Woensdag 12 November 1913.
288te Jaargang N°. 1919.
voor lie ZuiiUtollandsclie en Zeeuwsolie Eilanden.
Antirevolutionair
Orgaan
C
IN HOC SIGNO VINCES
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Saterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Ceat.
Buitenland bij vooruitbetaling 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITG-BYSB
W. BOEKHOVEN.
SQMMELSB1JK.
ïeSef©®» Intercoms». So. S.
Advertentie 10 cent per regel en «aal, Reclames SO per regel.
Boekaankondiging 5 Gent per regel en s/s«aal.
Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Gent per plaatsing.
Groote letters en vignetten -worden berekend naar de plaatsruimte die zij bsalaau
Advertenties wordan ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 cnr.
Alle stukken voor ée Redactie bestemd, Advertenties! en verder® Administratie franco I®© f© jeemden aast den Uitgever
ij die zich nu abonneeren, ont
vangen de nog in deze maand
verschijnende nummers gratis.
Terugkrabbelen.
De heer Pleyte, nu minister van
Koloniën, was een vurig propagandist
tegen de kerstening in Indië. Zijn
•Tuniredevoeringen tr kken de aan
dacht wegens haar scherpte tegen 't
Kabinet Heemskerk en den heer Iden-
burg. De N. R. Qt, goot er nog wat
olie bij en de heele Linksche Pers,
was 't toen met mr. Pleyteeens: Het
Kabinet moest tot een puinhoop; de
gruwelijke onverdraagzaamheid tegen
den Islam voor een hartelijk waar-
deeren van die beginselen plaats ma
ken Idenburg kon wel een huis huren
in 't Haagje, dicht bij de Eben-Haëzer-
kerk; en de zending zou haar idealen
wel kunnen opbergen in een reli-
kwienkast.
De Rechtsche Pers heelt niet na
gelaten op al die booze uitlatingen
te wijzenze staan geboekstaatd in
de stembusliteratuur, maar steeds deed
ieder de nuchtere vraav: Je dreigt
wel en blaft, maar durf je te bijten?
En 't antwoord is, als werd verwacht,
't Was blaffen, maar niet bijten. En
op 't oogenblik staat het in Indië
zóó, dat alles, alles blijft bij 't oude.
Geen enkele circulaire wordt inge
trokken; geen enkel wetsartikel moet
anders uitgelegd; geen enkelen Isla
mist wordt meer verdraagzaam be
handeld dan eertijds. De houding van
den Gouv.-Gen. in de Sarekat Islam-
zaak wordt geprezen idem zijn hou
ding jegens de Indische Partijidem
't verbanningsbesluit aangaande Dou-
wes Dekker c. s.
't Is alles mooi!
Wat domme menschen toch, die
mr. Pleyte geloofden en de zijnen.
Een kind in de politiek weet toch,
dat aan Indië nooit getornd wordt,
als een Rechtsch Kabinet door een
Linksch gevolgd wordt. Dat durft
Links niet te bestaan.
Chr. Hist. Unie.
Het
Hist,
motie
stuur
zoek
provinciaal comité der Chr.
Unie in Friesland heeft een
aangenomen, waarin het be-
wordt opgedragen een onder
in te stellen naar den omvang
en den ernst van de bezwaren, ge
rezen in den boezem van verschillende
kiesvereenigingen in Friesland en de
middelen aan te wenden tot wegne
ming en voorkoming daarvan.
Wel beleeft deze Partij organisatie
kwade dagen, 't Kraakt en wringt er.
Trouwens er zijn oorzaken. Deze partij
bestaat uit te veel onderscheiden
deelen, is te heterogeen, dan dat de
eenheid kan bestendigd blijven. Er
zijn in die partij hoogstaande politici
let wel: politici, mannen met staat
kundig doorzichtmaar er zijn er te
veel, die wel inzicht hebben in hun
Herv. Kerk, maar van politiek niet
't minste benul en 't van een schaap
herder der hei moeten verliezen in
doorzicht, hoe de schapen het meeste
voedsel te doen erlangen in den kortst
mogelijken tijd, Heele goede kerkelijke
menschen, over wie met respect mag
gesproken, maar te bekrompen van
blik om door de kerkruiten heen te
kijken naar die groote Wereld, waarin
de geesten worstelen om op staat
kundig terrein eiken Liberaal eiken
voet gronds te betwisten.
De Chr. Hist, konden zoo'n mach
tigen invloed oefenen, als velen van
hen niet waanden, dat 't in den strijd
onzer dagen slechts om een kerkje
ging-
Maar 't gaat om dieper vraagstuk.
Om de handhaving van 't Beloof. De
strijd is niet meerOver 't Geloof,
maar vóór of tegen 't Geloof.
De strijd Over 't Geloof is uit. 't Is
nuTegen 't Ongeloof.
*j* Dat durft Links niet.
Het Liberalisme mag in hart en
nieren anti clericaal zijn mag vóór
en na de verkiezingen zijn waren aard
zelden verloochenen van de Religie
buiten de Politiek te houden (als 't
verkiezing is, draagt 't echter de witte
das!), maar sinds tal van jaren, sinds
met de Batig-Slot-Politiek gebroken
is en tusschen Rechts en Links een
soort entente cordiale, een eenparige
afspraak was gehouden om delndiën
niet meer te exploiteeren uit te zuigen
en te verarmen, maar een waardig
Patronaat of Vaderschap te oefenen
over die onnoozele, goedige menschjes
uit Java, als middelpunteiland van 't
zooveel belovende Insulinde, toen is
door Links zelf de zending gesteund,
het Bijzonder Onderwijs gesteund en
werd bij de Koloniale Begrooting
nooit een woord van strenge afkeu
ring over 't Beleid van den Minister
vernomen. Links en Rechts waren 't
al jaren eens, dat 't zoo goed ging.
En al de partijen lieten dan ook in
haar debat over de Koloniën »de rich-
ting« haar vrijen loop. Op haar was
geen critiek. Wel werd het zwaarte
punt der koloniale debatten verlegd
naar de bestaansvoorwaarden van den
Javaan; naar zijn economische positie
en in de latere vijf jaren naar den
strijd tegen Chinees en Japanees in
handelszaken enz. maar van de gees
telijke zijde van 't Javaansche vraag
stuk werd niet gerept, 't Ging goed.
Men was 't met elkaar eens en ganscb
Nederland en zijn kiezersvolk be
aamde, dat Rechts en Links goed de
den met de zending enz. een goed
hart toe te dragen.
Maar bij zoo'n berusting van 't
Nederlandsche Volk, durft Links niet
in te grijpen en de historie vertrap
pen en zijn eigen toekomst in de
waagschaal stellen. Want tornen aan
»de richting«, is de dood voor Links.
Omdat 't is een breken met zijn ver
leden een oorlogsverklaring aan alle
man van Rechts: een inroepen van
een godsdienststrijd op Java; en een
wakker schudden van hartstochten,
die lange jaren zou nawerken.
En voor zoo'n ontzaglijk risico durft
toch zeker geen man van beteekenis
in Links de volle verantwoordelijk
heid te dragen.
Men raast wel in verkiezingsdagen,
maar wie verder kijkt, dan zijn neus
lang is, glim- en grimlacht om de
zotteklap.
in en buiten de Hamer.
1.1.
Bijenteelt.
Buitenland.
FRANKRIJK.
BELGIË.
Z
Amice
Dinsdag 4 Nov. zijn de Kamerzittingen
begonnen. We gaan een geheel anderen tijd
te gemoet, dan we in de vorige periode
doorleefd hebben. Toen waren de gecoali-
seerden meerderheid, thans zijn zij minder
heid. Toen hebben de liberalen op eene
wijze gesproken, dat de lust om de Kamer
verslagen te lezen geheel verdween. Het
nageslacht zal zich nog meer schamen
over het treurige op parlementair gebied
afgespeeld dan de fatsoenlijke liberalen van
dezen tijd. Toen heeft men geleefd op eene
wijze afsof het landsbelang bestond in lang
praten, of beter uitgedrukt in kletsen.
Er was taai geduld voor noodig om par
lementair te leven. Hetgeen in de Kamer
was voorbereid vond zijn toepassing in de
dagen toen de liberalen zich opmaakten
om het zittende Kabinet te doen vallen.
Het eene schunnige was nog niet afge
speeld, of het andere stond weer voor de
deur. Het verwondert mij niet dat de lin
kerzijde zenuwachtig op haar beenen staat
te trippelen, terwijl de handen gewreven
worden, om ware het mogelijk, al die prak
tijken met de stille trom te begraven. Men
begon van die zijde op zoodanige wijze
reeds te spreken in de pers.
Nu het voorloopig verslag van de Staats-
begrooting is ingekomen wil men uit het
zelfde vaatje tappen. Ze willen van de
linkerzijde het doen voorkomen alsof de
rechterzijde feitelijk de schuldige was.
Ik ben overtuigd dat verreweg de mees
ten overtuigd zijn, dat er tegen beter weten
in wordt gesproken. Gelukkig komt de tijd
dat wij meer zullen hooren.
Het voorloopig verslag gewaagt reeds
dat van de rechterzijde leden geweest zijn,
die getuigd hebben tegen zoo iets. Ze heb
ben gewezen op de bedriegelijke leuzen die
van de linkerzijde zijn aangeheven.
Welke die bedriegelijke leuzen zijn, zal
ik u thans niet schrijven. Alleen moet ik
u melden dat toegestemd wordt, dat het
uitdragen van de Ned. Herv. kerk door hen
niet onverdeeld werd goedgekeurd. Laat
het tot nadenken stemmen, zou ik zeggen.
De Hervormden, die metterdaad de kerk
liefhebben, hebben stof ter overdenking in
hetgeen in den Bijbel wordt geleerd. De ark
des Verbcnds werd in den strijd tegen de
Filistijnen meegevoerd, en .de ark viel
in der Filistijnen hand, De zegen was daar
mede verdwenen. Zoo bezie ik het geval
van dezen zomer. Eli's zonen deden het
toen, thans waren het de geestelijke nako
melingen van Eli's zonen die gelijkelijk
hebben gehandeld. Het einde is geweest
dat de Filistijnen thans lachen' om de over
winning. Of de kerk hen dierbaar en lief
is, zal wel blijken. Misschien zullen zij ook
ervaren dat dit zwaard hen zal vellen.
Wacht geduldig.
Eveuzoo is de beschouwiug over de be
teekenis van den uitslag der verkiezingen
aan nadere beoordeeling onderworpen ge
worden. De eenstemmigheid werd hier
evenzeer gemist.
De meerderheid in het land is altijd nog
rechts. De loge, of beter en duidelijker uit
gesproken, de vrijmetselaarsbond heeft zijn
best gedaan.
Wel is er thans een liberaal Kabinet,
maar of het reden heeft om blijde te zijn,
moet nog blijken.
Ik ben overtuigd dat het voorloopig ver
slag wel zooveel zegt, dat de vreugde heel
wat getemperd zal wezen. Het wordt toch
zoo duidelijk dat de fijnenhaat op den
trocn zat. Zoodat niet de rechterzijde, maar
de linkerzijde de schuld draagt, dat de on
verdraagzaamheid door hen gezaaid is. Ze
zeggen wel altijd dat zij verdraagzaamheid
zaaien, maar in den liberalen tuin groeit
alleen onverdraagzaamheid.
't Is goed dat o. a. deze vragen werden
gesteld: Zal het Ministerie voorstellen doen
om de toeneming der macht van Rome,
waarover tijdens de verkiezingen zoo luide
geklaagd werd, tegen te gaan Is het Ka
binet voornemens het verleenen van eene
speciale bescherming aan de Herv. kerk
bv. door verhooging van bijdragen uit
's lands kas te bevorderen
Ik zou u op nog meer vragen kunnen
wijzen, Ik zal het er echter bij laten. In
elk geval weet ge, dat er heel wat ge
vraagd zal worden in de openbare zittin
gen, zoodat de napret voor de linkerzijde
weleer zeer getemperd zal worden. Want
ik ben overtuigd dat het Ministerie deze
vragen niet bevestigend zal beantwoorden,
en daarmede worden vele steenen uit het
fundament weggerukt waarop het gebouwd
is. Als onze lui maar bij de pinken zijn,
en voet bij stuk houden, wanneer het Mi
nisterie de vragen zal trachten te ontwij
ken om zoodoende met het lekke schip nog
eenigen tijd te varen.
Zullen echter de mannen der rechterzijde
evenzoo handelen als de liberalen hebben
gehandeld. Laat me u verzekeren, dat de
toekomst heel anders zal zijn. Van obstruc
tie zil geen sprake zijn. De liberalen zullen
zien, dat de rechterzijde heel wat meer
parlementair fatsoen bezit dan zij.
Natuurlijk dienen de puntjes op de »i«
gezet te worden. Een goeie Hollander laat
zich de kaas niet van zijn brood eten.
Het zou onverantwoordelijk zijn, wan
neer het zoetsappige aan de rechterzijde
gevonden werd. De eere dor beginselen ge
doogt zoo iets niet. De liberaal mag en
moet weten dat wij getrouwe Nederlanders
zijn, die voortbouwen op de historische
traditie van land en volk, en die van
vreemde smetten vrij, het Fransche idee
hier niet dulden.
Het revolutionaire beginsel behoort op
onzen bodem niet thuis.
Daar tegen moet met alle geoorloofde
middelen gestreden. Zoo bezien, hebben de
liberalen een besliste tegenstander in onze
mannen. Maar het sluit niet in, dat nu de
wijze van strijd gevoerd moet worden als
de liberalen ons hebben bestreden. Dat zou
beneden onze waardigheid zijn.
Ge zult zien, dat ik niet mis heb ge
zien. Strijders, geen gluipers, zijn de man
nen der rechterzijde.
Ik kom op een en ander wel terug.
Op Dinsdag 4 November kwamen de
heeren hijeen. De nieuwelingen, zoo zeide
men mij, hadden groot pleizier dat zij zich-
zelven in de Kamer zagen. Hun gelaat
straalde van blijdschap. Velen zullen mis
schien nimmer gedacht hebben, dat zij nog
eens Kamerlid zouden worden. Een mensch
wil toch wel wat schijnen. Den naam van
groot te zijn, te dragen is, wat waard. In
dezen blijft de traditie gevestigd nl. alleen
werkelijk groote mannen gaan naar de
Kamer. Toch ben ik overtuigd dat deze
traditie niet zoo zal blijven. Te vele waar
lijk groote mannen staan er buiten. Wan
neer ge die lijst der nieuwelingen inziet,
ben ik overtuigd, dat ge de overdenking
des harten niet kunt onderdrukken, en dat
ge onwillekeurig zegt: welzoo, is dat ook
al een groote? Ik had dat nooit geweten.
Ge hebt waarschijnlijk ook gezien, dat
het artikel waarin gesproken wordt van
de 70-jarigen heel wat hoofdbreken aan
den Minister geeft. De berekening was, dat
2 a 3 millioen noodig was. Het getal der
genen die de f 2 per week hebben aan
gevraagd, is verre de raming overschreden.
Nu reeds spreekt men dat er circa acht
millioen gulden noodig was. Er schijnt een
leemte in de wet te zijn, zoodat velen komen
vragen, die men er beslist buiten gerekend
had.
't Is geen peulschilletje, acht millioen!
Als ik het zaakje moest berekenen, kwam
er niets van terecht. We zullen hopen, dat
het zaakje goed op de beenen komt te
staan, zoodat renteniers of boeren niet tot
de arbeiders gerekend kunnen worden. Er
zijn aanvragen gedaan door personen, die
zich anders ^zouden schamen, wanneer men
hen tot deze catagorie van personen
rekende.
Voor f 2 in de week geven zij het
schaamtegevoel schijnbaar prijs.
Voor de dubbeltjes doet een mensch veel.
Later weer en hoop ik meer, dat u in
teresseert,
Ontvang mijn vriendelijke groete,
MARNIX.
De maand October is er een geweest,
die wegens haar bijzonder zomersch karak
ter lang in heugenis zal blijven, ook bij
den imker. Bijna eiken dag konden de bij
en uitvliegen, voor korteren of langeren
tijd, al was er dan ook niet steeds wat
voor haar te halen. Die merkwaardige zachte
weergesteldheid was oorzaak, dat de toe
bereidselen voor een behoorlijke inwintering
der bijenvolken door menigen imker zijn
verschoven, de suikervoedering, voorzoover
noodig, te laat werd toegepast, zoodat de
bijen de gevulde cellen niet alle meer kon
den verzegelen.
Is November aangebroken, dan moeten
al die toebereidselen reeds zijn geschied,
en dient in ieder geval de nalatige onver
wijld de noodige maatregelen te nemen. De
lossebouw-imker heeft de onbezette ramen
uit de kasten gehaald, de ledige ruimten
tusschen de afsluitingsplanken en de wan
den der kast zijn met warme stoffen opge
vuld, de winterbedekking is op de raamp
jes gelegd.
De vlieggaten worden wat nauwer ge
maakt waar meer dan één vlieggat is,
wordt het getal verminderd.
Vreest men, dat er te veel vochtigheid
in de kasten zal komen, dan hoogt men
deze aan den achterkant iets op zoodat ze
naar voren ietwat hellen en het water
dus langs het vlieggat kan afloopen.
Vloeibaar voedsel mag in den winter niet
gegeven worden. De imker die verzuimd
heeft op tijd den onvoldoend voorzienen
volken voedsel te verstrekken, kan dit ook
nu nog doen, maar niet in den vorm van
een oplossing. Boven het nest kunnen ge
zaagde sneden broodsuiker en stukken witte
kandijsuiker worden gelegd. Suiker in deeg
bevalt velen het best: men maakt het al
dus: Men koopt eenige ponden of kilo's
suiker (geen gemalen broodsuiker) hoe fijner
hoe beter. Men maakt een hoeveelheid honig
warm, mengt er de fijne suiker mee en
kneedt het mengsel tot een deeg, dat noch
te vast, noch te week mag zijn. Is het deeg
te vast, dan kan men er nog een weinig
water in gietenis het te zacht, te week,
dan strooit men er wat tarwebloem tusschen.
Die toevoeging, van meel, 't zij rogge- of
tarwebloem, is evenwel gewenscht, indien
de bijen geen raampjes van stuifmeel be
zitten.
Is het deeg op de kachel gereed gemaakt
dan neemt men het van het vuur af en
schept het warm op vellen papier, om het,
als het voldoende is afgekoeld, boven op
de raampjes te leggenhet papier naar bo
ven de suiker naar onderen gekeerd. De bijen
zullen van dit deeg smullen zoolang het
duurt, en sparen alzoo den in de kast aan
wezigen voorraad.
Heeft men geen honig om met de suiker
te vermengen, dan kan men kandijsuiker
iaten smelten om tot deeg te maken ho
nig is echter te verkiezen.
Boven het deeg worden de plankjes op
het doek gelegd en daarop plaatst men
het winterdak. Een warm winterdeksel is
noodig, heeft ook een voedsel besparenden
invloed hoe warmer de bijen zitten, des
te minder verteren zij bij grootere kou
de wordt meer voedsel gebruikt. De vlieg
gaten mogen niet wijder zijn dan 6 a 6jcM.
opdat het indringen van veld- en spitsmui
zen worde belet, 't Is daarom goed b.v. de
openingen af te sluiten met een zinken
plaatje, dat aan het uiteinde getand en
voorts doorboord is. De bijen hebben dan
nog doorgang, en er blijft ook voldoende
toevoer van frissclie lucht.
Verder late men de bijenvolken in de
volgende weken met rust, inzonderheid als
de weersgesteldheid koud is.
0. B.
Het leeningsplan der Fransche regeering.
De plannen, volgens welke de Fransche
minister van Financiën de begrooting voor
1914 sluitend wil maken, worden van alle
zijden en door alle partijen ten scherpste
veroordeeld. Zij zijn nog slechts gedeelte
lijk bekend en men weet nog niets posi
tiefs over de leening van 11j2 milliard en
over d; gecompliceerde vermogensbelasting,
die door Dumont zijn voorgesteld. Maar
het begroolingsontwerp, dat thans in groote
lijnen bekend is en zich noch definitief
voor het leeningsprincipe, noch beslissend
voor het belastingsbeginsel uitspreekt, ver
wekt in bijna alle kringen ontstemming.
De verlaging der mijnwerkersloonen in
België.
De //Etoille Beige'/ meldt, dat het be
sluit, om de loonen met 10% te veria»