Zaterdag 21 Februari 1014.
28sle Jaargang N". 1948.
2
Antirevolutionair
Orgaan
voor «Ie Zuidhollandsrlie en Zeeuwsche Eilanden.
Tweede Blad.
IN HOC SIGNO VINCES
Drie Bladen.
UITGKVÏB
W. BOEKHOVEN.
SOMMELSD1JK.
.411e sSufcfeeis voor die Redactie bestemd, Advertenfiêo en verdere Administratie franc© f®e te aendee aan degg Uitgever
Officieel Gedeelte.
OP BEN UITRUK.
Plaatselijk Meuws.
Oase Courant verschijnt eiken Woensdag ea Saterdag.
Abonnesaeatsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cemt.
Buitenland bij TOOrnitbetaling f 4,50 per jaar,
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
felefooB IatercoKB. No. 8.
I Adrertentiëss Ï.O eentper i-sgel en Reciaiaes 20 per regel,
j Boekaankondiging 1 Cent per regel as 4/i isaaL
I Rienstaanrrsgen sa Dienstaanbiedingen 60 Cant per plaatsing.
10-roote letters ®n vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentie» worden ingewacht tot Dinsdag- en Yr ij dagmorgen 10 uur.
Dit nummer bestaat uit
JACIIT.
De COMMISSARIS DER KONINGIN in
de Provincie Zuid-Holland,
Gezien het besluit van Gedeputeerde
Staten dier provincie dd. 10 Februari 1914,
no. 40;
Gelet op art. 11 der Wet van 13 Juni
1857 (Staatsblad no, 87);
Brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat bij voormeld besluit door Gedeputeerde
Staten is bepaald:
lo. dat het schieten, alsmede het vangen
van eenden en duikers, vallende onder
art. 15f en h der Wet van 13 Juni
1857 (Staatsblad no. 87), wordt ge-
gesloten op Zaterdag 28 Februari
aanstaande
2o. dat de uitoefening der jacht op wa
terwild, voor zoover die niet begrepen
is onder de voorafgaande bepaling,
wordt gesloten op Zaterdag 14 Maart
aanstaande
3o. dat de uitoefening van het weispel
van kwartelen met steekgaren of vlieg
net (art. 15, la e der bovengenoemde
wet) is toegelaten van 22 April aan
staande tot en met 27 Juni daar
aanvolgende, doch dat het vliegnet
in geen geval tot het tirasseeren van
kwartelen mag worden gebruikt;
4o, dat de kooilieden hunne kooieenden
in dit jaar moeten opsluiten of ophok-
ken van 1 Juli tot de opening der
jacht op waterwild.
Deze kennisgeving zal, in plano gedrukt,
worden afgekondigd en aangeplakt waar
zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in
het Provinciaal Blad en in de Nederlandsche
Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 12 Februari 1914.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
SWEERTS.
't Is er een bekoorlijk plekje.
Ver van 't grootste-stads-gewoel, aan
den voet der duinen, waar de bosschen
ruischen en in de verte de zee druischt,
daar ligt Bergen.
't Dorp Bergen in N.Holland.
En op een van de liefste en rustigste
plekjes onder 't gelui van Bergen's dorps
klok, daar heeft een dichter zich zijn lande
lijke woning gekozen, waar hij werken en
peinzen, mijmeren en arbeiden kaD.
't Is geen man >van ons*.
Het is een van de jongere dichters,
die met volle overtuiging gekozen heeft
voor het socialisme en nu ook zijn dicht-
kracht heeft gesteld in dienst van wat zijn
leven geworden is: de zegepraal van het
socialistische idee.
Zulke mannen zijn goud waard voor de
richting, die zij dienen. Denk aan den on
bekende, die vóór eeuwen ons calvinistisch
volk bezielde door het Wilhelmus®denk
aan den dichter van de Marseillaise* en
ge geelt toe, dat de inhoud van zulke
verzen zich na vele geslachten nog ge
voelen doet.
Hier te Bergen woont de nog jeugdige
Adama van Scheltema.
Hij zal wel nooit in de Kamer komen
en ook nooit een staking leiden hij kluist
zoowat, maar hij denkt en dicht,
'n Dichter is 'n man appart.
In 't gewone leven soms zeer onprak-
tich op 't onbruikbare af; soms lastig
of onberekenbaarvergeetachtig, zonderling,
onbegrijpelijk. maar:'n dichter. Die
duikt tot den bodem of steigert tot de
wolken die raadt en proeft en tast, wat
'n ander onbekend isdie 't verband der
dingen ziet en dieper doordringt in den
grooten strijd der geesten, dan dit anderen
gegeven is.
Maar laat ik terugkeeren.
Kort geleden kreeg de genoemde dich
ter bezoek van een journalist, die hem 't
een en ander uit zijn levensgeschiedenis
kwam afvragen, om dat na te vertellen in
de bekende »Groene« Amsterdammer.
Veel daarvan Iaat ik rusten.
Het is van persoonlijk of letterkundig
belang en doet hier geen nut.
Maar op een bizonderheid, die mij zeer
trof moet ik ditmaal eens alle aandacht
vereenigen in den mond van'dezen dichter
ligt er zooveel leering in
De ondervrager, de heer E. d'Oliveira
had hem ten slotte de vraag gesteld, hoe
hij nu wel in zijn leven tot het socialisme
gekomen was en daarop heeft de dichter een
duidelijk leerrijk antwoord gegeven, 'k
Weet niet beter te doen dan het hier woorde
lijk over te nemen 't is het lezen en over
denken waard
»Ik was de leegte gaan voelen van
wat mijn vroeger leven had geënthou
siasmeerd, Ik wist ook wel dat het mij in
mijn leven nooit houvast had gegeven.
En dat Had ik altijd heel sterk gehad:
de behoefte aan houvast. Ik vind het
leven onmogelijk, wanneer je niet een
overtuiging hebt, die je het leven naar
zeker bestek laat zien, Dat is voor mij,
eerlijk gezegd, de grondfaktor van het
socialismehet hebben van een levens
beschouwing. De menschen, die komen
tot het socialisme uit medelijden met de
arbeiders, dat is voor mij niet het ware
neen, je moet er komen van den
(anderen) kant, wat neerkomt op een
behoefte aan een wereldbeschouwing,
die je bevredigt met het leven, die je
het leven naar vaste lijnen leert zien
Zie, daar gaan in onze dagen tal van
werf-agenten uit, om zielen te winnen voor
het socialisme. Ja, daar zijn van die won
derlijke optimisten onder hen, die van
meenrng zijn, dat ze straks, als eenmaal
de schoolkwestie opgelost is, met onze
christelijke arbeiders vrij spel hebben en
ze met een zucht en een kuch tot fijne
sociaaldemocraten zullen maken.
Hun dichter zegt het anders.
Hij ziet de waarheid der dingen
Neen, zegt hijHet socialisme is niet
een partij, of 'n stelsel. Het is veel meer
het is een geheele levensbeschouwing.
Men is niet socialist met z'n hoofd, of met
z'n mond, of met z'n maag, maar met z'n
hart.
Het is een ^geloof*.
Het geeft een oplossing van 's levens
raadselenhet bevredigt met het leven
't doet het leven naar vaste lijnen zien
het geeft houvast lees maar weer na,
wat de helderziende dchter ervan zegtl
Een kostelijke bekentenis 1
Want wat volgt daaruit?
Dat een iegelijk, die een andere »levens-
beschouwing« heefteen ander »geloof«
die andere »vaste lijnen« getrokken heeft
die een ander ^houvast* kentdie een
ander »bestel« kentdie door Gods genade
een andere ^wereldbeschouwing* kreeg,
ook onmogelijk socialist kan zijn.
Zoo nu is het met den christen.
'Lijn levens- en wereldbeschouwing lig
gen vast in de belijdenis vaD >God den
Vader, den Almachtige, Schepper des he
mels en der aarde, die nog alle dingen
door zijn kracht onderhoudt en regeert*.
Zijn vaste lijnen* zijn de draden, die
uitgaan van den Raad zijns Gods.
Zijn »houvast< is Gods genadige ver
kiezing, die hem, hoe arm ook naar de
wereld, erfgenaam maakt van Gods konin
krijk,
't »Bestel«, dat hij kent, is dat van
den Christus, die over alles regeert.
Zijn ^wereldbeschouwing* loopt niet
uit op een socialistisch vrederijk, maar op
de ^Voleinding*, die de nieuwe aarde brengt
onder den nieuwen hemel.
Het is alles anders
En nu kan ik best begrijpen, dat de
man, die dit zaligmakend geloof niet kent,
in het socialisme z'n ^houvast* vindt.
Maar wat ik niet begrijpen kan is, dat
er socialisten zijn, die werkelijk meenen,
dat ze door 't lokaas van een dikkere bo
terham of een gulden méér pensioen en al
zulke middelen, tienduizenden arbeiders het
hartzaWen kunnen veranderen en tot socialis
ten maken.
Een enkeling, jazal gaan.
Enka is er een voorbeeld van.
Maar hun eigen dichter getuigt tegen
hen en moet het hun herinneren, wat het
socialisme eigenlijk is.
't Is geen optelsom van artikelen op
een of ander strijdprogram 1
Het is een levens- en wereldbeschouwing,
die spreekt van hart tot hart, maar die kan
ook met een gansch andere levens- en
wereldbeschouwing in onverzoenlijken strijd
is.
Dat heeft die dichter gevoeld.
Dat heeft hij gezegd.
Daar ligt de bodemlooze kloof tusschen
socialisme en christendom. Men moet staan
of hier of daar maar beide vereeni
gen, 't zal niet gaanOok hier kan nie
mand twee heeren dienen. Kan stellig niet
met de eene hand ^houvastzoeken bij
Christus en met de andere bij Marx,
UITKIJK.
Somutelsdijk. Binnen enkele dagen zal
de Heer Fred van Eederi te Sommelsdijk,
of Middelharnis een rede komen houden
voor het comité voor de politieke Ge
vangenen in Rusland.
Zooals velen onzer lezers zeker zullen
weten zijn duizenden Russische jonge man
nen en vrouwen van alle klassen, gedurende
de laatste 7 a 8 jaar, in politieke proces
sen veroordeeld tot gevangenisstraf, velen
hunner tot dwangarbeid. Van Schüissel-
bourg tot Wladiwostock, van den Oeral
tot de Zwarte Zee, zijn de kerkers over
vol.
Tusschen 1906 '10 zijn 37.620 per
sonen wegens misdrijven van allerlei aard
veroordeeld, meer dan de helft van dit
aantal waren uitdrukkelijk zoogenoemde po
litieke veroordeelingen. Het totale aantal
gevangenen groeide tusschen 1903 en ign
van 85.000 tot 220.000 (met inbegrip van
die, welke zich in voorloopige hechtenis
bevinden en de in verbeteringsgestichten
ondergebrachte minderjarigen),
De gevangenissen, berekend op 100.000
personen, herbergen er dus meer dan het
dubbele. Men begrijpt hoe absoluut uitge
sloten het is, dat de veroordeelden de wet
telijk-voorgeschreven hoeveelheid lucht en
ruimte krijgen. Overal zijn de cellen en
gemeenschappelijke zalen opgepropt met
menscheD.
In Zarentoui hebben de gevangenen niet
ieder een slaapplaats, zij slapen in pioegen,
de eenen van 9 tot 2 uur 's nachts, de an
deren van 2 tot 7 uur. Te Alexandrofsky
heeft men de tafels en banken tot slaap
plaatsen ingericht, te Alatchi zijn de ge
vangenen genoodzaakt op den grond of
staande te eten. Gezonden en zieken nor
malen en krankzinnigen, huizen overal door
heen. De zalen worden nauwelijks een uur
per dag gelucht, de atmosfeer is ondragelijk.
Het voedsel, doorgaans beslaande uit soep,
brood en een weinig pap is in den regel
van zeer slechte hoedanigheid, vaak walge
lijk en oneelbaar. De hoeveelheid is abso
luut onvoldoende. »Wij worden gevoed*,
schrijft een gevangene uit een der Siberi
sche bagno's, waar, volgens zijn eigen
verklaring »geen bijzondere misstanden
heerschen*, ernaar wij worden zóó gevoed
dat het hongergevoel ons nooit loslaat. Er
zijn er onder onder ons, die dat knagende
gevoel 's avonds niet meer uit kunnen hou
den en de weggeworpen korsten uit de
vuilnisbakken te voorschijn halen, om er hun
honger een weinig mee te verdooven*. >Het
gebrek aan voedsel*, bericht een gevangene
uit Agatchi, is misschien het ergste van
alles. Wij krijgen één maaltijd daags, nl.
soep van ongeveer 50 gr. vleesch per per
soon en om de twee dagen twee lepels
pap. Ook het broodrantsoen is verminderd
geworden; wie niet zelf brood kunnen bij-
koopen lijden voortdurend honger*. En zoo
is het overal.
Hoe vreemd het lijke, de tot »dwang-
arbeid* veroordeelden lijden onder de on
dragelijke verveling van onafgebroken ledig
gang. In de meeste gevangenissen wordt
niet gewerkt en waar nog dwang-atbeid
verricht wordt, bestaat deze in den regel,
als in het vroegere Engelsche strafstelsel,
uit absurd nuttelcoze verrichtingen, of is hij
er op aangelegd het lijden der gevangenen
nog te vermeerderen. Dit is b.v. het geval
met het uitpluizen van zijde in de Boutirsky
gevangenis te Moscou en van katoen en
wol in de beruchte centrale gevangenis van
Orel. De lucht in de werkplaatsen van Orel
is zoodanig bezwangerd met stof en vezels,
dat in eenige uren de krachtigste loDgen
aangetast worden; wie er langer vertoeft
dan een week, is veroordeeld aan tering te
sterven.
Hoe kan het anders, als dat ziekte en
dood de gevangenen decimeeren P Scorbut,
dysenterie en lyphus maken talrijke slacht
offers, maar de meest gevreesde ziekte is
de tuberculose, die honderden jonge levens
wegmaait, In het bagno van Orel waren er
in 1911 van de 685 gevangenen 250 door
deze ziekte aangetast. In de Boutirskyge-
vangenis te Moscou brak in 1909 een hevige
Syphus-epidemie uit, de ziekte grqep een
derde der gevangenen aan. In Vladimir
woedde de scorbut zoo hevig, dat de auto
riteiten eindelijk besloten tot het doen hou
den eener geneeskundige enquée. Verschei
dene gevangenissen zijn door syphilis be
smet en ten gevolge der totaal onvoldoende
reiniging van kleederen, beddegoed, enz., is
het haast onmogelijk, aan de besmetting
te ontsnappen.
Behalve al de genoemde, teisteren hevige
zenuwziekten en krankzinnigheid de ramp
zalige bewoners der Russische bagno's. De
zenuw- en zielsziekten blijven, evenals de
doodzieke lijders aan tuberculose, zware
ketenen dragen aan polsen en enkels, zij
leven, of tusschen andere gevangenen in,
of worden opgesloten in sombere cellen en
de eenige behandeling die hun ten deel
valt, bestaat uit verwenschingen, stompen
en slagen.
Maar erger nog dan de honger en kou,
de ziekten en kwalen, waaronder de gevan
genen lijden, gedoemd als zij zijn lange
jaren achtereen opeengehoopt met somtijds
afzichtelijke lijdensgenooten, zonder eenige
bezigheid, verstrooiing of ontspanning, in
verpeste holen, waar nooit een teug frissche
lucht binnendringt, hun leven voort te slee
pee erger dan dit alles zijn de folte
ringen hun aangedaan, door de ruwheid en
onmenschelijkheid (hunner bewakers van alle
rang en soort. Deze scheppen er een dui-
velsch vermaak in, de rampzaligen te ver
nederen en te kwellen. Zij overladen hen
dag in dag uit met de grofste en gemeenste
scheldwoorden, treitereD, slaan en schoppen
ze zooveel ze kunnen. Deze onbeschaafde,
wreede naturen, dronken van macht, com
pliceeren de reglementen en verordeningen
opzettelijk zoodanig, dat de steeds angstige,
opgejaagde en nerveuze gevangenen, er wel
tegen moeten zondigen. En dan of ook
wanneer ze b.v, durven klagen over het
eten of den wensch uiten, wat minder lomp
behandeld te worden, worden ze bloedig,
afschuwelijk mishandeld. Men verbrijzeld
hun de ribben, slaat hun trommelvlies stuk,
beukt met vuisten, sleutels en knuppels hun
gezichten en lichamen tot één bloedige
massa. Of ze worden in het cachot gewor
pen en blijven in die onderaardsche holen
zonder licht, zonder lucht, zonder andere
slaapplaats dan de kille steen of de ruwe
aarde soms weken aaneen, met geen ander
voedsel dan wat hard brood en geen an
dere drank dan koud water.
En nog is dit niet het ergste.
Wat in de annalen van het Russische
gevangenisleven nog Diet voorgekomen was,
gebeurt in de laatste jaren veelvuldig: de
geeselstraf wordt toegepast ook op politieke
gevangenen. In Pskof b.v. hebben van af
Juni 1910 tot Juni 1911, 88 personen te
zamen 4200 slagen ontvangen.
De gevangen hebben geen ander middel
om te ontsnappen aan de stelselmatige mar
telingen, zooals die b.v. te Orel worden
bedreven, dan door zich het leven te be
nemen, wanneer ten minste hun kameraden
hun dit veroorloven, want op elke zelfmoord
volgen vermeerderde mishandelingen van de
levenden. Zij hebben geen andere middelen
van protest tegen de vernedering, hun allen
in de geeseling hunner makkers aangedaan,
dan door hongerstaking eD zelfmoord. En
vele hunner hebben reeds gemeend, de in
hen beieedigde menschelijkheid op deze
wijze te moeten wreken.
In de schaarsehe ongecorrigeerde* uitin
gen der gevangenen, die tot hun verwanten
en vrienden doordringen, beklagen sommigen
hunner zich vol bittere wanhoop over hun
grenzelooze verlatenheid. 2>Niemand erbarmt
zich onzer, onze vrienden vergeten ons, de
menschheid is voor ons vreeselijk lijden
onverschillig*. Hebben zij geheel ongelijk,
waar de publieke opinie al het gruwelijke,
dat aan de ongelukkigen nn sedert acht
jaar wordt aangedaan, toelaat zonder in
verzet te komen, terwijl het welhaast zeker
is, dat de Russ'sche regeer ing met een
eensgezind verzet, een doorgezette beweging
van het publiek in de beschaafde landen
rekening zou moeten houden.
Na al deze jaren yan onverschilligheid,
of op zijn best van op-zich-zelf-staande
snel uitgevlamde pogingen, is er thans
eindelijk internationaal een beweging gaande,
die wil trachten voor de politieke gevan
genen een stelselmatige en voortdurende
aktie te voeren, waarvan de nationale on-
derdeelen in voeling met eikaar zullen staan
en elkaar zullen steuneD.
1) Dit Gomité werd in 1909 opgericht
door Vera Figner, de heldhaftige, in de
kringen der russische vluchtelingen algemeen
geëerbiedigde vrouw, die, nadat zij het
beste deel van haar leven 21 jaren -
in de Schlüsselbourg, de russische Bastille,
doorbracht, na hare invrijheidstelling de
ziel is geworden van een soort Roode Kruis
voor de slachtoffers van den gruwelijken
burgerkrijg in Rusland. Het Comité, dat
haar naam draagt, heeft gedurende de vier
jaren van zijn bestaan, bijna f 40.000 naar
Rusland kunnen zenden. Het heeft Sub Co-
mite's in vele steden van Frankrijk, Zwit
serland en België en staat in geregelde
verbinding met alle Russische -gevangenis
sen, waar zich politieke gevangenen bevin
den, De afdracht der in Holland verzamelde