i
BESTS Mi.
1
f
ia
Zaterdag ti Augustus 1914
Antirevolutionair
29ste Jaargang A 2000
Orgaan
voor de Kaidliollandüehe en Keenwiche Eilanden.
Vreile is it '1 mmwM
a
IN HOC SIGNO VINCES
9
i Haven
W. BOEKHO VEN.
g B. C. F. Y. H. LEE-HooM
OP OEN UITKIJK.
LANDBOUW.
Justus a.s.
de Zuid-
;en gewy-
zijn voor
der Maat-
aar.
TEUR.
verleden
id ste g-e-
;en goed
Jr.,
;on, Bouwmate,
Tuiles clu-Nord
aten, Draineer-
erd. 7807
SOMMELSD1JK.
Dlengta&nTrsgen m Dienstaanbiedingen 50 Cant per plaatsing;.
ij die zich nu abonneeren, ont
vangen de nog in deze maand
verschijnende nummers gratis.
Hotel Restaurant
„HET GOUDEN HERT",
Rotterdam.
DINERS 60 cent en hooger.
LOGIES MET ONTBIJT
f 1.25, f 1.50 en f 1.75
Tel. No. 10595. Aanbevelend,
1
.iM, -
i
•e- g
mmelsdijk.
andelsmerk,
en J. Biene-
Koomen en
n bij A. W.
3tenbrugge.
op van 'n ruk aan
orgevoe 1 hem waar-
elissing nadert, on
sloftred der hospits>0
ur moetin scherpe
lij toe; een kleine,
g aan de voordeur
d slaan, immers hij
herkennenhij staat
daar wordt
gestooten: Hermien
drempel.
srmoeid, krachteloos
kijken ze elkaar
over beider leven 1
ond en beweegt de
aar kan niet
aar hem heen, maar
k schiet toe, om
zij, afgestreden,
vallen en nokkend
ik kan niet
bid om ziele-
iw kind, vleit Hen
zijn borst
gebed is verhoord
om te gelooven
n, liefste!* fluistert
altijd?*
>ofd op; hun oogen
«Voor altijd!*
ïslist.
ik, in huivering van
ze lang zoo bijeen,
lukkig, kalm als de
rm weer effen werd.
deed de jonge pre-
n zijn intree,
aan de opera was
;edoofd. 't Was ge-
ïr slechts 'n «voor-
k« contract gesloten
kansen verzekerd te
t ook Hermien zich,
runnen losmaken,
gespot, geschouder-
doorgegaan den be-
e ledigen.
in de pastorie van
le gemeente dweepte,
ed neergezet. En van
n smaakte Hermien
de ware zielevrede,
Heere God zijn lieve
ieek Zijner wellusten,
er eeuwigheid!
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Colt»
Baiitenland bij vooruitbetaling f 4,-50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ÜlTGKVSa
ireSeSociR tsterconw. Sle. 3.
AavsrÊemtiëa 10 eantper regel en maal, Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en aaal«
Groote letters en vignetten vrorden berekend naar de plaatsruimte die ag beala&r
Advertent!ën worden ingewacht tot Dinsdag- en Yrgdagiaor«an 10 nw.
Alle stukken v«sor «Se Redactie bestemd, Adverientiéxi ei» verdere /ftdmluistraJle framce i©e xenden aan des» #Jit«reve«
z
I'u de treinenloop niet meer ge
regeld ie, ook de train op ons eiland
haar diensten verminderd heeft,
meenen we onze lezers er op attent
te moeten maken dat een vertraagde
bezorging van ons Blad hiervan het
gevolg kan zjjn en wij oits daar
voor NIET verantwoordelijk kun
nen stellen.
Het vereischt in onze dagen eenigen
moed om te zeggen: Oorlog is er nu, en
oorlog moet er blijven op deez' aarde. Het
vereischt ook eenigen moed om te bewe
ren Zelfs de vrede is 't niet 't voornaamste
niet de hoofdzaak, niet 't doel, ni et 't
ideaal des levens.
Zien we dan de helsche flikkeringen van
't oorlogsstaal niet de Belgische velden
belichten, zwart van kruitdamp? Scheuren
de zwarte nevelen over 't slagveld niet
door de legio granaten, die springen en
verwoesten? Zijn we dan koud en onge
voelig voor de ellende door gansch Europa
openbaar, in Staten, Maatschap en Gezin
We zien de gruwelen van den oorlog.
We beluisteren de rampspoeden van den
krijg. En we erkennen: De oorlog is een
Monster, dat de Landskinderen verslindt.
Hij is een gruwel. Een oordeel Gods zoo
als geene.
„En toch houden we staande: Op aarde
moet oorlog blijven. En we houden ook
staande; De Vrede is op aarde noch doel,
noch middel, noch ideaal.
De Duitscher, von Moltke, heeft eens
gezegdIn den oorlog ontwikkelen zich de
edelste deugden van den mensch, moed£ en
zelfverloochening en plichtsbetrachting en
opoffering met overgave en wijding van
eigen leven.
Hierin ligt waarheid en ware de keer
zijde van den oorlog niet even afzichtelijk,
als de voordeelen door von Moltke opge
somd, aannemelijk zijn, we zouden den
Duitscher volkomen gelijk geven.j
Dr. Steinmetz heeft eens beweerd, dat de
oorlog bezieling wekt, tegenover de zelf
zucht des gewonen levens; dat de oorlog
tusschen de Staten concurrentie schept,
die ze wakker houdt en actief maakt op
alle terrein; dat de oorlog patriotisme
kweekt iu plaats van 't zoeken van per
soonlijke voordeelen uit en door 't staats
leven; dat de oorlog de krachten samen
bindt en een beroep doet op alles wat een
mensch waarlijk tot mensch stempelt nl.
zelfovergave en liefde en energieontwikke
ling; dat de oorlog een wereldgericht kan
zijn voor Staten ter eeuwige waarschuwing,
Dr. Steinmetz heeft gelijk. En ware de
keerzijde van den oorlog niet zoo afschu
welijk als dr. Steinmetz het mooie aan ons
oog laat voorbijgaan, we zouden evenals
Moltke en evenals hij den oorlog met een
warm hart en een koel hoofd aanstaren.
En Groen van Prinsterer had gelijk, toen
hij van den Belgischen opstand in 1830
gewagende, scbrpef: de koning ontweek
den krijg, die door bloed te vergieten, bloed
zou hebben gespaard, of hij zeggen wilde:
de oorlog, kort zelfs, zou dienaar des vre-
des geweest zijn èn voor Koning Willem I
èn voor Nederland èn voor Belgie,
En Da Costa zong in zijn lied over
1648- 1848:
Neen, neendes menschen ziel, in eigen wil verstrikt,
/n 'tzondenet verward, moet somtijds opgeschrikt
Van Boven, om den God der heerlijkheid te vreezen
Te zoeken! Is dan 't hart nog Vatbaar voor genezen
Dan zijn de schuddingen behoudendZelfs de krijg
Hetzij der volken of der geesten, opdat zwijg
Begoochling; opengaan gewetens, afgoon vallen,
Gods Woord zijn werking doe door 't Kruis.
En we zouden nog andere sciuijvers kun
nen citeeren, die over 't goede van den
oorlog en zijn noodzakelijkheid 't hunne
hebben gezegd.
We stemmen dat alles toe: er is een
goede kant aan den oorlog, maar voor den
slechten zijn we ook niet blind, en ieder
die de Bladen leest, roept 't luidkeels uit
0, kwam de Vrede maar! Vrede, vrede!
We dorsten naar vrede, omdat we de el
lenden op en buiten 't slagveld zien en
hooren.
En toch! En toch!
Vrede is op aarde 't doel niet, 't Middel
niet, 't Ideaal niet.
Hoort des Heeren Woord; «Hebt de
waarheid en den vrede lief.* Dus; eerst
waarheid, dan vrede.
Hoort nogmaals dat Woord: «Hebt God
lief boven alles en daarom en daarna uw
Naaste als u zelf. Dus eerst: Godsliefde,
daarna menschenmin.
Hoort nog eens 's Heeren Getuigenis,
door Gezanten Gods zelf verkondigd als
een boodschap des hemels: >Eere zij God
in de hoogste hemelen en vrede op aarde*!
Dus eerst: Eere Gods, daarna vrede.
Wil nog eens luisteren: «Sion zal door
Recht verlost worden*; dus verlossing van
Sion niet door Vrede, maar door Recht.
En predikt 't Kruis van Christus met
alles wat daaraan voorafging in Hemel en
op Aarde; predikt dat Kruis eerst Vrede?
Geenszins en in geenen deele. 't Kruis van
Christus en de Oud-Testamentsche met de
Nieuw-Testamentsche bedeeling predikt
eerst Recht; eerst Waarheid; daardoor
en daarna Vrede. Vrede door 't Bloed des
kruises. Door Bloed van Christus de Vrede
voor zijn Volk, voor Natie en Geslacht.
Daarom herhalen we hier ons opschrift:
Vrede is niet 't voornaamste op deez'
Aarde. Maar 't Recht. En dat, dat alleen
zal Vrede dragen.
Niet de Vrede nummer één.
Maar de Eere Gods! Maar de Waarheid!
Maar 't Recht en de Gerechtigheid.
En wanneer die geschonden worden, zijn
ze een Oorlog waard. Dan is zoo'n oorlog
rechtvaardig en God zelf bekroont hem
met zijn zegen. Ja, zoo stout zijn we in
deze beweringGod zegent den oorlog, die
gaat over Zijn Eere en Zijn Recht en om
Zijn gerechtigheid en die Zijner menschen-
kinderen. En we noemen slechts den 80-
jarigen oorlog, waarin Roomsch en On-
roomsch partij koos voor 't Recht, dat
Alva schond. Roomsch en Protestantsch
kozen vóór den Koning, maar tegen zijn
Landvoogd, die de Vrijheden en Privilegiën
der 17 Gewesten schond. Roomsch en On-
roomsch was eensgezind in den opstand
tegen den lOden penning enz. Er geschiedde
Onrecht in de Republiek der Vereenigde
Nederlanden. En allen verzetten zich tegen
't Onrecht, wat trouwens aan Alva zijn
verwijdering, zijn verbanning uit Brussel
kostte. En God heeft dien Oorlog om 't
Recht gezegend, want de Gouden Eeuw
Gedempte Boerensteiêser 63A, 63B
Direct nabij de Hoofdsteeg,
Het door ieder aanbevolen adres.
van Frederik Hendrik, van 1600 tot 1700,
is geweest 't glorietijdvak van Holland.
Recht op Vrijheid, llecht op Vrijheid der
Privilegiën. Op Vrijheid van Geweten en
Geloof. Op Vrijheid van Godsvereering en
Kerkendienst met Kerkenvorm. Vrijheid
door Recht. God zegende dien Oorlog en
nog plukken we daarvan de vruchten, èn
Roomsch èn Onroomsch beide, want voor
allen is in onzen Nederlandschen Staat
onbeperkte vrijheid om God te dienen naar
eigen welbehagen en inzicht in de Schriften.
Vrede is niet 't voornaamste. Niet't doel,
Niet 't middel, Niet 't ideaal.
Maar de Eere Gods. Maar 't Recht. Maar
de Vrijheid, Vrijheid door Recht. En Gezag
door Recht. En Macht door Recht. En al
leen Vrede door Recht.
Een burgemeester als deurwaarder.
We kunnen 't haast niet gelooven, wat
Het Volk schrijft in zijn nommer van 15
Aug. 2de Blad. De burgemeester uit Den
Haag zou de vrouwen van dienstplichtigen
gezegd hebben, dat ze haar ontvangen ver
goeding in geld allereerst zouden gebruiken
en moesten gebruiken om de huur en an
dere schulden te betalen.
En uit 's Gravenzande komt 't bericht,
dat daar een paar wethouders, eigenaars
van huizen, geen vergoeding willen geven,
of de vrouwen die in hun huizen wonen,
moeten eerst hun huishuur er laten afhou
den; dat is voor de Wethouders-huiseige
naars en de rest mogen de vrouwen mee
nemen voor 't huishouden. We willen met
deze berichten voorzichtig zijn. Meer nog:
we willen zelfs toegeven, dat schulden van
huishuur moeten betaald worden, zoolang
dit mogelijk is. Betalen zooveel en zoolang
mogelijk. Want om later, als de Oorlog
voorbij is, al die opgeloopen schulden af
te doen; 't zal onmogelijk zijn voor zeer
vele gezinnen! En dus betalen, zooveel en
zoolang mogelijk is de eisch. Trouwens,
de huiseigenaren hebben er recht op; 't is
ook voor hen een bestaanskwestie, 't zijn
hun huizen en wie weet hun huizen
met andermans crediet dat toch ook
weer met 4 a 5 percent moet betaald en
beloond worden.
Maar! noch de Burgemeester, noch de
Wethouders moeten de vrouwen tot beta
len noodzaken Eerst eten, dan huishuur.
Eerst kleereu en beddegoed; eerst voedsel
en deksel, dan buur. Eik geval moet hier
op zich zelf beoordeeld worden. En dan
met groote voorzichtigheid opgetredeD. En
met kennis van zaken, opdat er geen on
recht zij en geen noodelooze verbittering
ontsta. Want een Buitenlandsche vijand
kan vreeselijk woedenmaar nog erger is een
Revolutie, een opstand van burgers tegen
de Overheid. En we staan nog maar aan
't begin der ellende. Straks komt de win
ter. En ówee! als de werkeloosheid, nu
begonnen, nog lang aanhoudt. Dan zien
we 't eind der misère niet voor 't gansche
Volk.
«Ga je mee, Van der Leun?*
De aangesprokene kijkt weifelend op, hij
hoort maar half en weet niet dadelijk wat
hij doen zal.
«Waarheen?* vraagt hij aarzelend.
Slavevoorde is een goed kameraad. Ze
komen uit dezelfde streek en hebben keel-
wat gemeenschappelijke kennissen. Ze ken
nen elkaar al van vroeger, van de «ring-
vergaderingen*, waar Van der Leun zel
den miste en Slavevoorde een gevreesd
debater was
Nu heeft hen sinds eenige dagen de oor
logstoestand uit hun landstreek en uit hun
werk gerukt, samen kwamen ze hier aan
om onder de «landweer* hun vaderland te
dienen en van den eersten avond af gingen
ze samen.
's Zondags samen naar de kerk.
's Middags wandelden ze wat rond en
's avonds waren ze in den regel in de
groote consistorie, die tijdelijk tot «militair
tehuis* was ingericht.
Maar nu weet Van der Leun niet of
ie niet liever voor één keer alleen ^aat
de post bracht hem daarstraks een langen
brief van thuis, van zijn vrouw en die
wou ie nog wel eens rustig overlezen en
herlezen 't ia al wat ie nu heeft van
huis, hier in de verre, vreemde stad
Daarom vraagt hij: Waarheen?
»Kom«, zegt Slavevoorde, die wel raadt
waar de schoen wringt, „ik wou wat wan
delen buiten om. Onder de drie eiken is 't
een rustig zitje en daar zal nu haast nie
mand zijn 'k Heb ook m'n brief ge
kregen, kerel! en dan loop ik ook niet
graag in de herrie van de stadl* En hij
slaat den ander vriendelijk op den schou
der, met een oolijke tinteling in de oogen
van ons-kent-ens.
Van der Leun is nu dadelijk bereid.
«Jij bent niet getrouwd*, zegt hij, 't stof
van zijn schoenen slaand.
«Met mij is 't nog erger*, antwoordt
Slavevoorde lachend. «Wij zouën trouwen,
direct na den korenbouw ja, ik heb
't je nog niet verteld, want er komt nu
toch niets van en wat helpt het of ik me
er „naar" om maak; ik kan er toch niet
als een jonge meid om gaan grienen! We
hadden de bulletjes al gekocht en het huisje
was gehuurd. «Opkomen 1" zegt Hare
Majesteit; daar sta je, in plaats van naar
't stadhuis naar de kazerne. Niks aan te
doen, manl En Klaar zou wachten, al
moest het ook een tachtigjarige oorlog
worden, zei ze maar zoolang hou
den de mogendheden het, hoop ik, niet uit.
Maar kom, stappen we op?"
Langzaam loopen ze 't stedeken uit.
Buiten snuiven ze de frissche lucht op.
't Zijn echte buitenmenschen, zij alle twee,
'n Gansche dag in stad, dan gonst en
bromt het 's avonds in hun hoofd de
nagalm van al de vreemde stadsgeluiden,
die hun hersens te verwerken kregen.
Maar hier buiten is 't beter.
Er bast een hond, er kakelt een kip,
er kijft een vrouwmensch, er knarst een
zwengel maar het is niet de men-*
geling van wangeluiden uit stad; elk ge
luid is hier afzonderlijk te bepalen en zij
hooren het als een oude bekende, die even
roept.
Bij de drie eiken is 't stil.
Rustig zitten ze aan den berm in 't gras.
elk tegen een reuzenboom geleund, ver
kijkend over de wijde velden, duidelijk
hooren ze een half uur weg de klingelbel
van 't bootje, ginds ver in de vaart.
Van der Leun herleest z'n brief.
Zoo half van z'n makker afgewend, heeft
hij er pas den rechten smaak van. 'n Ander
hoeft niet te zien hoe hij den brief met z'n
oogen verslindt. Hier heeft 't geen nood,
dat 'n plaaggeest 'm over den schouder
kijkt en gnuift over de «dikke hanepooten„
van z'n «lief*. En hier hoeft hij niet bang
te zijn, dat 'n spottig woord vallen zil,
als zijn gelaat wat sterk reageert op wat-ie
leest: dat is nu eenmaal zoo altijd met 'm
geweest, op z'n aangezicht teekent zich
maar al te duidt lijk af, wat-ie hoort en
ziet en overdenkt.
Stil leest hij z'n brief door.
'n Gansche opsomming van huiselijke
dingzigheden, voor 'n ander de moeite van
't noemen niet waard, voor hem belangrijk
genoeg om ze bij herhaling te herlezen, als
het dagrapport uit zijn klein koninkrijkje,
waar hij souverein vorst is en zijn vrouw
de eerste na hem.
Klaasje heeft eindelijk 'r eerste kies
gekregen en is nu heel wat rustiger. Alleen
kraait ze gedurig „Pa!" en zoekt dan met
vragend oog den ganschen kameromtrek af.
Vindt ze dan niets, dan schudt ze in 't
eind heftig van neen! en grijpt gelaten
naar 't speelgoed, om 't gestaakte spel
voort te zetten.
De twee ouderen spelen soldaatje met
de jongens uit de buurt en dan wil hun
Geert steeds „kapitein" zijn. „Jullie vader
is thuis I" pocht hij dan parmantig, «maar
de mijne is weg; de Koningin heeft 'm
laten roepen!*
Over de zaak moet hij zich maar ni.
bekommeren: dat loopt wel los.
't Is nu toch de slappe tijd en do kwin
ten zijn erg inschikkelijk, nu ze weten dat
de baas moest „opkomen*.
En Arie, 't knechtje, ai is-ie pas zestien
jaar, doet z'n best als 'n kérel, van 's mor
gens vroeg tot donker toe: «Je moet 'm
maar es 'n brief schrijven, dat houdt er
den moed wat in en als je thuiskomt,
moeten we 'm maar es wat extra koopen.
k Heb 'm Zaterdag 'n gulden óver gegeven,
hij had 't dubbel Verdiend en z'n moeder
kan 't gebruiken."
Zoo ging de brief voort.
Acht dichte kantjes vol.
Maar aan 'teind had de dappere vrouwe
moeder 't hoofd toch even laten hangen en
geklaagd, dat 't nu zoo stil was om 'r
heen, dat doove Styn de buurvrouw haar
uit goedigheid zoo schrikkelijk verveelde
met 'n uitgezochte serie jammerklachten,
die ze „gaan* liet als 't zandstraaltje bij 't
eierkoken, dat de leveranciers lastig
werden en alles dadelijk betaald wouën
zien gelukkig dat vader Van der
Leun „bijsprong" als 't noodig was
dat het 's avonds zoo ongezellig was in 't
oude holle huis
Van der Leun bijt op z'n knevel,
j Er kruipt 'm iets in de keel.
Maar aan 't eind vat gelukkig het
pientere wijfken weer moed 1 Zoovelen heb
ben 't erger dan zij, zitten zonder werk,
raken straks in broodsnood. Zij hebben
nog wat ze behoeven, zij zijn nog gezond,
't vaderland verkeert nog in vrede
en; „God zal zorgen!"
Zoo eindigde de lange brief.
En als de landweerman er ds vouwen
weer langzaam inlegt en 'm wegbergt,
klinkt het ook in zijn hart na als een
bemoediging vanboven: «God zal zorgen
UITKIJK.
Wat zijn de beste Eetaardappelen?
(Slot).
Het 6e proefveld met eetaardappelen in de
prov. Gelderland was te Nijkerk. Ook hier
werden vergeleken de nieuwe soorten: Roo-
de Star, Frisius, Eigenheimers en De Wet
met eigen soort, Zeeuwsche blauwen. No. 1
was de Roode Star, No. 2 de Eigenheimer,
n.I.:
R. S. 23100 K.G. gr. en poters, 7500 K.G.
kleine, totaal 30600 K.G.,
Eigenh. 21800 K.G. gr. en poters, 6700 K.G.
kleine, totaal 28500 K.G.
Eigen soort kwam ver achter met een to
taal van 21400 K.G.
7. Proef te Herveld. Hier werden acht
soorten vergeleken met de volgende uitkom
sten:
poters kleinen totaal
Munsterschen 4 VIII 19300 1700 21000
De Wet 8 IX20000 2000 22000
Groninger Kroon 6 VI 18700 2000 20700
Bravo 5XVII16000 2500 18500
Pionier 2 X13700 1900 15600
Animo 3 XII17500 3700 21200
Frisius 2 XII16900 2250 18950
Eigenheimer II13700 1900 15600
De Wet was hier dus No. 1deze soort
leverde de meeste groote knollen en het groot
ste totaal; daarop volgden de Munsterschen.
Overzien we den uitslag op de 7 velden,
dan blijkt, dat de Eigenheimer op 3 daarvan
No. 1 was en op 2 velden No. 2; de Roode
Star stond eveneens op 3 velden bovenaan,
en was No. 2 op 1 veld; de Frisius was No.
2 op 4 velden.
De Eigenheimer handhaafde dus haar ou
den roem.
In het Verslag van het zevende proefveld
wordt nog vermeld, dat geen of weinig ziek
te werd waargenomen, terwijl de smaak der
verschillende soortengoed, zeer goed
of best wordt genoemd.
l