voor de ZuidliolUindsclie en Keeuwüelie Eilanden.
1813-1913
Woensdag 6 Augustus 1913.
Antirevolutionair
28st" Jaargang N°. 1891.
Orgaan
HEI JAAE DEE BEVRIJDING.
Eersonen den dood van Jezus te
eletten.
IN HOC SIGNO VINCES
W. BOEKHOVEN.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ÜITGEYEB
SOMMELSD1JK.
Telefoon Intereonn. aio. S.
Advertentiën 10 oentpet regel en 8/s Maal, Reclames SO per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiëffl wordsn ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nur.
Alle stukken voor «3e Medaclse
bestemd, Adverientiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever
II.
De druk was zwaar geweest.
Maar dezelfde God, die den druk
wegnam, toen niemand het verwachtte,
had de verdrukking zélf nuttig en
noodig gekeurd voor ons volk.
Het móé it in den smeltkroes.
Het móést gelouterd worden.
Zooals het de achttiende eeuw, ver-
oeuzeld en verzondigd had, zoo mocht
het in de negentiende niet voortgaan
de krachten en gaven, die God in dat
volk had gelegd te verwaarloozen en
nutteloos te verteren.
Elk volk heeft zijn eigen roeping.
Wie belijdt de soevereiniteit des
Heeren over allen en over alles, is
hiervan diep doordrongen, zoowel voor
zijn eigen leven als voor het leven
zijns volk.
God laat niets aan het toeval.
De haren van ons hoofd zijn alle
geteld. Het nietigste muschken, dat
op de aarde valt, is als schepsel van
Zijn hand een onderdeel van Zijn
schepping en staat alzoo onder Zijn
almachtig bestuur.
Wie zóó zijn eigen leven beschou
wen mag, die wéét waarlijk te leven.
Die kent zich als schepsel Gods.
Voor wien God een eigen plaats,
een eigen taak, een eigen roeping
heeft verordineerd, hier op aarde. Een
taak en roeping, die een ander niet
zou kunnen volbrengen op dien tijd
en op die plaats en waarvoor God
hém speciaal plaats en tijd beschikte.
Zóó is ons aardsche werk, hoe be
scheiden ook een «goddelijk beroep.«
Zóó krijgt het beroep glans.
Zóó alleen kan ons aardsche zijn
stralen in het licht der eeuwigheid.
En zien we ons leven, gelijk het
waarlijk isde afwikkeling van de
goddelijke film, opgenomen van voor
de grondlegging der wereld
Eer iets van mij begon te leven,
Was 't alles in Uw boek geschreven
Zoo staat het met den enkeling.
Zoo staat het ook met een volk.
Elk volk, hoe klein ook, heeft een
eigen taak en roeping, die het in een
bepaalden tijd en op een bepaalde
plaats volbrengen moet.
Naar het raadsbesluit Gods,
Het kan, zijn, dat een volk Zijn
Raad heeft uitgediend. Door uitgieting
van zonde en overdaad van ongerech
tigheid zich tenslotte zelf in de on
mogelijkheid heeft gesteld, om verder
meer door den goddelijken Bouwheer
als metselsteen voor het groote ge
bouw der menscheid te worden ge
bruikt.
Dan wordt die steen weggeworpen.
Komt het oordeel over het volk.
En dat oordeel kan zoover door
gaan, dat zelfs de gedachtenis van het
zondige volk wordt uitgedelgd van
onder den hemel.
Zoo was 't met Nederland niet.
Ook óns volk had nog een roeping.
Heeft die nóg. Onze Koningin-Moeder
wees daar indertijd op, toen ze ge
waagde van de vele dingen, waarin
ook een klein volk gróót kan zijn.
Laten we ééne zaak noemen.
Voor ons volk was nog de eere
weggelegd, om het bijna verstorven
calvinisme, ja! ook als wetenschap
pelijk «stelsek, maar bovenal als be
zielende levenskracht en drager van
een godsdienstig leven, dat krachtig
wortelend in 't verleden, staande op
den onwankelbaren bodem van Gods
genadige verkiezing, te spreken weet
naar het hart van het volk der twin
tigste eeuw om dat calvinisme
tot nieuwer bloei te brengen.
Zeg zélf, als het Napoleonisme
niet drie, maar dertig jaar ons volk
had gedrukt, onze natie had ver-
franscht, de beste sappen uit ons volk
had weggezogen zou er, naar
den mensch gesproken, voor een op
leving van het Calvinisme plaats zijn
geweest
Let op het woord van Groen.
Ook in den druk lag een zegen.
Ja, de druk was een zegen, 't Gaat
ook voor een volk nog altijd naar
den ouden regelAlle verdrukking,
als zij tegenwoordig is, ze is geen
oorzaak van vreugde. Doch daarna
rijpt toch de vrucht der verdrukking.
Een crisis móést er komen.
Zooals het de laatste jaren, zooals
het de eeuw vóór 1795 ging, zoo kón
't niet blijven. De Staatsmachine was
verroest en versleten. En toen ten
slotte een rad knarsend bleef staan,
viel bet gansche ding in elkaar.
Laten we toch billijk zijn.
Zekerde beginselen, die in 1795
triomfeerden, waren verderfelijk.'tWa-
ren de beginselen der Revolutie, 't Was
de wijsbegeerte van Jean Jacques
Rousseau, 't Was de «wereldhistorische
religiekrijg« in een nieuwen, gevaar
lijken vorm. En in dien krijg kozen
de mannen van '95, 't zij met bewust
heid, 't zij door zelfbedrog, partij te
gen den levenden en almachtigen God
en spraken zij 't onverholen uit, dat
niet van Hém, maar uit het volk zelf
alle gezag zijn oorsprong vond.
Maar let óok op de kéérzijde.
Op de mannen van het behoud
De mannen, die nóch in 1795, nóch
daarvóór iets wilden weten van we
zenlijke hervorming in Staat en Maat
schappij.
Die niet vooruitstrevend waren.
Evenmin terugkrabbelden. Die stil
stonden. En niet begrepen dat de wij
zer van den tijd rusteloos vooruit gaat.
En allerminst hoe ook dit is van den
Heere onzen God en behoort tot de
teekenen der tijden, die we hebben
te verstaan
Lét op dat starre conservatisme.
Dat geen andere wijsheid kende,
dan die van het onveranderd behoud.
Dat alles behouden wilde. Alleen
maar ómdat het nu eenmaal zoo was
en een zekere, kleine fractie het zoo
wel naar haar zin had.
Aan dat conservatisme hebben Ne
derland en Oranje zich in de 18de
eeuw den dood gegeten laten we
dat ook in herinnering houden als
we 't eeuwfeest vieren van Nederland's
onafhankelijkheid.
Er is toch tweeërlei democratie.
De valsche, die koning Demos op
den troon der aarde zetten wil.
Maar er is ook een ware, een echte
democratie, die aan het volk in al
zijn geledingen mee invloed geven
wil op de richting van het landsbe
stuur.
Dat heeft Nederland niet begrepen.
Dat heeft Oranje niet verstaan.
Voor het laatst in het tijdvak van
17471751 had die ware, die echte
die historische democratie heul ge
zocht bij Oranje.
Meê aan die democratie had Oranje
in 1747 zijn herstel te danken.
Maar ook hij begreep de les niet.
Vervreemdde zich van het volk.
En vervreemde het volk van hem
en zijn Huishet volk, dat met won-
derlijke-droeve oogen van niet-begrij-
pen opzag tot den Oranjevorst die de
traditiën van zijn Huis ontrouw werd
en 't wel, o zoo goed méénde met zijn
volk, maar die geen enkele ingrijpende
hervorming ten goede van dat volk
aandorst, omdat ze nu eenmaal zijn
zou een aanval op het behoud en hij
in het behoud van alles, wat nu een
maal was en bestond zijn eerste staats
mansplicht zag.
Toen kwam de valsche democratie.
En hakte den knoop door.
De eeuwenoude boom onzer staats
regeling viel onder de slagen der rouwe
houwers.
Sterk in 't houwen en breken schoot
de nieuwe richting te kort in 'tbouwen.
't Bleef een eindeloos tobben.
Een probeeren met de Revolutie.
Tenslotte gingen de taaiste volhou
ders twijfelen, of er voor den Neder -
landschen Staat nog wel ooit een pas
sende staatsregeling zou te maken zijn.
De Nederlandsche Maagd zwierf
beschaamd rond-en om en vroeg of dan
niemand haar een kleed weven kon,
nu de Revolutie haren Oranjekleurigen
mantel had weggenomen en in stukken
gescheurd.
Toen kwam FrankrijkNapoleon.
En lijfde Nederland in
Maar dit was dan toch in 1813 ge
wonnen Het oude en verouderde, 't
verteerde en verrotte in de staatsrege
ling was weggenomen en men kon in
1813, als men wilde, op 't oude, vaste
fondament, dat de eeuwen lang gaaf
gebleven was, een nieuw gebouw op
richten.
Passend voor den modernen tijd.
Zonder de jaren der vernedering,
ware dat doel stellig niet bereikt 1
De Christus Consolator.
In de kapel van Caserta in Italië
bevindt zich een marmeren plaat,
waarop in de Hedreeuwsche taal het
doodvonnis van den Heere Jezus Chris
tus is gegraveerd Het luidt aldus
Vonnis uitgesproken door Pontius
Pilatus, stadhouder in Neder Galilea,
ten doel hebbende, dat Jezus van
Nazereth den kruisdood zal lijden. In
het zeventiende jaar van de regeering
des Keizers Tiberius en op den 25sten
dag van de maand Maart, in de
heilige stad Jeruzalem, toen Hannes
en Kajafas priester en overpriesters
Gods waren.
Pontius Pilatus, stadhouder van
Neder Galilea, zittende op den
rechterstoel.
I. Veroordeelt Jezus van Nazereth
aan een kruis tusschen twee moor
denaars te sterven, omdat groote en
gewichtige getuigenissen uit het volk
zeggen
le Jezus is een verleider.
2 Hij is een oproermaker.
3 Hij is een vijand der wet.
4 Hij noemt zich valschelijk Gods
Zoon.
5 Hij noemt zich valschelijk Ko
ning der Joden.
6 Hij is den tempel Gods ingetre
den vergezeld van een menigte, die
palmen in de handen droeg.
II. Gelast den eersten hoofdman
over honderd Quirilius Cornelius
hem naar de gerechtsplaats te zenden.
III. Verbiedt aan alle arme en rijke
De getuigen, die het vonnis tegen
Jezus geteekend hebben zijn
Daniël Robani, Farizeeër.
Johannes Zaerbatel.
Raphaël Robani.
Copet, Schriftgeleerde.
Jezus zal uit de stad Jeruzalem
gevoerd worden door de poort
Suienca
Dit doodvonnes van den Heiland
blijft ten allen tijde de levenskracht
eener Natie op alle terrein. Omdat
Hij gevonnist is en dat vonnis ten
uitvoer gelegd is en het kruishout Hem
gedragen heeft, daarom bezit de Chris
ten de gewisse zekerheid, dat ook de
zonden van zijn volk aan dit vloekhout
genageld zijn. En gezegend is de Natie,
die in dien Christus haar rustpunt
vindt. Maar ook, droeve tijden, wanneer
men 't bloed des Nieuwen Testaments
onrein acht. Wanneer men Jezus leven
wil verheerlijken als edel en deugd
zaam wanneer men Jezus dood be
treuren wil als van een jongend wee
per die te vroeg voor zijn idealen stierf,
maar in Hem niet wil zien den eenigen
Consolator den eeuwigen Trooster bij
wien alleen hulp en genezing te vin
den is voor de krankheden der Maat
schappij.
Onze Maatschappij levert door Gods
algemeene genade veel goeds, wat onze
voorvaderen niet hebben genoten. Rijke
zegen droppelt aüerwege op allerlei
gebied bij vroegere toestanden verge
leken. Maar hoe denkbaar daarvoor
we ook zijn en mogen zijn 't valt niet
te ontkennen, dat er ook zeer donkere
vlekken vallen op ons nationale leven.
De onchristelijke macht verheft het
hoofd. Met den rug naar 't Kruis en
't oog afgewend van den grooten Lijder
durft men in 'tleven beginselen huldigen,
die den Heiland, andermaal kruisigen.
Onverschilligheid en vijandschap je
gens de Kerkverzet tegen de over
ons gestelde machtknakking van 't
Gezag in 't gezin en in de school en
in den Staatoproerigheid en een
geest van wrevel tegen alles wat hooger
staatmaar zoeken de dingen dezer
wereld, terwijl voor 't geestelijke leven
de harten zoo vaak koud zijn dit alles
is de geest van een anti-christelijke
macht, die zich tegen de religie en 't
Kruis van Christus verzet. Want dat
kruis leert eigen zonden zien en hoe
groot ze zijn.
Dat kruis leert den weg tot herstel
bij inzinking van eigen en nationaal
leven door een volkomen overgave in
alle doen en laten aan Hem, die te
dienen de eenige troost is in leven en
sterven.
Mondje toe
De S. D. A. P. heeft er altijd een
handje van om de organisaties, die
niet van haar kleur zijn te beschimpen.
De A. Rev. partij met name moet 't
nog al eens ontgelden met haar Depu-
tatenvergadering. De lui, die daar
komen, moeten alles slikken, wat dr.
Kuyper en 't Centraal Comité ze
voorzet. Die Deputatenvergadering is
comedie: 't staat toch alles te voren
al vast; 't is in de Kanaalstraat te
's-Hage toch alles al bedisseld. Neen!
meer dan gaat 't er in de S. D. A. P.
nog eens anders toe. Zoo'n ultra de
mocratische partij als de S. D. A. P.
laat 't volk, de leden, volkomen uit
praten en richt zich bij stemming in
haar Congres naar de uitspraak der
meerderheid. De leiders zijn bij de
S. D. A. P. de zaakwaarnemers van
't vo^ en da's je ware.
't Mocht wat
Bij deze crisis ging 't wat anders in
de S. D. A. P. Er wordt een Partij -
conferentie uitgeschreven die noch
in statuten, noch in een huishoudelijk
reglement, volgens eigen beweren van
't Volk en van de protesteerende af-
deelingen, bekend is. Een eigenge
maakte organisatie buiten alle ver
band met de afdeelingen gaat ver
gaderen een organisatie van vele
Kamerleden, plus de Redactie van 't
Volk plus 't Partijbestuur beslissen
over net aanbod van dr. Bos. In
plaats van dat besluit te onderwerpen
aan 't buitengewone Congres, waar
mee men de leden reeds lekker had
gemaakt, besluit die onwettige orga
nisatie tot het niet-houden van dat
Congres ln plaats dat die Partijcon-
lerentie tegen de protesteerende af
deelingen, die op een Congres gehoopt
hadden, zegt: Je hebt gelijk: als de
mocraten moesten we dat Congres
houden of een referendum (stemming)
uitschrijven door heel onze partij,
klinkt het in 't Volk tot die afdee
lingen: «Houd je mond en vertrouw
ons, die je leiders zijn praat en klaag
naderhand, als je ziet, dat 't misloopt;
maar nu moet je zwijgen.
Kijk, wij, anti's worden op onze
vingers getikt, als we vertrouwen
stellen in onze leidersals we op de
Deputatenvergadering poolshoogte ne
men gaan van den volledigen stand
der zakenals we gaan luisteren wat
onze leiders na de kiesvereenigingen
over t heele Land gehoord te hebben
reeds twee maanden te voren (want
onze kiesv. brijgen de programpunten
met vragen om advies thuis en ze
sturen de antwoorden weer naar 't
Centraal Comité terug; dus de leden
worden allen gehoorden zwart op
wit weet dr. Kuyper hoe heel Neder
land in zijn antirev. organisaties er
over denkt!) als wij dus zoo
handelen en zuiver democratisch be
handeld worden dan zijn wij
stroopoppen en de S, D. A. P. is de
zelfbewuste schare.
Mondje toe! mannen van de S, D*
A P. Uw afgewimpeld Congres enz.
enz. moest u een toontje lager doen
aanslaan tegen de antirev. partij Gij
tradt echt aristocratisch op. En van
democratie was geen zier te bespeuren.
Moet de S. D. A. P. haar leiders
dan niet vertrouwen Natuurlijk
maar laat ze dan een andere partij,
die dat ook doet geen schimpscheuten
geven. Bij elke partij moet er wat
vrijheid zijn ook voor de leiders en
dus vertrouwen.
Ja l van vrijheid en vertrouwen ge
sproken in een andere driester.
V Vrijheid en vertrouwen.
Te Stutgart in Baden hebben de
sociaal-democraten van den Raad deel -
genomen aan de feestelijkheid, die
de gemeente ter eere van graaf Zeppe
lin op diens 75sten verjaardag had
aangericht. De Soc. democr. partij
aldaar heeft nu vergaderd de
handelwijze van die raadsleden ver
oordeeld en het besluit genomen,
dat sociaaldemocratische raadsleden
voortaan niet meer zullen mogen deel
nemen aan feestelijkheden, die op kos
ten van de belastingbetalers worden
gehouden.
Ooit zoo'n krenterigheid gezien.
Zeppelin, de man van de luchtscheep
vaart, een geniaal vaderlander, waar
iedere Natie trots op zou zijn, wordt
75 jaar; hem wordt een feest bereid,
dat natuurlijk uit de Gemeentekas
wordt betaald en nu krijgen de socialis
tische raadsleden een uitbrander,
omdat ze eraan meegedaan hebben