Ingezonden Stukken
Rechtzaken.
Faillissementen in Nederland.
Verkoopïngen.
Gemengd Nieuws.
sie tot wering van schoolverzuim, aan
gezien hier geen personen vopr zijn,
brengen B. en W. rapport uit over het
aantal schoolgaande kinderen, het ge
tal verzuimen, gewettigd of niet, enz.
Voor kennisgeving aangenomen.
Ingekomen een schrijven vandever-
eeniging Schuttevaer», van den veld
wachter Jordaan en Mej. Boom. Op
voorstel van den Voorzitter wordt be
sloten deze stukken allen te behandelen
in een volgende vergadering, daar ze
nog niet door het Dagelijkseh bestuur
zijn behandeld. Wordt goedgevonden.
Ingekomen eea schrijven van dhr.
M. Breeman Jz. waarin hij verklaart
zijn benoeming aan te nemen en dankt
de raad voor het in hein gestelde ver
trouwen.
Eveneens een schrijven van de lieer
M Breeman Jz. verzoekende eervol ont
slag met 1 Febr. als 1ste onderwijzer
aan de 1ste Openbare School alhier.
Schrijven van H. H Ged. Staten, de
reclame van dhr. L. van Gent 30 dezer
behandeld zal worden. Na eenige be
sprekingen wordt goedgevonden geen
afgevaardigde te zenden
Een schrijven van het gemeentebe
stuur van Woerden met vermelding de
plannen tot oprichting eener electrisehe
Centrale, met verzoek medewerking of
instemming te betuigen. Wordt na een
opmerking van dhr. Slis en toelichting
van dhr. W. J. Donkersloot voor ken
nisgeving aangenomen.
Af- en overschrijvingen over 1913
goedgekeurd, doch bij de meerdere uit
gaven begraafplaats vraagt dhr. van
Weel of deze steeds goed wordt schoon-
gehouden. De Voorzitter antwoord als
er met K. Paassehe over gesproken
wordt loopt het al spoedig over ver
hooging van tractement, de meeste le
den vinden de bezoldiging niet te laag.
Een schrijven is ingekomen van het
bestuur der dijkring Flakkee om varr de
gemeente te koopen 9000 M3. grond om
den Maria dijk te verzwaren, 'tegelijk
zullen de opritten bij de Sluische haven
verbeterd worden en verder veel ver
beteringen worden aangebracht. Voor
de grond zal 15 ét per M3 worden be
taald, de kosten voor verbetering van
en naar de kaai zal voor de gemeente
bedragen hoogstens f475. Na zeer lan
ge besprekingen, welke we niet kunnen
volgen, wordt het voorstel goedgekeurd.
Een tweede schrijven van de Dijk
ring Flakkee om het vervolg grond te
kunnen koopen voor 15 cent de M3,
wordt goedgekeurd, doch zal een schrij
ven worden verzonden, met op en aan
merkingen. B. en W vragen f 1000 toe
te staan óm de baan naar de nieuwe
kaai aan de haven alhier goed in .orde
te maken. Na vele opmerkingen en
raadgevingen door alle leden wordt het
bedrag toegestaan.
Niets meer te verhandelen sluit de
voorzitter de vergadering.
Verslag van het verhandelde in
de raadsvergadering te stellendam
op Donderdag 29 Januari jl,
Aanwezig alle leden. Voorzitter de
Burgemeester.
De voorzitter opent de vergadering
De notulen der vorige vergadering
worden voorgelezen, en onveranderd
goedgekeurd.
Daarna maakt de voorzitter melding
van een schrijven van Ged. Staten,
met bezwaar tegen de Gemeentebe-
grooting welke f 600 te hoog bevon
den is. Wordt voorgesteld de post
Burg. Armbestuur met f 100 te ver
minderen, dus van f 500 op f 400 te
brengen. De raad kan echter, niette
genstaande lang wikken en wegen tot
geen besluit komen. Daarna worden
verschillende postjes van de begrooting
verminderd óf geschrapt. O a.K. vraagt
of de post f 25 als gratificatie aan den
Rijksveldwachter voor het sluiten der
herbergen, moest blijven staan. Kcijzer
meent dat dit best kon vervallen, daar
het toch nooit door den Rijksveldw.
gedaan wordt. Hier brengt Van Seters
tegen in, dat als de Rijksveldwachter
dat altijd deed, onderwijl op andere
plaatsen dingen konden gebeuren, waar
politie noodig was. Hij meent dat de
politie nooit op een vast uur op een
vaste plaats zijn moest, zoodat de Rijks
veldwachter de gratificatie toch ver
diende. De voorzitter meent, dat waar
Zoon ze altijd gehad heeft, het niet
aangaat ze nu te ontnemen. Hiermede
stemt Keijzér in, doch is van meening
dat bij ontslag van Zoon ook deze
gratificatie behoort op te houden. Dit
postje blijft dus bestaan. Thans wordt
de nieuwe begrooting opgeteld, en blijkt
dat ze met f 489.50 verminderd is.
Thans wordt de nieuwe begrooting in
stemming gebracht en met algemeene
stemmen goedgekeurd, en zal aan de
Prov. Staten worden opgezonden.
Daarna worden voorgelezen verzoek
schriften van J. van den Boogerd en
D. C. Birkhof alhier, om ontheffing
van hoeten, hun opgelegd wegens het
te laat afleveren van een vuilniskar.
Daarvoor kan van Birkhoff afgetrokken
worden' 11 weken a f 2.50 is f 27.50
en Van den Boogerd 2 weken a f 2.50
is f 5.00. Birkhoff beroept zich in dit
verzoekschrift op de treurige huiselijke
omstandigheden. Door het te laat Maar
zijn, heeft men kosten moeten maken
aan de oude kar zijnde f 17.50.
Nu stelt B. en W. voor de twee
adressanten samen te laten betalen, en
wel procentsgewijze berekend. Birkhoff
f 15.10 en van den Boogerd f 2.75.
Keijzer is tegen deze berekening,
daar, meent hij, Van den Boogertnaar
verhouding meer te missen heeft dan
Birkhoff.
Thans doet Keijzer de vraag hoe het
komt, dat de oude kar nog zooveel ge
kost heeft. De voorzitter zegt dat dit
komt, omdat ze in reserve moest blij
ven zoodat ze aardig wat opgetimmerd
is. Dan vraagt Van Seters of de ter
mijn van levering al verstreken was,
toen Birkhoff in genoemde treurige
omstandigheden kwam. De voorzitter
antwoord bevestigend. Van Seters
merkt nu op, dat men in aanmerking
moet nemen, dat Birkhoff niet alleen
van de gemeente leeft, zoodat hij niet
alles kon laten liggen voor de kar.
Bovendien heeft Birkhoff met veel te
genspoed te kampen, zooals ziekte en
vooral nu dit laatste sterfgeval. Z. i.
moest hier genade voor recht gaan. Dit
laatste vond de voorzitter niethij was
voor verminderde boete. Ook Holieman
is hier voor. Keijzer stelt voor de we
ken van tegenspoed bij Birkhoff er af
te trekken. Hij wilde liefst geen boete
doch als het niet anders kan, dan zoo
weinig mogelijk. Ook van den Boogerd
moet volgens van Seters ontheven wor
den, daar hij een oud man met druk
werk is. De voorzitter blijft er bij dat
het billijk berekend is. Thans wordt
het voorstel tot ontheffing in stemming
gebracht, en met 5 tegen 2 stemmon
aangenomen.
Daarna wordt voorgelezen, een ver
zoek van B. en W. te Woerden om
adhaesiebetuiging tot de oprichting van
een electrisehe centrale voor Zuid-Hol
land. Keijzer vraagt of bij eventueele
oprichting dit eiland er werkelijk van
prof'iteeren zal, hetgeen de voorzitter
niet weet, doch mocht het zoo niet zijn
dan komt het wellicht andere gemeen
ten ten goede. W ordt besloten een ad
haesiebetuiging te zenden.
Daarna wordt voorgelezen ontvangen
schrijven van Ged. Staten dat de sub
sidie aangevraagd als bijdrage in het
gemeentepensioen ten bedrage van
f 87.505 niet wordt toegestaan. Wordt
besloten wegens leegte in kas, deze
aanvrage nog eens in ter zenden.
Vervolgens een ontvangen antwoord
van de R. T. M. via Ged. Staten op
een door deze gemeente en Melissant
ingediende klacht over slechte verlich
ting van tramwaggons en perrons op
dit eiland. Een betere verlichting wordt
toegezegd.
Daarna deeld de voorzitter mede, dat
het reglement van het Burg. Armbest.
door Ged. Staten is goedgekeurd.
Nu komt aan de orde verpachting
der visscherij in de haven. De voorz.
heeft zooals op de vorige vergadering
was besloten aan den tegenwoordigen
pachter E. van Seters gevraagd of hij
de haven weer voor 3 jaren wilde
pachten, tegen f 42 43 's jaars. 'tGeen
E. van Seters aangenomen heeft. Van
Seters vraagt of er niet meer voor zon
komen, als het publiek ging. De voor
zitter denkt van niet, daar zich nie
mand heeft aangemeld. Ook Keijzer is
van die meening en vindt de pacht
zeer hoog.
Nu wordt voorgelezen een verzoek
van den heer A. J. van Vessem om
eervol ontslag als gemeentesecretaris
van Sld. tegen 15 Febr. a. s. Wordt
met algemeene stemmen daartoe be
sloten. Daarna sprak de Voorzitter,
mede namens den gemeenteraad, een
woord van dank uit, aan den heer
van Vessem, voor de vele diensten de
gemeente Stellendam bewezen, waarop
de heer van Vessem, de gemeenteraad
bedankt voor het vertrouwen hem ge
schonken. Daarna wordt door den
Voorzitter voorgelezen de sollicitaties
naar het ambt van secretaris. Hiervoor
hebben zich aangemeld de heeren
Bosschieter Burgemeester Stellendam,
I. C. Tanis Ouddorp en P. v. d. Broek
Stellendam.
Daarna ging de raad over in geheime
zitting.
Na de heropening wordt medegedeeld
dat geen andere solic. voor secr. zullen
worden opgeroepen. Nu wordt gesproken
over het aangaan van een geldleening
ter bestrijding der kosten van de ver
grooting der begraafplaats en der riolee-
ring. Wordt tot de volgende vergade
ring aangehouden.
Daarna machtigt de raad B. en W.
tot het opzenden, van een staat van
onvoorziene inkomsten, aan de Ged.
Staten.
Nu vraagt Keijzer het woord. Deze
spreekt er zijn verwondering over uit,
dat er nog niet besloten is, tot het
plaatsen van een licht op den Oost-
havendam. Nu stelt de voorzitter het
volgende voor: De gemeente betaaldt
jaarlijks f 1600 subsidie voor onder
houd der haven. Dit zou misschien op
f 1300 gebracht kunnen worden, zoo
dat men jaarlijks f 300 over zou|
houden voor een licht. Doch vooraf
zou de Voorzitter gaarne onderzoeken
of de Ged. Staten die vermindering
zouden toestaan, v. Seters wilde het
licht eerst plaatsen en dan vragen, dan
zagen de Ged. Staten waarvoor het
noodig was. Een onderzoek zal inge
steld worden. Darna doet Keijzer nog
een vraag over 't havengeld waarna
door de heer Keijzer voorgesteld wordt, in
vervolg alleen jaarabonnementen uit te
geven, daar dit veel voordeeliger voor
de gemeentekas is dan kwartaalabon
nementen en ook beter volgens de ver
ordening. Wordt aangehouden.
Thans doet de heer v. Seters het voor
stel het secretarie te Stellendam te
te hebben. Do Voorzitter jucht dit toe,
doch nu zit men nog zonder bergplaats
voor 't archief. Dit is echter van latei-
zorg! en het voorstel van Seters wordt
met algemeene stemmen goedgekeurd.
Niets meer te verhandelen zijnde sluit
de Voorzitter de vergadering.
De eopie van Ingezonden Stukben, die nitt
■eplaatst zfln, wordt niet teruggegeven.
Buiten verantwoordelijkheid derRedaotie
en Uitgever.
Mijnheer de Redacteur
Mag ik u beleefd verzoeken onderstaande
regelen in uw veelgelezen blad te willen
opnemen; bij voorbaat mijn dank.
Op Vrijdag 23 Jan. 1914 hebben wij te
dezer plaatse, evenals op zóo vele andere
plaatsen reeds is geschiedt, een hardrijderij
op schaatsen gehad voor mannen boven
de 18 jaar.
Als prijzen waren uitgeloofd drie hor
loges, één zilveren als le prijs en twee
nikkelen als 2e en 3e prijs. De aanvanke
lijke regeling door de jury hield in dat
elke deelnemer geheel alleen de baan zou
rijden en op een uurwerk zou worden na
gegaan hoeveel lijd elk er over deed. Die
dus de minste tijd noodig had om de baan
ten einde te rijden was le winner en zoo
vervolgens. Nadat alle deelnemers den rit
volbracht hadden, bleek ondergeteekende
de minste tijd te hebben noodig gehad, n.l
58 seconden, twee anderen hadden er 59
seconden over gedaan en de anderen allen
meer. Nu was dus de zaak voor de le
winner uitgewezen, zou men zoo zeggen,
terwijl over de 2e en 3e prijs kon gekampt
worden tusschen die twee personen, die
elk 59 seconden hadden gereden en daar
mede was dus de zaak uit. Maar
dat ging zoo niet. Enkelen waren daar op
tegen en verlangden een nieuwen strijd,
weer anderen wilden hebben dat er een
paar deelnemers zouden afvallen en dan
de rest kampen en ten slotte liet de jury
zich ompraten en liet 12 deelnemers de
baan overrijden.
Nu zou men toch zeggen dat die 2e rit
ook op het uurwerk zou nagegaan worden,
maar neen, nu moesten twee deelnemers
tegelijk vertrekken en die laatst aankwam
viel af. Zoo werd dit volgehouden tot er
drie overschietenden waren, die na onder
ling gekamp le, 2e of 3e winner werden.
Hier ziet men dus in denzelfden strijd twee
verschillende manieren van opneming wie
winner zou zijn. Ondergeteekende, welke
58 seconden over de baan had gereden bij
den le rit, moest nu kampen met iemand
die er 1 minuut'8 seconden over gereden
had, beiden hadden dus weer dezelfde kans
en de le rit, waar ondergeteekende zich
danig voor ingespanuen had, leverde alzoo
geen resultaat op. Daar bij de 2e rit onder
geteekende kwam te vallen werd hij geheel
uitgesloten als prijswinner, daar hij zoo
doende afviel.
Door de vreemde houding der jury-leden,
welke zich niet aan hun le regeling hiel
den, maar zich door personen, welke er
geheel buiten stonden, lieten ompraten, daar
een goede vriend dier personen anders niet
in aanmerking had gekomen voor een prijs,
werd ondergeteekende dus de dupe van de
historie en werd le winner, iemand die de
eerste keer niet in aanmerking kon komen.
De reden van mijn gesch ijf is om buiten
staanders eens te laten weten hoe hier een
wedstrijd wordt gehouden en de jury-leden
er opmerkzaam op te maken, zich bij een
volgende gelegenheid niet aan praatjes van
buitenstaanders te storen en bij ééne re
geling te blijven, daar anders wedstrijden
te dezer plaatse onmogelijk worden.
U, M. de Rnogmaals dankende voor
de verleende plaatsruimte teeken ik
Hoogachtend,
Uw dw.,
F. v. d PLAAT Fz.
Den Bommel, 24 Jan. 1914
Geachte Redactie!
U zult onderget. zeer verplichten door
opname van onderstaand.
Het feit dat 11. Woensdag bij de z.g.n.
tenters hier en elders hun voorraad ster
ken drank is in beslag genomen en zij
bovendien verbaliseerd zijn, heeft de ton-
sen van velen losgemaakt. Het gesprek
blijkt het meest te gaan over de personen
die het tappen van sterken drank op het
ijs verraden zouden hebben. Van verraad
kan hier echter geen sprake zijn, daar ieder
ingezetene wist dat dit gebeurde. Ik zal
mij hiermee dan ook niet bezighouden, maar
wel hiermede of drankverkoopen op het ijs
geoorloofd is en hoe wij, drankbestrijders,
deze kwestie zien.
Met het eerste kan ik kort zijn. Ik zou
dan allereerst willen vragen of men niet
weet dat er een drankwet bestaat die en
kel het verkoopen van alcohol toestaat aan
hen die daarvoor vergunning hebben van
de bevoegde macht. Geen dezer menschen
hadden vergunning, handelden dus in strijd
met de wet en werden bekeurd, Nu is het
wel te betreuren dat dit geschied is, want
de tenters meenden dat er toch niet op
gelet werd al schonk men sterken drank
ên daarom was het misschien beter ge
weest om eerst deze menschen te waar
schuwen.
En nu, hoe wij, drankbestrijders, deze
kwestie zien.
Op het ijs is het zeker allereerst geraden
dat de alcohol daarvan wegblijft Bij een
mooie en gezonde sport als het schaatsen
rijden moest ieder dit toch begrijpen. Hoe
veel gevaar is er toch niet aan verbonden
als men den sterken drank ongebreideld
zijn gang liet gaan op het ijs, allereerst
voor den gebruiker zelf, maar ook voor
den niet-gebruiker. Ik zou hiervan ver
scheidene staaltjes kunnen aanhalen hoe
menschen, die nooit misbruik maken van
alcohol, zich op het ijs te buiten gingen,
met als gevolg vechtpartijen en ruzie in
het gezin. Moet het ijs dan nog meer slacht
offers vragen? Is het niet genoeg dat men
zicli nog op andere plaatsen kan te buiten
gaan aan dit verderfelijk vocht, dat ook
in onze gemeente veel offers maakt Want
als gij deze uw oog laat voorbijgaan ver
sleet dan ook niet om de vrouwen en kin-
ders mee te tellen, zij toch zijn in de regel
er het ergste aan toe. Terecht is er dan
ook door vele groote mannen van allerlei
richting op het ontzettend gevaar gewezen
van den alcohol, o.a. heeft ook dr. Kuiper
gezegd: »De drank maakt meer slachtof
fers dan oorlog, pest en hongersnood te
samen.
Velen zeggenieder moet toch de vrij
heid hebben om drank te gebruiken of mis
bruiken wanneer hij wil! En weer anderen:
er wordt toch wat aan verdiend! Hierop
moet ik antwoorden dat men in naam der
vrijheid toch een volk niet over mag le
veren aan zijn ergsten vijand en zal toch
niemand een maatschappelijk gevaar laten
voortbestaan met het argument „er wordt
wat aan verdiend», want als men dit deed
zou men tot vermakelijke toestanden ko-
meD. Geen echter zou een wellustmoorde
naar vrij rond laten loopen, en terecht.
Wie is echter de grootste moordenaar?
Mij dunkt het antwoord is »den alcohol».
Vele arbeiders e. a meenen dat hot een
te kort doen aan hun vreugde is als men
hen den drank ontneemt. Dit is echter niet
zoo, want ware vreugde moet niet kunst
matig opgewekt worden daar zij daardoor
reeds veroordeeld is.
Neen het gaat om het geluk dermensch-
heid. Als men haar den drank ontneemt
doet men precies als een moeder die het
mes of de schaar uit de hand neemt van
haar kind. Dit toch doet zij niet om het
kind verdriet te doen maar om bestwil
voor het kind zelf, want het zou zich kun
nen wonden.
Hiermee eindig ik met het oog op de
plaatsruimte en vlei mij, iets te hebben
gedaan om vooroordeel en miskenning weg
te nemen.
Met dank voor de plaatsing
Dirksland. D. POORTVLIET.
M. de R.
Ia de M. en S. van Zaterdag 1.1. gezien heb
bende eene Tevredenheidsverklaiing van de Wed.
C. B-eB)jn over de wijze van uitbetaling der schade
van een gestorven paard, door de Onderlinge Ver
zekering maatschappij voor Faardem en Rundvee
„Almelo" te Almelo, ben ik zoo vrij voor
het volgende plaatsje te verzoeken.
Als deelhebber in bovengenoemde My. meende
ik in Dec. 1912, toen een mijner paarden stierf
ook de verzekerende waarde, zgnde f700 te zullen
ontvangenna enkele weken wacbtens ontving
ik echter bericht dat mg voor dat geval geen
schade vergoeding werd gegeven aangezien ik,
volgens hun, in overtreding was tegen eene be
paling der Algemeene Verzekeringsvoor waarden.
Myzelf geen schuld bewust zgnde en alzoo hunne
weigering voor onwettig houdend heb ik dan ook,
by monde van mr. P. H. Lammeis Advocaat en
Procureur te R'dam, betreffende dat schade geval
eea procedure tegen genoemde Mij. aanhangig
gemaakt, om alzoo langs gerechtelgkeu weg alsnog
die schade vergoed te krygen.
In bedoelde tevredenheidsverklaring wordt me
de gewezen op de „eenvoudige en billy ke Verz:
Conditiën", ware de zaak voor mg niet te ernstig,
een uitlating om je 'n stuip te lachen.
Z ehier slechts enkele dier eenvoudige en bil
lijke Conditiën. Volgens Art. 14 f. der Statuten
is den thans fnngeerende Directeur bevoegd tot
het benoemen van zyn opvolger. Dus niet de
deelhebbers, volgens Art. 26 der Statuten worden
jaarlijks voor den 1ste Mei alle deelhebbers op
geroepen tot by woning der gewone jaarlijksohe
Algemeene Vergadering van deelhebbers; 'k heb
echter nooit geen kennisgeving omstrent het hou
den of bywonen eener des betreffende vergade
ring ontvangen evenmin als eene oproeping daar
voor in de plaatselyke bladen gezienvolgens
myn bescheiden meening ware dit echter toch
gewenscht er is echter voor gezorgd dat znlks
niet moet daar Art, S der Statuten bepaalt dat
't voldoende is zoo alle openbare bekendmakin
gen der Mij. zullen geschieden door aankondi
ging in het Ofücieele blad van eiken Staat van
JIuropa binnen welke hebied de My. haar bedryf
uitoefent. Hoeveel deelhebbers der „Almelo" le
zen het ofiicieele blad van den Staat? Datudan
ook op zoo'n vergadering geen groote toeloop
verwaoht wordt meen ik te mogen opmaken
uit 't zelfde Art. 26, waardat bepaald dat geldi
ge besluiten reeds kunnen worden genomen zoo
er ('schrik niet? 6 stemgerechtigde deelhebbers
aanwezig zijn; zyn die er echter niet eens, dan
kan in een volgende vergadering door de aan
wezige stemgerechte deelhebbers over alle aan-
gelegenheden geldig worden besloten. Dus al zyn
er maar twee? 'k wil hier nog by voegen dat myn
polis no. 49912 is.
Art. 37 der Statuten, handelende over Ligui
datle, bepaald dat dan van het batig saldo, het
Reservefonds daaronder begrepen, door het Be
stuur zooveel als 't wil aan den liquidatieloon
kan worden uitgekeerd. Wie neemt het my kwa-
ïyk dat ik wilde dat ik Directeur van „Almelo"
was, dat er een flink Reserve vonds was en het
Bestuur mgn Boezemvrienden
M. de R., 'k hoop later nog wel eens cp deze
zaak te komen, maar durf voor dezen keer niet
langer van uwe gaatvryheid gebruik te maken
en sluit, met dank voor de plaatBing.
Achtend H. Sneep.
Nieuwe Tonge.
N. B. Het weekblad „Vooruit" wordt vriende-
ïyk verzocht bovenstaande te willen overnemen.
J. B„ 53 jaar, arbeider te Dirksland, we
gens mishandeling, tot twee maanden ge
vangenisstraf.
Volgens mededeeling van VAN DER
GRAAF Co.'s Bureaux voor den Handel
zijn over de afgeloopen week in Nederland
uitgesproken 37 faillissementen tegen 40
faillissementen in dezelfde week van het
vorige jaar.
Op Donderdag, 19 Februari 1914, des
avonds 7 uur in het Hotel Spee te Som-
melsdijk. Inzet van het huis met erf en
landbouwschuur aan den Ring te Sommels-
dijk en uitkomeude aau den Zuidachterweg,
kad. Sectie B. nummers 1167 en 1547,
groot 4 aren 63 centiaren in 2 perceelen;
ten verzoeke van den heer C. Faasse al
daar. Notaris VAN BUUREN.
Op Donderdag 26 Februari 1914 des
avonds 7 uur in het Hötel Spee te Som-
melsdijk. Alslag van het huis met erf en
landbouwschuur aan den Ring te Sommela-
dijk en uitkomende aan den Zuidachterweg,
kad. Sectie B. nummers 1167 eu 1547,
groot 4 aren 63 centiaren in 2 perceelen
en in combinatie; ten verzoeke van den heer
C. Faasse aldaar. Notaris VAN BUUREN.
Op Woensdag 25 Februari 1914 des voor
middags presies halft.ien ten verzoeke van en
op de bouwwoning bewoond door den heer
Th. van der Bol te Middelharnis, van16 paar
den waaronder beste Belsche Veulenmerries
60 stuks hoornvee, 8 vette varkens en 12
loopvarkens, beuevens wagens, rijtuigen,
machines en verderen boereninspan. Notaris
VAN BUUREN.
Op Vrijdag 13 Februari 1914 des namid
dags drie uur ten herberge van den heer G.
Smits te Stad aan 't Haringvliet. Inzet van
het huis met erf op den Hoek van den
Molendijk en den Stoofdijk te Stad aan 't
Haringvliet ten verzoeke van Mejuffrouw
de Weduwe W. Braber Wzn. aldaar. No
taris VAN BUUREN.
Op Vrijdag 20 Februari 1914 des namid
dags drie uur ten herberge van den heer
G. Smits te Stad aan 't Haringvliet afslag
van het huis met erf op den hoek van den
Molendijk en den Stoofdijk te Stad aan 't
Haringvliet ten verzoeke van Mejuffrouw
de Wed. W. braber Wzn. aldaar. Notaris
VAN BUUREN.
Op Vrijdag 6 Februari 1914, te Stellen
dam ten herberge van F. Troost, veiling
en op Vrijdag 13 Februari 1914, te Stellen
dam ten herberge van J. Knöps, afslag,
telkens 's nam. te half 5 uur, vaneen
woonhuis met schuurtje, erf en grond (erf
pacht tot 11 Nov. 1950) te Stellendam aan
den Achterweg, kad. Sectie B. no 1408
groot 08 Aren 70 centiaren, ten verzoeke'van
Arij Spuij en kinderen. Notaris VAN DER
SLUYS.
Op Vrijdag 13 Februari 1914 's nam. 5
uur te Stellendam, ter herberge van J. Knöps,
van de Blazerschuit „de vrouw Jacomijntje",
groot plm. 37 ton, liggende in de haven
van Stellendam met volledigen inventaris
ten verzoeke van Arij Spuij en kinderen,
Notaris VAN DER SLUYS,
Op Vrijdag 13 Februari 1914, 's namid
dags 2 uur, te Stellendam, aan den Ach
terweg, van meubilair, ten verzoeke van
Arij Spuij en kinderen. Notaris VAN DER
SLUYS.
Insluipdieven. Te Rotterdam hebben
op de avonden van Zaterdag of Zindag
eenige insluipdieven geopereerd Hun aan
tal schijnt zoo groot te zijn, dat op ge
lijke tijdstippen, op zeer verschillende
plaatsen insluipingen of pogingeD daartoe
werden gepleegd,
Toen Zond igavond de heer J. van Zan
ten, scheepsbevrachter, wonende Plantage-
weg 90, thuiskwam, vond hij de deur aan
de binnenzijde op slot, zoodat hij niet kon
binnenkomen,
In de woning bevondeu zich insluipers,
die, zich verrast ziende, het pand aan de
achterzijde verlieten en de vlucht namen
door een onbewoond huis aan het Oost
einde.
De tijd om iets te stelen heeft hun ont
broken.
Meer succes behaaldeu de insluipdieven
die Zondagavond hun slag hebben geslagen
ten huize van den ouderwijzer, den heer B.
aan de Jonkerfransstraat.
Deze kwam tot de ontdekking, dat in
zijn woning een heele plundering was
aangericht.
Om te beginnen is gestolen f 1000 aan
contanten en wel3 biljetten van f 100;
3 van f 60 '2 van f 40 en de rest be
staande uit diverse bJjetten.
Onmiddelijk verwittigde de heer B. de
poli'ie van het bureau Meermanss'raat vau
zijn bevinding, en d ior den inspecteur Jen
heer H. W. Ho'sfeijn werd een uitgebreid
onderzoek ingesteld.
Behalve het geld, worden vermisteen
gouden broche met aan de achterzijde een
heerenportret. Twee juweelen oorknoppen,
in goud gevat. E-n gouden halsketting
van 8 strengen, met slootje bezet met
roode granaatsteenfjes. Een gouden heeren
horlogeketting, bes aande uit drie strengen.
Een armband van schildpad, met goud
bezet. Twee,, bloedkoralen oorknopjes.
Vijf gouden tientjes, genaaid in een
linnen zakje.
Ean paar ringen, gemerkt N B.W A.
H. 8
Een kraai door meeuwen gedood.
Dezer dagen waren te Haarlem velen ge
tuige van een hevigen strijd om het be
slaan in de dierenwereld.
Een eenzame kraai had zich aan de
Nienwe Gracht gewaagd, azend op hetgeen
de omwonenden op het ijs strooiden voor
de hongerige meeuweD. Deze laatsten
zagen dit met leede oogen aan, en alsof
ze hadden afgesproken, omringden ze de
kraai en vielen gelijktijdig aan op den
vogel, die tusschen eenige ijsschotsen te
water geraakte. KrijscbeDd vlogen de meeu
wen op den drenkeling toe en elke poging