Zaterdag 6 December 1913. 28ste Jaargang JN\ 1926. voor de Znidltollandüche en Zeeuwsclte Eilanden. EESSTE Mi Antirevolutionair IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN, „HET GOUDEN HERT", R. C. F. i L LEE-Moonen. 'A u t'M l- 0,- ft "WW Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nnmmers 5 Cent. UITGEYER SOMMELSDÏJK. Advertentiën 10 Cent per regel en maal. Reclames SO per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewaoht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nnr. Alle stukhen voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Ervan verzekerd. De mannen en aanhangers der Rechtsche beginselen hebben een groot voorrecht. Het voorrecht der Zekerheid en der vaste gewisheid, dat hun beginselen niet alleen goed, maar de beste zijn. Die zekerheid heeft een man van Links niet. Gewis; in eerlijke overtuiging staat ook de ^Linksche belijder voor ons; we ne- JpAien van ganscher harte aan, dat hij oprecht meent, wat hij zegtdat hij door denken en nadenken, door ver gelijken en onderzoek is gekomen tot de aanvaarding der Linksche begin selen. In zooverre heeft hij voor zich self eenige zekerheid, die voor hem echter nooit zoo groot is als voor een man Rechts. Hij, de Linksche gelooft-, gelooft door de gedachtenwisselingen met zijn lees- en leerboeken in de studeerkamer, door de gedachtenwis selingen met hoog en hooger staande mannen uit vroeger eeuwen, de waar heid gevonden te hebben. Volkomen zeker is er hij er nog wel niet van, want hij houwt alleen op zijn Rede, gesteund door de ervaring, door de lessen der historie; maar zóó dom is die Linksche Rede nooit geweest, of ze weet, dat in de eeuwen duizend- J/mmaal een Ja! in een Neen! moest -™ f worden omgezetof ze weet, dat alles wat de Rede in den loop der jaren en der eeuwen heeft verkondigd voor waar en zeker en waarachtig, her haaldelijk revisie of herziening noodig had, of ze weet, dat geen enkel stelsel van politiek is aan de hand gedaan, of er werd vaak den anderen dag een vernietigende critiek over geveld. Volkomen zeker is de man van Links nooit van zijn zaak't is altijd en altijdvermoeden, gissen, en wel slooft men zich al, om door de Rede elk vermoeden van twijfel op te hef fen maar zelfs daarna blijft nog de gis, of de opgeheven twijfel wel waarlijk op goede gronden mag ge zegd worden, verdwenen te zijn. Denkt de man van Links wel lo gisch? Afgedacht van de vraag, of ieder die zich Links noemt en met Links meezeult zelfs wel erover denkt, waarom hij Links iser zijn ook daar honderden bijloopers, die alleen bij »intuitie«, ge voelleven en »voelen«, zonder veel te kunnen verklaren, dat ze bij de Linksche armee moeten in gelijfd worden. Doch die bij- en om en over- en tegenloopers, of wat ze zijn, laten we nu eens buiten rekening en vestigen alleen de aandacht op de welbewusten in die Linksche groe peeringen. En dan vragen we: Als die menschen nooit geen volkomen zekerheid hebben, dat hun idee niet reeds morgen zal worden omverge- loopen, en hun beginsel niet reeds overmorgen zal worden uitgefloten: hoe komt dat dan? denken ze niet logisch? maakt hun hersenstel ze on geschikt om met ijzeren noodzakelijk heid te besluitenzóo en zóo alleen is 'tzóo en zóo alleen moet het zóo en zóo verduurt onze idee den tand des tijds en het gewicht der eeuwen Hun hersenstel is goed; niets be ters en niets slechters dan van elk gewoon sterveling en toch altijd weifelen, altijd gissen, 't Zit 'm dus niet in 't hoofd; niet in de logische en zuivere uitwerking der gedachten. maar in de Gedachte zelf. Het Denksel deugt niet. Maal eens met den besten molen steen meelbloem van klinkersteenen Visch met de beste fuik op een grint weg Delf goud met 't beste houweel uit een aderloozen rots. Zoo is 't met de Linksche partijen. Ze zoeken meelbloem uit een steen; visch op een drogen weg; goud uit eeu barre rots. En dat gaat nu een maal niet. De Zekerheid die ze zoeken is in flagranten strijd met hun Denk sel. Hun Gedachte gaat nooit terug op God en Zijn Woorddus en daarom is hun Zekerheid van weten even ver verwijderd van hun denken en vor- schen, als 't Oost verwijderd is van 't Westen. Wie op Gods Woord niet als fun dament gaat staan, staat op oever zand, waar men in zinkt ten doode toe en sterft. Denkt naar en volgens alle wetten van 't denkenfilosofeert zooveel ge wilt, roept historie en ervaring op tot uw machtige getuigen; maar zonder Geloof in God en Zijn Woord baat alle pleiten voor de Rechtbank der Waarheid niemendal. Ervan verzekerdDe man van Rechts is ervan verzekerd, dat hij een fundament heeft om op te staan. En zijn Rede toetst hij aan de Openba ring, Hij denkt, maar nooit los van dat Gods Woord. Hij ziet de wereld dooroverziet de geslachten der men- schenkinderenraadpleegt boek en schriftuur, en ouderdomservaring en de energie der Jeugd alles is 't zijne om er op te staren maar van dit alles gaat ten laatste en ten eerste de blik naar de Heilige Schrift. Wat zegt dat Boek? En dan, ja wat dan Dan blijken zijn eerst gespannen gedachten soms herfstdradenje ziet ze, je grijpt ze, maar ze zijn de ij delheid zelf. Het Woord Gods geeft zekerheid voor 't Hoofd; voor 't Hart. Geen weifelen over goed en kwaad is mo gelijk: want: »Zóo spreekt de Heere.« Op dat fundament staande, staat men sekuur in zijn politiek; in zijn Kerkelijk en Schoolleven. Sekuur overal. Eu dan is Luthers woord op den beroemden Rijksdag te Worms 't onze: »Ik kan niet anders; God helpe mij. Amen.« //Ik kan niet anders«. Maar dit woord is voor den Liberaal niet gel dig. Zijner is»Ik weet niet anders.« En toch: hij kon anders weten, als hij zich maar huigen wilde voor dat Woord. V Opgepast! de Prov. Staten! Weer heeft mr. Troelstra een hoofd artikel in het Volken weer is 't over den ondergang der Eerste Kamer. Al zijn ambitie, zijn lust en strijdzijn waarschuwen en dreigen't goldt alles die Eerste Kamer. Hij rekent en cijfert over alle provinciën, hoe 't daar met de Staten staat. Noord-Holland is nu al LinkschEriesland is linksch Gro- nigen is LinksDrente is LinksNoord Brabant en Limburg Rechtsch. Dat alles zal in 1916 zoo blijven. Maar Gelderland kan omgezet wor den (nu34 R. tegen 28 Lmaar Zuid-Holland kan om (nu46 R. te gen 36 L.)maar Zeeland kan om (nu: 22 R. tegen 20 L.)maar Overijsel kan om (nu: 24 R. tegen 23 L.). Zuid-Holland, zoo rekent mr. Troel stra, kan in de districten Leiden, Schie dam, Rotterdam 2, 4 en 5 met Gouda, Hotel Restaurant Gedempte Boerensteiger 63A, 63B Rotterdam. DINERS 60 cent en hooger. LOGIES MET ONTBIJT f 1.—, f 1.25 en f 1.50 Aanbevelend, Het door ieder aanbevolen adres. 8 liberale zetels doen winnendaardoor wordt 36 Links dan 44 Links, of de meerderheid. En zoo idem met Zeeland enz. komt hij tot 't besluit: »De Eerste Kamer telt thans 31 »R. en 19 L. leden. Dat kan dus in »1616 worden 24 R. en 26 L Ziedaar den horoscoop getrokken en de profetie gehoord! Laten we er naar luisteren. Want wel noemt mr. Troelstra ons Flakkee niet met onze Statenleden Vegtel en Warnaer, maar opgepast mannen van Flakkee. Eer 't 1916 is zal mr. Troelstra er wel opmerkzaam op gemaakt zijn, dat op Flakkee ook buit is te halen even goed als in Rotterdam 2, 4, 5 enz. Maar de oogen openDenk om de Kiezerslijsten. We geven onzen Vegtel en War naer niet dan na een ernstigen strijd over. School en Kerk samen! Ons Eilandje Flakkee verkeert, als je zoo de Liberalen hoort, in een voor de A. R. partij desolaten toestand. We moeten eronder. Neen, nog ster ker we zijn er al onder. En in 1916 zullen de stukken er afvliegen. Daar is veel van waar! Maar nu moeten de Liberalen niet denken, dat zij dat geflikt hebben. Als we er uit zijn, er uit gaan; er onder gaan, dan ligt dat aan de slechte samenwerking tusschen School en Kerk. Ouddorp Is er krachtige samen werking Stellendam? Werkt de Ned. Herv. dominee mee Melissant? Is er hartelijke sympa thie. Dirksland? Is daar alles rozegeur in de samenwerking. Sommelsdijk. Wie kent daar 't leven der Kerk niet? Middelharnis. En welke Kerk is haar steun geheel? Stad. Wat doet de Herv. Kerk daar Den Bommel. Is niet zij een geluk kige uitzondering. Ooltgensplaat. Ook daar een vragen naar een hoe of wat O wee 1 o weede liberale partij op ons Eiland; ze wordt vermorzeld, als van Ouddorp tot Ooltgensplaat de Ned. Herv. Kerk haar taak en haar roeping gaat verstaan om de gedoopte kinderen geen seconde langer op de Op. School te dulden; weg en vernie tigd is de lib. partij, als de Herv. Kerk krachtig met de Scholen saamwerkt om de opvoeding: der Jeugd te doen beantwoorden aan den eisch Gods. Maar waar is 't, helaas! dat die samenwerking- botst en stoot. Is 't niet treurig Diep treurig OP DEN UITKIJK. kilo. 61, 8e kwal. 58. kilo 80 a 85 ct. tuks. ■50 pei lOO'stuka. 85 en Lt a len. Aanvoer 192 vette !9 6 schapen en ssen 38 tot 41 a 43, '2*, voor export 57* Klammeren t 15 -21 6 en lichte varkens kilo. ossen was gewoon, prijzen bleven vrij 3ranen. Enkele prima par- shoorvoetend vorige was niet dsn tot bleef dientenge- kg. van f9.40—9 T5 ven betaald. Overige 100 kg. v. f5-7.90. >i aanbod moesten even per hectoliter alen f 3.25 a 3.50. ZeeE^t|ph.a- blauwe Telefoon Intercom». No. 2. g, Hendrik zegt irvallen, jongen t hem oom »tele- alles besteld, zoo- i we dan opstap je uit een lekker den koffer kun- el wel even laten oor, met z'n breede door de menigte ames, die hen op gedacht, hé?Nu veek ook niet! 'k n in de schaduw ;ullen logeeren en oede van denllt- 't kan raar loo- aan?c onderzoekt kenis! 't Is alleen ch teroog wil laten i voorjaar in pa- pijn aan en toen n dag of wat be toen geheel over, hap er bij, 't kon eens terug kwam was, hoe beter... de week begon ik den en we beslo- aar hiertekomen. ik er wel af zijn lat we niet recht dat begrijp je!« iet een knipoogje controle doorge- ein over en wor- der kellners naar srsonen diner be- oom. »Me dunkt anzelf weer school gen moet je onze Yordt vervolgd. Direct nabij de Hoofdsteeg, 't Is een jaar of wat geleden. Te RüagsdorfGodesberg, in het Rhein- hotel, was een vroolijk gezelschap in op gewekte stemming bijeen. Er werden anec- doten verteld, raadsels opgeven, spelletjes gedaan, 't was het gewone, prettige sa menzijn van lieden, die »uit« zijn, het er nu eens van nemen kunnen, alle zorgen aan kant zetten en zich amuseeren. Bij 't gezelschap was ook een jonge dame uit Müachen, die iets nieuws bedacht. Op een tafel werden een verzameling gouden voorwerpen neergelegd, waarvoor ieder zijn bijdrage leveren moestgouden ringen, armbanden, horloges enz., zoodat er in korten tijd voor een aardig bedrag aan edel metaal was bijeengebracht. De Münchner jongedame zou nu onder zoeken, of er bij 't gezelschap ook iemand was, die de gave had, om als wichelares op te treden. Daar werd ook over gepraat. Met name in Duitschland. In Zuidwest-Afrika bezit Duitschland uit gestrekte landstreken, vele duizenden vier kante kilometers groot, maar dit land heeft hetzelfde gebrek als het land dat Kaleb zijn dochter Achsa bij haar huwelijk ten geschenke gaf: het mist >waterwellingenf is daardoor dor en op vele plaatsen een woestijn gelijk overal echter, waar men er in slaagt water aan te boren, daar veran dert de woestenij in vruchtbaar land, want de grond is er wel goed, doch waar de regen zeldzaam is, moet op een andere wijze in dat watergebrek worden voorzien. Nu is dat water-boren echter een zeer kostbare geschiedenis. Indien men wist, waar ergens een wa terader in den grond loopt, ja dan was 't niets. Maar op goed geluk af gaan boren, 50 en 100 en méér meter diep kost schatten. De Duitsche koloniale regeering heeft hierbij echter grooten dienst ondervonden van den heer Von Ulster. Die deed dat »kwiek«. Hij nam eenvoudig zijn »wichel- roede* ter hand, een gewone gaffelvormige hazelaarstak, wandelde over de uitgestrekte velden, rechts, links, kris en kras, bleef dan plotseling stilstaan en zeideHier is water. Dat zag en voelde hij aan zijn tak. Waar die in rust bleef was niets, doch waar die in beweging kwam, daar zat water, Dan werd gegraven en 't kwam prompt uit Iets nieuws was dit niet. Uit vroeger eeuwen zijn dergelijke ver halen reeds tot ons overgekomen, maar met name de sceptische, matrialistische 19e eeuw, verwees ze naar het rek der legenden Het was haar te geheimzinnig. 't Streed min of meer met de »rede«. 't Leek een bespotting der wetenschap*. 't Was al te gekDe knapste ingeneur van Duitschland, met een wetenschappelijke opleiding en jarenlange praktijk stonden voor een hopeloos geval en daar komt me 'n leek*, een man zonder oplei ding, met een Simpel taksken en lost zon de moeite het vraagstuk op, waarmee zij hun wetenschappelijk hoofd zoolang had den gebroken en waarbij wis- en natuur kunde: »je« wetenschappen van logische be wijsvoering en zuivere ervaring, hen in den steek gelaten hadden. Intusschen hij dééd het maar. De man met de »wichelroede«. Een man intusschen, die in niets aan de heidensche wichelaars der oudheid herin nerde. Een goed christenmensch en >geheim Regieringsrat*. Die zich niet hult in'tge heimzinnig kleed van tooverij of wichelarij en niets wil weten van zwarte kunst.* Zijn verklaring is doodeenvoudig. Het is gewoon een gave. Iets, dat men niet aanleeren kan, doch dat aangeboren is. Een zeer bizondere soort van gevoeligheid, volgens hem die zeer enkele menschen bezitten, die hun van God geschonken is, reeds bij de geboorte, waar door de gaffel in hun hand gaat trillen, als ze boven boven water staan. Zoo iets was natuurlijk niet geschikt, om de wetenschappelijke wereld gunstiger te stemmen. Die dwéépte in de 19e eeuw met onderwijs, ontwikkeling, opleiding en wou er niet aan wat toch 'n waarheid is als 'n koedat reeds voor de ge boorte ever den komenden mensch is beslist en dat wat hij worden zal en kunnen zal en weten zal voor 'n hee), heel klein beetje afhangt van de omstandigheden, het on derwijs enz. en voor verreweg het grootste deel van de gaven en krachten, die God hem zal meegeven in het leven. Doch ik keer terug op m'n pad. De gewone menschheid is soms verstan diger dan de mannen der wetenschap zijn en zij hield zich dan ook ernstig met het vraagstuk bezig en 't was in die dagen in trek, om te onderzoeken, of ook iemand de >gave* bezat. Zco ook bij de gelegenheid, waarvan we in het begin reeds melding maakten. Ieder, die zich aan de proef onderwierp moest de hazelroede in de handen nemen en dan met de ellebogen het goud aan raken. Velen reeds waren bij dit examen ge dropen, tot groot vermaak van 't gezelschap. Toen kwam er ook een Hollandsche jon gedame aangeloopen, zette zich in postuur eD onmiddelijk begint de hazelaartak hef tig te bewegen. Groote opwinding onder het gezelschap. 'Dadelijk gaat men naar buiten om nu ook de gave op water te beproe ven. En jawel, op een bedaalde plaats >teekent« de roede en het blijkt hoe pre cies daar ter plaatse de buis van de wa terleiding onder den grond loopt. De jongedame in kwestie heeft haar we dervaren uitvoerig in de N. R. Ct. verteld. Zij blijkt allerminst een romantische of hyssterische praatjesmaakster te zijn, want langen tijd heeft ze, wat haar oogen zagen en haar handen voelden, zélf niet geloofd. Zóo streng oordeelde zij. Maar ten slotte heeft ze zich dan toch aan de feiten gewonnen moeten geven. Een paar jaren later zoo vertelt zij was ze te Luik gelogeerd, waar een paar jonge ingenieurs den spot met haar »gave« dreven, wat zij ook heel natuurlijk vond, hoewel zij hetzelfde verschijnsel al wel honderdmaal had waargenomen. De heeren begroeven ergens in den tuin, zonder dat zij er iets van wist, enkele gou den geldstukken ze loopt in alle richtingen rond en precies boven de plek waar het goud ligt, begint de roede te bewegen Zoo weinig kon deze schrijfster ook na een tpaar jaren nog aan het bestaan dezer gave gelooven, [dat als het eens een keer schijnbaar mislukt, ze zich verlicht voelt, omdat het dan toch, gelukkig, alles maar inbeelding of toeval is geweest. Wie er zoo onder staat, heeft reeds in zichzelf een groot bewijs voor de waar schijnlijkheid zijner woorden. Maar laat ik verder gaan. Deze zelfde jongedame heeft in Septem ber jl. bijgewoond het wichelroeke-congres te Malle, Duitschland, want ook hierin is deze wichelarij van den modernen tijd, dat zij door een openhaar (congres tracht te onderzoeken en te propageeren. Daar was een uitgezocht publiek. De regeering was vertegenwoordigd. Trouwens, in Duitschland is het al op vele plaatsen gewoonte, als er bijv. ergens een breuk in de waterleiding is, om een

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1913 | | pagina 1