EEBSIE BLAB.
t"
Zaterdag 15 Maart 1913,
1
Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidliollandsclie en Zeeuwselie Eilanden.
IN HOC SIGNO VINCES
Hotel Restaurant
W. BOEKHOVEN,
Aan politiek doen.
28sle Jaargang JN". 1850.
Deze Conrant versohgnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
SOMMELSDIJK.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3ji maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */s maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewaoht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Alle stokken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Hij doet ook al aan politiek.
Een politieke dominee.
't Is allemaal politiek.
Ik moet niets van de politiek hebben.
Vuile politiek.
Daar zit politiek achter.
Dat Kamerlid is verpolitiekt.
Deze en dergelijke uitdrukkingen
wijzen er op, dat het woord politiek
reeds een ongunstigen klank begint
te krijgeniets verachtelijks, iets van
lager orde; iets te slims, iets onop
rechts, onwaars, onzedelijks.
Wie aan politiek doet is niet meer
de rechtschapen man, maar houdt een
slag om den arm, is niet meer de
fiere ridder strijdend met open vizier,
maar hij houdt den helm over de oogen
of valt u onverhoeds aan, of is een
soort struikroover, die van achter een
boom u beschiet, of is de sluipmoor
denaar, die u in den rug aanvalt, als
ge daar kalm voortwandelt, wien 't om
uw leven en uw beurs te doen is.
Hij doet ook aan politiekEn ge hebt
dus een smet van wereldgezindheid en
wereldgelijkvormigheid op uw jas.
Hij doet ook aan politiek. En ge hebt
dus geen oog voor het hemelsche
zalig leven meer, dat totaal dcor die
dingen der wereld opgeslokt, vernie-
f^Jk-gd wordt.
Hij doet ook aan politiek. En weg
is dan uw levensernst, uw levensdiepte,
losgerukt van den eenigen Levens
wortel gij zijt dan aardsch uit de
aarde en 't hemelsche ligt onder een
laag vuil stof.
Aan politiek doen 1 Neen, daar is
een luchtje aan't Is wroeten in dingen
dezer wereld, maar 't hemelsch manna
smaakt ge niet. 't Is Kanaan lager
achten dan de schatten van Egypte,
't Is afzien van Sion en opzien naar
Basans berg, die Gode tergt.
Aan politiek doen.,. Ja, 't is mogelijk,
dat op een zondige aarde, en door
zondige menschen ook 't beste wat
bestaat, ontaardtdaarvan zijn voor
beelden te over de zonde blijft en is
een kanker, die invreet, verwoesten
ook de politiek kan door dien invloed
een afzichtelijke gedaante aannemen
doch dan is ze carricatuur, een spot
beeld van politiekdan is ze uitwas,
misgewas, verderl. Doch de politiek
zelf is een schoone actie, onmisbaar en
onovertrefbaar in deze bedeeling.
Het woord politiek is afgeleid van
polis stad. De wijsheid, die er toe
noodig is om een stad naar de eischen
wan recht, gerechtigheid en rech
tvaardigheid te besturen: dat is politiek,
naar de eenig goede en juiste verkla
ring van het woord.
In de oudheid was de stad het mid
delpunt van 't Volksleven; daar klopte
het hart der volksorganisatie; daar
sloeg de pols van 't Staatsbedrijf.
En op dat polis- of stadsleven was 't
heele volk in al zijn geledingen in
gericht dat was 't Vaderland, die stad.
Denk maar eens aan Paulus woord
»Want hij verwachtte de stad die
fondamenten heeft vaderland),
welker kunstenaar en bouwmeester
God is.« Hebr, 11 10.
Denk om Hebr. 11 16 »Want Hij
had hun een stad bereid.
Denk om de openbaring van Johan
nes; »de groote stad, het heilige
Jeruzalem, nederdalende uit den hemel
van God.«
En Augustinus noemt één zijner
boeken: »Over de stad Gods.dat is
zulk een organisatie, waarinGod erkend,
gediend en gevreesd wordtwaarin
Zijn heerlijkheid zich 't machtigst
openbaart en naar alle zijden uitstraalt.
Politiek't is 't regeeren over't
besturen van een organisatievan een
kleiner of grooter vaderlandvan een
kleiner of grooter stad, maar dat re
geeren in wijsheid en rechtvaardigheid.
Wie dus aan politiek doet, neemt
deel aan de Staats- en Lands- en
Volkszaken en poogt die in de rechte
bedding te leiden en te houden, zóó
dat 't den burgeren wel gaat en zij een
stil en gerust leven leiden mogen;
zóó dat ze geestelijke en stoffelijke
belangen van allen zien behartigen
het recht gehandhaafd, 't onrecht
bestreden wordtde misdaad gestraft,
en het goed beloond wordt; de vrij
heid geëerbiedigd en de losbandig
heid beteugeld wordede persoonlijke
eere gehandhaafd, en de laster met
smaad door justitie en politie achterr
volgd worde; het geloof van ieder
persoonlijk wordt vrijgelaten en 't
ongeloof met geestelijke middelen wor
de tegengewerkt.
Aan politiek doen I 't Is de schoon
ste taak, die aan een sterveling is
weggelegdwant 't is de stad, 't Vader
land, de organisatie maken tot een
spiegelbeeld van 't hemelsche leven,
waarin God de Heere is 't eenige en
't al. 't Is van de stad een voorproef
willen leveren van wat het Heilige
Jeruzalem in schitterende volmaakt
heid wezen zal. Door U, door U alleen,
om 't eeuwig welbehagen
Een stad te fondeerenuit God, door
God en tot God alles dooren tot Hem!
Wie durft bij zoo'n beschouwing
nog spreken van vuile politiek
Men kan iets »vuil« maken, maar
de ware beteekenis is heerlijk.
Och, ware elke man of vrouw een
politicus
Steeds zwaarder.
Duitschland vraagt weer vele mil-
lioenen voor denoorlog
pardon voor den vrede.
Frankrijk wil invoeren in plaats
van een 2 jarigen een drie jarigen
diensttijd.
België heeft ook de hand geslagen
aan de legerformatie.
Nederland heeft na de aanneming
der Landstormwet ongeveer alle man
van 20 tot 40 jaar voor db verdedi
ging des Lands ingeschreven. Bij de
210.000 man waarop onze weermacht
kan gesteld worden komen nog 160.000
menschen, die een geweer kunnen
hanteeren en nog 290.000 landstor-
mers, en in de laatste 15 jaar is vooral
door de regelingen der Ministers Eland
(lib.) en Colijn (antirev.) het leger on
eindig versterkt.
In 't minst voelen we geen be
zwaar, om de belastingpenningen voor
het handhaven van den vrede te of
feren, maar de vraag mag gedaan
waar is in de Europeesche Landen
de grens.
Zeer zeker: de toename der bevol
king de meerdere rijkdommen der
volken;de meerdere noodzakelijkheid
om Volk en goederen veilig tebewa
ren en tegen aanslagen van binnen
(ja ook van binnenen van buiten
te beveiligen, maakt groote leger or
ganisatie meer aannemelijk. Elk land
heeft tegenwoordig meer te verliezen
dan 20 jaar achteruit, omdat zijn
stoffelijk en geestelijk leven zoo ont
zaglijk verrijkt is geworden en zulke
w
Gedempte Boerensteiger 63A, 63B
Rotterdam.
DINERS 60 cent en hooger.
LOGIES MET ONTBIJT 1 en f 1.25
Aanbevelend,
R. C. F. T. d. LEE
groote schatten meer bewaard moe
ten en kunnen worden dan de vroegere
armelijke levensverhouding: noch
tans, waar is de grens.
Uitbreiding van legermacht; jaar
lijks terugkeerende verbetering inde
techniek van bewapeninghooger sa
larissen, beter voeding, deksel en klee
ding we achten dat alles noodzakelijk
en 't komt den vrede tengoede. Het
Nederlansche volk is geen schriel
volk; is geen troep verweekte slap
pelingen en 't heeft altijd getoond in
ae liefde voor zijn Nate en Vader
land voor geen dweependen Franschen -
patriot te behoeven onder te doen,
als de nood aan den man kwamde
historieblaan staan vol van edelezelf-
opoffering en onvergelijkelijke stand
vastigheid en onwankelbare trouw in
de ure des gevaarsmaar toch, als
wij de groote mogendheden moeten
volgen (en dat moeten wewaar is
dan de grens van draagkracht
Algeheele ontwapening om
zoo'n idiaal lachen we ha'al
dan nog eerder de zon uit hare baan
en rolt ze den Oceaan over Neen,
zulke dwaze illusies moet een mensch
zich niet maken. Maar waar is de
grens der bewapening
Er is maar één geval mogelijk door
de verbroedering der volken, als ge
volg van den internationalen omgang
bevorderd door allerlei sociale facto
ren; door handelsverkeer, reizigers
verkeer, tractaten, waardoor de vol
ken zelf gaan terugdijnzen om de in
ternationale „banden te verscheuren.
OP DEN UITKIJK.
Archimedes van Syracuse, de groote
wiskunstenaar aan 't hof van koning Hiero
Een zwaar koninklijk 'schip, dat op het
strand was geloopen en diep in 't zand
gewerkt zatwaar geen verwikken aan was
waar niemand raad mee wist, bracht hij tot
zijn eigen verrassing met een vernuftig stelsel
van hefboomen weer in beweging en in zee.
Jan van Leidenin zijn dagen, had
niet slechts een tekst voor zijn anabaptisme
en zijn Koninschap van Sion maar zelfs voor
zijn veelwijveiij. Die haalde hij uit het woord
des Heeren Weest vruchtbaar en vermenig
vuldigt u en vervult de aarde. En duizenden
waren er, die hem geloofden, dat hij er de
rechte beteekenis van vatte en den zin
snapte.
UITGEYEB
Telefoon Intercoms*. No. 3.
Direct nabij de Hoofdsteeg,
Hij stond er zelf verbaasd van
Tegenwoordig 'n kleinigheid.
Met 'Onze moderne hulpmiddelen.
Maar in dien tijd, 250 jaar vóór Chris
tus, een wonder, zelfs in de oogen van den
uitvinder.
Verrukt riep hij dan ook uitGeef mij
een steunpunt en ik licht de wereld uit
haar wegen 1
Daar moest ik onwillekeurig dezer dagen
aan denken.
Wat Archimedes op stoffelijk gebied
bedoelde, trachten anderen op zedelijk ter
rein te doen. En dan niet opzettelijk, doch
bij vergissing. Zelfs wel met het doel, om
haar te beter te bevestigen.
Daarvoor gebruikt men geen hefboom.
Neen, men gebruikt een tekst.
Geef zulke menschen een tekst, of laten
ze er zelf een vinden en ze bewijzen er op
theologisch en zedelijk terrein zoo ongeveer
alles, wat te bewijzen is of wat ze graag
bewezen willen hebben.
Wat wordt er met een tekst gesold
En in onze dagen is 't nog zoo.
Men heeft een idee men werkt dat uit
men krijgt z'n konsekwesties en trekt zijn
konklusies maar dan ontbreekt nog
op christelijk terreiD, met het fondament
(dat ligt allang) doch de Kroon een tekst.
En dan is het ongeloofelijk hoe rijk
toch onze Bijbel is jammer maar dat
zulke menschen van dien rijkdom zoo'n on
gemotiveerd gebruik maken en van alles
alles maken, zooals men dat weieens zegt.
Nu heb ik het echter ditmaal niet over
zulke publieke bijbelverknoeiers, die de
^gezonde leer* verwerpen en uit de berderen
en striklisjes van den tabernakel zeer gees
telijke dingen weten te voorschijn te bren
gen, Hun aantal mindert gelukkig. En die
er zijn wou ik wel graag houden als tegen
wicht voor onze theologen, die door een
begrijpelijke reactie gedreven, naar mijn
bescheiden meening, ons weieens weer wat
te weinig bij den allegorischen zinder
Schrift bepalen.
Neen, wat mij ditmaal aan Archimedes
denken deed, dat waren een paar tekst-
toepassingen van bestudeerde, beschaafde,
ontwikkelde christenmenschen, die nog wel
anderen onderwijzen moeten, maar die er
met die toepassing zóó naast sloegen, dat
ik geen andere verontschuldiging bedenken
kon, dan dat ook Hormerus weieens dutte.
Om ter zake te komen.
De afdeeling Leerdam van de vereeni-
ging van Chr. Onderw. heeft onlangs be
sproken het wetje op den Kindertoeslag*,
waarvan we hopen dat onze onderwijzers
spoedig mogen genieten.
Die afdeeling vond dat 'n hulpmiddel.
Was er wèl dankbaar voor, doch hoopte
op een spoedige definitieve regeling.
Dat is alles goed en wel.
Ik hoop dat met haar. Al kan ik met
het werktuiglijk minium-ver hoogen niet
meegaan en zou ik meer voelen voor loon
naar verdienste.
Doch dat is toekomst-muziek.
Die afdeeling had als zij zich niet
duidelijk genoeg heeft uitgedrukt prin
cipieel bezwaar tegen het beginsel van
Kindertoeslag. En dat wel op grond van
den tekstDe arbeider is zijn loon waar
dig.
Zoo heb ik het opgevat. Zoo vatte het
ook Dr. Wielenga van Middelburg, die er
in de Standaard over schreef en zoo vatte
het ook de hoofdredactie van onze Rot
terdammer. Anders zou ik nog m'n oogen
niet geloofd hebben, dat heldere onder
wijzerskoppen ik ken ze toevallig van
vroeger daar in de buurt van Leerdam
met dien tekst dat wilden bewijzen, n.l, dat
het beginsel van den kindertoeslag niet
deugt.
Juist het omgekeerde is m.i. het geval.
Het gaat toch in die teksten (Matth.
10 10; Luk, 10 7 en 1 Tim. 5:18)
over hen die arbeiden in de bediening des
WooTds, nu neemt daar de Schrift een
algemeene regel, die ieder mensch van na
ture reeds toestemt, n.l. dat de arbeider
zijn loon waardig is en past dien toe op
de predikers van het Evangelie, die geen
buidel en male moeten medenemen, doch
recht hebben te ontvangen wat ze tot hun
levensonderhoud behoeven.
Is dat nu voor allen gelijk?
Neen, niet waarEn waar zij, die kin
deren hebben, als regel hun behoeften
zien klimmen naarmate het gezin zich
uitbreid', lijkt mij de kinderto eslag juist in
overeenstemming met dien tekst, of liever
met het zedelijk beginsel, waarvan deze
tekst ons eens der zijden doet zien, n.l.
dat de arbeider uit de opbrengst van zijn
arbeid als mensch; gelijk God hem zijn
plaats gaf in de maatschappij, zul kun
nen leven.
Hoe men daar nu ooit een gelijk loon
voor allen uit halen kan, is mij een raadsel.
En ik wil nog gelooven, dat de broede
ren in Leerdam dit niet alzoo bedoeld
hebben, maar zich, hun onderwijzersambt
ten spijt, zeer onduidelijk hebben uitgedrukt.
En nu mijn tweede tekst-toepassing.
Die is van een theoloog van proffesie
en van afkomht en 't is dan ook niet zonder
schroom dat ik die zaak ter sprake breng.
Gelukkig zijn onze dominees het wel ge
woon, dat hun tekst verklaringen en tekst
toepassingen door 't gewone volksken
waar ik me ook onder schaar worden
nagewogen.
Het betreft Dr. Kromsigt in zijn jongste
brochure over »De Schoolkwestie*.
Daarin heeft hij noot over de ^zwijgende
getuigen*. Ik schrijf dat eerst over
»Men heeft vaak gespot met de »zwij-
gende getuigen*. Geheel ten onrechte.
^Zwijgend getuigen* is onder bepaalde
omstandigheden een Christelijke roeping,
die gegrond is op het Woord Gods
(1 Petr. 3:1: »Desgelijks, gij vrouwen,
zijt uw eigenen mannen onderdanig, opdat
ook zoo eenigen den woorde ongehoor
zaam zijn, zij door den wandel der vrou
wen zonder woord mogen worden ge
wonnen worden, als zij zullen ingezien
hebben uwen kuischen wandel in vreeze.)
Elk Christen, inzonderheid zij, die een
staatsambt of staatsbetrekking bekleeden,
komt telkens in omstandigheden, waarin
hij niet anders kan getuigen dan zonder
woord*.
Méé op grond nu van dezen tekst ver
dedigt Dr. Kromsigt het overgaan van
christelijke onderwijzers naar de Openbare
School. Ook al moet hij er zwijgen. Zwij
gen van den Christus, van Zijn verlossings
werk, van de hope der eeuwige zaligheid.
Ook at is de Bijbel er verboden.
Mits hij slechts protesteere.
Mits hij op verandering aandringe.
Dr. Kromsigt zegt het zoo: >Zoolang
men niet door de wet gedrongen wordt,
iets te doen, dat tegen hel christelijk ge
weten indruischt*.
Reeds dat schemerde mij.
Als men dan gedwongen wordt, van al
les en allerlei te spreken en van Jezus
zwijgen moetals men opvoeden moet
zonder het Woord van God druischt
dat niet tegen het christelijk geweten in
Maar nu die tekst.
Ik kan daaruit niets anders lezen en heb
er ook geen andere verklaring van ge
vonden, dan dat de geloovige vrouw, wier
man nog aan 't jodendom of heidendom
vastzat, niet zóu scheiden maar haar echte
lijke plichten des te getrouwer zou ver
vullen, om door een onberispelijken wandel
onder Gods zegen, haar man voor het
Woord te winnen.
Wat volgt daar pu uit
Dat J>zwijgend getuigen* plicht kan zijn
en ten zegen zijn kan. Meer toch immers
niet.
Maar welk recht heeft nu de geëerde
schrijver, om wat Petrus zegt in de vrouw
te gaan toepassen op de school.
Die vrouw stond met den man in het
heilig en onverbrekelijk echtverband. Zij
mocht niet weg naar de ordinantie, die
God zelf voor den heiligen huwelijksstaat
gegeven had. Weggaan zou trouwbreuk,
weder huwen overspel zijn. Ze was nu
eenmaal gehuwd.
Maar de ongehuwde vrouw zal de apos
tel met grooten nadruk waarschuwen om
niet een ander juk aan te trekken met de