voor de Zuidliollandsclie en Zeeuwselie Eilanden. Woensdag 27 Mei 1914 Antirevolutionair 29ste Jaargang INT. 1975. Orgaan IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN. Taima en Treub. BUITENLAND. BINNENLAND. ■NV Deze Courant veraehijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Gent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. nummers 5 Cent. SOMMELSD1JK. Alle sftifcteesi voor de üedaietls bestemd, Advertentlëie eo verdere Administratie franco toe te «eiaden aan den tJitarewe ÜITÖSVICK Teiefooa IitercoMu. lo. 3. Advertenties 10 cant per i«gei on 5.m&ax. Keoiaanc^ SU per regel. Boekaankondiging i Gent per regei en maai. Pienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Gent per plaatsing. Proote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij besiaa» AdY«rtentiën worden ingewaoht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 1° Alle verandering is nog geen verbetering, niet waar? Dat ondervinden we allen wel eens in 't leven. Of 't bv. zoo'n groote verbetering is, dat we nu Treub hebben als Minister van Land bouw, Handel en Nijverheid in de plaats van Talma We gelooven er niets van. Wat Min. Treub tot nu toe van zich heeft doen hooren, valt dan bitter tegen. "En men had zoo groote verwachtingen van hem. «Treub zal 't wel klaar spelendacht men. Maar daar kwam zijn eerste proeve, z'n ouderdomswet. Van alle kanten tegelijk, zoowel van rechts als van links, brak 't verzet los. Het soc. dem. dagblad «Het Volk*, een bevriend blad van dit ministerie, noemde 't rondweg gemorrel. 't Is krasMaar o. i. volkomen juist. En toch is Treub een knappe man. Vroeger professor aan de Amsterdam- sche Universiteit. Door vriend en vijand geacht om zijn groote geleerdheid. Een man uit één stuk. Dat erkende iedereen althans vóór de ongelukkige verkiezingen van 1913. Daarna gaat het niet meer zoo gemak kelijk, om dat te zeggen. Daar is de minister zelf de schuld van. Verbeeld je maar eens! Min. Treub was vroeger jaren altijd de krachtige verdediger van de sociale verze kering. Hij schreef ter aanbeveling daarvan in 1906 zelfs een mooi boekje: Over sociale verzekering. Toen min. Talma zijn ontwerpen voor de Invaliditeit- en Ouderdoms-verzekering zat te maken, had hij stellig onder andere boeken ook dit boekje van Treub naast zich liggen, om het te raadplegen. Wanneer ge dan ook de wet-Talma ver gelijkt met Treub's brochure, dan vindt ge haast overal overeenstemming Er was natuurlijk wel eenig verschil, maar toch heusch niet zoo heel veel. Talma zal wel gedacht hebbenals mijn wet eenmaal in bohandeling komt, zal Treub me zeker helpen. Mis, Treub had op eens zooveel bezwa ren, dat hij glad tegen stemde. Er was haast geen draad goed aan de heele wet, stellig omdat ze van Talma kwam. En daarom: tegen. Was Treub dan misschien voorstander van Staatspensioen geworden? 0, neen, geen sprake van. Daar moest hij niets van weten. Staatspensioen Slechter stelsel is niet te denken. Dat maakt de menschen maar zorgeloos en doet hen vergeten, dat ze in de kracht van hun leven voor de nooden van den ouden dag iets hebben weg te leggen. Staatspensioen Dat geeft de oudjes over aan de be deeling 1 Dat is het stelsel der wanhoop. Zoo sprak Treub nog in 't najaar van 1912. En iemand, die zoo spreekt, moet toch wel een heel fel tegenstander van 't Staats pensioen zijn. Ja, dat zoudt ge zoo denken. Maar kunt U dan begrijpen, hoe zoo'n man, eenmaal minister geworden, ons thans vóór durft leggen een wetsvoorstel, dat niets meer of minder inhoudt dan invoering van het steeds door hem in de felste be woordingen afgekeurde Staatspensioen? 't Is ons, we willen het eerlijk bekennen nog steeds volkomen onbegrijpelijk. We snappen het niet. Vat gij het? Onwillekeurig denkt ge, als je zoo iets hoort, aan een draaitol, aan een malle molen of zoo iets. Zoo zie je het van voren, en zoo van achteren. Maar 't ia ondenkbaar van een man als min. Treub, dat hij ter wille van eeu ministersportefeuille (en heusch geen lichte, die je gemakkelijk dragen kan) van over tuiging zou gaan veranderen. Wij denken daar dan ook niet aan. En zelf doet hij al 't mogelijke, om toch maar te doen gelooven, dat hij nog steeds onverzwakt voorstander van de verzeker ing is en nog steeds overtuigd is van de hoogst nadeelige gevolgen voor het karakter van ons volk die uit de invoering van het Staatspensioen voortvloeien. Maar wat 'n wanhopige positie dan toch De man, die innig overtuigd is van het verderfelijke van Staatspensioenziet zich door een z.g. «samenloop van omstandig heden gedrongen, U dat verderfelijke aan te bieden? Zoudt ge zulk 'n rol willen spelen? Wij niet. Maar natuurlijk, de minister zal er zijn wijze redenen wel voor hebben. Daar is hij net de man voor. Wat die redenen dan zijn Ja, dat is niet in één woord te zeggen Want de verklaring, die de minister van zijn optreden gaf, is zoo diepzinnig dat een gewoon mensch er eenvoudig paf van staat. Maar een weinigje moet ge er toch van weten. De Minister zegt, dat er al staatspensi oen is. Wat Staatspensioen? Hoe is'tmogelijk Ja de Minister zegt het en ons dunkt, als een minister het zegt, dan zal het wel waar zijn. Waar? Geen sprake van. Hoe komt de minister daar aan? Wel, kijk, we hebben zooals ge weet in Juni 1918 gekregen de Invaliditeits- en Ouderdomswet van Talma. Straks komt die wet in werking. En dan moeten alle verzekeringsplichtige arbeiders een kleine premie betalen, de bazen leggen er wat op en de Staat helpt ook een handje, en daardoor krijgen dan de arbeiders als ze bij verval van krachten invalide worden een invaliditeitsrente en als ze de 70 jaren bereiken, een aardige ouderdomsrente, die bij flinke loonen wel tegen de 6 gulden hoog worden kan. Een niet te versmaden weekgeldje. Maar natuurlijk, daar moet eeuige jaren voor gestort worden, wat we zoolang we gezond zijn, gaarne doen. De eerste jaren zullen er dus 70-jarigen zijn, die geen premie konden betalen en daarom ook rechtens geen rente kunnen ontvangen. Dat vond min. Talma onbillijk en daarom stelde hij voor. dat deze menschen die geen premie konden betalen, omdat de wet er nog niet was, toch een kleine rente van 2 gld. zouden ontvangen En waar nu de wet eerst nog eeDigen tijd buiten werking moet blijven, omdat er nog zooveel vooraf te regelen valt, daar scheen er niets op tegen, om aan deze ouden van dagen zoo spoedig mogelijk, en wel vanaf 1 Dec. 1913, de rente uit te keeren. Heeft die rente nu iets ook maar met Staatspensioen te maken? Immers neen! Waut als straks de wet in werking treedt, houdt het geven van de rente zonder premiebetaling vanzelf op. Doch voor den minister was 't eeu mooie aanleiding om te kunnen zeggen: Zie je wel, dat we eigenlijk in beginsel ai Staats pensioen hebben? En of wij hem nu al trachten te over tuigen van het tegendeel, 't helpt ons niets. De minister is als een kinddie zich wat in 't hoofd heeft gehaald en hoe ge ook praat, ge praat het er niet meer uit. Ge put u uit, om hem aan 't verstand te brengen, dat er nog geen sprake is vau Staatspensioen en dat hij, als overtuigd voorstander van verzekering, rustig voort kau gaan met de invoering van de ver zekeringswetten, 't baat alles niets. Hij houdt maar vol: Er is Staatspen sioen en 't eenige wat ik er nog aan doen kan, is de sleohte Staatspensioneering die we nu hebben, goed te maken. Ooedl Hoort ge 't? 't Ontwerp-Treub is al ingediend, we weten dus nu wat min, Treub goed noemt. 'i la me er naar1 Alleen de oud-liberale «Nieuwe Courant* is nog al voldaan, niet zoo heel erg, maar dan toch nog een beetje. Overigens is bijna de geh<ele perszoo wel van rechts als van links, zeer slecht te spreken. Is dat nu een wet! Wat 'n gemorrel. En dan, wat nog komen moet! Want min. Treub wil zoo wat alle wet ten van Talma den hals omdraaien. Daar mee zou ook vervallen de rechtszekerheid, die onze arbeiders nu reeds genieten, dat over 3 jaar hun invaliditeits- en ouder domsrente vast staat. Maar dat zal niet gebeuren! We helpen het U wenschen, hoor! Als één man moeten we opkomen voor de onmiddellijke invoering van Talma's uitnemende sociale wetten. Het schoone beginsel, dat wij zelf zoo veel mogelijk hebben te zorgen voor den tijd dat we niet meer kunnen werken, ge ven wij nimmer prijs, omdat we gelooven dat het in overeenstemming is met Gods Woord. En in geen geval aanvaarden wij zonder hardnekkigen tegenstand het booze beginsel, alsof de Staat, en niet wij zelf voor onzen ouden dag hadden te zorgen. En daarom maken we korte metten met 't ontwerp-Treub. 't Deugt niet. 't Zou voor ons volk een ramp zijn, indien het aangenomen werd. Mogen onze Staten-Generaal die ramp nog van ons volk afwenden, door man moedig zich te verzetten tegen de staats- bedeeling van Treub en door onverdroten te blijven eischen: onmiddellijke invoering der Invaliditeits- en Ouderdomswet van Talma. (Prop Blaadje.) ENGELAND. De Home Rule Bill in derde lezing. Zit ting van het Lagerhuis. Reeds het begin der debatten in derde lezing over de Home Rule Bill kenmerkte zich door stormachtige too- neelen welke hun hoogtepunt bereikten in de verdaging van het Huis door den spre ker, naar aanleiding van de onophoudelijke wanorde. DUITSCHLAND. De Duitsche Rijksdag gesloten. Een inci dent. Op 20 Mei, werd de zitting van den Rijksdag door een keizerlijke boodschap ge sloten. Toen president Kampf een „Hoch" op den keizer uitbracht stemden de leden der burgerlijke partijen daarmede in. De so ciaal-democraten echter, die anders gewoon zijn de zaal te verlaten, bleven ditmaal op hun plaats zitten. Kampt drukte hierover on der een stormachtigen bijval der burgerlijke partijen, zijn leedwezen uit. Geroep van de sociaal-democraten„Dat is onze zaak!" Hierop volgde groot rumoer, waarop Kampf onder levendige bijvalsbetuigingen der bur gerlijke partijen zegt: „Wij geven door het opstaan van onze zetels uiting aan het ge voel van achting, dat elke Duitscher aan zijn keizer verschuldigd is". ALBANIË. De arrestatie van Essad pasja. De arres tatie en verbanning van Essad-pasja wordt in de internationale pers zeer verschillend beoordeeld. Wij laten hier aan eenige bladen het woord De „Berliner Lokal Anzeiger" schrijit: De arrestatie van Essad-pasja toond aan hoezeer de toestand in Albanië kritiek is geworden. Men kan niet zeggen, welke wending de gebeurtenissen zullen nemen. De ontscheping van Oostenrijksch-Hon- gaarsche en Italiaansche troepen bewijst, dat men vrees koesterde voor de veiligheid van vorst Wilhelm. Intusschen is er alle reden om te gelooven, dat de Oostenrijk- sche en Italiaansche wapenen voldoende zullen zijn, om het leven van den vorst te beschermen. De „Börsen Kurier" zegt Het is te danken aan de waakzaamheid der Nederlandsche officieren, dat men Es sad-pasja zoo spoedig heeft kennen arres teeren. Ofschoon men mag hopen, dat de revolutie door deze arrestatie is onder drukt, bewijzen de gebeurtenissen van Dins dag hoezeer men in Albanië op zijn hoede moet zijn. Het verraad van zijn minister van Oorlog is voor vorst Wilhelm een be wijs, dat hij niet op een spoedig succes kan rekenen en dat hij den troon van Al banië slechts kan overmeesteren door een gevecht op leven en dood. De „Vossische Zeitung" schrijft over de aanleiding der revolutie het volgende Essad-pasja had aan de Albaansche Mo hammedanen beloofd, dat een Mohamme daan den Albaanschen troon zou bestijgen Het land heeft deze belofte niet vergeten en verlangde, dat Essad-pasja zijn eed zou houden. Dat is de eenige reden, die men kan vinden voor het complot van Essad- pasja tegen vorst Wilhelm. De vorst was een gevangene van zijn minister en kon niets ondernemen, tot niets besluiten, zon der diens goedkeuring. Thans heeft de vorst zijn handen vrij en kan hij toonen wat hij vermag. De „Kreuzzeitung" zegt De gebeurtenissen te Durazzo bewijzen dat vorst Wilhelm, om zoo te spreken niets kan doen zonder hulp van Oostenrijk-Hon- garije en Italië. AFRIKA. De Franschen in Marokko. Kolonel Pierran heeft een aanval gedaan op het dorp Markat welks inwoners verdreven werden. De opstand in Portugeesch Congo. Vol gens een correspondentie aan de „Tribune Congolaise", duurt in Portugeesch Congo, in de buurt van San Salvador, de opstand nog steeds voort. Tegen het eind van April vielen'inlanders een dorp bij Nokki aan doodden 18 Portu- geezen en verwondden er een dertigtal. Een kannonneerboot bombardeerde de dorpen, waardoor eenige vrouwen en kinderen ge dood werden. Men verwacht versterkingen. AMERIKA. MEXICO EN DE VER. STATEN. De vredesconferenties te Niagara Falls. Woensdagnamiddag is te Niagara Falls de conferentie van de vertegenwoordigers van de Vereenigde Staten, Mexico en den A. B. C.-bond (Argentinië, Brazilië en Chili) offi cieel geopend. Des morgens waren deMexi- caansche gedelegeerden, senores Rabasa, Ro- doguez en Elguero, in het Clifton-hotel, waar de conferentie zou plaats vinden aangeko men. De twee eerstgenoemde heeren schij nen op een langdurig verblijf te Niagara Falls te rekenen. Zij hadden ten minste hun fami lies en een aantal bedienden met zich me degebracht. Hoe lang de besprekingen echter zullen duren, is natuurlijk moeilijk te zeggen. Som mige gedelegeerden beweren, dat de confe rentie over twee weken afgeloopen zal zijn, en andere over twee maanden, de verstan digste wagen zich echter niet aan een voor spelling. Het Panama-kanaal. Een sleepboot met vijf geladen vrachtschepen is Maandag de sluizen van Miraflores en Pedro Miguel en de Culebra-doorgraving doorgevaren. Dit is het begin geweest van een geregelden sleep dienst door het kanaal. 26ste Jaarvergadering van den Nederland- schen Bond van Jongelingsvereenigingen op Gereformeerden Grondslag. Bondsdag te Amsterdam. Reeds Woensdagavond waren tal van af* gevaardigden uit de meer afgelegen plaatsen van ons land in het Gebouw voor den Wer kenden stand saamgekomen, waar hun door de Regelingscommissie en de Amsterdainsche Vereenigingen een gezelligen en aangenamen avond bereid was. Dondciüagmorgen was het druk op straat, zelfs voor Amsterdam. Vooral toen de extra- treinen uit Friesland, Overijsei en Zuid Hol land aan Centraal en Weesperpoortstation aankwamen, stroomden Nederlands Calvinis tische Jongelingen de hoofdstad binnen. Tal van extra-trams stonden gereed om hen in den kortst mogelijken tijd naar het Concert gebouw in de Van Baerlestraat te brengen. Tegen tienen is de groote zaal dan ook gevuld tot den nok, zoodat geen plaats meer overbleef. In een opgewekte stemming wordt gewacht op het binnenkomen van het Bondsbestuur, dat zich klokslag tien uur, met den reeds grijzenden Voorzitter aan het hoofd, vertoont en met daverende toejuichingen begroet wordt. Als gewoonlijk wordt de vergadering ge opend met het zingen van het Bondslied, bij beurte door Vergadering en zangkoor. Na voorlezing van het Hemelsvaartsevan- gelie, houdt de Bondsvoorzitter Ds. J. E. Vonkenberg van Zwijndrecht zijn openings rede. Na te hebben gewezen op de vraag der zwakheid in Handelingen 1 6, wordt de aandacht bepaald bij het versterkend ant woord in Handelingen 1 8a. Uit de schat des Woords wordt aangetoond hoe roerend fee der die trek is om het zwakke te sterken. Het bestaan van zwakken en sterken is Gods bestel. Ongelijkheid is reeds Scheppingsor dinantie. Ze wordt teruggevonden in Gods kerk op aarde en zelfs in het rijk der heer lijkheid niet gemist. Spijt den Methodist, er is in het werk ods niets fabrieksmatigs, 't Gaat ai naai aen re gel Zijner verkiezing. Niemand verwondere zich, a,s hij de on gelijkheid van zwakken en sterken uuk, aan treft onder, de Prov. Atdeeiingen ae ringen, de aangesloten Vereeningen. En in de ver eenigingen ook weer onder hare leden. Nu wordt de zwakke in het Verenigings leven ten voeten uit en waarlijk naar het leven geschilderd. Maar tegelijk krijgen wij gelegenheid, in dien zwakke „Zwijgstra" wordt hij genoemd eigenschappen op te merken die ons tot dusverre ontgingen.! We wisten niet, dat van „zwijgstra" zoo veel goeds te zeggen viel. Maar daarna is de roeping van de sterken in betrekking tot de zwakken bloot gelegd, intellectualistische hooghartigheid gegeeseld, het schoon der zelfverloochening aangeprezen, het hooge ideaal „den zwakke sterken" gecelebreerd en der vergadering, neen geen „Catalogus voor dienstbetoon" maar wel een reeks van wer ken gegeven en van middelen aangeprezen, die ^tot sterking van de zwakken konden dienen. Ten slotte wordt de vraag naar de drang rede tot het jagen naar dit wit gesteld en beantwoord. Opwekkende kracht ligt er on getwijfeld in het exempel, door tal van groo te mannen gegeven, die ons zwakker Chris tenvolk dienden met wat hun was gegeven, in dagen toen dat volk in zijn smaad en verguizing scheen te zieltogen, maar de groote heerlijke drangrede wordt pas gekend als wij hem kennen, die een gemeenschap met het zwakke heeft aangegaan, die Hij hoe, ook daartoe verzocht, nimmer heeft willen breken, die, schoon tot het einde Zijns le vens, ja tot in de ure der Hemelvaart toe worstelend met de hardnekkige misverstanden van Zijn zwakke discipelen, voortging en voortgaat met het woord Zijner belofte en met de daad der vervulling de sterkte te vermeerderen dien die geen krachten hebben. Namens den Bond wordt aan H. M. de Koningin het volgende telegram gezonden De Ned. Bond van J.V. op Geref. Grond slag in Jaarvergadering bijeen te Amsterdam in het Concertgebouw, biedt Uwe Majesteit aan de betuiging van onderdanigheid en na tionale trouw en bidt U bij Uwe hoogej roe ping Gods zegen toe. Ds. Vonkenberg, Voorzitter. Aan ons Eerelid Dr. A. Kuiper, Minister van Staat, te 's-Gravenhage: De Ned. Bond van Jong. Vereen, op Ger. Grondslag in Jaarvergadering bijeen te Am sterdam in het Concertgebouw, gedenkend in al zijne vergaderingen met dankbaarheid en eerbied aan wat hij U verplicht is, bidt U bij den voortduur de kracht des Heiligen Geestes toe. Ds. Vonkenberg, Voorzitter. Door den Secretaris van het Uitvoerend Comité van het Zilveren Jubeleum, den heer J. Wijnbeek van Zwolle,-wordt meegedeeld, dat het Gedenkboek verschenen is. De afgevaardigde van den Ned. Mil. Bond, Ds. Groote brengt de groeten van zijn Bond over en spreekt zijn dankbaarheid uit voor de vele bewijzen van steun van de zijde der Gereformeerde Jongelingen ontvangen voor de instandhouding der Militaire Tehuizen. Door den heer Korteweg uit Hilversum wordt namens zijn mede-commissieleden rap port uitgebracht over de administratie van den Bondspenningmeester en wordt voor gesteld den Penningmeester voor zijn ge houden beheer te déchargeeren. Alzoo won besloten. aar Dr. Wielenga van Amsterdam, afgevaa ie, digde der Geref. Kerk, brengt in enkele we ->p gekozen woorden de gelukwenschen van Am v sterdams Geref. Kerk aan den Bond. Thans worden enkele huishoudelijke zaken behandelt. O.m. wordt besloten in 1915 den Bondsdag te Zwolle te houden. Daarna wordt de Morgenvergadering ge sloten. In de pauze heerscht in den tuin van het Concertgebouw een gezellige drukte. Precies te 2 juur wordt de Middagverga dering geopend met het zingen van Ps. 75: 1, 4 en 6. Daarna krijgt de WelEerw. Heer Ds. Fer- werda van Amsterdam het woord om zijn' referaat uit te spreken over: „De beteekenis van het Gereformeerd beginsel voor het gees telijk peil onzer J.V. en harer leden". Hij deed dit aan de hand van een twaalftal stel lingen. In zijne inleiding legt spreker vooral den

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1914 | | pagina 1