Woensdag 22 October 1918. 288le Jaargang N°. 1913. lam voor de Ziiidliollandsche en Zeenwsche Eilanden. EN ank, 1 Orgaan Antirevolutionair Prachtband gebonden boek, IN HOC SIGNO VINCES ;ste! W. BOEKHOVEN. per rol. 1915. De Antirey. nartijM van haar tijd. |cur- "nis. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. ifzonderlijke nummers 5 Cent. UITGKVÏE SOMMELSD1JK. Telefoom Imtereomm. Do. t. Advertentlën 10 oent per regel en maal, Reolames SO per regel. Boekaankondiging i Cent per regel en Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentlën worden ingewaoht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nar. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentlën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever Aan onze Abonné: s. lN. Voor vrat, hoort wat! In en buiten de Kamer. Landbouw. StaatszorgZuivelconsulenten. fl U 7103 |n van een 3em of fa- KlSIIKBj. rmachines, |ensnijders, iNIS. reeds by ontractant I merk niet Laakt door .13I.AS, 3efd, wordt enz., hoe te de ergste zonder de heelt, men im. )rp. iel. Klam. 6080 IJK. Nu de leestijd weder aangebroken is, meenen we onze abonnenten eens op te wekken om ons blad bij vrienden en familie, waar ze nog niet komt, in te dragen. Voor Flakkee zal dat wel niet zoo loonend zijn, omdat onze bode schier huis aan huis gelezen wordt, maar daarbuiten kan nog menig abonné worden aangebracht. Natuurlijk bieden we U voor "".iwe moeite wat aan, en niet wei nig ook zegt het spreekwoordluistert slechts Iedere lezer, die ons een nieuwen abonné aanbrengt, geven we voor zijne moeite cadeau een keurig in vol met platen en meer dan 400 bladzijden dik 40 formaat. Voor twee abonné's natuurlijk twee boeken, desverkiezend ver schillend, voor drie, drie enz. enz. Komt vrienden van onze pers, slaat de handen eens aan den ploeg en wij twijfelen niet of de uitkomst ►zal verrassend zijn. DE UITGEVER. raat SO, •pst en ver- n. KAPOK- edden vanaf uit: 2-pers. en-, Gewat- en f 26. mine Peluw ;rs van Bed- adeau. 7104 Gezegend 't Land, waar politieke partijen zijn, mits mits bezield met de schoone gedachten om de gees telijke en stoffelijke welvaart van dat Land te bevorderen, Mits waar lijk de partijen partijen zijn en geen facties. Een factie is de uitwas, de rotte plek eener politieke partij. Het kan een factie weinig schelen, of ze de nationale belangen behartigt in bond met andereze zoekt veelmeer tegenover andere, zich zelf. Het ia haar niet om vereenigen, maar om atstooten te doen, al moest 't Lands belang daar scha van ervaren. Een factie drijft; dwingt; splijt. Een ■politieke partij denkt eerst na over 't Volks- en Landsbelang, daarna over zich zelf. Ze tracht te lokkenmet tegenstanders zelfs accoorden en con- promissen aan te gaan, als ze daar door maar den Staat en't staatsleven verheffen en vervolmaken kan. Een politieke partij wil desnoods iets van haar program toegeveniets overstap pen, als ze maar 't hoofddoel kan be reiken, waarvoor ze leeft en waardoor ze ontstaan is. Zóó is 't met een factie nietzij moet haar zin hebben en zoo niet, dan breekt ze alle werk af en houdt 't tegen. Doch laten we de factie verder rusten. En alleen letten op de ware, de zuivere politieke partijen. En dan herhalen we 't bovenstaandeGezegend 't Volk, dat zich in politieke partijen gesplitst heeft en alzoo in haar pro grams uiting geeft van haar wil, behoef ten, belangen, inzichten, toekomstplan nen en idealen. Die partijen zijn geen kanker en verderf en een pest voor een volk Zóó bekeek|in de dagen van Groen, de Liberaal onze antirevolutinaire partij. Erg dom natuurlijk van den Liberaal, r't Denkend deel der Natie dacht in die dagen niet genoeg door, toen had 't de gebreken van een uit was, die alleen om zichzelf dacht. Ze had zich moeten verblijden dat een deel des Volks ontwaaktemet een nieuwe gedachte optrad en ze had moeten denken: de strijd staalt onze liberale krachten en komt ons Land beslist ten goede; want waar vrij ving der meeningen is, daar komt de waar heid als overwinnaar te voorschijn, hetzij vroeg of laat. Maar neen! de Lib. partij haatte toen ons, en mis kende ons en verachtte ons beginsel en onze drijfveerenwe waren een pest en een kanker. Zooals we opmerk ten. Uit nationaal oogpunt bezien was die haat erg dom en 't liberale inzicht erg bekrompen. Uit partijoogpunt bekeken hadden de Liberalen gelijk, want de kans be stond, dat zij gingen afbrokkelen en wij toenemen. Maar een politieke partij mag nooit in de eerste plaats vragenHebben wij als partij zieltjes te verliezen, maar gaat de Natie als Natie door ons leven of sterven als partij vooruit of achteruit. Wat kan 't schelen of er een Lib. partij is of een Antirev. partij, als de ideeën toch maar op de Natie inwerken, ten goede. Nog sterkerelk ware partij - man, die de belangen van zijn Volk zoekt en ter harte neemt, zal zooveel mogelijk samenwerking zien te krijgen met andersdenkenden, om in de over eenkomstige punten hand aan hand te gaan. Samenwerking zooveel en zoolang mogelijk Juist dat is 't mooie van een partij en 't zoo vruchtbare, dat door partijvorming van Antirev. of Roomschen of Liberalen desamen werking op gelijkluidende punten zoo vlot kan gaan. Elke partij heeft haar hoofdbestuur en plaatselijk bestuur en een soms korte conferentie of bijeenkomst van beide zijden of een artikel in de bij behoorende Pers is voldoende om over dat gelijkluidende punt geheel en al tot overeensteming te komen en plaatselijk en provinciaal en nationaal. Zoo komt partijvorming tot samenwerking met tegenstanders zoo tot heil der Natie en daarom alleen is 't een partij te doen. Maar natuur lijk, ook andersom bij punten van ver schil blijft ieder op zijn stuk staan; geldt het een beginseldan dient de partij geen duimbreed te wijken en is samenwerking absoluut uitgesloten. Water en vuur in ééne hand te dragen is een onmogelijkheid, 't Bijzonder onderwijs dienen en 't openbaar even liefhebben, kan niet, bestaat niet onder menschen, die werkelijk en in den hoogsten ernst tot de partij behooren: en haar grondslag en levensbestaan en levenswortel doorzien. Wel, en dat is ook iets goeds van de partijvorming, kan er door wederzijdsche partijge- nooten in en buiten de Kamer vaak gemarchandeerd worden, dat is Rechts kan iets van zijn beginsel laten vallen, mits Links dat ook doet. Dat is geen verkoopen van zijn beginsel dat is geen sjacheren met zijn begin sel Gansch andersom, dat is een toe nadering zoeken om zijn eigen begin sel in praktijk te kunnen brengen. Dan, 't is zoo, kan Rechts niet 'f volle beginsel toepassen, maar Links kan 't goede in dat beginsel niet meer tegen houden er komt toch, door iets van zijn beginsel te laten vallen, schot en gang in de zaken. Natuurlijk 1 onver antwoordelijk zou 't zijn als de Antirev. zeiden We werpen 't heele Organisch kiesrecht overboord en we loopen met pak en zak naar 't Algemeen Kiesrecht over als de Algemeen Kiesrechtvoorstanders ons, Anti's, daarvoor in ruil de Vrije school willen geven. Neenneenzoo gaat 't onder partijen, die zich zelf respecteeren, niet toe. Nooit zijn eerstgeboorterecht verkoopen voor een schotel linzenmoes. Nooit doen, als de Concentratie deed dezen zomer, toen ze met buid en haar door de Socialisten zich liet opslokken en bij woesten zeteljacht de caudijnsche brieljes schreef met de antwoorden op Troélstra's vragen of ze vóór alge meen Mannenkiesrecht waren of ze voor vrouwenkiesrecht in de Grondwet warenof vóór staatspensioen waren in den ruimsten zin enz. enz. Van die handelwijze riep Ds. Hoogenhuizen uit, één der befaamd geworden Pro testantenbonders uit de Junidagen «Protestantenstemt nu bij de her stemming asjeblieft rechts, want de Liberalen hebben zich verkocht aan de Socialistena Zóó moet een partij nooit doen; maar wel mag ze, om haar eigen beginsel in praktijk te brengen concessies doeniets toegevengeven en nemenZóó verkrijgt ze dan soms wel niet de volle toepassing van haar eigen beginsel, maar de tegenstander krijgt de volle toepassing van zijn beginsel óók niet. Beide partijen laten wat vallen en dat komt de Natie ten goede. Want 't is in de politiek niet om strijd te doenstrijd is geen be ginsel, geen doel, maar slechts middel. Een partij zoekt den strijd niet en vecht niet om de rechten, maar 't is haar om haar program te doen. Dat program moet uitgevoerd 1 De Natie moet van dat program de ge zegende vruchten plukken. En gaat dat program bij 't Volk er nog niet in dan met geduld gepropageerd totdat er een gaatje komt om door te kruipen en dan grijpt waar 't rijpt 1 .zie wat binnen te krijgen stukje voor stukje des noods en met toegeven als 't moet. Van daag één, stapkomende jaar weer één, totdat de Partij tevre den is en voldaan. Wel niet volkomen voldaan, omdat men niet alles heeft, maar toch wel voldaan, omdat men zeer veel heeft. Zoo'n optreden van de partij is strategie, is krijgmanskunst, en de officieren, de Legerstaf moet dat geleerd hebben en anders gaat de Partij dood. Want een partij moet leven niet alleen van een beginsel, maar er moet schot in zitten, er moet een daad komen, die bevredigtdie succes was van jarenlange moeite. En op dit stratigisch terrein zelfs, ;in haar takdek is de antirev. partij kind van haar tijd. We leven in een tijd van toenadering zoeken, omdat de splijting bittere vruchten draagt. En onze partij ziet dan in! we willen op 't kiesrecht wel wat toegeven, mits ook 't Byz. onderwijs een stap nader kome. Doch de Antirev. partij is ook in haar oorsprong kind van haar tijd. Ja, in heel haar leven en in heel haar tactiek was ze dat. Amice Hebt ge reeds een schrijven gericht aan de heersn die een actie op touw hebben gezet om de .alleen gezondheid aanbren gende wetenschap, der heeren doktoren een weinig aan den teugel te leggen Zoo niet, ik zou u raden, doe het spoedig. Van mr. S. van Houten ben ik geen vriend. In dezen juich ik echter zijn daden van harte toe. De eeuw van »de wetenschap, is al leen heerscheresse, moet een handje ge holpen worden tot het verleden te behooren. Meermalen hebben wij gediplomeerde dok toren gezegd »wij verdienen meer aan de gezonde menschen, dan aan de zieken. Mijn persoonlijke levenservaring is in dezen te rijk als dat ik de gave der gezondmaking alleen zoek in den kring van menschen die een staatsbul bezitten. Ook de medische hulp moet vrij worden. Ge weet dat tot op dit oogenblik de ellendige hatelijkheid bestaat dat in ons vaderland de homoeöpathie niet wordt er kend als wetenschappelijk te zijn. Men be schouwt het als een soort kwakzalverij. Ik voor mij houd veel van hetgeen in dezen de wetenschappelijken op medisch terrein .kwakzalverij, noemen. Bij voorbaat zoek ik homoeöpratische doktoren wanneer ik ongesteld ben. Natuurlijk laat ik een ander de vrijheid om naar een anderen dokter te gaan. Maar ik wil gaarne de vrijheid ook voor mij. Zoolang echter de wet wordt gehandhaafd welke thans bestaat, wordt de gelegenheid ontnomen om in het land zich op eene andere wijze te bekwamen voor genees meester. Niet dat ik de medische wetenschap minacht. Ware dit waar, zoo zou ik in geen geval naar een dokter gaan, maar naar een kwakzalver. Het neemt echter niet weg, dat mij gevallen bekend zijn dat verschillende doktoren gulweg bekenden voor dat ziektegeval weten wij niets. Som migen waren zoo eerlijk den weg te wijzen. Ga naar die en die wijl deze een .fami lie geheim,, gelijk het woord wordt genoemd, bezit dat werkelijk baat. Natuurlijk willen de doktoren het zelf niet bestellen en koopen, want daarmede zouden zij hun crediet ver liezen, althans zoo meenen zij toch is het niet waar. Ik voor mij heb liefst een dok ter, die eens eerlijk bekend .ik weet het niet.. Daarin zie ik een bewijs, dat hij nog geen aanbidder is van den afgod .medische wetenschap.. Het komt mij voor dat juist de staat de ontwikkeling van de medische wetenschap ter goedertrouw in den weg staat, 't Is er precies mede als met het onderwijs. We weten maar al te goed uit ervaring dat over het algemeen genomen het Christe lijk onderwijs betere resultaten voor het leven opwerpt als wel het staatsonderwijs. Het laatste gaat mank aan het feit dat het niet geeft hetgeen een kind noodig heeft. Het begint met het kind verkeerd te bezien. Overeenkomstig het dogma, gelijk het na tuurlijk verstand, het dogma forseert, begint de opvoeding, enhet biengt de opvoeding niet ten einde. »'t Kind is goed. zoo zegt men. Maar als het de schoolver laat is de kieme van ontevedenheid in het hart gezaaid. God weet beter, wie en wat het kind is, dan alle wetenschappelijke ossendorpers bij elkaar. Overeenkomstig de wijsheid des Heeren richt zich het Christelijk onderwijs en .de Heere zegent het onderwijs. In den weg der gehoorzaamheid, geef ik mijn heil te zien zegt de Heere. Doch om op de medische wetenschap terug te komen. Als Vader-Staat al'een zijn priesters eene wijding geeft, behouden we de medische hiërarchie. Het eind is, naar mijn overtui ging dat menigeen aan de priesters wordt overgegeven die op het altaar der weten schap wordt geofferd. Eerlijk gezegd, ik snap het niet waarom men de z. g. kwakzalvers zoo streng ver volgt. Geheel de medische wetenschap be rust toch op waarneming (empirie zegt men met een vreemd woord.) Maar is de empirie van geene beteekenis wanneer de resultaten der gezondheid door z. g. kwakzalvers wor den gezien Vergeet het niet dat een lijder eerst gebruik maakt van de z, g. kwakzal versmiddelen als op dokters medicijnen geen resultaat wordt gezien. Ik vrees die heeren .kwakzalvers, zoo erg niet. Te veel weet ik uit den mond van doktoren om alles voor goeie .koek te eten.. .Aqua pura. is goed koop. Een paar druppels .reebruin, maakt het rood. Zoo is het goed voor nierlijders, hart kwaallijders enz. enz. Een dokter komt le deren dag kijken, en hij kijkt soms zoo lang dat een gezonde zich ziek gevoelt. Bij een kwakzalver komt de zieke zelden, en als hij geneest, ontvangt hij geen schrik aan jagende rekening, waarvoor de gezonden mede moeten bloeden omdat het geld ge spaard moet worden wijl een dokter het vorige jaar te veel naar een gezonde heeft gekeken. Natuurlijk komt een ingebeelde zieke ook wel bij een kwakzalver. Doch een visite is alsdan voldoende, en hij gaat gezond naar huis. Ik voor mij hoop van harte dat het verzoek mr. v. Houten wordt ingewilligd. Als de overheid de kwak zalvers straft die gevaar opleveren voor het leven des menschen en ook zwaar straft ben ik te vreden. Maar .vrij-te-willen, zijn waar ik herstel van gezondheid zoek is heel wat waard. Geloof me dat een .gedwongen-winkelnering, de klanten heel wat geld kost. Ge moet maar eens vragen aan de slachtoffers van zulke personen. Ik weet maar al te goed dat het in onze om geving niet meer voorkomt. En toch ook wel. Ik hoor daarover nog wel eens aardige dingen, omdat mijn leven medebrengt dat ik nog wel eens bij predikanten en onder wijzers kom. Laatstleden vertelde mij een domine als hij bij niet-leden van de gemeen te kwam, hij minstens 10 procent minder had te betalen dan bij de leden der gemeente zoo iets behoort tot de kwakzalvers ma nieren. Ik wilde wel dat mr. van Houten voor zulke gevallen een fatsoenlijke oplos sing wist te geven. Want in dezen is het helaas zooveel als met een zieke en den dokter. Hij gevoelt zich verplicht den dok ter te halen al loopt de man dag in dag uit, ofschoon hij zich gezond gevoelt. Als eerst de rekening werd ingeleverd kunt ge er op rekenen dat menigeen oogenblikkelijk gezond zou zijn. Ik hoop daarom dat ge in dit geval van harte zult steunen om het idee van mr. van Houten te doen zegevie ren. We zitten reeds te lang onder de pries ters-der-medische wetenschap. Als God de gave der gezondmaking heeft geschon ken, en gij geeft mij een paar pillen als ik ziek ben, dan behoort ge toch geen geld boete of gevangenisstraf te krijgen Naast God ben ik U dank verschuldigd. Gelukkig wordt het .post, en .propter, niet zoo geheimzinnig meer uitgesproken. Als de heeren doktoren deze woorden ge bruiken, willen ze in goed Hollandsch zeggenw ij weten het niet of de genezing gekomen is na of ten gevolge van het ge bruik der medicijnen. Ge zult me toestem men dat dit stuk van politiek belang is. Ontvang mijne groete, t.t. MARNIX. Ter gelegenheid van de Nationale en Internals Landbouw-tentoonstelling in Sept. j.l. te 's-Gravenhage heeft de Directie van den Landbouw, evenals in 1907, een ge schrift gepubliceerd, waarin een overzicht wordt aangeboden van den tegenwoordigen stand der Regeeringsbemoeiingen met be trekking tot den landbouw. Wij willen in de volgende artikelen een en ander daar uit mededeelen, opdat onze lezers zich ten naastenbij een voorstelling kunnen maken van de Staatszorg voor den Landbouw, waaromtrent bij zeer velen nog zoo groote onkunde bestaat. Wij gaven reeds een en ander daarover in onze stukjes over den Phytopathologischen Dienst teWageningen en de Rijksseruminrichting te Rotterdam. Nu willen we iets schrijven over de Zui- velconsulentschappenvooraf echter, ter korte inleiding, dient de lezer te weten, wat men eigenlijk onder de Directie van den Landbouw verstaat. De- Directie v. d. Landbouw, zijnde een onderdeel van het Ministerie van Landbouw, Nijverheid en Handel, is een samenvoeging van de afdeelingeu van dat Ministerie, waar de landbouwaangelegenheden worden be handeld, en van het centrale beheer van eenige diensttakken op landbouwgebied, welke buiten dat Departement liggen, na melijk vanden dienst van het landbouw onderwijs (veeartsenijkundig onderwijs in begrepen) idem van de Rijksland- en tuin- bouwleeraren en de adspiranten alsmede van de veeteeltconsulentenidem van den phytopathologischen dienstidem van den veearteenijkundigen dienst, waaronder be- ■li !j|

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1913 | | pagina 1