EERSTE BLAB.
Zaterdag 3 Mei 1913.
Jaargang N". 1864.
Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidlftollandsclie en Zeeuwsehe Eilanden.
irei. lm.
IN HOC SIGNO VINCES
Hotel Restaurant
W. BOEKHOVEN.
1 R. C. F, t. i LEE-Moonen.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p, 50 Cent*
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEYEB
SOMMELSD1JK.
Teletooa Intercom»*. Blo. 2.
Advertentlën 10 cent per regel en maal, Reclames SU per regei.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en k/»*aal-
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën wórden ingewaoht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zendeo aan den Uitj?ever
op WOENSDAG 7 MEI 's midd. 3 uur,
in 't Geheelonthoudersgebouw.
HoofdpuntCandidaatstelling met
alles wat daarmee in onmiddellijk
verband staat.
Drukke opkomst wordt verwacht,
f^pmdat ze dringend noodzakelijk is.
Namens 't Bestuur,
L J. v. d. WAAL,
Secretaris.
DE OPENBARE SCHOOL,
Na de grondwetsherziening van 1848
werd langzamerhand bij velen het be
sef levendig, dat een nadere regeling
van de Wet op 't Lager Onderwijs
- noodzakelijk was. Terechtgevoeldemen
de behoefte aan deugdelijk onderwijs,
Pwaardoor de algemeene ontwikkeling
van het volk zou toenemen.
Velen verwachtten zelfs, dat de school
staat zou zijn niet alleen onkunde
achterlijkheid te verbannen, maar
dat zij door haar invloed een algemeene
verbetering der zeden zou te weeg
brengen.
Waar scholen gebouwd werden, zou
men de gevangenissen kunnen af
breken.
En bovendien moest de school de
onverdraagzaamheid bestrijden.
Er waren in Nederland Protestanten,
Roomsch-KatholiekenIsraëlieten.
Op vele scholen werd nog gebeden
en in den Bijbel gelezen; in andere
hing nog een kruis aan den wand;
welnu, dat was verkeerd.
Dat werkte de onverdraagzaamheid
in de hand.
En daarom: geen godsdienst meer
in de school!
Wel allerlei nuttige kundigheden.
Wel maatschappelijke en.Christe
lijke deugden.
Maar dat Christelijke moest dan zoo
wezen, dat het niemand aanstoot gaf
zelfs den Israëliet niet.
Dat moest een Christendom zijn bo
ven geloofsverdeeldheid.
Al het kenmerkende moest er uit
weg
Geen Bijbel, geen gebed, geen cate
chismus meer
Dan was er in die school plaats voor
ieder.
Voor den Protestant, voor den Room-
sche, voor den Israëliet, voor den on-
geloovige zelfs.
Daar was plaats voor den warm sten
vaderlander en voor hen bij wien de
liefde voor het vaderland volkomen
afgestorven was.
Allen, van wat godsdienstige of po-
litikieke kleur ook, zouden zich daar
op hun gemak gevoelen.
Het onderwijs, volgens dat beginsel
gegeven, zou niet alleen alle onkunde
en bekrompenheid doen verdwijnen,
maar het opkomend geslacht zou ook
opgevoed worden tot de schoonste ver
draagzaamheid en eendracht.
Daarom moest de openbare school
neutraal zijn.
En geen kosten zouden aan die
school gespaard worden 1
Dat behoefde immers niet.
De schatkist van den Staat zou voor
haar geopend worden; uit de gemeente
kas zou het ontbrekende met milde
hand worden bijgepast.
De belastingbetalers waren er im
mers om de kassen aan te vullen.
Allen zouden er aan betalen.
En zoo is men aan 't werk gegaan.
In 1857 is de neutrale school geko
men, schoon een groot deel van ons
volk van die neutraliteit niet gediend
was.
Die dwazen moesten dan maar hun
eigen scholen stichtenzij hadden er
de vrijheid toe, mits ze er voor in hun
eigen beurs tasten.
En, toen de neutrale school naar
den zin harer bewonderaars nog niet
snel genoeg doorwerkte, moest een
nieuwe schoolwet komen. y
Dat geschiedde in 1878.
Die wet moest de openbare school
er geheel bovenop helpen en de bij
zondere vernietigen.
Als er dan waren, die geen neutraal
onderwijs veor hun kroost begeerden,
moesten zij maar gedwongen worden.
»De minderheden moesten dan maar
onderdrukt worden!a
Een storm van verontwaardiging
stak in 't gansche land op bij hen die
Christelijk onderwijs voor hun kroost
begeerden.
Van Protestantsche zoowel als van
Roomsche zijde maakte men zich op
om een reuzen-petitie op touw te zet
ten, ten einde die heillooze wet te
weren.
Want men vreesde, dat, als zij be
krachtigd werd, dit de ondergang van
het bijzonder onderwijs zou zijn.
Dan toch zouden de bezwaren, aan
't oprichten van bijzondere scholen
verbonden, zoo groot worden, dat het
in 't vervolg bijna onmogelijk zou zijn
nieuwe scholen te stichten.
De lasten om ze te onderhouden,
-«toch reeds schier niet-te dragen, zou
den dan zoo drukkend worden, dat
men de vrije scholen op vele plaatsen
zou moeten sluiten.
Die actie gaf aanleiding tot het
Volkspetitionnement.
Den 3en Augustus werd dit op het
Loo aan den Koning overhandigd, die
het in ontvangst nam met de betui
ging, dat de bezwaren tegen de Wet
geopperd in overweging zouden ge
nomen worden.
Het protest van 300000 Protestanten
en 160000 Roomsch-Katholieken mocht
niet batende Schoolwet-Kappeijne
kwam in het Staatsblad.
En zoo groeide en bloeide de neu
trale school.
Zoo werd ons land overdekt met
prachtige, ruime scholen, waarin be
kwame onderwijzers neutraal onderwijs
gaven.
En thans wordt in ons gansche
vaderland voldoend openbaar onder
wijs gegeven.
Zelfs, waar men er niet van gediend
was, is het met kunst- en vliegwerk
in stand gehouden.
In die scholen wordt de jeugd on
derwezen in alle nuttige kundigheden
en in alle maatschappelijke en chris
telijke deugden; maar de Godsdienst,
maar het ware Christendom blijft er
buiten.
Daar wordt onderwijs gegeven in
het lezen. En de boeken, er gebruikt,
munten uit door vorm en inhoud, 't
Is een lust er een biik in te slaan
de bekwaamste paedagogen hebben ze
Gedempte Boerensteiger 63A, 63B
Rotterdam.
DINERS 60 cent en hooger.
LOGIES MET ONTBIJT f 1 en f 1.25
Aanbevelend,
geschreven in den juisten kindertoon
en de talrijke, schoone illustraties
maken ze nog aantrekkelijker.
Maar, wat er in gemist wordt, is
de geest van het Christendom.
Geen gebed voor den maaltijd geen
neerknielen aan moeders schoot, voor
men zich ter ruste begeeft, om op
kinderlijke wijze 's Heeren bewaring
voor den nacht in te roepengeen
heiliging van den rustdag, die gewoon
lijk nog slechts als een dag van uit
spanning vermeld ^jvordt.
De kinderen, waarvan men in die
boekjes leest, gaan op Zondag naar
het bosch of naar den theetuin en
ontmoeten dan soms nog wel eens
menschen in hun Zondagspak, die naar
de kerk gaan.
Daar wordt onderwezenGeschie
denis des Vaderlands; maar van Gods
vinger in de historie moet gezwegen.
De tijd is zelfs niet verre meer,
dat over Neerlands grootsch verleden
niet meer gesproken mag worden
want de tijden gaan vooruit
het begrip vaderlandsliefde begint
verouderd te heeten. Straks zal het
spreken over de heldendaden van het
voorgeslacht, als gevaarlijk voor den
gang der beschaving moeten geweerd
worden.
Leger en vloot worden dan als
overblijfselen uit de barbaarsche oud
heid beschouwd.
Daar wordt onderwezenKennis
der Natuur.
Men leert er het kind het schoone
en lieflijke en grootsche in de natuur
bewonderen. Ma^r men spreekt er
niet van den Schepper, Wiens almacht
en wijsheid in de natuur zoo uitblin
ken. Men brengt het kind tot bewon
dering van de Natuur, maar niet tot
aanbidding van den Schepper.
Daarover moet in de openbare school
gezwegen worden op gevaar van an
dersdenkenden te kwetsen.
Zoo heeft men daar gewerkt in de
laatste veertig jareD.
En welke vruchten heeft dat opge
leverd
Dat er in Nederland een geslacht
is opgestaan, dat vervreemd is van
God en Zijn Woord, een geslacht, dat
slechts oog heeft voor het stoffelijke.
Een vrucht der openbare school is,
dat er in Nederland honderduizenden
zijn, die met allen Godsdienst gebro
ken hebben en die er openlijk voor
uitkomenx> Wij gelooven niets meer«.
Een vrucht der openbare school is,
dat een groot deel van ons volk zijn
geluk zoekt in de dingen dezer wereld
en daarom worstelt met alle macht,
ten einde daar zooveel mogelijk van
te verkrijgenduizenden, die geheel
opgaan in den klassestrijd, waardoor
zij er ook eens boven op hopen te komen
om dan te kunnen plukken met beide
handen van de schatten, die de wereld
biedt en die thans in 't bezit van
slechts enkelen zijn.
Een vrucht der openbare school is,
dat de eerbied voor de ouders in 't
gezin, voor de overheid in den Staat
verdwijntwant waar God, de oor
sprong van het gezag, vergeten wordt,
moet alle gezag wankelen.
Van dat alles draagt het neutraal
onderwijs voor een groot deel de
schuld.
En dat zijn vruchten niet van
opzettelijk materialistisch onderwijs,
maar van het steeds en immer zwij
gen over de hoogere belangen en de
hoogste bestemming van den mensch.
De zichtbare, stoffelijke wereld, die
het kind zoo nabij is, ja van alle zijden
omringt, wordt eenzijdig en los van
alle hoogere levensbeschouwing op
de aanlokkelijkste wijze aan de jeugd
voorgesteld en tentoongestelden van
die andere wereld, die onzichtbaar is,
maar niet minder werkelijk bestaat,
wordt zorgvuldig gezwegen.
Zoo wordt de geest van het kind
misvormd.
Het stoffelijke krijgt de eenige plaats
in zijn gedachtenwereldde zin voor
het geestelijke kwijnt en komt in ge
vaar geheel te versterven.
Dat „is het gevaar van de neutrale
school.
Aan dat gevaar stellen hun kinderen
bloot, allen die ze naar die school
zenden.
Dat gevaar werken in de hand allen,
die partij kiezen voor de neutrale
school of zich onzijdig houden in den
grooten strijd die reeds een halve
eeuw geduurd heeft.
OP DEN UITKIJK.
Uilenspiegel begon er mee,
Direct nabij de Hoofdsteeg,
Al vele jaren geleden. En sinds dien tijd
hebben de Notekraker en vele andere
satyrische illustraties steeds een loonend
onderwerp van bespotting gevonden in den
Christelijken jongeling.
Indertijd, toen ik zelf nog stond aan 't
begin mijner jongelingsjaren kon ik me
daarover ontzettend nijdig maken. Ja, 'tis
eens zoov.er geweest -ik zag Uilenspiegel
altijd liggen op de boot en hoorde er dan
de stamgasten over grinniken dat ik in
allen ernst de pen greep, om de redactie
van dit spotblad aan 't verstand te bren
gen, dat men ook in z'n spot waar moest
blijven en meer van dat fraais.
Ieder vat, hoe groen 'k nog was
Nog geen vlasje op 't kakebeen.
Gelukkig vond mijn vader 't epistel en
verbood mij, om me belachelijk te naaken.
»Boter aan de galg,« bromde hij»geen
vijf centen port waard die heele Uilen
spiegel.*
Nu later werd ik wijzer.
Maar dat is zeker nu vijitig jaar
lang hebben onze tegenstanders geprobeerd
den Christelijken jongeling van ons vader-
landsch erf weg te spotten, en nog staat
hij er, stevig zijn voeten geplant in den
ouderlijken kleigrond, gezond en krachtig
ja, hij is gegroeid tegen allen spot in
Dat blijkt nooit duidelijker dan in de
week van Hemelvaartsdag.
Dan zijn de twee groote Jongelings-
boDden in ons vaderland gewoon hun
Bondsdag te houden. De oudste komt dit
jaar bijeen te Amsterdam; de jongste in
Den Haag.
Ook deze stekjes werden boomen.
Duizenden komen daar op.
Extra-treinen vervoeren hen uit alle
oorden des lands naar de plaats van samen
komst.
'k Heb eens op zulk een Hemelvaartsdag
gestaan op 't perron van een der groote
stations in 't midden van ons land.
Twee lange feesttreinen stonden er,*
Een >gereformeerde< trein, die naar 't
noorden en een 2>algemeen christelijke,
die naar Holland moestbeiden wachtend
tot de baan vrij was.
De perrons liepen vol.
En ik vermaakte mij met de opmerkin
gen te hooren onder de wachtenden.
De jongelieden waren in beide treinen
vroolijk en blij van geest. Bonds- en nati
onale liederen weerklonken. Heele klitten
van prettige jongenskoppen hingen uit de
raampjes. Er werd scherts gehoord. Er
werd gekheid gemaakt Plotseling
klonk uit een waggon de plechtige koraal
melodie van een gezangvers
Vele reizigers kekfen verwonderd op,
'n Paar nufjes hingen aan papa's arm
en toen die hoorden, dat dit nu leden
waren, niet van voetbalbond of fanfarekorps,
maar van Christelijke jongelingen, knelde
de eene haar jufferslipje en zei>Dat zijn
me dan ook fijne portretten ze lachen en
zingen en maken gekheid of ze nog zoo'n
schik hebben 1«
Dat ging boven haar begrip.
Geleerde heeren zouden zeggen 't Was
haar een contradictio in terminis oftewel
een innerlijke tegenstrijdigheid.
Dat is het voor velen.
Jeugd en godsdienst zij meenen het in
gemoede kunnen niet samengaan.
Met den ouderdom is het iets anders.
Godsdienst is voor zulke menschen een
soort van stemming. Een soort van stijl.
Hij past in 't klaaghuis en op het kerkhof.
Op den Goeden Vrijdag en den Oudejaars
avond. En zoo ook in den dag des ouder-
doms.
Van den oude toch, wendt de wereld
zich af.
Wie den beker des genots in de bevende
vingeren niet meer houden kanwiens
tandelooze mond niet meer bijten kan in
de groote prettaart van wereldsch ver
maak die gaat voor de wereld dood,
nog vóór hij gestorven is.
Hij kan hoogstens nog toeschouwer zijn
en wordt zelfs zoo nog hinderlijk.
Dan is de godsdienst goed.
Zelfs een weinig »interessant.«
Maar godsdienst en jeugd.
Dat kan immers niet samengaanIs
niet de jeugd de tijd van opbruisend leven
in elk opzicht en is 't niet een
axioma, dat zulk leven* zich met kan
bewegen binnen de perken, binnen de
kluisters vau den godsdienst?
Zoo denkt onze vrijzinnigheid.
En meent het in gemoede.
't Kan dan ook niet anders of in haar
oog zijn onze Christelijke jongelingen óf
zwakzinnigen, die zich gemakkelijk laten
hypnotiseeren door dominees en dominees
vrinden óf opzettelijke huichelaars, die in
't publiek een psalm en in 't verborgen een
hartige krachtterm op de lippen nemen;
die de kat in 't openbaar liefelijk aaien en
streelen, maar in den donker leelijk knijpen.
Gelukkig storen onze jongelieden zich
aan zulke beschouwingen niet I
En als onze vrijzinnige medeburgers hun
oogen goed open doen en een eerlijk ge
tuigenis afleggen, dan zullen ze moeten
erkennen, dat er toch uit die Christelijke
jongelingen flinke burgers van den Staat
groeien.
Op hun tijd trouwen ze.
Wat in elk geval beter ia, dan het
lummelen zonder vrouw en het snoepen
op verborgen plaatsen van onze >jeunesse
dorée,* die met hooge boord, dun stokje,
kijkglas in 't oog, landerig en verveeld
jaar-in-jaar-uit achter dezelfde tafel bij
dezelfde pot bier te vinden is en >zoo gek
niet is« - naar eigen getuigenis, om
zijn vrijheid, d. i. losbandigheid, in te per
ken door de ^dwaasheid* van een wettig
huwelijk.
Onze Christelijke jongelingen zijn zoo