sÉiaapzp,
voor de KnidholIand§iehe en Meenw^ebe Eilanden.
S Dz.
Zaterdag 27 December 1913
Antirevolutionair
28ste Jaargang IV. 1932.
Orgaan
[azijn
EEBSTEBM.
een yaS: yan rertrou-
flaarom yoorafiaar
ïoopt
s-Somaelsdijk."
IN HOC SIGNO VINCES
'irksland
Kerstfeest.
Opgericht 1738.
Middelharnis.
W. BOEKHOVEN,
3 concur-
lelharnis.
7103
m
)OIMAN) te Hal-
Irende prijs steeds
kt en bestellingen
6671
»laat.
ommel.
[e.
en franco.
[ARNIS.
sering,
ïn.
md betoa.
bn der putten.
(RAAG.
6832
RONDE.
lerdam
straat 122
)ude Mannenhuis)
lerdam
iEPAKTE MABGAEHE.
(keiiers 7176
soorten, z||n
'Ugb&ar bij
SOMMELSDIJK.
.4lie stukken vow de Itedaefie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Ultff-ever.
Is er nog behoefte aan?
Moet 't maar niet geschrapt wor
den uit de rij der christelijke fees
ten Voor wie is de Kribbe van
Bethlehem nog een plaats van
hooge aantrekkelijkheid; een lust
en rustoord der vermoeide ziel
Dat Gethsemaneh met zijn worste
ling dat Golgotha met zijn heroieke
openbaring nog attentie trekkeil
't is zoo. Dddr leed en streed een
slachtoffer van zijn overtuiging,
een man, die zijn tijd ver vooruit
was in breeden blik en verdraag
zaamheid jegens tollenaar en heiden;
overspelers en grove zondaren
een man, die een zedelijke en een
liefdewet ontwikkelde, zooals geen
Mozes, geen profeet, geen schrift
geleerde ooit had te boek gesteld
of in praktijk gebracht; een man,
een leider, een nieuwe religiestich
ter, die brak met oud-Jood-
sche vooroordeelen, die brak met
litgesleten ceremoniendie brak
met allen vormen dienst en 't
Wezenlijke, 't Geestelijke als kern
van alle leven aanbevaleen man
met hooge idealen over God en de
wereld.
JaGoede Vrijdag die kan nog
bekoren en met droefheid der ziel
staart men Hem aan, die daar in
Gabatta geslagen en op Golgotha
genageld wordt.
Maar wat bekoorlijks is er aan
't Kerstfeest? Voor kinderen rond
om den kerstboom met geschenk
jes en lichtjes: ja, voor die kleinen
is de herinnering aan dat kribje
wel aardig. Maar wat geestelijke
sprake zou er voor groote menschen
uitgaan van dien onooglijken stal
met zijn armoedige bewoners
't Zag er alles zoo naar en onbe
holpen uit.
Neen! de wereld voelt voor
Kerstmis niets dat dit ééne, dat
Bethlehem 't voor de zooveelste
maal weer aanwees, dat groote
genieën en diepe denkers' en man
nen van beteekenis vaak in de
stulpen der armen worden geboren.
O, arme wereldhoe diep zijt
ge te beklagen en hoe koud is uw
leven.
Maar de Kerk des Heeren. juicht
staande zelfs in een stal rondom
een beestenkrib. „De doeken waar
dat Kind in Ieit zijn 't purper van
zijn Majesteit", zoo zong Vondel
eenmaal. En dat ziet door 't geloof
de Kerke Gods. De Zone Gods
vleesch geworden om daarmee al
aanstonds te boeten voor de zon
den van zijn uitverkoren volk.
En ieder, die zijn Volk, de wereld
als schepping Gods liefheeft, juicht
over den Kerstdag, want de Vrij
making van personen, gezinnen,
van maatsehappij en kerk ïs be
gonnen. En de antirev. partij dankt,
dat God haar verwaardigt Zijn
Zoon te erkennen; Hem alleen te
erkennenHem altijd te erkennen
voor den Messias, den Verlosser,
ja det persoonlijke zielen door per
soonlijke wedergeboorte, maar ook
voor den Verlosser, die Staat en
Maatschappij alleeniglijk redden en
helpen kan. Helpen wil. Helpen
zal, als maar het oog des geloofs
en de tonge des gebeds werkzaam
zijn bij den troon des Almachtigen.
Kerstdagdag des heils voor
eiken wedergeboorne. Dag des
heils voor elk volk, dat zijn zonden
ziet en ze betreurt.
Kerstdagdag der aanvanke
lijke uitredding uit der wereldschul
den nood!
Komt er toch voor uit!
Ook in de Kamer kwam ze weer
ter sprake, die kleurlooze middenstof,
die aan Links de overwinning bezorgde,
maar het in 1908 aan Rechts deed.
Ooit ondragelijker, hatelijker, geest-
doodender woord gehoord dan dat
»kleurlooze middenstof«. Zeg, dat je
een nihilist zijt, een anarchist, een
Jacobijn, een Roode als 't blad van
een klaproos of kankerbloem, maar
houdt op met je te scharen onder
die vale grauwe, levensbezieling moor
dende, krachtverwoestende, energie-
looze kleurlooze menschen
Wees Anti, wees Liberaal, wees
Roomschwees geel of groen of blauw
of zwart, 't doet er niet aan toemaar
wees wat] wees, dat ieder zien kan.
Wees een harlekijn of of een »zeven-
zot«; een priester of een profeetmaar
wees niet kleurloos.
Zoo'n moderaar, zoo'n middelman
Wat heb je er an.
Kleurloos van daag zwart, morgen
wit! Overmorgen grauw, Wat heb je
aan zoo'n man.
Wat ben je, man»Ja dat weet
ik niet«. »Dat weet ik zelf niet«. We
kennen ze. We hoorden ze zoo. Is 't
niet verschrikkelijk!
Dat iemand niet in de voorste rijen
gaat staan, maar zich wat achterbaks
houdt; in orde! Uwe bescheidenheid
zij allen menschen bekendMaar al
staat de soldaat in de achterste rij, daii
heeft ie toch zij n pakj e aan, wiens koning
hij dient. Een hollandsche soldaat
draagt toch Harer Majesteits bevolen
kleerendrapht, of ie bij de infanterie
voorop gaat, dan bij de artillerie ach
teraan staat
Laat toch je plunje zien, wien ge
dient en voor wien ge strijdt.
Een kleurlooze, bahwat een terging
voor elk menscb, die een overtuiging
heeft.
Uw overtuiging Of hebt gij die
niet
We spreken wel eens menschen, die
't altijd even druk hebben over der
vmeeninga, Ja, ziet u, da's mijne mee
rling.
Maar vraag je nuGoed, da's je
meeningmaar wat is nu eigenljjk je
overtuiging, dan staan ze je verbaasd
aan te kijken en vragenis dat dan
niet hetzelfde.
Hetzelfde? Neen, ganschelijk niet.
Een meening hangt at van. een uiter
lijken indrukmaar een overtuiging
vaakt uw hart, uw zieleleven. Iemand
(kan honderd meeningen hebben en
.geen enkele overtuiging. Dan pas krijgt
ge een overtuiging, als ge Uw mee-
gfiotel ftestaurant
„HET GOUDEN HERT",
Botierdam.
DINERS 60 cent en hooger.
LOGIES MET ONTBIJT
f 1.—, f 1.25 en f 1.50
Aanbevelend,
E. C. F. Y. i LEE-MOOM.
ningen gaat vergelijken al 't vergelijk-
soortige bij elkaar brengt, totdat ge
één stel denkbeelden overhoudt en dat
stel, dat ééne stel is Uw overtuiging.
Wat is Uw meening en wat is Uw
overtuiging aangaande de Antir. partij?
Neem deze tot voorbeeld om 't onder
scheid te begrijpen.
Ge meent, dat de Antir. partij Gods
Woord als basis en uitgangspunt aan
neemt van politiek.
Ge meent, dat de Antir. partij de
Rede ondergeschikt maakt aan de
Openbaring.
Ge meent, dat de Antir. partij in
haar Schoolstrijd een rechtschapen en
rechtvaardigen strijd strijdt.
Ge meent, dat de Antir. partij is de
democratische partij der niet vele
rijken, niet vele edelen.
En ge kunt nog veel meer meenen
o. a. dat ze den klassenstrijd der Socia
listen haat; den hulpelooze door sociale
wetgeving a Talma gunstig genegen
isdat ze leger en vloot nooit zal laten
verwaarloozen maar de nationale lietde
en vrijheid ten allen tijde zal aanva
ren en bevechten.
Ge kunt meenen, dat zij belijdt een
gezag bij Gods genade een Koningin
bij Gods genadeeen Overheid in stad
en gewest bij Gods genade.
Ge kunt meenen doch genoeg.
Maar welke overtuiging hebt ge nu.
Zie, als ge nu al die uitgesproken
meeningen over de Antirev. partij
eens onderling gaat vergelijken, komt
ge tot de overtuiging, dat er in al die
meeningen één gelijkluidende over
eenkomst is nl. De antirev. partij zoekt
voor Land en Volk op den bodem
van Gods Woord 't beste, wat men
zich kan voorstellen. Die gedachte is
blijvenddie verheft zich uit al die
meeningen die vat post op Uw hart
die is de boter, drijvend op de melk,
door den karner gebeukt.
Al uw meeningen waren juistZóó
is de Antirev. partij werkelijk. Maar
uit al die meeningen hadt ge nog geen
besluit getrokkenuw hart had
nog niet de ééne gedachte vast die
het bevredigde.
Meeningen zijn steenhoopenmaar
de metselaar haalt steen voor steen
weg en bouwt er een tundament var?
sterke muren op. En dan zit elke steen
met wat kalk vasten vormt een deel,
ja, maar van één geheel. Een deel,
niet meer van die steenenmassa waarbij
de opperman staat te sjouwenmaar
van dien stevigen, keurigen, loodrech
ten onwrikbaren muur. die als een
der vele 't gebouw vormen zal.
Daarom zijn er ook zooveel »mee-
loopers« bij elke partij. Deze staan
wel naar de steenen te kijken op den
hoop, en vinden die nu eens mooi,
dan weer ieelijk, maar ze gaan met
hun gedachten niet verder. Waar die
steenen vandaan komen en hoe ze tot
een muur zullen wordenze vragen
er niet naarWat voor muur 't wor
den zalze bemoeien er zich niet mee.
»Ze zien maar aan, wat voor oogen is«.
OP DEN UITKIJK.
.1
1
Cwast, Kogelfleschjes
Wijnazijn Gemberbier,
[fijn, Ananas en andere
vele andere artikelen
7304
I1ERPUTTE1V
18.Z,
snde geilede
iraat 122
ide Mannenhnis)
pgericht door ARBEI-
lsvertZEEGRAS BED-
KAPOK STELLEN,
VERMENGDE JAVA
1.75, f 10,50, f 12.enz.
'ELLEN MET GEGA-
COOMDE veeren f 17.50,
It f90.—. KAPOK MA-
i-S VULLING EN AF-
f8.50. SPRINGVEER
CTSLUITEND SOLIDE
ranaf f 10.ONZE BE-
E VEEREN STELLEN
pers. Veeren bedstel 1
en 1 molton deken 1
latrassen en LET WEL.
Ivertrek ALLES COM-
5.— f42.50 f48.— MET
SCHRIFTELIJKE GA-
fERENOMEERDE REC-
s-v.p. niet te vergelijken
RWAARDIGE soorten
vertrekken goedkooper
en die ook WIJ kunnen
1EN en overtrekken in
ten in prijzen van f 1.60
f2.75 f3.50 f4,50 f6.—
N IJZEREN LEDIKAN-
beneden iedere concur-
GENGEMAAKTE MA8-
ledikanten 2 persoona
14.50. Steeds grooten
8IE, WOLLEN en SA-
tiet vallen van kapok
•en bedden kan men
rdlg zjjn. Boven f 10.—
deken Cadeau,
ig adres 7389
len aan leden tegen 41/, pOt
gen 3"/ioopCt. 'sjaars, ook van
dagelijks aangevraagd worden
bet bestuur. 6542
ag- en terugbetaling van geiden
Vrijdagavond van «—8 uur
ier D. JOPPE Cs., Somiulsduk
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p, 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER
Telefoon Intercomne. Silo. 9.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/, maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Gedempte Boerensteiger 63A, S3B
Direct nabij de Hoofdsteeg,
Het door ieder aanbevolen adres.
Daai zat ik aan vast.
Mijn »bijdrage« van de vorige week be
zorgde me meer dan een opmerking van
lezers en lezeressen, waaruit wel bleek, hoe
ik den spijker op den kop had getikt.
Men was 't wel met mij eens, in be
ginsel maar er waren bezwaren
en, enfin't kwam hierop neer, ik
moest dit onderwerp nu niet dadelijk los
laten maar er nog 'n week, zoo noodig
een paar weken over schrijven.
Daartegen rezen bezwaren.
Toen lk, nu al jaren geleden waar
blijft de tijd 't eerst deze rubriek begon,
was een van de vaste regelen, die ik me
steldeNooit al te lang op 'l zelfde korstje
blijven kauwen of op 't zelfde kluifje sab
belen 1 Dat staat met en 't verveelt ook.
'k Wil daarmee niet zeggen, dat ik nooit
es 'n gebruikt vanille-stokje voor de tweede
maal in de pudding doe. Daar had die
»zuster« verleden week wel gelijk in, die
tot haar man zei»Als Uitkijk het over
trouwen en een groot gezin heeft, dan is
hij op zijn draai en gaat zijn hart open,*
Doch dat tusschen haakjes.
Er rijzen meer bezwaren.
Zaken, als ik de vorige week aanroerde,
kan men niet zonder voorbehoud gaan
bespreken in een blad, dat publiek is en
in allerlei handen komt, al geloof ik
ook, dat we vaak te preutsch zijn en 't
mee voor onze kinderen vaak profijtelijk
zou zijn, als we het voorbeeld der Schrift
volgen en, sober maar duidelijk, de zonde
bij haar waren naam noemen eD in haar
waren aard tentoonstellen.
En ten slotteMen meent wel, dat een
krantenschrijver overal versland van hebben
moet, maar om verscheidene vragen, die
ik soms, en ook nu, ontving te beant
woorden, gaf ik eigenlijk de pen liever
over aan een theoloog, moralist en zielen
herder.
Doch 't geval ligt er toe.
En de ernst van 't een en ander, dat mij
schriftelijk onder de oogen werd gebracht,
maakte diepen indruk op me en vermenig
vuldigde in mij de gedachten, zoodat ik er
vanzelf toe kom, om over dit onderwerp
nog wat door te schrijven.
Eerst een kleine bekentenis.
Van wat ik de vorige week schreef,
neem ik geen syllabe terug en durf het
'alles met een goede consciëntie voor God
te verantwoorden. Maarnatuurlijk I
was ik toen eenzijdig in dien zin, dat ik
de zaak van ééne zijde bezag. En dat moest
ik wel doen, omdat ik mij, in zekeren toom,
keerde tegen den leugen, dat één of twee
kinderen, nu ja 1 een zegen zijn, maar dat
een groot gezin dit toch eigenlijk niet
zou zijn.
Nu mag ik toch aannemen, dat ik voor
»verstandigen« schrijf.
En zoo durf ik, zonder iets te herroepen,
gerust een vroeger aleens neergeschreven
waarschuwing herhalen tegen huwelijken
tusschen zeer jonge personen.
Jaren vaststellen en regels geven, gaat
niet. Er zijn steeds uitzonderingen en de
leidingen Gods kunnen zoo zijn, dat een
huwelijk op jeugdigen leeftijd gerust in Zijn
gunst en weg kan gesloten worden.
Maar dat blijft een uitzondering.
De meeste »vroege huwelijken* vind ik
een bespotting van den ernst der zaak.
Zoodra dan de jongeling eenig dons op
zijn lippen voelt komen plus 'n paar haartjes
aan zijn kinzoodra 't meisje het haar
heeft opgestoken en in den stadswinkel
»ju£Crouw« genoemd wordt (wat al heel
gauw gebeurt) meenen zij en hun vrienden
en vriendinnen niet zelden, dat het al de
tijd is van vruchten-plukken 1
In den regel, als 't zoo erg vroeg ge
schiedt, huwen man en vrouw, zonder dat
ze zedelijk, geestelijk, verstandelijk en finan-
tieel >rijp« zijn. Wie alleen den eisch van
»lichamelijke« rijpheid zon willen stellen,
verlaagt feitelijk de maatschappij tot een
stoeterij en den mensch tot een dier.
Zoo schreef men mij ook over voor
beelden van finantieelen achteruitgang, door
vermeerdering van het kindertal.
Nu onderscheide men wel.
Wie er een of twee heeft, zal, bij't zelfde
inkomen, er royaler, makkelijker, prettiger,
fijner vtfn komen en leven kunnen, dan wie
er bv. acht of negen heeft. Maar
't is daarin alleen niet gelegen, dat een
mensch gezegend genoemd kan worden. Ik
kom daar wel nader op terug.
Doch men gaf mij o. a. ook het voor
beeld van een gezin, dat elk jaar op den
gezetten tijd maar wederom >kind op kind*
kreeg en er ten laatste van in de ellende
kwam.
Nu zou ik willen vragen
Zouden niet zij, die ten huwelijk willen
gaan, vooraf moeten rekenen met het feit,
dat ook de akwade jaren* komen kunnen,
waarin het loon bij de behoeften achter
blijft Immers, in den regel zijn die >kwade
jaren* tijdelijk. Zoodra de oudste kinderen
gaan mee-verdienen en mee-helpen is het
ergste voorbij.
Laten nu een jongen en een meisje uit
den arbeidenden stand van hun ióe tot
hun 25e jaar eens samen sparen, wat ze
kunnen, dan kan dit bij het trouwen een
flink spaarpotje geven, ook als de meubelen
gekocht zijn en waardoor men in de >kwade
jaren* niet direct op zwart zaad zit.
Onze kinderen moeten leeren sparen.
Uit zichzelf doen ze 't niet. Van nature
zijn ze tot alle kwaad geDeigd, ook tot
verkwisting. Maar van jongs af moeten we
hun de enkele centen al leeren opsparen
en het onze jongelui, als ze flink in de
verdienste zitten, gedurig voorhouden
Weest zuinig
Bezorgd zijn is zonde maar zorge
loos zijn precies even erg
En dan dat kind op kind van jaar tot
jaar
Laat ik, zoo zacht mogelijk, daar ook
het mijne van mogen zeggen.
De huiskamer is geeD stal.
En de kinders om de tafel, zijn niet de
biggen bij de trog men zal mij ver
staan.
En de moeder is 'n mensch. Zon
der ook hier nu weer eenigen regel of iets
van dien aard te kunnen of te willen stel
len, zijn wij het allen toch hierover eens,
dat een tijdperk van rust voor de vrouw
en moeder noodzakelijk is. Daarbij alleen
te letten op het lichaam is de moeder
als mensch onwaardig. Zij heeft ook haar
plichten, haar zorgen, haar geestelijke be
hoeften Een moeder bv., die op een
winkeltje moet passen, haar huishouden
doen, een >plat« kind heeft, die kan niet
naar den eisch, zoolang dat kleintje niet
zelf spelende z'n fortuin weet te zoeken,
er nog eens een bakerkindje bij hebben.
Daar moet wat spatie zijn. Negeens, het
is geen stoeterij. En hier is in zekere tijde
lijke onthouding dan ook wel degelijk een
middel gegeven, om de verwording van het
gezin tegen te gaan.
Maar laat men nu onderscheiden 1
Dat is absoluut iers anders, dan datgene,
waartegen ik mij de vorige week richtte
en nog richt.
Immers, bij normaal verloop zal ook
zoo een gezin nog aardig uitgroeien't
eenige zal zijn dat de kleintjes moeder den
tijd gunnen, den kinderstoel eens goed
schoon te maken, of te laten vernieuwen.