voor de Zuidliollaiidsclic en Zecuwsclie Erflanden.
Woensdag 5 November 1913
Antirevolutionair
SS8'6 Jaargang N". 1917.
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
W. BOEKHOVEN.
Deze Courant versohijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent»
Buitenland bty Tooruitbetaling f 4,50 per jaar.
ifzonderiyke nummers 5 Cent.
SQMMELSD1JK.
Telefoon Iatercoaa, No. S.
Advertentiën 10 cent por regel ©n s/s maal, Reolaaaea 20 psr regel.
Boekaankondiging 5 üent per regel en Vi *a8Ï«
Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Oent per plaatsing.
Groots letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewaoht tot Dinsdag- en Yrgdagmorgen 10 uur.
stokken voor «ie Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever
Indië.
Het Voorloopig Verslag over de
Indische Begrooting is in zijn begin
gewijd aan de zaak Idenburg. En
Links krijgt er harde noten te kraken.
De aanval in de verkiezingsdagen op
Idenburg gedaan in zake de Kerste
ning en de houding tegenover de
Vereeniging Sarekat Islam worden
zoo flink onder de oogen gezien, dat
de Linkerzij wel van schaamte blozen
moet over den onzin, dien ze in de
Junidagen den goedgeloovigen kiezers
op de mouw heeft gespeld. We laten
enkele punten van 't Verslag hier
volgen
»Zoo werd de gedwongen kerste
ning, welke in Indië zou bestaan, als
een middel van aanval gebruikt, ter
wijl toch geen enkel feit kan worden
aangehaald, dat van dwang tot ker
stening blijk zou geven. Zoo heeft een
Indisch onderwijzer in de Nieuwe
Rotterdamsche Courant beweerd, dat
de inlander op Zondag zijn sawah
niet mag bebouwen en is in Het
Vaderland vermeld, dat de inlander
gedwongen werd tot Zondagsheiliging.
Zoo is het door een van de leden der
Kamer, bij eene bespreking van de
regeling van het inlandsch onderwijs
op Soemba, in de pers en op verga
deringen voorgesteld, alsof de bevol
king van dat eiland Mohammedaansch
was, terwijl dat lid beter moest we
ten, aangezien hij rapporteur was over
'een deze zaak betreffend wetsontwerp.
Zoo is den Gouverneur- Generaal door
het Soerabajaasch Handelsblad gebrek
aan kracht verweten, o.a. omdat hij
weigerde mede te werken tot invoe
ring van de in Oost-Sumatra gel
dende poenale sanctie voor koeliecon
tracten op Java. Men verwonderde
zich, dat van de zijde der sociaal
democratische partij hiertegenover
geen enkel woord van verdediging
van den Gouverneur-Generaal is ge
sproken, waar deze bewindsman zoo
krachtig optrad tot verdediging van
da belangen der arbeiders.
Voorts is in de vrijzinnige pers in
Nederland en in Indië beweerd, dat
de beweging, die zich in de inlandsche
bevolking op Java openbaart, het ge
volg is geweest van de kerstenings-
politiek der Regeering. Deze voorstel
ling werd onjuist geacht. Weliswaar
heeft de vereeniging Sarekat Islam,
die aanvankelijk enkel commercieele
bedoelingen had, later een eenigszins
religieus karakter aangenomen, maar
zij keerde zich geenszins tegen het
Christendom en vreest in geen enkel
opzicht nadeel voor den Islam van de
zijde der Overheid. Ten bewijze hier
van beriep men zich op eene nota-
rieele verklaring, door de leden van
het hoofdbestuur afgelegd te Soerabaja
op 8 Juni 1913, waarin uitdrukkelijk
vermeld wordt, dat de wordingsge
schiedenis der vereeniging niets te
maken heeft met kersteningspogingen
en dat de bestuursleden in hunne
omgeving geene ontstemming hebben
waargenomen. Ook werd aangevoerd,
dat de werking van de vereeniging
zich juist doet gevoelen in streken,
waar de zending niet werkt en dat
verhoogde godsdienstijver is waarge
nomen in vele streken op Sumatra,
onder meer te Palembang, waar noch
de Sarekat Islam noch de zending
werkzaam is. Men betoogde verder,
dat na de verkiezingen de houding
der pers geheel is tmgeslagen. De
beweging, die vóór de verkiezingen
beschouwd werd als eeu gevolg van
het optreden der Regeering, wordt
thans gezegd enkel commercieele doel
einden na te streven. De vrees voor
gedwongen kerstening bleek na de
verkiezingen eveneens verdwenen. De
Javabode verklaarde, dat tot dusver
van een al te kras kerkelijk drijven
maar weinig was te bespeuren en het
Indische Nieuws van den Dag ver
klaarde het hoogst betreurenswaardig
te achten, indien de leiding der In
dische zaken werd toevertrouwd aan
een man, die de opvattingen zou zijn
toegedaan van mr. Van Deventer (zie
De Nederlander van 26 Juli j.l.).
Den vorigen Minister is ook eene
grief gemaakt van hetgeen ter zake
van de regeling van het inlandsch
onderwijs in de Minahassa geschiedde.
Hiertegenover werd aangevoerd, dat
het plan tot overdracht der gouver-
nementsscholen aan de zending niet
is uitgegaan van de zending, maar
reeds werd voorbereid tijdens het
ministerschap van den heer Cremer.
Waar men hier te doen heeft met
eene Christelijke bevolking, kon, naar
men meende, in die overdracht ook
niets vreemds zijn gelegen. Het was
verder een bewijs van verdraagzaam
heid, dat aan de bevolking der Mina
hassa de vrijze keuze werd gelaten
tusschen neutrale districtsscholen en
zendingsscholen.
Tegen de regeling van het onderwijs
in de residentie Timor is aangevoerd,
dat het niet gewenscht is het onder
wijs over te laten aan de gereformeerde
zending en aan de missie der Jezuieten
en dat het niet aangaat in eene ver
ordening te bepalen, gelijk geschied
is, dat de voorwaarden der subsidi-
eering niet gewijzigd kunnen worden
zonder toestemming van de belang
hebbende zendingsbesturen.
Men merkte hiertegenover op dat
ook van vrijzinnige zijde, met name
door mr. J. C. Kielstra, is toegegeven,
dat onderwijs, uitgaande van Christe
lijke corporaties, beter kan voorzien
in de behoeften van animistisch ge
zinde volken dan het godsdienstlooze
openbare onderwijs en men heeft hier
niet met Mohammedanen, maar met
animisten te doen Op Soemba wonen
geene Mohammedanen. Op Flores
wonen 16 000 Roomsch-Katholieke in
landers; de overige bewoners zijn
animisten. Voorts is niet uit het oog
te verliezen, dat het billijk is aan de
zendingsbesturen eenige zekerheid voor
eene duurzame inrichting van het on
derwijs te verschaffen. De regeling,
in Indisch Staatsblad no. 309 van 1913
vervat, was dan ook naar de meening
dezer leden niet zoozeer te beschouwen
als eene verordening dan wel als eene
overeenkomst.
Ten aanzien van het onderwijs op
Java werd nog opgemerkt, dat daar
feitelijk drieërlei soort onderwijs be
staat, dat zich ten doel stelt aan de
inheemsche bevolking Westersche be
schaving te brengen, namelijk het
gouvernements-, het particulier Chris
telijk- en het particulier vrijzinnig
onderwijs. Voor het geven van laatst
bedoeld onderwijs zijn onder verschil
lende benamingen school vereenigingen
gesticht, zooals de Associatie-vereeni-
ging van Oost en West en de Kartini-
vereeniging. Men had er geen bezwaar
tegen, dat het vrijzinnig onderwijs op
gelijken voet behandeld werd als het
Christelijke, maar merkte op, dat het
in strijd zou zijn met de vrijheid en
verdraagzaamheid het Christelijk on
derwijs uit te schakelen. Overigens
meende men, dat de overgroote meer
derheid der bewoners van Java niet
zijn echte Mohammedanen, maar
Hindoe-Javanen, en dat ook het gou-
vernementsonderwijs het ontnemen
van het Mohammedaansche geloof
aan den inlander beoogt.
Voorts betoogde men, dat de afge
treden Minister en de Gouverneur-
Generaal tot de bestrijding, welke bij
de verkiezingen gevoerd werd, geene
aanleiding hebben gegeven en tegen
over de zending geene andere houding
hebben aangenomen dan door vroe
gere liberale bewindslieden werd ge
daan. Men herinnerde aan de bekende
zendingscirculaire van den Gouver
neur-Generaal Rooseboom, opgenomen
in het bijblad van het Indisch Staats
blad van 1901, no. 5604, welke cir
culaire werd uitgevaardigd tijdens het
ministerschap van den heer Cremer.
Men wees ook op het vrijzinnig stand
punt van den Minister Fock, tijdens
wiens bewind de subsidieregeling voor
het particulier onderwijs tot stand
kwam. Sommigen voegden hieraan
toe, dat de rechtvaardiging van onze
heerschappij over Indië moet bestaan
in het brengen van eene hoogere cul
tuur aan de inlandsche volken en dat
die hoogere cultuur huns inziens haar
culminatie-punt vindt ih het Christen
dom. De verspreiding van dien gods
dienst in het algemeen ligt daarom
naar het gevoelen dezer leden op den
weg eener Christelijke natie. De vorige
Minister en de Gouverneur Generaal
hebben zich echter onthouden van
rechtstreeksche bemoeiing met het
zendingswerk en onder hun bewind
bleef de Islam feitelijk nog meer vrij
heid genieten dan het Christendom.
Deze leden brachten hulde aan beide
staatslieden en hoopten, dat de Gou
verneur-Generaal zou mogen blijven
voortgaan op den door hem ingeslagen
weg, daarbij gesteund door de sym
pathie van een groot deel van het
Nederlandsche volk
Mr. Troelstra is in Het Volk bezig
de bakens te plaatsen, waartusschen
zijn partij zich in de komende parle
mentaire periode bewegen mag en
moet. Terwijl we dit schrijven, liggen
er al 5 lange hoofdartikels van zijn
hand voor ons. De rest zullen we maar
afwachten, want 't lied dat gezongen
wordt is van bekende melodie. Wie
de eerste regels kent, kent 't slot ook.
Toch zou de aanvang, de aanloop heel
iets bijzonders doen verwachten.
Aan den aanvang van het nieuwe
politieke tijdperk, door den uitslag
der verkiezingen geopend, past wel
een korte en duidelijke beschouwing
van den politieken toestand, van de
verhoudingen waarin deze onze par
tij zich plaatst ten opzichte der bur
gerlijke partijen, van de taak, die
hij ons opdraagt en van de beste
wijze, om die taak te vervullen,
Je zou, bij zoo'n grootschen aanhef
bij zoo'n klinkend preludium of voor
spel denken, dat er heel wat komen
zal. Maar de totale inhoud, al sinds 't
Congres en vóór 't Congres reeds be
kend, is dezeWij Sociaaldemocraten
steunen dit Kabinet zooveel en zoolang
mogelijk. Wij willen de burgerlijke Con
centratie een steun in den rug zijn-in
haar strijd om Alg. Kiesrecht. En door
dit Alg. Kiesrecht voeren we de campagne
tegen Rechts.
Dit is de povere inhoud van de met
gloed geschreven artikelen. Nieuws
niemendal, omdat er geen nieuws kan
zijn. Door de beslissing van 't Congres
om geen Ministerportefeuilles te aan
vaarden, moet de socialistische fractie
in de Kamer zoo tam zijn als een ko
nijn. Want natuurlijk, bij oppositie
tegen 't Kabinet en tegen Links, hebben
deze 't volste recht te vragen en zelfs
te verwijten
En dan moet de Kamerfractie haar
hand op den mond leggen. Haar is de
gelegenheid geboden in 't Kabinet zit
ting te nemen en krachtiger invloed
te oefenen op alle wetsontwerpen die
met Kiesrecht en Oorlog en Marine
en Verzekering in 't nauwste verband
staan. Het Congres heeft geweigerd;
ergo is de Socialistische Kamerfractie
met huid en haar aan 't Kabinet en de
Concentratie overgeleverd.
Ja, zoo kwansiuszoo voor den vorm
zoo om de arbeiders nog wat te be
dotten, alsol men een eigen strijd strijdt,
kan ze in de Kamer nog wat tegen
spartelen. Maar de hoofdslag tegen elk
Liberaal Kabinet is al geleverd op 't
Congresen toen heeft Rood den slag
verloren, 't Zijn nu nog wat scher
mutselingen een los schot hier en een
zwaardslag daar, maar de slag zeifis
voor de S. D. A. P. reeds verloren.
Ze is nog slechts slippedraagster van
Links, zooals deze 't bij de herstem
ming was voor Rood. Na 't Congres
zijn de rollen omgekeerd. Troeistra
moet 't Kabinet volgen en dit kan rus
tig zijn gang gaan. Trouwens de na-
verkiezingen in 't Land wijzen er reeds
op, dat de houding der Socialisten op
't Congres geen hoogen dunk gegeven
heeft van de debatten, die door hen
nog zullen gehouden worden.
De S. D. A P. is in de Kamer vleu
gellam geslagen. En de artikelen van
mr. Troelstra konden niets anders be
vatten dan: Wij steunen U.
In en buiten de Kamer.
ÜITGEYEB
'l Kon wel korter
j!> Als gij heeren Socialisten iets be
aters had willen hebben dan wij u
avoorstellen, waarom hebt gij u zelf
daartoe den weg af gesneden waarom
»hebt ge dan geen zitting genomen in
»ons Kabinet, dat u toch drie zetels
aheeft aangeboden.«
Amice
De verschillende politieke partijen hou
den inspectie over de wapenen. Bij de
»rooien« is het allesbehalve rustig. Ge weet
dat mr. Troestra op het socialistisch con
gres de pen op zijn neus is gezet. Na
afloop van de >broederlijke* bijeenkomst,
waar men als korrels zand naast elkaar
gezeten had, gaf v. d. Goes aan Troelstra
en Troelstra aan v. d. Goes de hand voor
aller oog. Het doel daarmede beoogt, was,
om voor de bewuste onnoozelen uit te
spreken, »wij zijn gezworen kameraden,*
wij zijn jongens van de roode bend, doch
we geven binnenkort een blijk dat we
geven voor de beslissing geen cent.
Het eerste kopje koffie is thuis nauwe
lijks gebruikt, of mr. Troelstra schijnt alles
vergeten te zijn. In zijn lijfblad knort hij
als een varken. Het besluit van het congres
zit hem dwars in de maag. Hij begint
thans reeds te wroeten en stelt het voor
dat het genomen besluit alleen betrekking
had op het feit waarover men in 1913 werd
geplaatst. In 1917 zal er nader over ge
sproken worden, wijl alsdan de propagandis
ten den boer weer opmoeten om de be
wuste onnoozelen te vangen.
Voorloopig is er niets aan te doen. De
rooien zitten in het schuitje en zullen zelfs
moeten medewerken aan het goedkeuren
van de legerbegrooting. Tusschen de regels
door laat mr. Troelstra gevoelen, dat hij
lak heeft aan 't genomen besluit.
Het verwondert mij niet, mr. Troelstra
is een te sterke persoonlijkheid als dat hij
zich laat ringelooren door de bewuste
onnoozelen. En daarom, de inspectie over
de wapenen der rooden valt de rooden niet
mede. Ze snappen dat ze elkaar alles be
halve kunnen vertrouwen. Zoo de ouden
zingen, piepen de jongen, zegt het spreek
woord. Ook dit wordt onder hen bewaar
heid. Grooten stelen, kleinen stelen, grooten
stelen het meest. Zie ik die onbetrouw
baarheid bij de grooten, op de kleinen is
ook niet veel staat te maken. Onwillekeu
rig dacht ik er aan toen ik de vorige week
eens naar Rotterdam ging. In de tram
beluisterde ik een aardig gesprek over de
houding der socialisten bij gelegenheid van
de onafhankelijkheidsfeesten op een der
dorpen gehouden. Men lachte en had schik
over de beluste onnoozelen. De rooien
waren de eersten die de driekleur met de
oraniewimpel hadden ontplooid, en waar
ieder ander de driekleur met de oranje
wimpel weer binnengehaald had, was het
de voorzitter van de rooie-club, die nog de
oranjekleur op zijn huis liet zien. Met den
eenen hoek van den mond was hij een voor
vechter voor het socialisme, doch met den
anderen hoek riep hij>oranje«. Alle socialis
ten hadden met het feest medegedaan. Ge
kunt begrijpen dat het socialistische orgaan
alles behalve gemutst was. Toch striemde
het de rooien niet. Alleen de kapitalisten
kregen er van langs. Ze geven elkaar de hand
als mr. Troelstra en v. d. Goes, doch in
hun hart lachen ze om de dwaasheid. Ze
schijnen zoo groot te zijn, doch ze zijn zoo
klein. Bewuste-onnoozelen moogt ge zulke
lui gerust noemen. Heb diep medelijden
met deze voorvechters voor de roode vlag.
Hun verregaande onwetendheid doet hen
dwalen op het pad der dwaasheid.
't Is beklagenswaard wanneer we zien,
dat de z.g. neutrale school de kinderen zoo
onnoozel opvoedt. De kiem der ontevreden
heid wordt gezaaid, omdat hen niet gege
ven wordt waaraan zij behoefte hebben.
Alleen het zien- en zinnelijke wordt hen
voorgehouden. Van een geestelijk voedsel
voor hun onstervelijke ziel is geen sprake.
En dan .als de ontevreden te voorschijn
komt, staan ze als »bewusten« in eigen
oogen, doch inderdaad als bewuste onnooze
len in het midden van het leven. Ze zijn
niet, doch ze worden bewust door het zien
en zinnelijke. Het zichtbare is hooger dan
het onzichtbare.
't Is het stelsel: God wordt zich bewust
door de wereld. Ge kent in theorie dit
moderne beginsel. Zoo wordt God met
eerbied gesproken afhankelijk in zijn Zijn
van de werken Zijner handen. Maar even
zoo geldt: de mensch wordt algeheel afhan
kelijk van het zichtbare. Door het zicht
bare wordt de mensch zich bewust. En
die richting nu zal steun geven in het le
ven Ik begrijp dat, hoe ver afgeweken
van het pad der waarheid, de mensch zich
in zoo iets niet gelukkig kan vinden, omdat
het ingaat tegen den wil van Zijn Schepper.
Laat me echter op het politieke erf blij
ven. Ik heb u gewezen op het verzet tegen
v. d. Goes. Na het congres waren de ossen-
dorpers in hun knollentuin. Het duurde niet
lang, of de heeren kwamen met den eisch:
alleen de z.g. neutrale school worde ge
handhaafd, en de bijzondere scholen wordt
het bestaan onmogelijk gemaakt. Aanvan
kelijk leek het wel prachtig in hun oog.
Mr. Troelstra snapt echter dat de lang-
ooren de zaken geheel in de war sturen.
Als de heeren bewuste-ounoozele onder
wijzers, dat pad in de gegeven omstandig
heden bewandelen, loopt de zaak op zijn
end. Voor zulk eene tyrannie zwicht het
volk niet. Er zou een strijd ontbranden
waarvan de gevolgen niet zijn te overzien»
Da »langooren* pakt hij daarom bij de
ooren, of het geven zal? »Een ezel heeft
een dikke huid* zegt een uitdrukking. Op
het standpunt van de ossendorpers is geen
andere oplossing mogelijk en denkbaar. De
heer Duys geeft trouwens blijk dat hij
algeheel met de ossendorpers eens is. Toen
de heer Gerhard hem daarover in het volk
ter verantwoording riep, wijl, het alleen
rekening houden met de roode onderwijzers,
getuigde van vergaande partijdigheid, trad de
Marxist v. d. Goes met zegevierende zwaa' d
in de handen in de bres, en verdedigde
den heer Duys. Een socialist moet partijdig