mmm Zaterdag 1 Maart 1913. Antirevolutionair Orgaar' IN HOC SIGNO VINCES Hotel Restaurant taasft*, |L^ -.Otli •elhr-M. iÖ4fci voor de Znidlftollandsclie en Zeeuwsclie Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. W. BOEKHOVEN. SOMMELSD1JK. Telefoon Intercoaun. No. Z. iA ZÖOA met ÜBiss r tot 'lOTL'k^ (êc oellen- Advertentiën 10 cent po Boekaankondiging 5 CeVafefee HK*-i r S Dienstaanvragen en Dienst. Ley.^;/8 maa^hikki 13 Groote letters en vignetten word '(/'gen 50 Ce 8r Advertentiën worden ingewaol \kend naar Jisseme^ Alle stokken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe ij t *-*• \riN»ndes/?^ew d1j ^bben voor Wie den invoer vermindert, vermindert den uitvoer? De Vrijhandelaar, zoo schreven we, had als ander argument tegen dein- A eerrechten»Wie den invoer ver- mindert, vermindert den uitvoer, want «goederen worden tegen goederen ge ruild; wie dus een nieuwe industrie schept ot een oude verbetert voor invoerrechtschaadt den uitvoer. Werkverschaffing aan den eenen kant, is werkeloosheid aan den anderen kant.« Eerstens merken we op, dat dit argument al heel vreemd klinkt in den mond van den Vrijhandelaar, die 't opvoeden van een industrie door invoerrechten nog zoo onlogisch en dwaas niet vindt. Want als 't opvoeden geoorloofd is door een invoerrechtdan is 't dwaasheid te beweren, dat een invoerrecht wel een industrie schept, maar tevens een andere doodt. Als een invoerrecht een andere industrie kan dooden, heft dan geen invoerrecht. ASti laat 't opvoeden varen. Tweedens merken we op, dat dit A vernietigenden argument, zooals wij len mr. Pierson dit noemde van front veranderd is. Men heeft beweerd »Goedereninvoer is gelijk aan goede- renuitvoer®, maar die stelling bleek in de praktijk onhoudbaar. Toen is gezegd: »de invoer kan niet vermin deren, of de uitvoer vermindert in dezelfde mateEn de verklaring was gebaseerd op de vroeger reeds ge noemde stellingen 1. Hooge invoerrechten belemmeren den invoer. 2. Vermindering van invoer is ver meerdering van geld. 3. Vermeerdering van geld is ver hooging van loonen enz. 4. Hooger loonen verminderen den uitvoer. 5. Wie dus den invoer belemmert, schaadt den uitvoer. Wie den invoer vermindert, ver mindert den uitvoer, want goederen worden met goederen geruild, zegt de Vrijhandelaar. We ontkennen de waarheid ervan. Wie met invoeren moet betalen, dat is duidelijk. Als er 1000 kachels binnenkomen ad f 30 per stuk, moet de importeur 30,000 gld. betalen, maar dat hij dat nu al leen maar kan doen door voor die 30,000 gld. 1000 kasten van 30 terug te sturen of uit te voeren, wil er bij ons niet in. Hij kan toch een schuld bekentenis sturen. Ja, zegt de Vrij handelaar, dat kan; maar die schuld bekentenissen moeten eens worden afgelost en dat kan niet anders dan doordat wij in verloop van tijd goe deren sturen. Geloove, wie 't gelooft. Maar de Duitscher, van wie wij de kachels hebben en die onze schuldbekentenis in handen heeft, kan die verkoopen en die kooper kan haar weer ver koopen en dat kan tot in 't oneindige. Wanneer is dan eindelijk 'toogen- blik gekomen, dat de allerlaatste koo per van onze schuldbekentenis, zeggen zalGeef me goederen voor die f 30,000. Niemand, die 't weet. En onze 1000 tafels komen in Duitsch- land niet. Voer maar in uit Duitschland, zegt de Vrijhandelaar, want later vraagt Duitschland weer goederen terug. Later Ja, wanneer 't Is een treurige raad, dien men 't Nederlandsche Volk geeft. Koop maar zooveel ge wilt; betaal maar aan den Duitscher: eens komt de tijd, dat deze goederen vraagt en uw uitvoer stijgt. Tegenover dien raad stellen wij een anderen Heft een invoerrecht, opdat de Duitscher zoo weinig mogelijk te vorderen hebbe, en er werk zij voor onze industrie, die nu met de »ge- kochte« goederen (de ingevoerde) in gevaar komt. Want, stel al eens, dat eenmaal de tijd aanbreekt dat we veel zouden kunnen uitvoerenwil D. onze artikelen hebben P Staat dat als een paal boven water? Immers neen! Het is best mogelijk, dat D. zijn gren zen potdicht sluit, zooals hij 't al ta melijk doet. Hoe komen dan onze ar tikelen in dat Land. 't Is ook best mogelijk, dat D. zijn grenzen wijd openzet, en dat we daar Engeland ontmoeten die ontzaglijk met ons con curreert. Neemt dan de D. onze uit voerartikelen of de Engelsche? En als het de Engelsche neemt, waar moeten we dan met onze uitvoerar tikelen blijven? Dan liever een zekere industrie, die voor 't Binnenland werkt! Doch stel nu 't allergunstige geval dat eenmaal de tijd aanbreekt, dat we onze bovengenoemde 1000 kasten kunnen uitvoeren. Maar heeft dan vóór dien tijd de industrie niet enorme scha geleden door dat jaar in jaar uit invoeren der artikelen Jade Handel is er goed mee. Maar de industrie? Wie den invoer vermindert, ver mindert den uitvoer, zegt de Vrij handel. Wij zeggen: Wie den invoer ver mindert door invoerrechten, bewijst de Natie een dienst; want het argu ment der Vrijh., dat we gerust kun nen koopen zooveel we willen, omdat er toch later een even groote uitvoer opvolgt, staat voor ons niet vast. En daarom nemen we 't zekere voor 't onzekere: want zeker is, dat een groeiende industrie een Natie bevoor deelt. De Gemeentelijke melkkoe. De Gemeente betaalt y4 der Wacht gelden aan onderwijzers, die eervol ontslagen worden wegens te weinig kinderen op School. De bijz. onderwijzer krijgt niets. Dit minimum is minstens f125. De Gemeente betaalt alles, wat een onderwijzer méér verdient dan zijn wettelijk minimum. Krijgt een onder wijzer f 600, de Gemeente past f100 bij. De bijz. School kan die f 100 er zelf bijleggen. De Gemeente betaalt f 240 voor eiken onderwijzer die er te veel is. De bijz. School kan die som er zelf bijleggen. De Gemeente betaalt voor huishuur aan 't hoofd der School vaak f 400 b.v. in Amsterdamze krijgt van 't Rijk maar f150; ze past dus bijl 250. De Bijz. School moet die f 250 zelf bijpassen. De Gemeente betaalt alle leermid delen, alle meubelen, alle vuur, alle licht, alle schoonmaak en onderhoud. De bijz. School krijgt daar geen cent voor, slechts de eigenaardige school lucht hebben we alle vrijda's de eenige overeenkomst. De Gemeente betaalt 75°/0aanschool- bouw. Die 75°l0 mist de bijz. School. De Gemeente moet 30ct. per lesuur bijpassen voor 't Herh. Onderwijs. Ze moet aan de onderwijzers geven 60ct. en krijgt er 30 terug. De bijz. School moet die 30ct. zelf bijpassen, als ze ook met 60ct. zoo'n lesuur bezoldigt. De Gemeente betaalt alle kosten, die loopen op schoolgaande kinderen bene vens de zes jaar; de bijz. School kan al die kosten zelf betalen. De Gemeente betaalt alle kosten voor schoeisel en voedsel aan nooddruftige kinderen; de bijz. school moet dat zelf betalen. De Gemeente betaalt alle kosten van belooningen en eereprijzen aan de kinderende bijz. school moet dat zelf betalen. Lust je nog peultjesHenkDat noemen ze nu rechtsgelijkheid??? Gedempte Boerensteiger 63A, 63B Rotterdam. I R. C. F. y. i LEE-Moonen. OP DEN UITKIJK. 2e. dat de V worden geL-2f's 1913 des aP tien in he®g^ dam. lav zij het uit va JJjjJj. j. .LOOSTERBAI. op de wonder SRDAlt. -met het gebrr Dir/5* eenige da;_ sLhiahnanden aan het vrijzinnige dei KLOOSTER a..^ ROTTERDAM J u 7f. A. II. REH Nietl ^.en du: cf- prija^ Allèetln^jindóth Land- en Tuinbouw. UITGEVER ,»n een kaï uorp<. Bij 't zijn koffie uit 'd, hoor schurk ,i aanleiding vol[ bekl., die zegt, d= f 25 boet'-J r Direct nabij de Hoofdsteeg, DINERS 60 cent en hooger. LOGIES MET ONTBIJT fl en f 1.25 Aanbevelend, Wie 's morgens vroeg tegenwoordig te Leeuwarden langs de vaarten en kanalen wandelt, waar de schepen, atoom- en motorbooten Iaden en lossen, kan daar ook karren met brood van allerlei soort zien overladen in genoemde vaartuigen. Dat lijkt hem wat vreemd. Waar moet dat brood naar toe f Friesland is wel de provincie van kleine dorpskens, buurten en gehuchtenwel zijn er plaatsjes genoeg, waar men zijn vleesch en zijn kaas met den vrachtrijder moet laten meebrengen maar een bakker is toch allicht te vinden, waar een xklompie* menschen bij elkaar zijn gaan wonen I Ik ken zelfs een buurt maar dat is ergens in Holland uit drie huisjes be staande dat van den brugwachter, van een keuterboertje en van den bakker. En die bakker heeft nog een goed stuk brood zijn vrouw verkoopt aan de voorbijgaande schepen en hij zelf gaat er met kar en hit op uit, wijd in den omtrek. Maar ik was nu in Leeuwarden, 't Geval is een onderzoek waard. Als de wandelaar blijft stilstaan en naar de herkomst en de toekomst van dat brood vraagt, wordt hij geheel onverwacht ver plaatst in den politieken strijd onzer dagen. Het is nl. vrijzinnig brood. Het is door vrijzinnige handen toebereid en dient om vrijzinnige monden te ver zadigen. Neen, het is geen paskwil. De deftige N. B. Ct. deelt het geval mee, nog wel van een eigen correspondent, die zich ongetwijfeld met eigen lijfelijke oogen van de waarheid zal hebben over. tuigd, daar het bovendien de vrijzinnigen allerminst tot eer verstrekt, zal 't wel waar wezen, als de oude matrone uit de Maas stad zoo iets van haar Friesche neefjes Vertellen gaat. De vrijzinnigen in de dorpen en buurten, waar dat brood heengaat wachten zich, in den letterlijken zin des woords van den zuurdeesem der orthodoxie en laten hun brood uit de hooftstad per scheepsgelegen heid meebrengen. Of ze nog verder gaan, meldt de his torie niet en kan ik dus niet zeggen. rte Wel gaat er een gerucht, dl A afzonderlijke commissie uit hun miad worden gevormd, om na te gaavZa brood, dat zij eten werkelijk in ,qjlip zichten, volgens den vrijzinnigen ri^f heeten mag. Een onderzoek zal worden ingests- de knechts, die de Leeuwarder-bakert hun dienst hebbeD. Zijn daar orthooï~ I bij, dan zal de conditie worden gesteld en onverbiddelijk gehandhaafd, dat die in geen v-iurten ra al gene J 'ode mogen slaan. Voorts zal worden melk en het meel wordt gekocht, als de brandstof voor den oven. De karretje. waarin het brood naar den buitenkant ge reden wordt, moeten beslist van vrijzinnigen oorsprong zijn en speciaal zal navraag worden gedaan, of het wel vrijzinnige smids zijn geweest, die er de banden omlegden. Ook op de krenten zal gelet. Die worden maar al te vaak van ortho doxe kruideniers betrokken. Het moet zuiver vrijzinnig brood zijn. Van alle >clericale« smetten vrij 1 En dit is 't laatste, wat omtrent deze vrijzinnige broodeterij uitlekte men zal een gesalarieerd controleur aanstellen, die op ongeregelde tijden de bakkerijen bezoekt, om toe te zien, dat de gestelde voor waarden stipt worden nagekomen. Natuurlijk geldt dit niet voor dorpen, waar vrijzinnige bakkers wonen. Maar 't is nu eenmaal een feit, dat bakkers nog al vaak aan den orthodoxen kant zijn. Die orthodoxie is 'n soort ziekte. Dat een normaal mensch orthodox is, daar kan een vrijzinnige niet bij. Het is een kwaal. En nu is de bacil van die kwaal nog wel niet ontdekt, maar 't gevaar is groot, dat hij via het brood van den bakker en de maag van den eter in de ziel van dezen laatste raakt En dan werd hij ook orthodox. Daarom moet er vrijzinnig brood uit Leeuwarden worden aangevoerd. Maatregel van geestelijke hygiëne. En tevens van vleeschelijke wraak zucht. Ze begrijpen zelf wel, deze vrijzinnige broodeters, dat het toch alles behalve vrij zinnig is, wat ze uithalen, ja dat de brokken van het brood hun van schaamte eigenlijk in de keel moesten blijven steken. Daarom zochten ze een voorwendsel. Die ^orthodoxen* doen 't ook, heet het. Die steunen altijd elkaar, winkelen bij eikaar, trekken elkander altijd voor, en een vrijzinnig mensch kan nooit wat bij hen verdienen, Wij moeten dus wel maatregelen nemen van tegenweer, In den oorlog gaat het naar oorlogsgebruik Zoo wordt het goed gepraat. Men zegt dat het vrijzinnige brood netjes in vloeipapier is gepakt en dat daarop in plaats van den naam der firma, is gedrukt >Zoo wat gij wilt, dat u de menschen doen, doe gij hun ook alzoo Doch naar de waarheid hiervan, heb ik geen onderzoek kunnen instellen, zoodat deze bijzonderheid, die in elk geval niet uit de N. R. Ct. is, met het noodige voorbehoud dient te wor den aanvaard. Maar wat ikj zoo wonderlijk vbd P Zie, ik heb zoo hier en daar nog al eens in het land rondgekeken en in allerlei plaatsen met allerlei orthodoxe winkeliers e. d. g. een praatje gemaakt. En wat was dan mijn ervaring Dat in negen van de tien gevallen die winkeliers zeiden*0, mijnheer, als ik 't van ons eigen volkje hebben moest, dan kon ik op z'n hoogst droog brood eten.* Nu is dat overdreven, voorzeker 1 Soms ook wel wat ondankbaar. Maar er zit toch dit in,dat tal van winkeliers een heel wat betere boterham zouden meenen te verdienen, als 'twerke- nagegaan, Kj «TL PAïïWi b. door .g toezicht aandoe; f hem De gf ^J hr bij hem va'«jï En a!*|ti_. één uurtj'. kerktijd, gewezen. vt) tot middschool,1 wilde hten voor he* .PW F80tH zes mandwerken uitges.' irkW eersten'4'"- Aldus besloten. Zondags°9rz' stelt vo- Jaa. Wat er nu onderhandA natuurlijk niet bewezen wl>ersi' feit is, dat dra een vrijzinnige een concurrentie zaak begon, bepaald geholpen moest zijn, om te kunnen uitvoeren. Iemand, die des 2}H dags tot twee uur na den middag open was en zijn knechts ook zoolang vasthield. En een feit is ook, dat de vrijzinnige kopstuk ken, hoewel er geen enkele reden tot klagen was, als bij afspraak zich den baard vrij zinnig scheren lieten. Ik zal er bij vertellen, dat des nieuwen kappers beenen die weelde niet dragen kondendat zijn zaak binnen korten tijd op de flesch was en de malcontenten zich toen verder maar met orthodoxe zeep kwasten lieten. Dat is één voorbeeld, dat ik nu toe vallig* eens weet. Maar och! onze luiden over 't heele land kunnen meer zulke exempelen ver tellen. Waarlijk, de vrijzinnigen hoeven ons de schuld niet te geven En als ze voorts maar weten, dat ze op zoo'n manier leelijk door hun vrijzinnige haren heen raken. En ze hebben toch al zulk een maneschijn op hun kruin Laten onze menschen niet vervaard worden. 'tKan soms wel eens zeer doen. Maar we hebben met een verrassend God te doen, die nog altijd de hand des vlijtigen zegenen wil. UITKIJK. Het was voorheen in vele streken ge bruikelijk, inzonderheid in Duitschland, om een phosphorsuurbemesting, genoegzaam voor eenige jaren, in den vorm van Tho- masmeel aan te wenden, een z.g. voorraads- bemesting, waardoor men wilde voorkomen, dat een gewas ook maar voor het minst aan phosphorzuurvoedsel gebrek zou heb ben. Men is van deze gewoonte vrijwel teruggekomen, omdat de ervaring heeft geleerd, dat deze bemestingswijze volstrekt niet meer voedsel opleverde dan een ge regelde jaarlijksche bemesting. Wel te ver staan echter, wanneer deze laatste niet te karig zij, maar in alleszins voldoende hoeveelheid wordt toegepast. Dit laat even wel in zeer vele gevallen te wenschen over vooral en hierop willen we bepaalde lijk in dit artikeltje wijzen bij ontgin ningen en bij het in cultuur brengen van oude, verwaarloosde gronden, gelijk dit tegenwoordig aan de orde van den dag ia

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1913 | | pagina 1