28sle Jaargang N°. 1861. voor de ZnidliollandsclBe en Zeeuwsclie Eilanden. Woensdag 23 April 1913 Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN. 1 SOMMELSDIJK. Advertentiën 10 «ent per regel en i/1 maal. Reclames SO per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/i maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. Alle stukken voor de RedactSe bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever Officieel Gedeelte. OPENBARE KENNISGEVING. Verpachting tuingrond. Gemeenteraadsvergadering. De Hïlver- en Vechtbode. De redactie van bovengenoemd orgaan is 't niet in alles eens met wat we schreven in ons hoofdartikel «Tweeërlei Politiek en vooral geldt 1 dit de uitdrukking»de braafste en 4-$ edelste en barmhartigste liberaal of sociaal, al stonden ze nog hooger dan vede bekende Samaritaan, kunnen nooit onze stem krijgen.« Over dat woordje »nooit« is de Hilverbode gevallen. Kijk, zegt ze, in 1894 hebben de Antirev. wel terdege hun stem uitgebracht op liberalen En 't zou volstrekt niet onmogelijk zijn, zoo vervolgt ze, dat er eens tijden aanbraken, dat we met liberalen en socialisten moesten samenwerken En dus hebben wij, redactie Maas- en Scheldebode, niet de voorzichtigheid van den Staatsman betracht, toen we 5 April schreven: nooit. Ook maakt de Hilvefbode bezwaar er tegen dat we schreven De liberaal miskent God. Zij, redactie in Hilver sum, is met liberalen en socialisten nauwkeuriger op de hoogte en dan treft ge niet zoo zelden onder hen edele karakters aan, mannen, die voor vele Christenen tot een voorbeeld kunnen gesteld worden. Daarom zijn wij on rechtvaardig, want onder hen treft ge edele mannen aan, die diep re ligieus voelenen naturen die God erkennen en aanbidden. Maar en dat is dan 't slot van de bestrijding maar, zegt ze »Onze strijd gaat dan ook niet tegen de liberalen als miskenners- van God. Hun richting is het, welke bij ons bestrijding vindt. Het vooropstellen der rede, het voortrekken van die rede boven de bijzondere openbaring, dat gaan we in hun tegen; en daarin zullen we nooit mee kunnen gaan. Het komt ons voor, dat de Hilver bode haar bestrijding gerust in de pen had kunnen houden. Nooit is door ons ontkend, dat een Antirev. met een Liberaal of Socialist niet kan samen gaan nooit hebben we ontkend, dat er onder onze tegenstanders geen nobele menschen zijngeen diep re ligieus voelende naturennooit is door ons beweerd, dat er niet eens een tijd kan komen, dat we met Libe ralen en Socialisten kunnen samen werken. Integendeelal jaar en dag hebben we de overtuiging neerge schreven, dat er samenwerking kan zijnja, nog verdersoms mag zijn, ja moet zijn. Dat hangt van de tijds omstandigheden af en 't politieke onderwerp, dat aan de orde is. Die samenwerking is tijdelijk, om ernstiger gevaar af te keeren om een overmacht te keeren, die èn ons, èn den Liberaal, èn den Socialist gezamenlijk bedreigd. Wie heeft er op tegen om met mr. Troelstra en mr. Drucker en met mr. Tydeman op 't oorlogspad te gaan, als de Duitscher onze grenzen belaagt Wie heeft er bezwaar om zells met de Anarchisten saam te werken, als de vrijheid van geweten eens werd aangerand in onze vrije Nederlanden. Samenwerking kan er zijn in aller lei dorpersche vergaderingbij na tionale feestenin bestuur van polders en fondsenop 't politieke erf zelfs, dat men Staat noemt, maar dan onder één beding, en dat ziet de Hilverbode over 't hoofd dat de diepste be ginselen van politiek leven juist huiten den strijd staan. Alsja, als die buiten den strijd vallen en we dus komen of op neutraal terrein of op een ter rein, waarop we in eendracht tegen een ons allen overheerschende macht hebben op te treden; dan, natuurlijk, dan is er samenwerking. Bij brand en overstrooming loopt alles van Zwart tot Rood te weer om den eenparigen nood te weerstaan. Als 't gaat om Ziekenfondsen en Premies, en amb- tenarenpensioenen, en spoorwegen, en voetbruggen, en waterkeeringen, en zooveel andere zaken, die juist met de innerlijke, principieele levensbeschou wingen totaal niets te maken hebben öf in zeer geringe mate naar buiten tredendan, ja dan kan er zijn en is er samenwerking tusschen een Socialisten een Antirevolutionair. Maar het opschrift van ons artikel van 5 April had het de Hilverbode al duidelijk kunnen maken, dat het niet onze bedoeling was om op die uitzonderingen te letten; maar dat 't wel onze bedoeling was om den diep- sten grondtoon aan te slaan. Daarom schreven we: Tweeërlei politiek. Of wilt ge het met de woorden van den Heiland: Wie niet vóór Mij is, is tegen Mij en die niet vergadert, die verstrooit. En als de Hilverbode van die «re ligieuze naturen« spreekten van »edele« karakters enz. och, dan halen we daarvoor de schouders op. Want de politieke strijd rust niet op een godsdienstig gevoel en rust niet op een nobel karakter; zijn fondament is geen gevoel en is geen nobelheid, maar een politieke belijdenis, die met den Christus, Zoon van God, en Zalig maker, staat of valt. Wat is uw politieke belijdenis gaat ze buiten Christus om, ja, dan nooit geen samenwerking tenzij bij de uitzonderingen dan alleen, als eigen antirev. macht en partij formatie en poli tieke stembuskracht te kort schiet. Maar is onze eigen kracht als antirev. sterk genoeg, weg dan met alle saamwer king met vijanden, tenzij weer ze hetzelfde beoogen als wij in een spe ciaal of neutraal geval. En dat de Hilverbode de plank mislooptis er ooit sterker bewijs voor ons betoog te leveren dan het bestaan van Coalitie en Concentratie. Ooit sterker bewijs te vinden in den Schoolstrijd, het principieele vraag stuk bij uitnemendheid. Dadelijk zal de stembus spreken: in hoeveel par tijen is Nederland dan verdeeld In twee en in niet meer dan twee Rechts tegen Links of zooals Groen het zoo teekenend kon zeggenTegen de Revolutie het EvangelieEn zooals Groen van zich zelf betuigde Een Staatsman niet een Evangelie belijder. Een religieuze liberale natuur kan Rechts stemmenmaar een Rechtsche kan geen godsdienstig liberaal steu nen nooitwant hij miskent God in 't Staatsrecht en verzaakt de Godde lijke openbaring als bron van politiek leven en optreden. Doch genoeg. Het was ons aange naam, dat de Hilverbode ons door zijn opmerkingen gelegenheid bood onze bedoeling nader toe te lichten. We handhaven het op 5 April ge schrevene en geven aan een Liberaal nooit onze stem, waar 't gaat om de fundamental paragrafen onzer poli tieke belijdenis. Gaat 't daarbuiten, op neutrale zóne, dan kunnen we eerst zien, of we 't zonder hen niet klaar kunnen spelen. En hebben we hem beslist noodig, dan stemmen we hen. En, dit fluisteren we de Hilverbode maar broederlijk in 't oor: de libe ralen en socialisten doen krek zoo; ze nemen ons, als ze ons noodig heb ben, want ze voelen het ook wel, dat ze tegenover ons staanen kunnen ze buiten ons, dan is noch religieus ge voel, noch nobelheid een waarborg, dat ze je niet uitsluiten of passeeren, je tegenwerken, juist daar 't hevigst, waar de Tweeërlei Politiek ten voeten uit het publieke leven intreedt. In en buiten de Kamer. Uit de Pers. Verschil. 'n Ruikertje met een luchtje, er aan. Deze Courant, verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. üiTGEYKB Telefoon lotercomn. Mo. 2. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Sommelsdijk brengen ter ken nis van belanghebbenden, dat zij op Vrij dag 25 April a.s. des voormiddags te 11£ uur ten Gemeentehuize behoudens goed keuring door den Gemeenteraad in het publiek bij inschrijving zullen verpachten een perceel tuingrondgelegen tusschen den Binnenweg en het Kortewegje, welke pacht dadelijk zal ingaan en eindigen op 15 December dezes jaars. t, De nadere voorwaarden liggen ter ge beente-secretarie ter inzage. Inschrijvingsbiljetten worden ingewacht ter gemeente-secretarie voor of op den dag van de verpachting. Sommelsdijk, 18 April 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd Secretaris, Burgemeester, Iz. GEELHOED. BOUMAN. De Burgemeester der gemeente Sommelsdijk maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering van den Raad is belegd tegen Vrijdag, den 25 April 1913 .des namiddags ten 2.30 ure. Sommelsdijk, den 21 April 1913. De Burgemeester, BOUMAN. Amice Ge zult onwillekeurig opmerken, dat, hoe meer we de verkiezingen naderen, de de couranten zich weinig druk maken met hetgeen in de Tweede Kamer plaats grijpt. De ziektewet is in behandeling, en het eind zal wel zijn, dat zij wordt aangenomen. Waar het feitelijk op neerkomt, wanneer ge de amendementen inziet, is de kwestie of de staat in vele gevallen niet meer kan opdokken, 't Ligt in de lijn van het be ginsel der linkerzijde om, ware het mogelijk, alles van den afgod staat» te halen, 't Geeft den indruk dat zoo iets niets kost. 't Schijnt wel of sommige lui van de gedachte uitgaan, alsof de Staat almachtig* en alles, bezittende* is. Ge kunt in onzen tijd bijna geen verga dering bijwonen of .ja wel, op het program komt ook de vraag voorhoeveel zou de Staat kennen en willen geven* Of »zou de mogelijkheid ook bestaan, dat de Staat hulp verleend?* Wilt ge wel geloo- ven, dat ik langzamerhand van dat ellen dige klaploopen een walging krijgNiets stuit mij meer tegen de borst, als dat ik lui ontmoet die voor alles een oog hebben, die hiervoor zijn, en daarvoor zijn, doch als het iets kost, oogenblikkelijk een zeer bedenkelijk gezicht zetten. Op alles hadden ze gerekend, behalve op eigen initiatief, ook wat de centen betreft. Zoodra het aankomt op betalenroepen ze »de Staat, de Staat*. De goede regel, eerst zelf bewijzen dat iets de liefde van je hart heeft, schijnt steeds meer uit te sterven, terwijl de be geerte naar alles wat streeling wekt, en de hoogmoed kweekt, toeneemt. Ge hebt van die menschen, die redeneeren als een Brugman. Zy hebben de wijsheid in pacht. Wee je gebeente, wanneer ge twijfelt aan hun wijsheid, en een ander inzicht hebtZe breken oogenblikkelijk, weer af, waaraan ze schijnbaar gebouwd hebben. Gij zult die eigenwijze lui ook wel ontmoet hebben, en met mij hebben opge merkt, dat eigenwijsheid gevolgd wordt door, of hand aan hand gaat met dwinge landij en heerzucht. 't Schijnt wel alsof zij van de gedachte uitgaan, alsof alles >het machtige Babel is dat zij hebben gebouwd*. 't Is treurig wanneer ge zulke ossen voor de ploeg hebt*. Met ezels is beter te werken, dan met zulke lui. De obstructie is de vrucht van hun eigenzinnigheid. In het klein, en in het groot wordt zoo iets gezien. De liberalen zijn sterk in het negetieve. Het positieve is hun vreemd. Geduld is het eenige wat wij in dezen moeten hebben, totdat betere tijden aanbreken, en duidelijk blijkt dat land en volk van zoo iets niet gediend is. Erg pleizierig is het niet om met ossen en ezels* te werken. Min. Talma heeft het ondervonden. 't Eind is dat er weinig notitie meer wordt genomen van dit optreden. Vandaar het verschijnsel dat we in liberale bladen opmerken, dat zij zoeken voor een geschikt iets om de christelijke partijen te bekampen. Op de vergadering van de »Moderne Theologen*, heette prof. Knappert allen wel kom die tot hen gerekend konden worden. Wie waren de Theologen* Hij zeide: »Hier zitten wij, Hervormd en Remon strant, Doopsgezind en Luthers, Intellec- »tualisten en mystieken, Unie-liberalen en Sociaal-democraten, ingedeelden en wilden, »hier zitten wij bijeen, ongedwongen, ver trouwelijk, wezenlijk vergaderd als zonen »van het zelfde huis. Wij weten ons néén in beginselenin methode van onder- Dzoek, in wijze van denken Zoo bevestigt prof. K. de woorden van mr. Troelstra dat het tijd is, dat de socialis ten de kerken bevolken. Nu reeds worden ze gerekend tot de „Theologe"Binnen kort zingen de liberalen uit den treure, dat zij met de socialisten het heil van de kerk be oogen, terwijl de Christelijke partijen haar ondergang zoeken. De witte das wordt op het oogenblik in de socialistische waschinrichting gewas- schen, terwijl de joden het strijkijzer zullen warm maken om de plooien goed te leggen. Nu reeds speculeert men op de anarchisten terwijl ter andere zijde de houding wordt aangenomen, alsof men van de Socialisten niet gediend is. In mijn gedachte zie ik mr. Troelstra schudden van lachen. De slimme vos doorziet het zaakje zeer goed. Hij laat de liberalen hun gang gaan wel wetende als de linkerijde zijde wint, hij de lakens uitdeelt. Laat de liberalen de kerk maar gebruiken, en het spook van Rome uitdragen. Wanneer het pleit beslecht is, zal hij hen wel ringelooren, dat het een lust is. Ik zie het liberaal gedoe met kalmte aan. Nu Rome weer gebruikt wordt, ben ik zeker dat de indruk op de kiezers niet groot zal zijn. Het wapen is zoo verroest, dat alleen het smidsvuur de schede kan verwijderen. Voor zoo iets zijn de kiezers te wijs geworden. Alleen >de roode vaan in de mist blijft over*. De les zal veel kosten, reken er op. Men wordt wijs met schade of schande, zegt het spreekwoord. Ik geloof dat van de liberalen beide waar is n.l. met »schade en schande*. Ge hebt misschien in de courant gelezen dat in het district iBrielle* van anti revolutionaire zijde voorloopig candidaat is gesteld, de heer >Colijn.* Ik heb eens ge- informeerd naar genoemde heer. Hij is een >landbouwer«, die in de Brielle een zeer gepaste candidaat is. Landbouwer en vee teelt zijn er hoofdzaak. Me dunkt de boeren zullen hem oneindig veel liever hebben, dan de heer Roodhuyzen, die de socialisten steeds meer in het gevlei komt. Feitelijk, wanneer het beginsel spreekt, komen de kiezers te staan, voor de keuze »een socialist of een man der rechterzijde*. De heer Roodhuyzen heeft, wat het be ginsel betreft, afgedaan. Zoo ook in Zierik- zee, de heer Patijn. Ik geloof dat de hoe ren het zelf goed weten. Alleen een hoogen toon slaan ze nog aan, om hun armoede te verbergen. Het zal wel duidelijk worden op den dag der stemming. We moeten maar zorgen dat onze beginselen goed be kend worden. Zorg voor propaganda. Weet ge, wien ge eens moet vragen te spreken Ik geef u nogmaals den raad van ds. v. Lunmel te Zuidland. Hij woont in onze buurt, en geloof me, dat het hem ver trouwd is. Ge zult met groot genot zulk eene bijeenkomst bijwonen. Ontvang mijne groete MARN1X. Het gaat in België vreemd toe. De partijen, die zweren bij >de helft plus één* eischten Algemeen kiesrecht. Zij waren parlementair in de minderheid. Toch wilden ze hun zin doordrijven. Het middel der algemeene werkstaking wordt nu gebruikt om de Regeering tot toegeven te dwingen. Voorbereid en geproclameerd door de socialisten, schijnt deze revolutionaire han delswijze te mogen wegdragen de sympathie der Belgische liberalen. Gelijk hier te lande, brengt ook ginds het anti-clericalisme alles wat leeft uit de beginselen der Revolutie tot elkaar. Wat in dengeordenden weg niet kon worden berijkt, wordt dan thans maar na gestreefd op een wijze, die het revolu tionair sentiment* der arbeidersklasse bui tengewoon moet versterken. Zoo zal de meerderheid zich moeten schikken naar de minderheid en krijgt deze niet dadelijk hetgeen door haar geeischt wordt, dan zal dit worden ^afgedwongen.* Ook in ons land kennen we zulk op treden Maar leg daar nu naast de onderdruk king die in vroeger jaren ons christenvolk heeft moeten ondervinden. Nog zijn we daarvan niet geheel vrij. Al dien tijd hebben wij gèworsteld om het recht dat/ons onthouden werd, te ver overen. Vijftig èp meer jaren aan één stuk. Nimmer is echter gegrepen naar revo lutionair .middelen. En rtoéh we zijn vooruitgegaan we zija gegroeid en straks, hopen we, zal de triomph volkomen zijn. I Ook in. de keuze der middelen tot be reiking van politieke idealen is er onder scheid hen die leven uit de christelijke levensbeschouwing en hen die dolen op het pad der Revolutie, Ook hierin stelt zich het Evangelie tegen over de Revolutie. Belgie bewijst het opnieuw. De nieuwe Haagsche Courant; Een allerliefst ruikertje Men weet, hoe de openbare onderwijzers van den >Bond« over hun wettig gezag, het »hoofd«, praten en schrijven kunnen. In den laatsten tijd zijn er weer een paar van die liefdelijkheden losgekomen de Bott. wijst er op. De >Bode< had den volgenden uitval »Niets heeft zoo de innige,de hartgron dige haat, van al wat onderwijzer heet dan het hoofdschap, „Niets wordt met taaier volharding bestreden. „Duizenden onderwijzers, die pedago gies geschoold zijn en een ontzaggelijke hoeveelheid pedagogiese kracht vertegen woordigen, zien de vrije ontplooiing dier krachten belemmerd door het hoofdschap. „De hydra van het hoofdschap zuigd de school haar beste opvoedkundige sappen af." De Volksonderwijzerheeft het nog wat bonter gemaakt >Aan u de mooie historiese taak, kollega's ons schone altruistiese vak te zuiveren van de laatste viezie brood- zuchtige schimmel, die het hoofdendom nog met schone schijn tracht te beman telen >En een hoofd op zichzelf? Ziehier zijn beeld »Een ordinaire Blister, (om 't Hollandse equivalend maar niet te gebruiken) deze filius nullius, deze moreele bas taard,gunsteling der heeren Nooter es,* ■MtiM

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1913 | | pagina 1