiken, om zich in Noord-België bij de Bel gen te voegen en den Duitschen opmarsch tegen te houden, hebben dit niet vermogen te doen. Hoe kómt dat, vraagt men. Die arme Belgen immers! Dat zij, alléén, het tegen Duitschland's reuzen-armée niet volhouden konden, wist ieder wel. Daarom keken ze uit naar hulp. Stonden ze te Ostende niet met honderden te staren in de zee, of de Engelsche trans portschepen niet kwamen? Keken ze niet eiken dag uit naar de broeders uit Frankrijk, die hen helpen zouden? En er kwam maar niets. Even zijn nu de Franschen en Engelschen over de Belgische grens geweest, héél in 't Zuiden en nu worden ze alweer door de voortrukkende Duitsche troepen over hun eigen grens teruggedreven. In het Belgische blad Le Métropole wordt de vraag, waarom de verbonden legers niet tot in België zijn doorgedrongen, om hunne Belgische bondgenooten te helpen, beant woord met een verwijzing, naar de onmoge lijkheid om zooveel troepen per trein aan te voeren. Het blad zegt, dat om 65,000 man, met de daarbij behoorende paarden, wagens, proviand-colonnes en caissons, van Frankrijk naar België te brengen, 450 treinen zouden zijn noodig geweest. Maar het blad vergeet bij die berekening, of zij juist is, kunnen wij hier niet na gaan te vertellen, hoe dan de Duitsche troepen in België zijn gekomen, en thans door geheel België aan de Noord-Fransche grens Dat zijn er veel meer dan 65,000 man! Wie zal 't zéggen, hoeveel! Misschien wel 650,000 man heeft men er niet 300,000 geschat, alléén reeds aan legerafdeelingen, die door Brussel trokken! Intusschen duurt de strijd voort. En men zal zien, dat de Duitschers al hun krachten zullen inspannen, om zoo dicht mo gelijk langs de Zee te opereeren en daar door 'n omtrekkende beweging, snel uitge voerd en met énergie doorgezet zullen trach ten den vijand in de flank en in den staart te komen. Reeds worden de stoutmoedige Duitsche dravers in Fransch-Vlaanderen ge zien Het blijkt steeds duidelijker meldt men uit Londen dat de Duitsche generale staf van plan is alle krachten in te spannen en een slag toe te brengen met de onweerstaan bare kracht van een stoomhamer, in de hoop door de Fransche verdedigingslinie heen te breken en met bliksemsnelheid naar Parijs op te rukken. Of dat lukken zou De militaire toestand in België. BERLIJN, 26 Augustus. (E.) Een bericht gever seint d.d. heden uit het keizerlijke hoofd kwartier De weg naar Frankrijk ligt voor het Duit sche leger open. Heel België bevindt zich in Duitsch bezit, mei uitzondering ,van Antwer pen. De vermeestering van Luik en Namen heeft bewezen, dat ook de sterkste en modernste forten niet tegen het Duitsche belegerings geschut bestand zijn. Gisteren en heden hebben oorlogscorres pondenten en de buitenlandsche militaire at tache's van het Duitsche hoofdkwartier uit een autotocl t naar België gedaan, opdat zij op den 1000 K.M. langen rit er zich van kon den overtuigen dat in België geen gewapende tegenstand tegen de Duitsche soldaten meer bestaat. De Belgische soldaten, die overal zijn weggetrokken, hebben de werken van beschaving van hun eigen land verwoest. De Duitsche genie bouwt nieuwe bruggen en eenige duizenden Duitsche mineurs zijn be zig in een door Belgische soldaten vernielde tunnel de passage vrij te maken. Het schouwspel, dat zich in Namen voor deed, kan ik niet beschrijven. De straten en de trottoirs zijn bezaaid met geweren, ran sels, kookpannen, gordels, petten, flesschen, enz. Opmerkelijk is het groote aantal weg geworpen uniformen. De bevolking alsmede gevangen genomen officieren, zijn verbaasd over de uitwerking van de Duitsche artillerie en de doodsver achting van de Duitsche soldaten. Het laatste fort, waar de Belgen stand hielden, is door ongeveer honderd Duitsche soldaten, trots hevig geweervuur, overrompeld en genomen. De bevolking is den Duitschers niet meer zoo vijandig gezind als in den aanvang van den oorlog. Men hoort daarentegen verwenschingen uiten tegen Engelschen en Fransehen, die den Belgen alles beloofden, maar niets heb ben gedaan om het te redden. Slechts in enkele streken is de bevolking nog even vijandig als in het begin. Het Duitsche bestuur in België is reeds geregeld. Het maakt een gunstigen indruk op de bevolking dat men den veldmaarschalk generaal von der Goltz aan het bestuur heeft gesteld en dat men hem een persoonlijkheid heeft toegevoegd dien men in België al sinds jaren kent. te weten den regeerings-president van Aken en afgevaardigde Trimborn, die een Belgische van aanzienlijke familie tot vrouw heeft. Of de Duitsche troepen al naar den slag togen of er vandaan kwamen, zij waren op gewekt en hadden de geweren met bloemen getooid. De gezondheid laat niets te wen- schen. Groot opzien baarden niet alleen bij de bevolking, maar ook bij de buitenlandsche militaire attaché's de talrijke bewegelijke veld keukens, die het mogelijk maken om warm eten naar het front te brengen, maar bovenal de drinkwaterinrichtingen op wagens die het vuilste en zelfs besmet water in een paar minuten drinkbaar maken. De temperatuur van het gereinigde water is maar twee gra den hooger, dan het vuilste water dat in een slang wordt opgeslorpt. De intendance werkt met een snelheid en nauwkeurigheid als op de manoevres. De algemeene indruk is, dat Duitschland in een paar dagen er in geslaagd is om in het land weer een gere geld bestuur in te voeren. Een Zeppelin boven Antwerpen. Telegrammen hebben reeds melding ge maakt van de verschijning van een Zeppelin boven Antwerpen in den nacht van Maandag op Dinsdag. Zooals men weet hebben de bommen der Zeppelin zeven menschen ge dood, verscheidene menschen gekwetst en voorts materieele schade aangericht. Aan het Hbld. van Antwerpen ontleenen wij nog de volgende bijzonderheden Een onzer medewerkers, zoo schrijft het Hbld. v. Ar.tw., keerde rond 1 uur huiswaarts, naar de Lozanastraat. Voorbij de Van Schoon bekestraat gekomen, zag hij het Zeppelin luchtschip op zeer groote hoogte in den hel deren sterrenhemel met totaal uitgedoofde lichten naderen. Ter hoogte gekomen van het huis genummerd 252, hoorde hij den eer sten slag nabij de Minerva. Hij had nog juist den tijd zich in de ope ning der deur te werpen, toen de tweede bom met een helsch lawijd terecht ikwam op den hoek van de Lozana- en Harmoniestraten, in den voorhof van het huis dat over eene maand nog bewoond was door de familie Ruys, vlak tegenover 256. Zware stukken ijzer en planken van de afsluiting van voor noemde hof, vlogen gansch de straat door. Een dikke verstikkende rook vulde de straat, zoodat onze meewerker op de vlucht moest gaan om aan verstikking te ontkomen. Toen de rook door de wind wat was weggedreven, kon onze zegsman zijne woning bereiken, te midden van balken, platen ijzer en uitgerukte kasseien. Bij hem thuis een 20tal meters voorbij de plaats waar de bom was neerge ploft was geene enkele ruit meer heel, evenals in al de omliggende gebouwen. De meeste huizen waren ook door stukken ijzer doorboord geworden. De ledigstaande woning van M. Ruys ziet er uit alsof zij gansch den dag door de Pruisische kanon nen was beschoten geworden. Een put van wel twee meters diep op drie meters door snee werd door de bom gegraven. Een ne venstaande boom werd geveld en kwam te recht op den hoek der Lozanastraat en der Harmoniestraat. In den put werd eenen zak van ongeveer twee meters gevonden, waarin de bom moet gewikkeld zijn geweest. Deze bom, evenals "al de andere, die op de stad neerkwamen, had een stalen omhulsel van na'ar schatting zoowat drie h vier cen timeters dikte op eene doorsnede die min stens 70 centimeters moet bedragen hebben, volgens de stukken die onze medewerker er van in zijn huis opraapte. Het moorddadig luchtschip verwijderde zich toen in de rich ting van de middenstad en telkens het eene bom uitwierp kon men een bliksemstraal 't luchtruim zien doorklieven. Het Hbld. v. Antw. meldt verder: Het is op de Stadswaag dat de 8e bom de grootste vernieling aanrichtte en ook het meest slachtoffers heeft gemaakt. De adjunct van politie, M. Hermans, van de tweede wijk, was dezen nacht op ronde met een politie agent, toen hij nabij de stadswaag het geronk der schroef van het luchtschip hoorde en hij den agent in een andere richting zond, ter wijl hij zijn wee voortzette. Een minuut la ter volgden de'eerste ontploffingen en zag M. Hermans de Zeppelin zoo laag, dat hij werkelijk meent de stem der inzittenden ge hoord te hebben, alhoewel dit wegens het gerucht van motors en schroeven weinig waarschijnlijk is. Op hetzelfde oogenblik wa ren veel inwoners op straat geloopen of aan hun open venster komen staan en geen twee seconden daarop viel er eene bom op de Stadswaag. De bom viel midden van het plein en richtte hare verwoestingen aan naar den Noordelijken kant, waar juist twee politie agenten^ van wacht waren en ook veel be woners buiten of aan hun vensters stonden. Tot zoover het Antwerpsche blad. Uit Antwerpen. Men meldt aan de N. R. Ct. dd. 25 dezer uit Antwerpen Ik vertrok Zondagavond om 7 uur naar Rosendaal, met bestemming naar Antwerpen. In Rosendaal wachtte mij al een groote te leurstelling, daar de trein niet verder ging dan tot Esschen. Ik heb dan ook den nacht doorgebracht in laatstgenoemde plaats, en ben Maandagmorgen te voet van Esschen op weg gegaan. Van Esschen tot Calmpthout ging het nogal, hoewel ik onder weg veel last had met mijn papieren te laten zien. Een andere Hollander, die met mij optrok, werd aangehouden, omdat hij niet alleen zonder papieren reisde, maar een koffertje met fotografietoestel in zijn bezit had, naar het heette, om opnemingen te doen voor een ge ïllustreerd blad. Wat er van hem geworden is, weet ik niet, daar hij opgebracht is naar het Belgische legerkamp. Ik ben dan van Calmthout te Putte aange komen, zonder oponthoud en dwars door de velden en onder de forten door verder ge gaan. Op den weg van Calmpthout tot Cap- pellen toe zag ik nog hevige branden en ik hoorde de kanonnen donderen. Dat waren echter niet de Duitschers, maar wel de Bel gen zeiven, die al de huizen, die in de vuur linie van de forten stonden, vernield hadden, ook met behulp van de forten van Brasschaet en Erlbach, die tot de geduchste versterkin gen rondom Antwerpen behooren. Nadat ik nu in Cappellen aangekomen was, werd ik een café, waar ik een glas gedron ken had, aangehouden door een piket infan terie met geladen geweer en werd ik on der hun geleide voor den commandant der stelling Antwerpen gebracht. Na aldaar circa drie uur gevangen geweest te zijn en na veel formaliteiten te hebben ondergaan, werd ik losgelaten. Zonder moeite en voorzien van een laisser passer, bereikte ik het Station te Cappellen en ik kon dan ook naar Antwerpen vertrek ken, waar ik om 6 uur 's avonds aankwam. Als men nu weet dat Esschen van Antwer pen circa drie kwartier met Jden trein verwij derd ligt, en ik er ongeveer twaaf uur voor noodig had, om dat traject te voet afteleg gen, dan kan men wel eenigzins nagaan, hoe bezwaarlijk het in oorlogstijd is om tevoia- geeren In Antwerpen aangekomen, werd ik niets, anders gewaar, dat het vreeselijk druk was, vooral in het stations-kwartier. Duizenden en nog eens duizenden, allen getooid met een nationaal strikje, flanneerden hier rond. Van Duitsche troepen was in en rond de stad niets te bespeuren. De Duitschers zijn zelfs niet rond Ant werpen geweest, zoolang de oorlog al aan den gang is. Zelfs te Brussel is geen belang rijke troepenmacht meer; de hoofdmacht is van daar opgetrokken over Vilvoorde naar Oudenaarde en Kortrijk. En ook over Nijvel naar Charleroi, waar de groote klappen dan ook te verwachten zijn en men reeds tweg dagen bezig is. „on Maar in Antwerpen was tot nog toe nlgjt ongewoons en men dacht dan ook algemegji; dat men van den oorlog, althans voor het oogenblik en ook voor later, verschoond zou blijven. Totdat in den af geloopen nacht die illusie van de Antwerpenaren vreeselijk verstoord is geworden. Het zal zoo wat omstreeks één uur geweest zijn vannacht, toen geheel Ant werpen uit den slaap opgeschrikt werd door een vreeselijk geraas in de lucht, gevolgd door hevige ontploffingen en daartusschen- door geweervuur. Uit het venster van het huis kijkende waar ik gelogeerd was, bemerk te ik een grooten bestuurbaren luchtballon (Zooals later bleek een Zeppelin), die ont plofbare stoffen naar omlaag gooide. De Duitschers hadden het blijkbaar op de Meir voorzien. De grootste verwoesting werd ech ter in de Twaalf-maandenstraat vlakbij aan gericht. Daar zijn twee groote gebouwen door de vreeselijke bommen die uit de Zeppelin ge= -i

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1914 | | pagina 3