28ste Jaargang JN#. 1862. BE U Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES Hotel Restaurant Zaterdag 26 April 1913. 1 voor «Ie Zuidliollaiitlsclie en Zeeuwsclie Eilanden. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent. Buitenland bij voornitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. W. BOEKHOVEN, SOMMELSDUK. Advertentiën 10 Cent per regel en maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/8 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nur. Alle stukken voor de Redactie fcesteraad, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Vrijzinnigheid en Zending. 't Was in het jaar 1853. De Regeering had ingediend een Wet op het regeeringsbeleid in onze Oost. Zij moest daarbij ook aangeven hoe zij stond tegenover de zending. t^Welnu toen schreef zij rondweg neer ;C- »De bewering, dat de Nederland- sche Staat is een Christelijke Staat en daarom de verspreiding van het Chris- Ctendom niet door actieve, dan althans door passieve middelen moet bevor deren, is niet aannemelijk. Duidelijker kan het al niet. Verder werd in dat stuk gezegd, dat de Regeering wel «beschaving en ontwikkeling« bevorderen moet, maar dat zij tegenover het christendom volkomen kleurloos moet staan. Ja, sterker nog dan dat. Overal, waar de Mohamedanen de meerderheid hebben, moet de regee ring in 't belang van »rust en orde» de zendelingen weren. Aldus onze vrijzinnigheid. In het jaar 1853. 't Werd in praktijk gebracht ook In datzelfde jaar 1853 bevond de esid&nt van Tapnoeli dat op het eiland Nias het koppensnellen en de men- schenoffers nog menigvuldig voor- '.wamen. Hij was geen zendingsman. Maar in 't belang van «beschaving en ontwikkeling« stelde hij onze Re geering voor er de zending toe te laten. Wat echter door die vrijzinnige Re geering geweigerd werd Er kwamen ook andere tijden. Doch telkens kwam weer de vrij zinnigheid» uit het jaar 1853 boven. Zoo hadden de zendelingen op Nieuw-Guinea veel last van de schrik kelijke moordpartijen der Papoea's onderling en ze vroegen in het jaar 1886 aan onze regeering, daaraan een einde te maken. Doch deze hield zich «neutraak. En de resident berispte de zende lingen, hen vermanende »dat zij zich niet in deze huiselijke aangelegenhe den der Papoea's mengen zouden. Omstreeks dienzelfden tijd echter bouwde onze regeering in Aijeh een Mohamedaanschen tempel. Gelijk ze later een Mohamedaanschen priester den zegen van Allah liet afsmeeken over de waterwerken in de Solo-vallei. De praktijk der vrijzinnigheid Toch won de zending in kracht. En wat deed de regeering? Toen de zending, onder Gods zegen de Minahasse op Celebes gekerstend had, voerde de Regeering er de neu trale school in. Zij verbood aan de bevolking om vrijwillige bijdragen te geven voor de Zendingscholenzij werkte de zende lingen tegen, waar ze kon. Zij richtte het openbaar onderwijs weelderig in gaf aan haar onderwijzers traktemen ten tot f 1100 per maand en liet uit haar schoolboekjes zelfs den naam van Jezus wegschrappen Tot in het bespottelijke «neutraak. Of 't nu beter geworden is De jongste Kamerdebatten hebben het helaasanders geleerd. 't Is waar een man als Van Karne- beek pleitte voor steun aan 't zen- dingsonderwijs onder de heidenen. Maar zelfs hij keurde op Java de subsidieering van het bizonder, chris telijk onderwijs af. Dat is goed voor de heidenen, niet voor de Mohame danen, meent hij. Op Java wil hij ook zien ingevoerd de neutrale, openbare school, die Christus' naam verzwijgt en de godsdienstige gevoelens der Mo hamedanen ontziet. Die is daar voldoende De christelijke school brengt twee dracht Anderen gingen verder. Meer dan één Indisch vrijzinnige heeft het reeds uitgesproken, dat de Regeering de Zending verbieden moet, omdat zij een gevaar is voor den Staat Op zijn hoogst mag zij «pioniers werk» verrichten. Maar als zij dan de eerste beginselen der beschaving heeft gebracht, dan moet ze het veld ruimen voor den neutralen, openbaren onderwijzer, want de inlander mag aan niets merken,- dat hij te doen heeft met een Christelijke regeering. Zóó steuntde vrijzin nigheid de Zending Laat dan onder alle christenmannen een eenparig verlangen zijn, om in 1913 Kerk en School en zending te houden uit de handen eener vrijzin nige meerderheid (Prop. blaadje.) Vrijzinnigheid en School. Na de Kerk kwam de School. Wat met de Kerk niet heelemaal lukte, zou nu met de School worden beproefd. Eén school voor heel de natie. In 1848 werd in de Grondwet ge schreven: Het geven van onderwijs is vrij. Toch duurde het tot 1857, éér deze vrijheid werd geschreven in de gewone Wet. Nu ieder kent de vrijheid. Ieder kent den schoolstrijd. 't Was de vrijheid van het kleine jongsken dat met een keten aan den voet en koorden om de handen strij den mocht tegen den zwaren reus, dien de Staat van wapenen voorzag. Toch won het jongsken aan kracht. En toen werd in 1878 de beruchte Schoolwet aangenomen, die aan de «vrije schook den doodsteek geven zou. Doch de Heere gaf uitkomst. In '89, bij de schoolwet-Mackay, werd in beginsel aan de onderdruk king een einde gemaakt. Doch, let er op! de groote meerderheid der vrij zinnigen stemde tegen Wat heeft Mackay gewild Hij zocht een eerlijke curcurentie. Daarvoor diende de schoolgeldhef- ig. Ook voor het openbaar onder wijs werd een billijk schoolgeld voor geschreven, opdat de gebruikers be hoorlijk zouden meebetalen voor het onderwijs. Wat is er van gemaakt? Op bijna alle plaatsen, waar de vrijzinnigen baas zijn, is de school- geldheffing een bespotting van recht en billijkheid. Het minimum wordt gevraagd. Zelfs van de rijksten I En al wat er tekort komt, mogen wij helpen meebetalen! Kuyper zette het werk voort. Maakte de Staats-subsidie gelijk voor alle scholen. Wat deed de vrijzinnigheid Zij stemde als één man tegen. Ja het ging nog erger. Toen minister Kuyper in de Eer ste Kamer zijn schoolwetwijziging verdedigde, stond de bekende mr. S. v. Houten op en zeide: Gedempte Boerensteiger 63A, 63B Botterdam. DINERS 60 cent en hooger. LOGIES MET ONTBIJT 1 en f 1.25 Aanbevelend, 1 R. C. F. i LEE-Moonen. «Wanneer gij aan de bizonde- re scholen te veel geld geeft en wij worden weder heer en mees ter, dan zullen wij u uw vrij heid weer afnemen.« Dat is de praktijk der vrijzinnig heid. Eerst verdrukt zij ons En als het dan, door de hulpe Gods óns gelukt is, ons aan die verdruk king te ontworstelen, dan dringt zij steeds op, om ons door de openstaande deur weer in het diensthuis terug te stooten Dat is geen ij del zeggen. Nog dézen zelfden zomer toch nam het Nederlandsch OnderwijzersgenooU schap een besluit, om aan te dringen op een terugkeer tot den vroegeren toestand, toen de bizondere school niets en de openbare alles ontving. Niets vergetenniets geleerd. (Prop. blaadje.) OP DEN UITKIJK. Ook door de groote massa. Voor Huis en Hof. UITGEVER Telefoon Interconun. No. 3. i r Direct nabij de Hoofdsteeg, Nee, 't wou eerst niet vlotten. Gewoonte is toch maar een tweede na tuur 'k Heb nu al zoo langen tijd m'n vasten dag en m'n vast uur, om me te zetten voor m'n wekelijksche bijdrage aan de courant, dat m'n hersenen daarnaar hun werkzaamheden blijkbaar reeds hebben inge richt Komt die dag en komt dat uur, dan zijn ze ook gereed en mijn pen heeft maar neer te schrijven, wat ze in dien tusschentijd voor me hebben bedachtalleen moet mijn »ik« dan soms tusschenbeide komen, om te bepalen wat ditmaal wel en wat niet zal worden besproken tien onderwerpen soms voor één. Maar nu was er een hapering. Ik was een dag te vroeg, wijl ik op den dag zelf van huis moest. En nu leek m'n hersenfontein wel ver stopt, bevroren, vervuild, 'k wist het zelf niet. Gelukkig daagde dra redding I Wie »uitkijkt« in de week, waarin de Sé April valt van het stembusjaar 1913, kan moeielijk voor iets anders oog hebben dan voor de belangrijke partijvergaderingen, die op dezen datum zullen gehouden worden en als antirevolutionair ziet hij dan voor alles de Deputaten-vergadering .die tegelijk ook de oorzaak is van de ongewone vervroeging mijner werkzaamheden ik was erM'n herinneringen gingen vloeien m'n verstand ging zich bezig houden met de dingen van den dag, die den 24en 't begin hunner oplossing vinden zullenja zelfs greep ik op mijn manier naar den profeten mantel, om iets te zien, ware 't mogelijk, van 't geen de naaste toekomst ons bren gen zal. Onze Utrechtsche Deputaten-dag Van verscheidener zulker dagen hangt me de heugenis al bij en van nog vroegere heb ik toch bij overlevering wel gehoord. Onze tegenstanders smalen er van. Deputaten-dag is voor hen marionetten dag. Kuyperde booze man, de grootste toovenaar uit de Kanaalstraat, spreekt wat dierbaar hocus-pocus uitschudt de steenen, maar weet vooruit hoe ze vallen zullen trekt aan de touwtjes, maar weet van te voren, hoe de poppetjes dansen zullen. Zóó stelt het de tegenstander voor. En zoo gelooven 't velen in gemoede. Bij ons is, meenen ze, geen vrijheid van beweging. Zelfs geen volkomen vrijheid van spreken en schrijven. De groote leider be disselt het en de deputaten knikken van ja. Zoo meenen velen dat het gaat. Maar zoo is het ganscheüjk niet. Wat we niet dulden in onze organisatie, dat is de anarchie. Die kunnen we missen. Op jaarsvergaderingen, congressen enz., zooals onlangs de kameraden van Domela Nieuwenhuis nogeens hebben probeeren te laten werken, neen f daarop zijn we niet jaloers. Die zouden een partij vermoorden. Ons centraal comité heeft de leiding en moet die houden en dat dr. Kuyperals voorzitter van dit comité een buitengewoon invloedrijke plaats inneemt is begrijpelijk. Maar wie nu meent, dat dit comité zijn wil aan de partij oplegt, heeft het mis. Noch in de theorie, noch in de praktijk. Vooreerst toch staat het zoo, dat dit centraal comité in geen enkele zaak van gewicht een beslissing neemtzonder zich door optoeping van de afgevaardigden der Provinciale Comité's behoorlijk te hebben verbreed. Deze afgevaardigden zijn de trait d' unions bindtouwkens, die de organisatie in den lande en het comité elkaar doen ontmoeten. Het centraal comité weet dus èn door zijn samenstelling èn door zijn wijze van werken heel goed, wat op een gegeven moment in de partij in den lande omgaat en daarmee moet het wel degelijk rekening houden. Zoodat als dit comité met zijn voorstel len voor den dag komt; daarop reeds de volksinvloed, zij 't ook binnenkamers, van grooten invloed is geweest. Daarna volgt de bespreking. Publiek in de pers. En voorts in den meer besloten kring van 650 kiesvereenigingen, op welke wijze dan de voorstellen in het comité van alle kanten bekeken en becritiseerd worden, beter dan met menig ontwerp van wet jn de Tweede Kamer geschiedt Dat er werkelijk met deze cretiek rekening gehouden wordt, weet de getrouwe bezoeker der Deputaten-vergadering heel goed, waar de opmerkingen, bezwaren enz. door de kiesvereenigingen ingebracht, door den voor zitter kort worden saamgevat, besproken en zoo noodig bestreden, terwijl ze ook meer malen tot wijzigingen en aanvullingen heb ben aanleiding gegeven. Het is zoo democratisch als 't kan Want het zijn ook weer diezelfde kies vereenigingen, die zoowel de leden van 't centraal comité, als die van de districts- en provinciale besturen kiezen. 't Is alleen niet anarchistisch. Als zich op onze Deputaten-dag ^zooveel hoofden zooveel zinnen* openbaarden en elk hoofd stokstijf zijn eigen zin volhield dan zou de tegenstander onzen lof uitba zuinen en ons ter eere het wierookvat zwaaien. Doch zoo mal zijn we niet. Al missen we daardoor den wierook, waar tusschen haakjes 'n luchtje aan is 'k Heb gelezen, dat niet minder dan 2000 adspirant-deputaten zijn moeten uit geschakeld worden door het centraal comité, omdat de groote concertzaal van Tivoli, in Utrecht nu eenmaal maar een bepaald aan tal menschen bergen kan. Toch beter zoo, dan wanneer er vele honderden naar Utrecht komen, die dan een vollen dag in Rome zijn dr. Brons veld vergeve mij de coalitievergelijking zonder den paus ie zien. We zitten toch al als stokvisschen in de mand en men mag blij zijn, als de borstkas ruimte genoeg vindt, om zich be hoorlijk te verwijden bij 't zingen van een lofpsalm. Dr. Kuyper is thans driekwart eeuw oud en op eiken Deputaten-dag dringt zich de vraag naar voren, of hij nog weder om zulk een dag beleven en zulk een wa penschouw leiden zal. Den Heere alleen is 't bekend. Maar wie vroeger wel eens ge vreesd heeft, dat met onzen leider ook zijn werk zou ineenstorten, die voelt zich toch op zulk een dag in dat opzicht gerustge steld. De eerste Deputaten-dag dien ik bijwoon de, was nog in 't Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, waar de zaal heel wat kleiner is en toch nog ruimte genoeg bood. En dr. Kuyper mag met zekere graagte er aan herinneren, hoe de allereerste De putaten-vergadering, die hij preside^, de, meer op een huiselijk onder-onsje geleek, wat zijn we dan niet gegroeid Doch er is nog meer. Voorheen, op onze bijeenkomsten, bleek het soms zoo pijnlijk klaar, dat er bijna geen smid in ons Israël was overgebleven. Thans gaat dat anders worden. Tal van mannen zien we, die in't »ambt« staanburgemeesters, schoolopzieners, zelfs enkele notarissen en rechters. Boven en behalve de vele predikanten, professoren en de leden der Staten-Generaal Provin ciaal. Al hebben onze tegenstanders nog een grooten voorsprong we winnen toch En ook dat geeft moed. Maar 't meest moedgevend is de on wrikbare handhaving onzer beginselen, waarvan zulk een Deputaten-dag een schit terend getuigenis aflegt. De massa en de mannen van naam doen het ten slotte niet, als de beginselen worden aangetast. Sterker staat de kleine wacht, die waakt bij het beginsel, dan de groote massa, die danst om 't gouden kalf of de gewapende lijfgarde, die slaapt in den wagenburcht De dag der eensgezindheid Zoo mag men gerust den 24en April 1913 voor onze partij noemen. 't Heeft wel eens gewaaid 'k Heb Lohman zien heengaan toen zijn oppositie geen klem kreeg, 'k Heb Staalman zien oproeien tegen den stroom, dien hij niet dwingen kon. 'k Heb het kleine stormpje bijgewoond, dat op een van de Amsterdamsche grachten wat stof opjoeg over het kiesrecht maar thans is de eensgezindheid onder onze mannen grooter dan ooit. Zeker - er blijven verschillen. Ook om die uit te maken onder elkan der, komt straks de tijd. Maar nu is aller oog gevestigd op het hoofddoel van dezen strijd De vrije school eindelijk te mogen zetten in het midden der natie UITKIJK. HUISELIJKHEID. Och waar toch in de wereld, waar Is huiselijkheid gebleven? 't Is of men met geweld en kracht Wordt uit z'n huis gedreven. Hoe jammer, ochhoe jammer toch Vooral voor 't kinderleven; Dat velen zoo uithuizig zijn En in hun huis maar even. 't Geluk van 't kind ligt in 't gezin, Ligt in het huiselijk leven Wat het als mensch eens worden zal Moet hem zijn thuis eerst geven.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1913 | | pagina 1