Zaterdag 31 Mei 1913 28*le Jaargang N". 1872. voor de Ziiidliollandsclte en Zeeuwsclie Eilanden. EERSTE m t C Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES Hotel Restaurant I R. C. F. 11. LEE-Mooiieil. OP DEIN UITRUIL ds. Eogerzeil en Colijn, op ds. Hogerzeil op A, Colijn op H. de Wilde. W. BOEKHOVEN. SOMMELSDÜK. Alle stukken voor de Iledacffe bestemd, Advcrtenfaën en verdere Administratie franco toe te «enden aan den Uitarever ds. Hogerzeil Colijn H. de Wilde. w Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ÏÏÏTGKVEB felefooa Intercoiaw. No. 2. Advertentiëa 10 cent per regel en maal, Reclames SO per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nnr. Dat two it te vergeten. Toen mr. Borgesius minister was, zei hij in Maart 1899 (en dat was wat anders dan de praatjes van 3de klas propagandisten der Vrijzinnigheid, alsof onze Subsidies het onderwijs niets baten) J| Het korte verblijf aan het Depar- "-V tement van Binn, Z ken heeffhander- geteekende de overtuiging verschaft, dat de gelden, uit de staatskas voor het bijzonder onderwijs ten koste gelegd, goed zijn besteed en getracht hebben het bijz. onderw. tot een hooger peil op te voeren. tn te betreuren is het niet, dat herziening der schoolwet, de gele genheid heeft geopend, het aantal bijz. Scholen nog aanzienlijk uit te breiden. Welnu deze wensch van den libe ralen Minister kan na veertien jaar ten volle worden ingewilligd, als Rechts blijft, want dan zal de Grond wetsherziening doorgevoerd worden en wordt het aantal bijz. scholen nog zeer aanzienlijk uitgebreid. Dus zijn stern uitgebracht op voorstanders van de herziening der Schoolwet door wijziging van art. 192 de Vrije School regel en alle subsidies even veel, voor Bijz. en üp. Onderwijs. Dat nooit te vergeten. Bij de eindstemming over de Ziek tewet met haar geldelijke uitkeering a 70% van het weekloon aan den man; met haar uitkeeringen bij ziekte der vrouw door zwangerschapmet haar uitkeering bij bevalling, de dagen er voor en er na, zoolang ze niet werken kon en kanbij die eindstemming stemden de Sociaal-Democraten vóór met de Rechterzijde. Zie nu de vrijzinnigheid. Die kan zich tot de onpartijdigheid dat hier een goede wet werd voorgedragen, niet opheffen. Wat van Rechts komt, moet er onder; dit is hun hoogste politieke wijsheid. Maar de Socialisten doen zóó niet. Is er iets goedsze steunen het en breken den Minister niet af maar bouwenop en stemmen voor. Zoo deed ook Rechts in de periode van 1897-1901 en 1905-1907, toen Links aan 't bewind wasbij gewich tige bezwaren eenerzijds, erkende hei het goede anderzijds en om 't goede te redden, stemde het voor, ondanks de bezwaren. Een oppositie is er niet, om maar altijd af te breken; zij moet haar partij hartstocht intoomen om 't Lands belang te dienen. Maar dat kan de vrijzinnigheid niet. Wat schreef Het Volk, orgaan der S. D. A. P. »Wat de houding van onze fractie »bepaald heeft was het arbeiders belang, niets minder®. Dat was een snuifje voor de Con centratie, die wel over arbeidersbe langen spreekt, maar er gladweg tegen stemt. Stemt De Herv. Kerk in gevaar We zullen met klem en kracht blij ven protesteeren tegen die lasteraars, welke het de A. R. partij aanwrijven, dat ze de Herv. Kerk ondermijnen. Lees dan dit vers om van te ijzen Hier nadert de gemeente Treedt opgepoetst tot God den Heer, Pleegt met gepast gelaat Gods eer God zit hun in 't gebeente 1 Voorwaar, met hem dient niet gespot Met »goede God Bewaar, bewaar Hem zuinig Ik zeg jevrind, heb jij verstand, Bewaar de God van Nederland Dat zaakje is fortuinig. Hij houd je rijk; Hij houdt je rot Die goede God Dat vers is door C. S. Adama van Scheltemageschreven,een Socialistisch dichter. En waar de Herv. Kerk duizende doopleden en lidmaten telt, die in zulke verzen smullen, doen wij een beroep op het geweten van eiken wel denkende, of er wel ooit één Antire volutionair is opgestaan, die de Herv. Kerk zoo godslasterijk bejegent, af breekt, smaadt, als hier geschiedt. Zoo bejegent men nu de Moederkerk, en de Kerk in 't algemeen. En nu moet men niet zeggenZoo dicht een liberaal lid der Herv. Kerk niet't is maar een Socialist®want de Socialisten zitten toch ook in de Kerk, en liberalen spelen met zulke men- schen onder één hoed op 't terrein der Staatkunde, waarmee ook de Ned. H. Kerk in 't allernauwste verband staat èn stoffelijk èn geestelijk. "'t Moet nu eens uit zijn met dat gelaster over onze partij. En den Herv. dominees op Flakkee. die ons durven tegenwerken en 't Liberalisme steunenroepen we 't publiekelijk toeGij denkt, dat gij ons treft, maar ge verwoest uw eigen Gemeente ge steunt 't Liberalisme en Socialisme en zoekt den dood voor Uw Kerk. Zelf smeedt en scherpt gij 't wapen, dat U en Uw kerk èn gees telijk èn stoffelijk 't eerst treffen zal. Gij roept den vijand der Gemeente het Welkom Welkom toe, en ons, antirev., stoot ge af en werpt de deur voor onzen neus toe. Maar 't zal u in de toekomst opbreken, als door Uw actie 't Liberalisme en Socialisme in Staat en Kerk veld wint. Dat kost uw hoofdde kerk haar eere Gij met uw Gemeente gaat er onder I Och, kreegt ge er maar oogen voor 1 Eer 't te laat is. Strijd, Eerwaarde Mannen schouder aan schouder met ons mee, om den grooten vijand Uwer kerk, 't Ongeloof te bestrijden, dat reeds lang bezig is de Christelijke gedachte uit Staat en Kerk uit te bannen, waarvan de leege kerken zoo vaak getuigen zijn; de ontzettende, onwraak bare, zichtbare getuigen, voelbaar in de diaconiekaswaarvan getuige is de toeneming van het aantal onver schilligen in stad en dorp, die weigeren hun kinderen te laten doopendie zonder God en gebod voortleven, U en de Kerk belachen en nu trappen op de Moeder, welker belijdenis en ge loof ze bevuil,en zooals een bekend prozaschrijver uit de 60er jarigen, dat noemde. Het ongeloof is de grootste krank heid dezer Eeuw. En daarombestrijdt de Antirev. partij niet, maar steun r Gedempte Boerensteiger 63A, 63B Direct nabij de Hoofdsteeg, Rotterdam. DINERS 60 cent en hooger. LOGIES MET ONTBIJT f 1 en f 1.25 Aanbevelend, Uw iverk, als wij, door te stemmen De Herv. Kerk in gevaar? Tegen onzen zin moeten we in dezen politieken strijd de Ned. Herv. Kerk mengen. Maar in de lib. pers gaat er geen dag of week om in deze verkiezingsdagen of 't wordt de Anti's naar 't hoofd geslingerd»De Herv. Kerk is door jullie in gevaar, en dat laten we ons niet aanleunen. De Herv. Kerk is dan in gevaar, wanneer de Leerde Tucht en de Sacramenten in gevaar zijn; dat is toch zeker wel voor ieder duidelijk; die drie dingen zijn 't fondament der Kerk. Welnu, laat men ons eens aan- toonen, noemen den Antirevolutionair, of een' groep uit onze partij, die de Leer, de Tucht en de Sacramenten in de Herv. Kerk heeft ondermijnd. Geen enkele daad kan men bij brengen, dat de Leer door Antirev. is aangetast; de Tucht vertrapt en 't Sacrament ontadeld. Integendeel wat "op Flakkee anti is, bemint de zuivere leervraagt naar Tucht en houdt hoog elk Sacrament van Doop en Heilig Avondmaal in de Ned. Herv. Kerk. De Herv. Kerk is dan in gevaar, wanneer de goederen dier Kerk ont stolen worden. Maar men wijze ons den man aan, die ooit heeft getracht de rechtens verkregen goederen te kapen en ze aan een andere Kerk, in onrecht en onrechtvaardigheid over te geven. Die man is in heel Neder land niet te vinden en als ze er in de toekomst komen, dan zullen 't de Socialisten zijn, die onder hun leus Scheiding van Kerk en Staat, de Ned. Herv. Kerk in zijn finantieelen hart ader zullen treffen. En met die So cialisten spelen de Vrijzinnigen, die ons aanklagen, onder één hoed. De Herv. Kerk is dan in gevaar, als ze, zooals nu bij deze verkiezing, door de Vrijzinnigheid gesteund wordt. De Vrijzinnigheid en 't Protes tantisme, zooals dit woord in Neder land wordt verstaan, zijn gezworen vijanden. De Vrijzinnigheid haat den invloed van de Protestantsche gedachte in de Kerk verkondigd. Ze haat de zwartrokkenalleen dan komt de Vrij zinnigheid o zoo vriendelijk knikken tegen 't Protestantisme, wanneer dit ontaard, verwaterd, gemoderniseerd, verflenst is, tot op den wortel verlept en verdord. De Protestantsche idee door de vaderen beaamd is de Anti revolutionaire idee in de politiek 's Heeren Souvereiniteit over de har ten en gewetens der leeken in de Kerk en in den Staat en geen menschelijk gezag, dat de harten en gewetens wil knellen of knechten. De Herv. Kerk is dan in gevaar, als de predikanten, om 't Liberalisme in de Kerk te vrind te houden, haar Leer verwaterthaar belijnd en belij dend beginsel als draagster der Blijde Boodschap voor Staat en Maatschappij in den steek laat en als modernisme en remonstrantisme en Vrijzinnigen- bond en Protestantenbond en allerlei wind van leer die Kerk van haar grondslagen betrooft. De Herv. Kerk is dan in gevaar, als, zooals nu, de Vrijzinnige dominees door de liberale Pers; door allerlei geschrijf en debat de Herv. Kerk voor zich gaan opeischen en 't triomfante lijk uitroepenAan ons de toekomst in de Kerk! Neenalles wat antirev. is treurt over de breuke in 't Huis d^s Heeren door onze vaderen gesticht in 't ge loof; thans op allerlei wijs geschokt en bestookt. De antirev. gaat in dezen vrij uit. 't Was in 't laatst van den Meimaand des jaars 1867. De Meiboom stond wel heerlijk in bloei maar hij was nog niet in de kap gezet, neenonder zuchten en tranen waren eenige >aemechtige Joden« nog bezig, diep in den grond de gleuf te graven, waar de fondamenten in moesten. Zij klaagden, en met recht Want de rots was hard en het Vader- landsch publiek stond er spottend omheen en profeteerde, dat er van dit nieuwe ge bouw geen halve-steens-muurtje omhoog zou komen. En een schaterlach ging op uit het midden van het »denkend deel der Natie* zooals het zichzelf drie jaren geleden voor 't eerst had genoemd als men zag, hoe zelfs die gravers en bou wers daar in de modderige diepte het onder elkander niet eens waren en weiger den te luisteren naar de woorden van den grijzen architect. Die architect was dagelijks op 't werk. Mr. Guillaume Groen van Prinsterer. Het woord van Jan Pietersz, Coen was het zijne geworden En despereert niet Een ander zou al lang den bouw hebben opgegeven. Tenminste na het jaar 1857. Wat getuigde Groen er zelf van ^Wanneer ik, hetgeen mij in den strijd op politiek en kerkrechtelijk terrein weder voer naga, dan is het, dunkt me, onloo chenbaar, dat mijn levensloop in een reeks van teleurstellingen, doorgaans in het meest gunstig tijdsgewricht door vrienden veroorzaakt, bestaan heeft.* Zoo was 't in 1857 geweest. Toen V, d. Brugghen, christen en staats man zijn onchristelijke schoolwet gaf. Slechts 'n enkele bleef Groen trouw. Had hij toen, in arren moede, het werk voor goed neergelegd en zich in de archiven van het Huis van Oranje-Nassau begra ven wie onzer zou er hem een verwijt van durven maken Zouden we niet moeten zeggenHij heeft tot het laatst toe zijn plicht gedaan en is als kapitein op de brug gebleven, tot de stoomer in de golven wegzonk Toch bleef Groen mobiel I En nu, in 1867, al kwamen sinds nieuwe teleurstellingen zich bij de oude voegen al herhaalde zich het treurspel van '56 in '66; al was het toen een Van Zuijlen, die de vrijzinnigheid te paard hield, nadat V. d. Brugghen haar in '56 te paard had gezet Nu, in 1867 is er toch wederom eenige kentering in den lande. En Groen merkt dat op. Hij, die nimmer wanhoopte. En die altijd trouw als architect bij den bouw bleef, ook al kwam het nooit verder dan het ondergrondsche werk en al zou het eerst, vele jaren later, een ander gegund zijn, den Meiboom te zetten in de kap. Den 22en Mei 1867 begeeft hij zich naar Friesland's hoofdstad, naar Leeuwarden. De heer Kromsigt is er zijn gastheer. 'k Heb het niet kunnen nazoeken, of soms destijds een Kromsigt predikant was bij de Hervormde kerk te Leeuwarden en of deze soms een der voorouders was van den Amsterdamschen Kromsigt van thans 't doet er ook niet toe maar de Krom sigt van nu zou in '67 uit den mond van Groen een krachtige veroordeeling te hooren gekregen hebben van zijn christianisee- ringsplannen van thans Als ik nader herinneren zal. Groen van Prinsterer, de historicus, wan delend door de stad en in het park van de Friesche Oranje's van voorheen, komt vanzelf te denken aan Willem Lodewijk. Die, als da Costa zong „Flonkerater, zelfs naast een Maurits niet [verbleekend, Maar vaak door zniv'ren gloed nog boven [hero uitstekend," En onwillekeurig, als hij zoo de gebeur tenissen en de menschen van zijn tijd en van zijn richting over de film zijner ver beelding glijden laat, dan komt hem een woord van den grooten Frieschen Stad houder in de gedachten, toen hij nl. ten tijde der Remonstrantsche troebelen aan Prins Maurits schreef: „lek verlies de patiëntie dat sich onze goede slechte patriotten, gelijk de kinderen, met popkens laten stillen." »Slecht« is hier, als in 't Oud-Hollandsch: >eenvoudig.< En Groen, voortwandelend, knikt tegen zichzelf van ja I Zoo is het nogOok de goede, eenvoudige Christen broeders laten zich telkens inzake het onderwijs met »popkens« stillen en altijd weer moet de leider hun de »pop< uit handen nemen en laten zien, dat ze geen leven heeft 'Zoo was het in 1857 geweest. Van der Brugghen had hun ook hij ter goeder trouw zulk een >popken* gegeven. 't Woord ^christelijk* in de Schoolwet. De opleiding tot >christelijke< deugden zou het orthodoxe volk met de »neutrale« school moeten verzoenen. Nog spelen niet weinigen met dit »popken.« Eu als C h r i s- telijk Nationaal over twee jaar te Utrecht samenkomt, gelijk het morgen hier te Leeuwarden hoopt te doen, dan zal Groen met forsche hand dat »popken« aan flarden scheuren en laten zien, hoe er niets dan wat bakkers-zemelen inzitten al zal Nicolaas Beets zulk doen dan ook »demonisch« noemen Maar toch er komt kentering. En de groote voorstanders der School wet van '57 onder ons Nederlandsche Christenvolk, waren ontnuchterd en gaven Groen, nu in '67 gelijk. Daar hadt ge bv. baron Van Zuijlen. In '57 noemde hij de zegepraal van Groen van Prinsterer's onderwijsbegin- selen de ondergang van den Staat. krasser kon het zeker niet. En nu in '67 had diezelfde baron in de Kamer rondweg gezegd, dat de .onder vinding van de laatste tien jaren tegen de schoolwet pleitte »Want het is toch wel een vreemd verschijnsel, dat in een Chris tenland, ik spreek niet van een Christen- staat, dat in een Christenland de openbare school, die van Overheidswege bestaat en bekostigd wordt, voor allen bruikbaar is behalve voor hen, die prijs stellen op het positief Christelijk geloof.* Zeker, zeker dat is vreemd

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1913 | | pagina 1