Zaterdag 39 November 1913. 28ste Jaargang N°. 1924. voor de Zaidhollandsclie en Zeeuw^elie Eilanden. Antirevo lutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN, Christelijk Standpunt. „HET GOUDEN HERT", Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGSYEB SOMMELSDIJK. Advertentlën 10 Cent per regel en maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsrnimte die zjj beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 unr. Alle stukken voor de Reductie teestemd, Advertentlën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. De heer De Liefde, welbekend schrij ver van velerlei boekjes heeft eens puntig gezegd: »De meestemenschen worden doodgestoken door oogpun tenUit 't oogpunt van groei en bloei uit 't oogpunt van land en volkuit 't oogpunt van eigen en algemeen be lang; uit 't oogpunt van tijd en geld; enz. enz. en uit velerlei ander oog punt beschouwt men allerlei zaken. Ja, ziet U uit dit oogpunt beschouwd, zou ik zóó handelen, maar uit dat oog punt bekeken, zou ik 't weer niet doen. Ja, ziet U, uit Uw oogpunt de zaak bezien, hebt U gelijk; maar uit mijn oogpunt haar bekeken, heb ik gelijk. De oogpunten en standpunten weten wat en spelen een heele rol in 't leven en de Liefde zei ervan: De meeste menschen worden door oogpunten doodgestoken®. Waarom doodgesto ken? Omdat wanneer we met oog- en standpunten gaan werken, de waar heid of 't terrein der waarheid als't ware in onderscheiden onderdeelen wordt verdeeld. Eén van die onderdee len nemen wij in beslag; dat is ons standpunt en de overige erkennen wij vaak in hare waarde niet, maar wil len de bevoegdheid zelfs betwisten om, een ander standpunt in te nemen, om van daar uit even ware en even goede dingen te zeggen, als die welke wij van uit ons oog- en standpunt ver kondigen. Daarom, omdat we ons eigen stand punt zoo ontzaglijk graag het eenig ware achten en dat eigen standpunt met ongekende kracht trachten te handhaven, gaan we vaak andere even uitstekende beweeggronden onver- Suhillig voorbij; waardeeren ze niet in onze zelfzucht om toch maar eigen oogpunt te doen triomfeeren en ster ven dientengevolge aan gebrek aan ruim inzicht, aan waardeering van anderen arbeid, aan eerbiediging van anderens meening, kunde en doorzicht. Nu is op zichzelf reeds dat oog- en standpuntenstelsel gevaarlijk, omdat de zelfzucht en eigeneer niet gauw gewonnen willen geven, dat we dwaal den. «Ziet U, mijnheerZiet U Me vrouw, U kunt zeggen wat U wil, ik vind Uwe opmerkingen aardig, ter zake zelfs Mijnheer maar mijn standpunt is en dan gaat sin jeur maar weer van voren af aan be- toogen, dat hij gelijk heeft en de ter zake- opmerkingen van Mijnheer of Mevrouw bij zijn standpunt en oog punt vergeleken, toch in den grond der zaak weinig om 'tlijf hebben. Een der vele oog- en standpunten is 't Christelijke. Men kan iets bezien uit Heidensch, uit Mohamedaansch, uit Christelijk standpunt. Iets bezien uit Christelijk en Joodsch Standpunt. Iets bekijken uit Christelijk en dies weer uit Protestantsch en Roomsch en Luthersch en Hervormd en Gere formeerd standpunt enz. Maar hoeveel bezwaar er ook aan die standpuntendrijverij verbonden is, waardoor waardeering voor anderen vaak even te laag is, als eigen stand punt te hoog is en te aanmatigend, waar sprake is van Christelijk Stand punt moet men zijn geloof (want dat is het Christelijk standpunt in zijn volle beteekenis en uiteenzetting) handha ven. Het Christelijk Standpunt is géén standpunt en oogpunt naast andere van even groote waarde; maar er is geen standpunt hooger dan dat. Het kwetst de waarheid, maar ook de Waarheid, die Jezus Christus zelf is, als men 't Christelijke standpunt wil plaatsen naast eenig ander, 'tls kwetsend voor Geloof, kwetsend voor den Christus, kwetsend voor 't Evange lie der genade, als men 't Cristelijk standpunt plaatsen wil als één der vele »punten«, waaruit 't leven mag en kan worden bezien. Zoo verzoenlijk als »ons« standpunt moet zijnzoo verdraaglijk als wij met ons oogpunt moeten zijn (want we dwalen allen als schapen en we struikelen dagelijks in velen) zoo onverzoenlijk en onverdraagzaam is 't Christelijk Standpunt. Het gedoogt geen ander punt naast zich, dat in even groote mate onze belangstelling wekken en trekken mag. Wie Christen is, kan dan ook nooit anders dan een zaak uit christelijk oogpunt bezien, omdat hij de Waar heid alleen zien mag en alle leugen en schijnwaarheid den rug moet toe- keeren. Een Christen mag en zal nooit zeg gen: »Als ik dit of dat uit christelijk oogpunt beschouw, dan neen er is geen ander standpunt voor hem dan 't Christelijke. Daarom zegt ook Petrus «Vermanende en betuigende, dat deze is de waarachtige ge nade Gods in welke gij staat. Petrus spreekt niet van waggelen als een gansniet van buigen als een rietmaar van staan als een Eik. En op een andere plaats Door welken wij ook de toe leiding hebben door 't geloof tot deze genade, in weike wij staan en roemen in de hope der heer lijkheid Gods. Zoo dus er is maar één staan, een standpunt voor den Christen; den waren Christen natuurlijk, overwien we 't thans hebben. Niet over den naam christen spreken we. En alle stantpunt anders dan 't Christelijke is contra bandeis geen standpunt dat den Christen waardig is. Alle standpunten zijn veroordeeld I Er is er maar één ;dat goed is: 't Christelijke, nl. dat op alle terrein des levens uit Hem, door Hem en tot Hem alle dingen zijn en verleden en heden en toekomst van werelden en volken wentelen om zijn heilige vin geren Die alleen geëerd en geprezen moet worden in hemel en op aarde. Do's brutaal. »Het Volk« heeft het 25 Nov. over De strijd om het Kinden over 't Onderwijs. Maar zoo'n plompe be schouwing over het streven van Rechts is ons nog nooit onder de oogen ge komen. Het kladdert: Om finantiëele onafhankelijkheid is het hun niet allereerstom goed onderwijs voor het kind is het hun heelemaal niet te doen de open bare school moet verdwijnen. Het is hun te doen om politieke macht voor geestelijken en ijveraars. Dat heet strijden voor ouderrecht. Het recht van het kind en het recht van den arbeider wordt er aan op geofferd. Ooit zoo'n opeenstapeling vannon- flüotel Restaurant Gedempte Boereiisteiger 63A, 63B Botterdam. DINERS 60 cent en hooger. LOGIES MET ONTBIJT f 1.—, f 1.25 en f 1.50 Aanbevelend, R. C. F. y. i LEE-Ioonen. liet door ieder aanbevolen adres. sens gezien. En dat wordt nogal aan »welbewuste« arbeiders, zooals socia listen in dat Blad graag geflikflooid worden, voorgezet. Niet één enkel bewijs is bij te brengen dat Rechts ooit zóó over onderwijs, over Bijzonder en Open baar Onderwijs, over ouderrecht ge dacht heeft, als in iet Volk« wordt voorgelogen. 't Is een totale miskenning van .de duizenden opofferingen, die de Chris tenen zich hebben getroost al sinds een halve eeuw. Dat 'tniet ons, maar den socialis ten te doen is om de Openbare school te nekkendat in elk geval niet Rechts, maar de socialist de Openbare school in opspraak brengt, staat voor vriend en vijand vast. En dat zij de ouder rechten vertrappen durven wordt aan getoond door de Julianaleesten en de andere Nationale gedenkdagen, waarin het Oranje hun een gruwel is. Wat hebben de socialisten ooit ge daan uit eigen beurs voor goed onder wijs? Niets. Ze hangen en leunen ook daarin op den Staat. En zóó mooie riemen snijdend, hebben ze nog praats, als een ander ook iets van 't leer hebben wil. Ze zouden liefst alles alleen inpalmen 1 Hebt ge een vast beginsel Dwaze vraag, zegt ge. Ik heb niet één beginsel, ik heb er zooveelbij tientallen tegelijk. Ik heb een begin sel over godsdienst en politiek en school en gezin en geld verdienen engelduit- geven, over pleizier en smartover allerlei levensuiting heb ik een begin sel. Beste lezersdraaft nu niet door, want we houden staande, dat gij niet tien, doch slechts één beginsel hebt. Maar we vragen U daarnaastwaar gij maar één beginsel hebt, beleidt ge dat »Vash(; hebt ge een vast beginsel. Zie, er is maar één Christus. Dies is er maar één christelijk geloofmaar één geloof, dat waar en waarachtig is. Dat geloof is een zien een ervaring des harten en een medebetuigen van 't verstandeen samentreffen en samenspreken van God er. mensch in 't geweten, krachtens hetwelk de Christen (niet de naam-Christen) her schapen is tot alle goeds en toebe reid tot alle goed werk; door Gods Geest weergeboren en door Gods kracht bevestigd. Dat geloof is het bèginselhet eenige beginsel. Zeg nu niet, dat ge wel tien beginselen hebt. Zeg wel, dat ge uw ééne beginsel op alle terrein laat inwer ken en dan gaan we accoord. Een beginsel uitstralend naar alle zijden. Maar hebt ge dat beginsel vast Weifelt ge nooit? Is dat geloof levend of dood Durft ge met dit eene be ginsel de woestijnen door en de af gronden der zee in Staat ge als een rots in die overtuiging en als ge zijt overal, waar Uw lichaam U draagt, komt dan j,Uw beginsel krachtig uit. Durft ge ervoor lijden en smaad- heid ondergaan en kunt ge ermee zeis de overwinning dragen, dat ge die Hem nog toebrengt en niet uzelf. Hebt ge één beginsel? Hebt ge een vast beginsel? Dat 't zoo zij. OP DEN UITKIJK. Guido Gezelle I de Vlaamsche dichter. Zij brachten naar 't Noorden over hun kennis en wetenschap, hun handel en nij verheid en bovenal hun vurigen ijver en onwankelbaar godsvertrouwen. Zij méé hebben het calvinisme, toen het tijdens 1 Bestand den hachelijken strijd voerde om zijn bestaan, gered en in de mogendheid des Heeren ter overwinning geleid. Telefoon Intercom». No. 9. me m. Direct nabij de Hoofdsteeg, Mej. Kuyper reist graag. Men zou kunnen zeggen: Zij heeft net van niemand vreemds en het is een goed kind, die naar zijn vader aardt. Zij is, als ik 't wel heb, begonnen met een uitstapje naar Engeland, stak later den grooten plas over, die ons van Amerika scheidt, toog naar Rusland, maakte een uitstapje naar Rome, zat meermalen hoog in de bergen en zal, alles bij elkaar geteld, wel een aantal kilometers achter den rug hebben, waarmee men meer dan eenmaal óm de oude wereldzee komen zou. En, zooais dat gaat: wie verre reizen doet, die kan ook veel verhalen 1 Niet, dat ik alle reisverhalen even inte ressant vind. Er zijn zulke rare reizigers. Al ik lijd èn geld had, om vreem de landen te bezoeken, dan zou ik zoo weinig mogelijk in de groote steden ver toeven en de groote hotels angstig schuwen. Er zijn menschen, die elk jaar maanden reizen en feitelijk niets anders zien dan de geijkte wetenswaardigheden, die ge thuis van Bandeker op een presenteerblaadje bij uw thee krijgen kunt ze reizen uit modezucht, voor de sjiek, uit verveling, uit gewoonte of ook om een onbeantwoorde liefde te vergeten of zich uit een of ander lastig avontuur te redden om tal van redenen, maar niet omdat ze het land, dat ze bereizen liefhebben of iets voelen voor het volk, dat met dit land is saam gegroeid. Zulke reizigers moeten vooral veel geld verterendat is 't eenige waarmee ze nut tig kuunen zijn. Wie den rechten reuk van een vreemd land krijgen wil en er het volk wil zien, zooals het is, wie er de »volksziel« nader komen wil, die moet uit den D-trein stappen, die hem naar de hoofdstad bracht, die moet het »Hotel de l'Europe« verlaten, die moet den reuzen-restaurants met vier talen-sprekende kellners den rug toekee- ren, die moet in den »staat« het land zoe ken en in het volk de »natie«. Zoo iemand moet in lokaaltreintjes gaan boemelen en terwijl hij zijn oogen buiten den kost geeft, scherp toeluisteren naar 't leu tig gepraat van 't volk uit de buurtschappen, dat naar stad tijgt, om boodschappen te doen of bij familie in 't naaste dorp gaat theedrinken. Die moet een boerenherbergje durven binnengaan en met de waardin wat kouten. Niet met 'n auto de heirbanen overvlie gen, maar in 'n hittewagentje of ezelskarretje naar 's lands gebruik is, op 'n sukkelgan getje z'n tien kilometer in 't uur afleggen. In een uithoek of vergeten nest, waar 't oude leven uit voorbijgegane eeuwen bewaard bleef, moet hij een rustig pen sion zoeken en een praatje maken met den varensgast, die over de brugleuning hangt, met den barbier-klokluider-dorps- bode, met het besje, dat haar jongste klein kind in de tamiliekoets te luchten rijdt hij moet het volk zoeken, tot hem komt het niet, en trachten dat volk te i-snappenzooals de foto'sjager het tracht te krijgen voor de lens van z'n toe stel. Mej. Kuyper reist graag. En als ze thuis gekomen is, haar indruk ken heeft verwerkt en de meegebrachte kiekjes en priciosa uit 't vreemde land heeft geordend, dan zet ze zich neer en weet er zoo smakelijk en onderhoudend over te vertellen, dat de thuisblijvers meê genieten. Ze was 't laatst in Vlaanderenland ge weest. Eigenaardig, dat ze over Petersburg, New-York en Rome ging, om in Gent en Kortrijk te komen 1 Maar dat gaat méér zoo. Wie een daagje naar Den Haag gaat, voor plezier, zoekt natuurlijk de zee op, terwijl ik Hagenaars ken, die er gewonnen en geboren zijn en in de hondsdagen 't gansche jaar nog geen tijd hebben gezocht, om eens naar 't strand te wandelen. Wat dichtbij is, komt soms het laatst aan de beurt. Maar mej. Kuyper heeft dan nu toch het verzuimde ingehaald en in een boek van 350 bladzijden ons verteld van wat zij zooal beleefde >in 't land van Guido Gezelle". Die met een kleine wijziging in den trant van Van Oosterzee zeggen kon »Chris- ten is mijn naamroomsch mijn bijnaam. Wie en kent Gezelle niet P De dichter van die teere, fijne, beeld rijke verzen, die klinken als echt porselein en zuiver kristal, klaar klateren als de wa terval in 't heuvelland Wie kent niet zijn iSchrijverkenc? Mej. Kuyper heeft gestaan bij den plas, waar hij 't winkelend waterding den grooten Naam Gods op 't water schrijven zag. Wie hoorde niet met hem 't iruischen van het ranke rieU? De reizigster heeft het gehoord als hij, ter plaatse waar hij liep en droomde. Wie ontroerde niet bij zijn bede Ach, leer mij, armen dwaas, hoe dat ik bidden moet P« Mej. Kuijp&r heeft bezocht de plaatsen, waar hij zoDg en bad. Want zij is in Vlaanderen geweest... Wat Vlaanderen voor Nederland is Met name voor het Nederland uit den bloei tijd voor het calvinistisch Nederland wie onzer, die er nog heugenis van heeft Vlaanderen, meent men, heeft loon naar werken gekregeD. 't Heeft wel het oor ge neigd naar de zuivere prediking des Evan gelies en het liep juichend in het licht, dat God op den kandelaar had herplaatst maar het en volhardde niet. Het keerde terug, als de gewasschene zeug tot de wen teling in het slijk. Het slobberde weer in de gebroken bakken van den Middeneeuw- schen vormendienst en prees den goren draf, die er in was blijven staan Zoo heb ik 'thooren zeggen. Vergeten wordt, hoe de krijgskans Vlaan deren tegen was. Vergeten wordt bovenal, hoe Vlaanderen, toen het Spaansche juk weer lag op den stcferen Vlaamschen nek, zijn beste zonen bij duizenden afstond aan de Republiek der zeven vrije landen en dat het mee die mannen geweest zijn, die Noord-Nederland hebben groot gemaakt. Toen raakte Vlaanderen in verval. De ware zaadjes waren uit de rijpe vrucht door den stormwind der vervolging weg gevoerd, en die vrucht zelf schrompelde weg door de winderkoude. De banden werden verbroken. Het jaar 1830 maakte de verwijdering grooter nog dan ze al was. De Nederlandsche Maagd voelde zich vereerd, als de Fransche windzak haar het

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1913 | | pagina 1