Zaterdag 8 Februari 1913. 278te Jaargang Nw. 1840. voor de Zuidltollandsclic en Zeeuwselie Eilanden. EEESIE BLAB. r Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES Op gelijken voet Hotel Restaurant Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent. Buitenland bij' vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nnmmers 5 Cent. UITGSYEB W. BOEKHOVEN. SOMMELSDUK. Telefoon intercom*». No. 9. Advertentiën 10 cent per regel en i/i maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en ^aal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Oent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nnr. Alle stokken voor de Redactie bestemd, Adverteafiëii en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever De Bijzondere School mag noch door 't Rijk, noch door de Gemeente, op anderen dan gelijken voet met de Openbare behandeld worden. In dat teeken staat thans financieel de School strijd. De Schoolstrijd heeft tweeërlei doel: èn geestelijk èu stoffelijk. De geestelijke zijde kan men ook de paedagogische noemen; hoe moe ten de kinderen worden onderwezen en dus door 't onderwijs opgevoed. De stoffelijke zijde is de geldkwestie. Met den paedagogischen kant heeft de Overheid niets te maken; dat zul len de burgers onder elkaar wel uit vechten; de overheid kan geen School meester zijn èn als ze het is, doet ze 't verkeerd; bewijze de historie, toen in 1857 de overheid de richting aan wees, waarin 't onderwijs zou gegeven wordentoen ze de neutraliteit voor schreef en tevens van christelijke en maatschappelijke deugden gewaagde de twee onmogelijkste beslis singen, die ooit door een Overheid genomen zijn. Ze schreef voor, dat de onderwij zer die christelijke deugden plus da maatschappelijke den kinderen zou aanleeren en tegelijkertijd schrijft ze in dat zelfde artikel: De onderwijzer onthoude zich iets te leeren, dat in strijd is met den eerbied verschuldigd aan de meeningen van andersden kenden. Ooit zoo zot gezien! Over christe lijke deugden spreken, maar den Is raëliet niet kwetsen! Ra, ra, dat zaakje. De Overheid moet haar vingers thuis houden, als 't gaat over de opvoedkundige beteekenis van 't on derwijs: daar zullen de ouders over te beslissen hebben, maar niet de Overheid. Wil de Overheid zeer al- gemeene lijnen trekken, daar is niets tegen, Zij heeft bij een goed onder wezen volk het hoogste belang; dat jonge geslacht is de hoop des Vader lands; is de toekomstige staatsburger en staatsburgeres. Maar sgoed on derwijs® en toezien op »goed« onder wijs is nog heel wat anders dan de richting aangeven. Dat kan de Over heid wel als alle menschen eenzelfde kerkelijke belijdenis hadden als in de dagen der Republiek. Dan kan een Overheid voorschrijven, dat in de scholen die kerkelijke belijdenis op 't onderwijs inwerken zal. Maar zoo iets kan in onze dagen niet meer, nu de Overheid zelf geen bepaalde ker kelijke kleur heeft en de burgerij zich gesplitst heeft in Gereformeerden, Hervormden, Lutherschen, Room- schen, Remonstranten, modernen,ethi- schen en wie weet wat voor richtin gen nog al meer. Elke Overheid, die er zich nu nog aan waagt, om de richting voor te schrijven, waarin het onderwijs zal moeten gegeven: mislukt. Mislukt volkomenDe Overheid, al is ze ook eene christelijke, kan in onzen Staat zich met den paedagogischen kant niet meer bemoeien, tenzij de onder wijzers onderwijs geven dat den Staat ondermijnt. Natuurlijk: de Overheid zou zelf moord plegen, als ze de propaganda der anarchie toeliet. Maar overigens: de handen thuishouden. Waar dus de geestelijke zijde van het vraagstuk door de Overheid slechts met grooten schroom mag worden bezien, daar heeft ze met beide oogen den geldelijken kant te bekijken. En de Grondwetscommissie schreef dan ook in art. 192 In de kosten voor het algemeen lager onderwijs, op scholen door ingezetenen vrijwillig opgericht, wordt, onder voorwaarden en volgens regels door de wet te stellen, door de openbare kassen voorzien op gelijken voet als zulks geschiedt ten aanzien van dit on derwijs, op scholen van de Over heid uitgaande Dus de Bijz. School ontvange wat de Op. School ontvangt. Die wensch der Commissie is niets te ruim. Er is geen enkele beweeg reden aan te voeren, waarom de Open bare School van de gemeente nog duizenden ontvangt en de Bijzondere niemendal. En zoo men daarvoor redenen kent, moet men die maar aanvoeren. We vragen niet, of de Op. School mannen er anders over denken, d. i. of zij niet liever de gemeentelijke melkkoe alleen willen melken. Och ja! dat is wat te billijken. Dat beestje heeft al zoo lang gegeven, dat de open bare onderwijzers allicht gaan den ken 't Is ome koe. Maar 't is daarom nog niet zoo. Die Gemeentelijke melkkoe loopt op de Algemeene Weidie wei is niet van de openb. onderwijzers, maar van heel de Burgerij. En wie dus dat beestje gaat uitmelken is een dief. Samendeelen dat emmertje, vrinden Onze Kamercandidaat. Wordt 't niet hoog tijd, dat onze Centrale eens bijeenkomt om over den Kamercandidaat te spreken, 't Is duide lijk, dat we zonder Schouwen-Duive- land nog niet zoo heel veel kunnen be sluiten, maar er kunnen dan toch reeds besprekingen gevoerd en 't resultaat daarvan aan Schouwen meegedeeld, waarna de beslissing al zeer spoedig vallen zal. Het komt ons voort, dat onze Centra le niet de laatste moet zijn inNederland, om 'al een voorloopige candidatuur te stellen. 'tls Zoo er komt nog een Deputaten- vergadering, maar dat schikt zich wel, al hebben we dan al een candidaat genoemd en voorloopig aanvaard. Daarbij de geldzaak en die is ook van hoog gewicht. Moet 't gaan als in 1909, dan zal niet één lid van 't Bestuur den strijd met opgewektheid te gemoet gaan. Dan staan we in 1913, net als in 1909"" niet alleen voor een echec (verlies), maar voor een bespottelijk echec, te wijten aan gebrek aan geld, dat er in Flakkee onder onze mannen volop is. En ze hebben nooit geweigerddus ook nu dient men over de brug te komen. Een flinke Candidaat en een goede kas zijn twee middelen om te winnen. En nu moet men ons niet aankomen met 't praatje: We kunnen 't nooit winnen Want zoo'n taal is de taal der wanhoop en dies der onzinnige dwaas heid; Mr. Patijn kan vallen, maar dan moet er gewerkt worden én op Flakkee én op-Schouwen. Er zijn welgrooter boomen geveld. En zoo enorm groot is het verschil in cijfers niet. Een 300 Gedempte Ëoerensteiger 63A, 63B üotterdaeti. DINERS 60 cent en hooger. LOGIES MET ONTBIJT f 1 en f 1.25 Aanbevelend, I R. C. F. y. i LEE-Moonen. man omgezet en Mr. Patijn duikelt. Afgedacht nog van onze thuisblijvers, die we prikkelen moeten tot trouwe opkomst. De Bond van Marinematrozen »De kwaden zullen er uit," aldus minister Colijn- En hij heeft gelijk. Een Marinemacht, die zich plaatst tegen 't officieel gezag, kan niet geduld. Wanneer de Marinematrozen gehoor zamen willen, wel aan hun vak-leiders, en niet aan de officieren, vertegen woordigend de Regeering, kunnen en die leiders en die volgelingen op de Vloot niet langer gedoogd. Er zijn nu eenmaal bepalingen voor de Vloot, waaraan ieder zich heeft te onder werpen. Geven deze reden tot klacht, dan moet er geklaagd, maar eerst gehoorzamen. Bij zulk een organisatie als Leger en Vloot moet de discipline streng zijn er alle gezag, van den kleinste tot den grootste geeërbiedigd. Gebeurt dat niet dan wordt 't Gezag een bespotting en de Vloot een belaching voor andere Mogendheden. Dan daalt de waarde der Vloot in tijden van gevaar tot nul en dan is 't beter ze op "te doeken. Matrozen en andere minderen heb ben in de allereerste plaats te gehoor zamen aan de Wetin de allerlaatste plaats aan de leiders van den Bond. En wie nu de goede verhoudingen, zooals die in elk organisme moeten heerschen, omkeert, »moet er uit.« Zulke leiders zijn een kanker voor de Vlooteen gevaar voor de Nationale verdediging een bron van onophoude lijke twisten en insubordinatie of onrechtmatig verzet. Dat een Minister voorzichtig moet te werk gaan, is natuurlijk. Er zijn slappe karakters, die zich laten mee voeren, er zijn dwalende schapen, die er inloopen er zijn schepsels, die voor slachtoffer geboren zijn. Voor zulke meeloopers, misleiden, onbewust dwa- lenden, niet doordenkenden zij genade. Maar voor de leiders en allen, die welbewust zich verzetten, zij er geen pardon. Die moeten er uit. Dat zij dan in 't gewone burgerlijk leven een positie zoeken en vinden Maar op de Vloot moet hun invloed vernietigd. OP DEN UITKIJK. Direct nabij de Hoofdsteeg, 't Was een opmerkelijk zeggen. Niet lang geleden kwam op een vergade ring der Confessioneele Vereeniging, de vraag ter sprake, ot het niet goed zou zijn, als de groote stadsgemeenten werden ge deeld, volgens het meer genoemde parochie- stelsel. Men voelt, wat hier drijtt, In groote gemeenten is een geregelde, zorgvuldige bearbeiding der leden, die tot dezelfde Kerk behooren, haast onmogelijk. De 2>herdert moet daarbij trachten het aangezicht zijner »schapen« te kennen Begin daar es aan, als die schapen over een bevolking van bijna zesmaalhonderd duizend menschen verspreid wonen 1 Hoe zult gij ze eerstens uit de massa onder kennen en tweedens van elkander onder scheiden 't Is een onbegonnen werk. Het wijkstelsel helpt iets. Maar toch lang niet genoeg, zoolang niet elke wijk een eigen kerkgebouw, een eigen predikant en eigen ambtsdragers heeft en dit wordt een afzonderlijke gemeente, vol gens het straks genoemde parochiestelsel. Een predikant in een groote stad kan onmogelijk het gevoel hebben, dat hij voor zijn eigen gemeente optreedt. Het moet hem zijn, alsof hij eiken Zondag >uit pree- kent gaat, nu hier, dan daar, 't rijtje langs, volgens toerbeurtaf en toe een Zondag »vrij«. Niet weinigen bevalt dit wel. Tenminste onder de »hoorders.« Hebben ze hun vaste plaats in 't zelfde kerkgebouw, dan krijgen ze eiken Zondag een anderen »spreker«, zelfs twee ver schillende op éénen dag. En zijn ze de hoorders n.l. wat Hoopsch* uitgeval len, dan wandelen ze »hun« dominee na tot aan de einden der stad, om ook tel kens weer onder een vreemde menigte ver zeild te raken. De Corinthische zonde, waarbij de een van Paulus en de ander van Appollus is, wordt op deze wijze niet weinig in de hand gewerkt. En 't is voor de predikanten ook moeilijk, om het kinderlijke »naloopen«, waardoor de een steeds overvolle beurten en de ander halve kerken heeft, naar eisch te bestraffen. Hebben ze »den loop«, dan zegt de booze tong, na zulk een bestraf fing, dat de dominee 't es goed wou la ten uitkomen hoe vol 't wel bij hem is. En zijn ze minder »gezocht«, dan wordt achter een liefderijke vermaning toch nog hartelooze spijtigheid gezocht waar dan nog bij komt, dat de afwezigen, die de vermaning juist moesten hebben, ze niet hooren Rome is ons hierin bepaald vooruit. Het heeft zijn stad behoorlijk in paio- chieën verdeeld, elke parochie met haar eigen bedehuis, eigen pastoor en kapelaans een eigen j>kerk< in 't groote stadsverband. Maar Rome lukt dit makkelijker. Voor Rome is hoofdzaak in den eere- dienst de Mis. En daarbij neemt de per soon van den bedienenden priester, ten minste voor 't bewustzijn van het volk 'n ondergeschikte plaats in. Bij ons is dat anders. De preek is voor ons de hoofdzaak. En zooals 't met alle gaven is zijn ook de preekgaven zeer verschillend, gelijk men in 't Zondagmorgen-koffieuurtje of op den Zondagavondkrans behoorlijk kan vernemen. Doch om ter zake te komen. Met name in de Hervormde Kerk met haar uitgebreid zielental, gaat men begrij pen, dat er volgens het tegenwoordige stelsel van systematische bearbeiding eener gemeente geen sprake kan zijn. 't Zit 'm niet in de predikanten. Die worden genoeg opgejaagd. 's Maandags moeten ze zijn op een ba zar voor de heidenenDinsdags hebben ze catechisaties en spreekuurWoensdags moeten ze een bidstond leiden voor de JodenDonderdags hebben ze een zon dagsschoolcursusVrijdags hebben ze hun licht te laten schijnen op een zusterkrans. Overdag ziekenbezoek en doopouders, kraammoeders en rouwdragenden vermanen en vertroosten. Wanneer ze den tijd uit- woekeren voor studie en preekenmaken is velen een raadsel. Neen, de predikanten arbeiden wel. 't Zit 'm in het stelsel. Of liever in de stelselloosheid. En om daarin nu verbetering te bren gen, werd op de vergadering bovenbe doeld in krachtige bewoordingen het pa rochie-stelsel verdedigd. Met name voor de grootste steden. Doch wat gebeurde er toen In het debat mengde zich ook dr. Krom- sigt van Amsterdam, in den laatsten tijd vooral ook bekend geworden door het aan heffen der leuze geen coalitie, zonder vast accoord inzake kerk en school. Welnu dan, dr. Kromsigt wierpeen emmer koud water over den rug der aller- ervarenste voorstanders van dat stelsel, die al gehoopt hadden, dat langs dezen weg de kerk weer zou terugkrijgen de centrale plaats in het leven des volks, die zij vroe ger bezat. Dr. Kromsigt sprak Weet wel, wat ge doetOverweeg wel, of ge niet meer be derft, dan ge winnen kuntWant werd eens werkelijk zulk een parochiestelsel bv. voor de keik van Amsterdam ingevoerd, dan zou in minder dan geen tijd in mijn wijk een socialistische dominee beroepen zijn Daar werd weinig tegen gezegd. Ik voor mij heb nooit sterker veroor deeling gehoord van de volkskerk-idee, als door deze woorden van haar grootsten voorstander. Met uw kerk, die allen om vatten wil, haalt ge de wereld in de kerk, maar zet ge niet de kerk in 't midden der wereld. Ook voor de Ned, Herv, kerk, die nog zulk een macht is in ons volksleven, geldt het, dat ze slechts als belijdenis-kerk, en dan niet alleen wettelijk, maar ook feitelijk, ons volk ten zegen kan zijn, En daarom is het een feit, voor de toe komst van groote beteekenis, dat ook in de Hervormde kerk steeds meer mannen, met name ook predikanten, opstaan, die met bewustheid de volkskerk-idee loslaten en den eisch stellen, dat de keik weer als belijdeniskerk zal optreden in 't midden der wereld, ook door een uit-elkander-gaan van wat geenerlei gemeenschap van belij denis meer heeft. Die mannen hebben een moeielijke strijd. Maar in hun beginsel ligt hun kracht 1 Doch nu de keerzijde der medalje. Nooit ofte nimmer mogen wij op de man nen, die èn de belijdenis èn de volkskerk-idee vasthouden willen, uit de hoogte neerzien, Dat gebeurt maar al te vaak. En dat gebeurt juist door hen, die zich koesteren bij 't vuur hunner zuivere belij denis, maar geen enkele kool van dat vuur uitdragen in de wereld, opdat ook het van God vervreemde geslacht zich het kille hart weer bij de zuivere waarheid, die den éénigen troost brengt, beide in leven en sterven, warmen mag Ach I laat er bij hen beschaamdheid des aangezichts zijn. De mannen, die zij veroordeelen, hebben dit op hen voor, dat zij voelenWij mogen die wereld niet loslaten j Alzoo lief, immers, heeft God de wereld gehad Hun methode is de onze niet. Leidt zelfs van het doel af. Daarin heeft dr. Slotemaker de Bruyne gelijk, als hij zegt: Een belijdenis-kerk, die tevens volks-kerk zijn wil, is onbe staanbaar is een vierkante cirkel. »De kerk trouw aan haar Belijdenis. Dat moet de leuze zijn van allen, in en buiten de Hervormde kerk, die de aloude belijdenis der vaderen liefhebben. Maar de kerk, uitgaande in de wereld, om het gansche volk ten zegen te zijn Dat hoort er onmiddellijk bij. En daarom achten we het, niet slechts voor ons kerkelijk, maar ook voor ons maatschappelijkvoor ons sociale leven van groote beteekenis, dat er dit voorjaar zal gehouden worden een Gereformeerd congres voor Evangelisatie. Niet »kerkelijk gereformeerd.* Een congres, als we ona goed op de

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1913 | | pagina 1