Woensdag 28 Mei 1913. 28ste Jaargang 1871. voor de Znldhollandsclie en Zeenwselte Eilanden. Antirevolutionair IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN, Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p 50 Cent. Buitenland by vooruitbetaling ƒ1,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. SOMMELSDIJK, Advertentiën 10 Cent per regel en J/, maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zjj beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nar Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. ij die zich nu abonneeren, ont vangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis. De Herv. Kerk in gevaar. Nou, die is goed De Liberalen gaan de menschen vertellen de Herv. Kerk is in gevaar. Moet je weten Ds. Hogerzeil Hervormd. Ds. Klomp idem. Ds. van Grieken idem. Ds. Vunderink idem, allen op Flak- vee geëerde namen. Allemaal propagandisten van de Antir. Partij en zoo zijn er bij tien tallen. Middelberg is Kamerlid, anti en Hervormd. Van der Velde idem. Duymar van Twist idem. Van Asch van Wijk. idem. Van der Voort van Zijp is dominee en antir. Kamerlid. Van Lijnden van Sandenburg Ka merlid en Hervormdanti. Pollema idem. Blum idem. Monté Verloren idem. Van Hoogstraten idem. Talma de Minister-dominee en Hervormd. Mr. Lohman is Christ. Historisch en Gereformeerd, nogal doleerend. Bijna alle antirev. Kamerleden zijn Hervormd enne .die zullen der eigen kerk in gevaar brengen. Mensch wees wijzerLaten deliberalen maar niet naar ,t Koffiehuis gaan, dan breken ze hun plaatselijke Kerk niet af. Maar ze gaan wel, Ook prettig voor de Herv. leeraren op Flakkee. Dezen predikanten moesten de haren ten berge rijzen, dat de liberalen uit hun kerk loopen en 't gaan zoeken in 't Geheelonthouders Koffiehuis. Zóó was 't op Zondag 24 April en zoo was 't Zondag 25 Mei. De antir. breken de Herv. Kerk niet aidie komen daar niet in den Vrijzin- nigenbond. De afbrekers zijn de liberalen; de lidmaten van de Herv. Kerk, En als de Lib. of sommige dominees van de Herv. Kerk ons, antirev. willen belasteren, dan zeggen we houdt je eigen mannen 's Zondags uit 't Koffiehuis te Sommelsdijk, laten ze gaan kerken bij dereigen dominee. Wie breekt af? Zij of wij? En de Socialistische dominees in de Herv. Kerk, wat doen die? En 't modernisme van alle soort, wat doet dat? De Herv. Kerk verscheurt zich zelf door treurige verdeeldheid onder eigen belijders. Maar de Antirev. worstelen om haar behoud door steun aan Orthodoxie en Evangelisatie, waar Christus wordt gehuldigd als Koning zijner duurge kochte Gemeente. Hoe lief. Volgens de Standaard, schreef 't Amersfoortsche Dagblad van 14 Mei Rechts wordt gestemd door alle vroomheidshuichelaars, alle schijnheiligen, alle veinzaards, alle mondchristenen, alle farizeeërs, alle kwezels, alle femelaars, alle hersenloozen, alle duisterlingen, alle baantjesjagers, en pierewaaiers, die van 'n christe lijke regeering een baantje verwachten, alle analfabeten (die niet lezen of schrijven kunnen) in Brab. en Limb, alle smokkelaars, alle vechtersbazen en drinkebroers in diezelfde provincies, enz. enz. enz. Daar kan Rechts 't voorloopig mee doen. Maar zoo iets komt nu uit den koker van menschen, die den brutalen moed hebben om tot ons te zeggen: Jullie verdeelt Nederland.« Zij, Linkschen, betrachten de een heid der NatieAdres boven. Wie walgt niet van zulk gedoe. \Wie krijgt geen afkeer van zoo'n partij, die alle Rechtschen zoo met slijk en modder gooit. En we staan nog maar aan 't be gin van den strijd. Aanstonds komt alle vuil los! Maar we wachten kalm die schreeuwers af. Geen onzer gaat één stroobreed opzij. De Roomschen. Schandelijk, zooals de R. Kath. worden aangevallen door sommige liberale woordvoerders. Zelfs een pro fessor in Eist, een concentratie-can- didaat deed daar gruwelijk aan mee. Moeten nu deze landgenooten zoo verguisd worden P Is dat nu die eenheidzoekerij, waar die lib. propagandisten en praatjes makers zoo dag in, dag uit den mond van vol hebben. 't Is .schande, wat die Lib. durven bestaan. En gingen dan die lui zelf maar vrij uit, maar heel hun optreden van 1830 af, toen de Afgescheidenen ver vclgd en beboet werden, tot heden toe, is één aaneenschakeling van machtsmisbruik. De minderheden moesten maar on derdrukt worden, zei Cappeyne, die later liberaal minister werd en ons die tyrannieke wet van '78 op 'tdak stuurde. Bij allerlei benoemingen en baantjes kozen de lib. Ministers hun vrindjes en Anti èn Roomseh en Chr. Hist, waren niet in tel. Geen man van Rechts kon professor of burgemeester of notaris of ambte naar wordenalle posten van eer en aanzien gingen onzen neus voorbij. 't Was uitsluiten en nog eens uit sluiten En waar nu de Roomschen met volle recht als Staatsburgers ook om Recht vragen, nu worden ze in een publieke vergadering en in de Pers nog met den vinger nagewezen. Een kranig Kabinet. Hoort, wie je hoortmaar 't is uit één mond»een kranig Kabinet. Dat blijkt uit al de redenen, die door de liberale kop- en staartstukken (want van 't laatste soort gaan er ook een hoop den boer opgehouden worden. Schering en inslag isKuyperen Kuyper en nog eens Kuyper. Kuyper was in 1905 dood in 1909 morsdoodin 1911 in Ommen tot stof vergaan en dus een mooie kans om in 1913 enkel en alleen over 't Kabinet te sprekendat kon dan eens afgekamd tot op 't velletje toe. Homaarover 't Kabinet hoor je geen kwaad woord, maar ze staan te hakken op den Haagschen feniks uit zijn asch herrezen, in de Kanaalstraat nommer zooveel. Ze weten hem nu precies te wonen, en elk woord, dat hij schrijft en zegt (en hij kan dat zoo raak!) noteeren ze. Zit dr. Kuyper dan in 't Kabinet Mensch, houd ophij is zoo doof als een kwartel, wat moet hij daar begin nen. Hij staat geheel buiten de Regee ring. En toch moeten ze hem hebben. En 't Kabinet blijft ongemoeid. We hebben een kranig Kabinet,daar valt geen boos woord van te zeggen. Maar d;e Kuyper, man zonder porte feuille, hem zitten ze op den tabberd. En dr. Kuyper! Och, Hannes! zijn rug is taai als perkament. Hij is als een paling. Leg zout op de mootjes en ze springen pardoes nog uit de pan. In en buiten de Ranter. Tuinbouw. UITGEVER Telefoon Intercomnt. No. 3. Sm Z Amice Ongetwijfeld druk in de weer, met het oog op de komende verkiezingen! Het zou mij zeer spijten, wanneer ik iets anders van je hoorde. Denk om het bezorgen van propagandamiddelen. Huis aan huis moeten onze boekjes worden bezorgd. Niet redeneeren, gelijk ik wel eens heb gehoord, och bij »die en die» baat het toch niet. Geloof me, dat ge u in zeer vele gevallen vergist. Ge moet juist bij dezen de propagandawerken brengen. Ga eigen lui desnoods voorbij, indien ge één wilt overslaan, wijl dezen toch gewonnen zijn voor de candidaten der rechterzijde. Als gij de liberalen geen ware inlichtin gen verstrekt, kunt ge er op rekenen dat de liberalen de noodige inlichtingen zullen geven aan hunne kiezers. En hoe het als dan gaat? Gij zijt misschien in de gelegenheid de heer De Gast te Sommelsdijk wel eens te spreken. Ge weet wel, de heer De Gast heeft aan mij vreeselijk het land. Enfin, dat doet er niet toe. Aan u heeft hij mis schien het land niet. Spreek hem maar eens aan, en vraag hem, hoe het komt dat de liberalen in Rotterdam niet meer van hem willen weten. Ge zult zien dat hij een paar groote oogen opzet, en zal moeten antwoordenomdat ik nog niet voldoende materiaal had om op de fijnen te schelden.» Mr. Tydeman van Bloemendaal heeft een politieke rede gehouden te Rotterdam, 't Moet meesterlijk geweest zijn voor het liberale publiek. Een klein staaltje. Hij had het over de rechtsche lui. Met dezen was niets aan te vangen. Vergelijkenderwijze sprak hij volgens ver slag: >Met dronken menschen vechten wij niethet recht om ze neer te schieten hebben wij niet en dat zou zijnde paar den achter den wagqn spannen De liberale hoorders waren zoo verlek kerd, dat ze den heer De Gast hebben verzocht zich als candidaat terug te trek ken, opdat de heer Tydeman zijn plaats kan innemen. Lettende op de liberale geest, twijfel ik niet of de heer De Gast trekt zich terug. Enfin, hij heeft gelegenheid om zich vier jaren te oefenen in dit soort politiek. Mij wilde hij aan de kaak stellen. De lust leeft wel in zijn hart. 't Is echter niet meer vol doende alleen zoo iets van Marnix te be- geeren. Weineen, hij moet alle »fijnen« leeren haten, eerst dan is hij geschikt voor Kamerlid. Op kennis komt het niet aan. Zooveel weet de heer De Gast nu reeds wel. Mr. Tydeman kent het liberale hart wat beter. Daarmede doet ge de liberale kiezers een pleizier, wanneer ge als in een bioscoop allerlei voorstellingen geeft op bovenge noemde wijze. Zoo zinkt het zinkende liberalisme steeds dieper, en de rooien nemen de voortzetting van de zaak over. Ge ziet in deze dagen de rooien bij zwermen het land doortrekken. Plaats aan plaats bewerken zij het publiek. Natuurlijk wordt de arme werkman allerlei beloften gedaan, welke nooit vervuld zullen worden. Geef maar eens acht op hun wijze van handelen, Eerst schilderen ze de armoede van den werkman. Ge zoudt werkelijk met diep medelijden vervuld worden. Van alle kanten wordt het bloed hen afgetapt. Dat doen natuurlijk de kapitalisten. Tot dezen behoort gij en ik ook, ofschoon ons levens lot heel wat minder is, dan van menigen arbeider in onze dagen. Wij behooren ook tot de kapitalisten, begrijp je. Ieder die geen socialist is, wordt ingeburgerd bij de klasse der kapitalisten. Wie socialist is, is persé »arm,c al heeft hij een bezit van tonnen gouds. Genoeg. Eerst de armoede geteekend. Daarna komen de rijke beloften wanneer rood wint. Ze zullen letterlijk alles ont vangen. Pensioen, net zooveel als ze maar hebben willen. Willen ze 4 a 5 of desnoods 10 gulden in de week, goed, als de socialist maar wint. De onoprechtheid waarmede die lui bewerkt worden, gaat ver. Eerst iemand lamlendig praten, en daarna te zeggen, zie, zoo kunt ge alleen genezing vinden! Ziek praten, om patiënten te krij gen. De echte kwakzalversmanieren. Ik ben er van overtuigd, dat de candi daten der rechterzijde aan zoo iets in 't geheel niet denken, nog minder om zoo iets te spreken. Van den candidaat in het district Den Brielle verneem ik dat hij in zijn spreken kalm en bedaard is. Niet veel drukte. Geen zwaaien met de armen. Met vastberaden heid geeft hij een uiteenzetting van den stand van zaken. Ieder gevoelt dat hij werkelijk de belangen van land en volk beoogt. Zijn tocht is hij begonnen door Den Brielle. De eerste poort waar hij voor verscheen was Poortugaal. Geen liberaal betwiste hem de poort. De socialist was op 't appèl, 't Moet er nog al gezellig zijn toegegaan, werd mij medegedeeld. Och, 't is te begrij pen. Een kalme spreker, die weet wat hij wil, heeft geen moeite te wachten. De schrik slaat onze lui voor een oogen- blik wel eens om 't hart, wanneer zij zien op de schijnbare macht van het liberalisme. Geloof me, dat het dwaasheid is. Wij behoeven voor de liberalen in geenen deele te wijken. Zij wijken voor ons. Respect hebben voor het liberalisme, is toch al te dwaas. Verbeel je, voor de partij die ons zoo echt gekneveld heeft, en die nog gaarne hetzelfde zou begeeren te doen, doch overwonnen is, en daarmede machteloos. Wilt ge wel gelooven, dat ik in deze dagen meermalen denk, dat de verstandige liberalen wat blijde zijn, dat wij er zijn 1 't Zou me een koers uitgaan als de Roodhuyzens en Patijns en Smeenges het zaakje moesten drijven 1 Van de wal in de sloot. Als zij blijde zijn, hebben wij dubbel reden om blijde te zijn. Maar dan aan het werk met alle macht. We naderen de eindbeslissing. Er moet nog heel wat worden gedaan. Maar geen nood. Een goed soldaat is niet spoedig vermoeid. Hij begeert naar den strijd. Ik ken u en weet dat ge behoort tot de geoefenden in den strijd. Wie zou niet warm worden, waar het de eindelijke zegepraal van de school geldt Wie in dezen koud en koel is, is waard geteekend te worden. Een Christen, die bidt om recht en ge rechtigheid, zou zich niet verheugen, wan neer op het amen het antwoord gegeven wordt? Zoo iets is niet denkbaar en mogelijk. Er is een strijdvaardig leger dat oprukt, terwijl een vluchtende vijand be streden moet worden. Ge begrijpt toch, dat alleen onvoorzichtigheid ons tijdelijk een echec kan bezorgen. Wie het oog op God gericht heeft, en in voorzichtigheid voort trekt, zal zien dat de rechterzijde de over winning behaalt. Ik twijfel geen oogenblik. Houd dus de wacht getrouw, en wek allen op pal te staan voor de ware vrij heid. Ontvang mijn hartelijke groete, MARNIX. 't Is over den perzik, dat we ditmaal een stukje willen schrijven. De perzik houdt van een bodem, die aan de oppervlakte los is. Na het snoeien is het daarom noodig den grond los te wer ken met de vork, zorg dragende, dat de wortels niet beschadigd worden. In den loop van 't voorjaar zal dit moeten worden herhaald. Indien het terrein gemakkelijk warm, heet, wordt, is het goed het te be dekken met een laag stroo hierdoor blijft de bodem frisch en de laaghangende tak ken en vruchten worden beschermd tegen het opspatten van het water bij stortregens in den zomer. De mest indien dit stalmest is moet bij 't begin van den winter worden opgebracht en in 't voorjaar met een vork worden ondergewerktdeed men dit met een schop of spa, dan zou men zich bloot stellen aan het gevaar de wortels te be schadigen, die vooral bij den perzik in de bovenste lagen zeer talrijk zijn. En ook mag niet worden vergeten, dat de perzik niet te veel mest op eens mag ontvangen, dewijl dan de vruchttakken te krachtig zouden k,unnen worden bovendien is het gewenscht den mest opgelost en vrij ver teerd aan te wenden, om het ontstaan van sommige ziekten tegen te gaan. De tuinranden of hellingen, met perzik - boomen beplant, worden niet bebouwd met groenten, daar deze werkzaamheden en begietingen eischen, welke de boomen zouden kunnen schaden. In drooge jaren is het soms noodig den boom te begieten dit moet evenwel niet te vaak worden herhaald beter is het overvloedig te begieten, zoodat dé geheele bodem bevochtigd wordt als bij een voort- durenden regen of een onweersbui. Ook moet met het begieten niet worden aangevangen vóór de vorming van een steen. Dikwijls vervangt men het begieten door het bespuiten. Altijd geschiede dit 's avonds, wanneer de zon niet meer den muur kan treffen. Nu blijft het groen frisch en door het spuiten worden zeer veel insecten ver wijderd. Na den oogst verwaarloost men soms wel het omspitten en het afschoffelen zoo dat de bodem bedekt is met onkruid. Een eenvoudig middel past men te Montreuil toe, waar veel aan de perzikteelt gedaan wordt, om het onkruid te verwijderen. Zoo dra de temperatuur tot onder nul is ge daald en de jonge scheutjes, van de murik bijv. gedeeltelijk bevrieven, breken zij ge makkelijk het is dan voldoende ze 's mor gens voor zonsopgang weg te vegen de meeste onkruidplantjes zijn dan gebroken. Niet zelden worden perzikboomen aan getroffen van 50 tot 60 jaar en soms nog ou der. Men bemerkt, dat een perzik oud wordt aan het korter worden der jonge loten, waaraan het aantal knoppen vermindert, aan de mindere opbrengst van vruchten, aan het klein-blijven der vruchten en aan het afsterven op sommige plaatsen van het oude hout. De perzik breekt niet zoo licht weer door het oude hout heen, als bijv. de appel of pereboom. Evenwel, wanneer de boom niet al te zeer uitgeput is, kan men hopen, op deze wijze oude boomen als het ware te verjongen. In de meeste geval len zal men echter beter doen de halfver gane wortels en den stam weg te nemen en jonge boomen te planten, na den grond verbeterd te hebben door het aanbrengen van een zekere hoeveelheid nieuwe aarde van een plek, waar geen perziken groeien. Tot slot geven we een paar wenken Aarde in bloempotten. Om 't eens heel mooi te maken en de aarde niet zoo voor den dag te doen komen, legt men wel droog mos er op in bloempotten. Ook denkt men daardoor spoedig uitdrogen te voorkomen. Het gevolg ervan is, dat men daardoor het zuur worden van de aarde bevordert. Om dit te voorkomen maakt men het droge mos fijn en werkt dit door de potaarde heen. Hierdoor wordt de grond losser, de lucht kan er bij komen, de zuur vorming wordt belet en de groei der planten daar door bevorderd. Erwten vervroegen. De oogst der vroege erwten kan men een week of wat vervroe-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1913 | | pagina 1