Woensdag 15 October 1913.
288le Jaargang N°. 1911.
A ntirevo lu tionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsclie en Zeeuwsehe Eilanden.
IN HOC SIGNO VINCES
W. BOEKHOVEN.
Deze Courant verschijnt eiken Woenadag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummer8 5 Cent.
UIT0BYSB
SOMMEL.SD1JK.
Advertentiën 10 cent per regel en */z maal. Reclames SO per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en meel»
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nnr.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever
Kwakzalver en geneeskunst
Artikel 1 van de wet van 1 Juni
1865, regelende de uitoefening der
geneeskunst luidt: «Uitoefening der
geneeskunst, waaronder de wet het ver-
leenen van genees-, heel- of verloskun
digen raad of bijstand als bedrijf ver
staat, is alleen geoorloofd aan degenen,
aan wie de bevoegdheid daartoe volgens
de wet is toegekend.«
Wie zijn nu de personen, die volgens
de wet de bevoegdheid gekregen heb
ben Dit staat in de wet van 25 Dec.
L^.1878, welker eerste artikel luidt»De
titel van arts verleent de bevoegdheid
tot uitoefening der geneeskunst in haar
vollen omvang en wordt verkregen
door het afleggen van het practisch
artsexamen#.
Beide artikelen dus in verband ge
bracht, staat er en luidt de wet: Ai-
leen artsen mogen de geneeskunst in haar
volten omvang als bedrijf uitoefenen.
Zoo verklaart zou men zeggen, dat
de kwestie »arts« en »kwakzalvel« vol
doende is opgelost. Immerswie ge
studeerd heeft aan de hoogeschool;
daar zijn brevet van arts gekregen
heeft, is alleen, met uitsluiting van elk
ander, bevoegd de geneeskunst uit te
oefenen, en wie dus, anders dan hij,
de geneeskunst uitoefent, is een kwak
zalver. Zoo eenvoudig staat de kwestie
echter niet, omdat de rechters, en het
C publiek 't niet eens zijn over 't begrip
«geneeskunst**. Als Sequah de heu
pen masseert, strijkt met zijn vuisten,
is dat geneeskunst? Als Eilers van
Oegstgeest mij een drankje presenteert
tegen tering is dat geneeskunde Als
een wonderdokter met een soort elec-
trisch toestel mijn rug aanraakt; als
een ander zoo'n toestel me op de voeten
zet, of ik moet er met de voeten op
gaan staanals ik een electrischen
gord/" koop als ik »geneeskrachtige«,
zoogenaamde versterkende kruiden
krijg voor hart, long en nieren is dat
alles geneeskunde 9 Als ik bij een bid-
dokter, die beweert mij beter-te-kun-
nen bidden, is dat geneeskunst? Als
ik zelf een middel geef aan mijn kin
deren tegen kiespijn, ben ik dan een
geneeskundige in den zin der wet.
Het komt, lees de Rechtszaken maar
(en wie slaat die over in onzen tijd,
met de gemengde berichtenmeer dan
eenmaal voor, dat zoo'n kwakzalver
den dans ontspringt en ontslagen wordt
van rechtsvervolging. De zoogenaamde
jurisprudentie of rechtelijke uitspraak
in alle soortgelijke gevallen staat be-
langena niet vast. De eene rechter
veroordeelt, waar de ander vrijspreekt.
Dat hangt weer af van 't persoonlijk
inzicht van den rechter. Wat ver
staat hij oüder «het verleenen van
geneeskundigen raad of bijstanck En
dan nog pas kan de rechter veroor-
deelen als men dat verleenen van ge
neeskundigen raad of bijstand doet als
«bedrijf**. Het moet dus dag in dag
uit mijn werk, mijn ambt of beroep
zijn, ik moet me er voor hier of daar
gevestigd hebbener propaganda voor
makenklanten lokkenadvertentiën
plaatsen; de patiënten soms afstroo-
penprullaria van kruiden en drankjes
aanbieden enz enz.
En omdat het voor den rechter niet
vaststaat, wat «geneeskundige raad» is;
wat »bedrijf« is op dat terreindaarom
wordt zoo'n beunhaas op 't terrein der
geneeskunde nl, de kwakzalver van
rechtsvervolging ontslagen.
Maar er komt nog iets bij. Het
aantal kwakzalvers zou gauw vermin
deren, niet alleen ats 't begrip genees
kunde wettelijk vaststond en alle
rechters zich stipt aan die omschrijving
hieldenniet alleen als de wet precies
aangaf wat nu eigenlijk een genees
kundig bedrijf is èn wat filantropie,
barmhartigheid om een mensch te
helpen en te raden in geval van
krankte, maar ook als de straffen
verzwaard werden. Want het staat
vast als een muts met zeven keel
banden al staat 't woord Genees
kunst en Bedrijf helder en klaar om
schreven, toch zullen er steeds ge-
wetenlooze individuen zijn, die blijven
speculeeren op de onnoozelheid van
een zeker publiek. Er behoeft maar
één familielid toevallig baat gevonden
te hebben bij een kwakzalversmiddel
voor »open« beenen, huiduitslag, klie
ren en dito dito, of er bestaat kans
dat de heele familie bij dat middel
gaat zweren met de gevolgen vaak,
dat 't voor vader wil hielp, maar dat
de zoon en de neef en de nicht er
allerbekaaist afkomen en de wonden
gaan verergeren, want vaders lichaam
is immers niet van hetzelfde gehalte
als van zijn familielid. De genezen
vader zal zeggen Dat Boertje is geen
kwakzalver; 't is een door en door
knappe vent, want hjj genas me. Maar
de familieleden, die ook onder zijn
behandeling zijn, zullen 't tegendeel
beweren, want met datzelfde potje
zalf, dat aan vader goed deed, gaan
zij achteruit. Kwakzalvers weten dat
ook wel. Maar ondertusschen hebben
zij 't geld te pakken voor 't potje en
de flacon; veel te duur, en weggegooid.
Daarom: de wet omschrijve goed wat
Geneeskunst is. Ook wat 't Bedrijf van
Geneeskunst is; maar daarna ga ze
nog één stap verderze stelle vast
veel zwaarder straffen dan heden voor
ieder, die dan nog den moed heeft
om als kwakzalver op te treden. Wat
zegt de Wet nu? Dit: «Hij, die niet
toegelaten tot de uitoefening van een
beroep, waartoe de wet een toelating
vordert, buiten noodzaak dit beroep
uitoefent, wordt gestraft met een geld
boete van ten hoogste 300 gld. Indien
tijdens het plegen van de overtreding
nog geen twee jaar zijn verloopen,
sedert een vroegere veroordeeling van
den schuldige wegens een gelijke over
treding, onherroepelijk is geworden,
kan, in plaats van de geldboete, hech
tenis van ten hoogste twee maanden
worden opgelegd. Maar ondanks dit
artikel, bloeit de kwakzalverij, èn door
de vaagheid der wet van 1865 èn
door de veel te lage som van 300 gld.
Want let wel oper staat in dat art.
436 van het Strafrechtboek wel, dat
bij een tweede overtreding in plaats
van geldboete hechtenis van twee maan
den kan opgelegd worden, maar de
kantonrechter doet dat,.zoo gul niet.
Iemand in hechtenis nemen, waar soms
werkelijk genezingen door de kruiden,
zalf en flacon konden geconstateerd
en waargenomen worden: dat doet
een kanfonrechter zoo gauw niet,
vooral niet als hij zelf ook al eens
bij een kwakzalver geweest is, die
hem een »probaat« middel aan de
hand heeft gedaan. Ergo: bij tweede
overtreding volgt zelden hechtenis,
maar geldboete. Weer geldboete!
Doch wat geeft de kwakzalver daar
om! Dat heeft hij, als 't een beetje
druk loopt in twee dagen terug. Zie
eens naar art. 456 van 't W. v. St.
Onze wetgever bedreigt daar een boete
van 3000 gld. tegen hem, die een pu
bliek speelhol opricht, houdt of daar
aan deelneemt. Waarom zooveel Na
tuurlijk, omdat de speelholhouder
enorme sommen wint. En zoo'n dito
verhouding in geldboete is ook noodig
voor den kwakzalver. Daarbij, als 't
voor de tweede maal plaats vindt, dat
hij gesnapt wordt, dan onverbiddellijk
hechtenis en dus vrij heidsberooving.
Sommige kwakzalversbestrijders wil
len nog verder gaan en in plaats van
hechtenis gevangenisstraf toepassen.
Lood om oud ijzer, zegt geNeen,
twee maanden hechtenis is nog wat
anders dan twee maanden gevangenis
straf. Hechtenis veronderstelt een over
treding; maar gevangenisstraf ver
onderstelt een misdrijf. En omdat
sommigen den kwakzalver als een
oplichter beschouwen, die de gezond
heid schaadt en 't leven bijna aan
randen kan, daarom noemen ze zijn
werk geen overtreding, maar een
misdrijf.
Doch genoeg. Laat de wetgever
omschrijven wat geneeskunde is. Wat
een bedrijf van geneeskunde is en wat
de inhoud moet zijn van een nieuw
stralrechtartikel.
In en buiten de Kamer.
Tuinbouw.
Telefoon Intercom*. No. 2.
Amice t
We leven nog in de dagen, waarin de
voorbereidende werkzaamheden plaats heb
ben. Waarschijnlijk is in mijn volgenden
brief meer te schrijven over zaken, welke
in de Tweede Kamer worden afgespeeld.
Voorloopig zal ik daarover moeten zwijgen,
en ik op een ander iets wijzen. Weet ge
waarop mijn oog het meest gevestigd is?
De heeren socialisten zijn weer druk in de
weerNu eens spreken de propagandisten
hier, dan spreken ze daar. Ik weet dat de
districten Zierikzee en den Brielle goed
onder handen worden genomen. De heeren
zien, vooral in den Brielle een schoone
toekomst. De uitslag der verkiezing was
trouwens moedgevend, 't Is te hopen dat
de mannen van Christelijken huize uit den
ijver der Socialisten iets mogen leeren.
't Is wat de organisatie betreft in ge
noemd district treurig gesteld. Op vele
plaatsen bestaat niet eens een kiesvereeni-
ging. De actie wordt niet gevonden, en
»zich vereenigenschijnt als uit den booze
beschouwd te worden. Ik zal niet alles
zeggen, wat ik in dezen weet. Toch wil ik
u het volgende niet verzwijgen. Ge weet
dat de heer Colijn candidaat was in den
Brielle. In het midden van de verkiezings
campagne moet hij van plan geweest zijn
te bedanken, omdat .hij bijna ner
gens een bewijs kon vinden, dat het de
kiezers in het district ernst was. We staan
na de verkiezingen. Ik wil u wel zeggen,
dat ik ook hartelijk zou bedanken candidaat
te wezen in een district waar men zoo
lamlendig* is.
Wie een weinig politiek gevoel heeft, kan
zich niet anders dan ergeren. Het egoïsme
en de zelfvoldaanheid zit in vele plaatsen
op den troon. Niemand die het beter weet
dan zij. Al blijkt van achteren dat de met
hode van werken achteruitgang brengt, toch
blijft men in den weg wandelen. Geen
wonder dat de Socialisten de handen aan
de ploeg slaan, en voortvaren.
Als de lui in het district den Brielle niet
wakker worden »zal de toekomst nog meer
donker zijn dan nu.» Personen die zich
voor de verkiezingen hebben geinterresseerd,
heb ik hooren zeggen, dat ze voor zoo'n
dooie boel geen hand meer zullen uitsteken,
't Schijnt dat men als een zot verlangt
naar de zweepslagen van mr. Troelstra.
Nu zorgen de liberalen, krachtens hun
beginsel, dat er een vrucht voor de rooien
is te plukken. Het neutrale onderwijs drijft
hen uit naar de roode gelederen. Wat is
neutraliteit? Ik kan u het antwoord niet
geven. Zooveel weet ik wel, dat men op
de School van God en zijn woord niet mag
spreken. Het meerendeel der ouderwijzers
trekt de lijnen wat verder. Zij wil'en de
kinderen geen oranjeliederen leeren zingen.
De onafhankelijkheidsfeesten hebben weer
veel te zeggen. Denk b.v. aan Leeuwarden.
Eén slachtoffer is gevallen n.l. te Ambt-
Hardenberg is een onderwijzer door het
gemeentebestuur ontslagen, omdat hij wei
gerde de kinderen liederen te leeren met
het oog op de komende feesten. Een der
raadsleden, die voor eenige jaren Christen
ouders verbood hunne kinderen naar de
Christelijke School te zenden, wilde thans
dat de openbare onderwijzer onvoorwaar
delijk zou gehoorzamen, en anders de poort
uit.
Nu laat ik het besluit van den Raad
rusten. Eigenaardig vond ik echter de wijze
waarop men redeneerde. Het komt hierop
neer„Zoolang de ideën van den Bond van
„Ned. onderwijzers nog geen wet zijn en
„het landsbestuur nog niet in handen heb-
„ben, zullen de socialistische onderwijzers
„genoodzaakt zijn, zich te gedragen naar
„de bestaande wetten en voorschriften',.
Zoolang en wat dan Wel natuur
lijk, dan gaan de anderen de poort uit,
tenzij zij hun consciëntie willen verkrachten
gelijk de liberalen thans van de »rooden»
vragen. Men moet toch medelijden hebben
met de kinderen en de ouders die hunne
kinderen aan vader Staat» toevertrouwen.
Het onmogelijke wordt gevraagd.
Als de overheid »opvoeder» wil spelen,
wordt het een huishouden van Jan Steen,
Zoodra de overheid het zwaard hanteert
blijft zij op haar terrein. Verlaat ze dat
spoor, zoo wordt zij een strooper, die zon
der acte jaagt. De wrange vruchten worden
geplukt. God duldt niet dat men zijn rech
ten en inzettingen op zijde zet. Doet men
het toch, zoo wordt de vloek binnengehaald.
Met het verwijderen van een >flinken on
derwijzer (want dat getuigenis leggen de
liberalen zelf af) is de school niet gered.
De beginselen werken door. Het eind zal
het bewijs leveren, dat de ontslagen onder
wijzer een eerete rangs propagandist wordt
om de liberalen te geeselen. Indien het
socialisme doorwerkt, (en dat doet het),
zult ge eens zien welk een toekomst de
martelaar voor zijn beginsel heeftOnge
twijfeld wordt hij bij gelegenheid van eene
verkiezing candidaat voor de Tweede Ka
mer, en zal wraak roepen over de tyrannie
hun aangedaan. Eigenaardig is het echter
dat de personen van bovengenoemde rich
ting, blind zijn voor eigen fouten. De pot
verwijt den ketel dat hij zwart ziet. Onder
wijl men moord en brand roept" over de
tyrannieke daad bovengenoemd, wil juist
deze richting het Christelijk onderwijs met
wortel en tak uitroeien. Voor de consciën
tie van Christenouders gevoelt men letterlijk
niets. De onderwijzer is Zijne Majesteit.»
Tot nu toe was het >de eeuw van het
kind». Thans wordt het »de eeuw van den
onderwijzer». De ouders hebben niets te
zeggen. De Staat moet alles in handen
hebben, doch de Staat moet doen hetgeen
de onderwijzer belieft.
Ziet ge niet dat het meer dan tijd is,
dat de Christenen op post moeten staan.
De vijand behoeft niet meer te komen. Hij
is er. De schildwachten mogen wel alarm
slaan. M. a. w. het is de tijd dat wij pro
paganda moeten maken langs den weg van
pers, en sprekers.
De Maas- en Scheldebode moest iedere
week minstens een paar verslagen hebben
van volbrachte spreekbeurten. Geen num
mer van de courant moest uitkomen of er
moest een advertentie in staan, vermeldende
den naam van den spreker en het onder
werp, waarover hij zal spreken. De geesten
moeten wakker worden geschud. De mid
delen daartoe door God gegeven zijn »het
woord». Door het gehoor wordt het inner
lijke van den mensch bereikt. Daarop heeft
God zijn zegen beloofd, en wij hebben in
dien weg vrijheid om God om zijn zegen
te bidden.
Indien wij dit hebben gedaan, kunnen
wij de toekomst in Gods handen geven.
Maar wanneer we eigenzinnig wandelen,
mag de zegen ons deel worden, wij mogen
het echter niet verwachten.
Ik hoop dat de strijdwijze der Socialisten
ons een oog en hart mag geven voor het
geen wij moeten doen.
Ontvang mijne hartelijke groete,
tt.
MARNIX.
In de laatste 30 jaren is de kennis van
de oorzaken en de wijze van het ontstaan
van vele ziekten van het vee alsmede van
de vogels en de konijnen belangrijk toege
nomen, zoodat de onderkenning in vele ge
vallen met veel meer zekerheid kan ge
schieden, terwijl de bestrijding nu plaats
heeft althans vcor sommige ziekten, vol
gens geheel nieuwe gegevens.
Ingewikkeld scheen de beantwoording
der vraag: »Op welke wijze kunnen deze
nieuwere en bij uitstek praktische uitvloeisels
der veeartsenijkunde rechtstreeks dienstbaar
gemaakt worden aan den landbouw?» De
Regeering, in plaats van deze vraag van een
theoretisch standpunt te blijven overwe
gen, heeft de hand aan den ploeg geslagen
en tot stand gebracht 1 Februari 1904
de Rijksseruminrichting te Rotterdam,
waardoor de gewenschte oplossing werd
verkregen.
De nieuwere veeartsenijkundige gegevens
voornamelijk met betrekking tot de infectie
ziekten der dieren, rechtstreeks dienstbaar
te maken aan den landbouw, is derhalve
het hoofddoel van de Rijksseruminrichting.
In verband hiermee geeft deze inrichting
aan ieder gratis adviezen met betrekking
tot de hygiëne der huisdierenzij zoekt
naar onbekende oorzaken van ziekten, die
onder de dieren voorkomen en stelt ent
stoffen en sera, die in haar laboratoria be
reid zijn beschikbaar, teneinde veeziekte te
voorkomen of te genezen. Hiervan wordt door
de landbouwers een ruim gebruik gemaakt.
Was bij de oprichting het voorname doel
de verschillende sera en entstoffen zelf te
bereiden, grooter werd de beteekenis der
inrichting voor de bestrijding der veeziekten,
doordat alle onderzoekingen gratis ten be
hoeve van den veeartsenijkundigen dienst,
van de veeartsen en van den landbouw
werden verricht.
Nauwelijks was de gelegenheid daartoe
opengesteld, of voortdurend werden aller
lei zieke dieren of organen van zulke die
ren ten onderzoek gezonden.
In vele gevallen is het gelukt, de oor
zaak of den aard der ziekte op te sporen
en meermalen konden raadgevingen ver
strekt worden, welke tot genezing of voor
koming der ziekten aanleiding gaven.
Een niet geringe vooruitgang was het,
dat een afzonderlijke afdeelingen voor schei
kundig onderzoek tot stand kwam, waar
door het mogelijk werd, oorzaken van vee
ziekten, die langs scheikundigen weg moe
ten opgespoord worden, aan het licht te
brengen. Vervolgens werd de gelegenheid
opengesteld tot het doen van onderzoekin
gen naar de samenstelling van geheimmid
delen, die tegen ziekten van het vee of
tegen kreupelheden van paarden worden
aangeprezen.
Een afdeeling kwam tot stand, waarin
culturen van bacteriën worden gekweekt,
die door geheel Nederland ter verdelging
van muizen en ratten beschikbaar worden
gesteld.
Ook worden onderzoekingen gedaan naar
de oorzaken van ziekten bij visschen en
bijen.
Sedert haar oprichting heeft de Rijksse
ruminrichting een gestadige uitbreiding on
dergaan. De aanvragen naar de verschil
lende sera namen zoodanig toe, dat het
aantal paarden, benoodigd voor de serum
productie, welk aantal bij de oprichting 15
bedroeg, reeds belangrijk is toegenomen,
terwijl bovendien een aantal runderen voor
de serumproductie werd aangekocht.
Niet alleen werd het aantal afdeelingen
der inrichting vermeerderd, maar in elke
aldeeling is een voortdurende toename der
werkzaamheden te bespeuren. Dit blijkt
vooral ook uit het steeds toenemend aan
tal dieren, dat elk jaar wordt ingeënt met
de stoffen, in de Rijksseruminrichting ver
vaardigd.
In 1904 werden ingeënt ongeveer
1905
1906
1907
1908
1909
1910
1911
1912
40.000 dieren.
100.000
200.000
225.000
300.000
300.000
325.000
440.000
406.000
Q, B.