27ste Jaargang N\ 1833. Woensdag 15 Januari 1913 Orgaan Antirevolutionair IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN. voor de Znidhollandüelie en Zeeuwsche Eilanden. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag, Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ÜITGSYEB SOMMELSDUK. felelooi Iztereoaui. lo. 2. AdverteatiöB 10 cent per regel en inaal, Reclames §0 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en si aai» Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan 1 Advertentisn worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nar. Alle stukken voor de i&edacüe bestemd, Advertenties* en verdere Administratie franc© toe te ^eassieia aais den SJItg-ever f? De Partijdag op 22 Januari Mr. V. H. RUTGERS, zoon van prof. Rutgers te Amsterdam Ka merlid voor Hilversum met Broedersdat ieder kome, die kan; en dies de sprekers het voor kg# Een samenkomst van vrienden en belijders der zelfde politieke be ginselen is en blijft steeds aanlokke lijk. Die hartverheffende saamhoo- righeid dat eenheidsgevoeldat bewustzijn van eendracht en saam werking en eenparig streven naar één schoon doel't is de oorsprong en steeds de vrucht van een Par tijdag. 'j Uit Oost en West komt men angetogen, om in lofzang en ge beden, in dankbaarheid en bezieling elkaar als medestrijders, als me dearbeiders, als „houthakkers en waterputters" te ontmoeten en on der het Uw Naam zij eerete beluisteren de keurige woorden, die op zoo'n dag altijd door ervaren sprekers en beginseldragers worden geuit. Op dan, broeders! oud en jong! Laat niets U weerhouden om dien blijden 22sten Jan. mee te vieren. Vier jaar geleden was er een sneeuwstorm en toch de School stampvol. Geen strenge kou, geen striemende sneeuwjacht weerhield U en ge waart dankbaar gekomen ie zijn van buiten een verdorrende ju, maar in de School een ver kwikkende geestdrift, door de liefde voor de beginselen gekweekt, on derhouden en opgelaaid. Op dan, broeders oud en jong. Als sprekers zullen optreden Ds. HOGERZEIL, Ned. Herv. predikant, te Vlissingenvoorman in de rijen van 't Werkliedenver bond Patrimonium, kandidaat voor de Tweede Kamer te Arnhem in 1909; wiens grootvader te Nieuwe Tonge predikant was van 1855 i860. Het onderwerp luidt Het legroolingsdebat een wegwijzer voor 1913. Verplichte verzekering of „Staatspensioen" H. DE WILDE, ons Statenlid en Wethouder van 's Gravenhage een zeer gewaardeerd spreker, nog vol vuur, hoewel de grijsheid naakt, met.- Concentatie of Coalitie. Zooals de lezers weten, is de Concentratie 't verbond van Links, Coalitie het Verbond van Rechts. De twee woorden beteekenen dus in plat HollandsLinks tegen Rechts. En als vierde spreker zal zeker met een slotwoord wel optreden, H. Ch. VEGTEL, lid van Gede puteerde Staten. De Zondagsschool gaat open, bij aankomst der trams. Entree is vrij, maar er zal een colleGte gehouden worden als in de Kerkenéén rondgang slechts. Toegang alleen voor Partijge- nooten en Medestanders. recht hebben om voor een volle zaal te redevoeren. En zegene de Heere dat werk tot eere van zijn Naam, tot heil onzer beginselen, tot versterking van ons partijleven. Kan met 't oog op de Tram het Bestuurslid der Centrale, ieder in zijn dorp, niet ongeveer opgeven, hoeveel er komen. 't Zou wat moois zijn, als er trams te weinig waren, door onze schuld. In elk geval zullen we de Direc tie te Rotterdam een beleefde vraag doen in verband met 't rijdend materiaal. Ontkend wordt door niemand, dat 't huidige, oude Tarief zwak bescher mend is. Ook de Vrijhandelaar erkent het, maar met leedwezenwij met dankbaarheid. Niet, dat we zooveel malen om dat leedwezenwe zagen liever, dat de Vrijhandelaar praktisch optrad en voorstellen deed tot verlaging, dan had dat leedwezen voor ons groote waardewant aan woordenklank hech ten we niet. En nu weten we wel, dat de Vrijhandelaar die voorstellen niet zal doen, omdat de schatkist de 14 millioen niet kan missen en tal van Nederlandsche industrieën al met de 5% zijn opgegroeid en erop leunen; maar onmogelijk was zoo'n afschaf fing nietal moest ze natuurlijk over jaren loopen. Plotseling afschaffen zou dom en roekeloos zijn. Maar Enge land heeft nu Vrijhandelin 1842 invoerrechten van 5, 10 en 20 op wol en linnen en aardewerk en in 1815 invoerrechten van 50 en 75%. Dat Land is dus wel van de Bescher ming afgegaan sinds 1815. Maar wat onze Nederlandsche Vrijhandelaars hebben gepresteerd op dat punt, is niet veel zaaks. Theorie! en nog eens theorie van allerlei economisten, tegen Protectie; maar slot van de historie isons tarief is 50/°of soms 25 gld per 100 K G. op sommige artikelen ons tarief heeft fiscale rechten, die steeds geheel en al drukken op den consument of den kooper, en bescher mende rechten, die ook drukken kun nen. Alleen bij beschermende rechten doet zich soms t geval voor, wat bij fiscale nooit zoo is, dat de kooper zijn hooger prijs moet laten rollen in den zak van den fabrikant; dit gebeurt dan natuurlijk, als hij binnenlandsche artikelen koopt. Wie b.v. een Duit- schen ploeg koopt met 5% invoerrecht voor f 50, moet in 't ergste geval f 52% betalendie rijksdaalder gaat in de schatkist, en wordt bij invoer door den Duitscher aan den Rijksamb tenaar betaaldwaarna de inporteur dien Rijksd. weer ontvangt van den boer. Maar wie een Hollanschen ploeg koopt kan de ploeg voor f 50 krijgen, als de Hollandsche smid flink durft concurreeren en graag groote clan- disie heeft, want op Hollandsche ploe- gên is in Holland natuurlijk geen invoerreeht maar 't kan ook zijn, dat de Holl. smid zóó redeneert »Een Duitsche ploeg kost 52 Vj gld. dus ik reken ook 52'/2. En dan komt de R.D. in zijn zak, terwijl de Schat kist er geen cent voordeel van heeft. Al is 't dus niet waar, wat de Vrij handelaars beweren, dat alle invoer rechten alle prijzen verhoogen al is 't wel waar, dat alle fiscale rechten beslist en zeker de prijzen verhoogenal is 't wel waar, dat bij een beschermend tarief een flink fabrikant volstrekt nog niet de 5% op zijn eigen fabrikaat legt en de concurrentie aandurft met al zijn collega's en de artikelen even goedkoop blijven als vroeger: toch blijven de Vrijhandelaars de fiscale rechten handhaven, die beslist druk ken en maken veel drukte, theore tisch ten minste, over de beschermende rechten, die kunnen drukken en ook werkelijk drukken op hem, die de buitenlandsche artikelen koopt; maar niet drukken, als ge Hollandsche koopt bij een fabrikant, die 't Buitenland zijn tanden durft laten zien. Doch afgezien van al dat getheori- seer der Vrijhandelaars tegenover hun praktijk, zoo mag toch de vraag gedaanWaarom wilt gij bescher ming? Dat is een ernstige vraag, die ern stige beantwoording vraagt. En dan zijn er voor ons twee afdoende rede nen, die de bescherming wettigende eerste is het opvoedicgsargument, dat ook door alle vrijhandelaars erkend wordt. Zoo schrijft wijlen mr. Pierson de oud-Kabinet formeerder in zijn Leerboek der Economie»Hooge in voerrechten mogen een offer vergen van de natiedit offer wordt door veelzijdige ontwikkeling der volksnijverheid ver goed en hij voegt erbij dit argument 11.1. ontwikkeling der volksnijverheid is niet gegrond op onjuiste begrippen aangaan e het internationale ruilver keer; loochent niet, dat beperking van dat verkeer op zich zelf nadeelig is te achten, en levert geen pleitrede voor duurzame, maar alleen voor tij delijke bescherming Mr. Beaujon in zijn werk Handel en Handelspolitiek® zegte leer Het beschermend invoerrecht is voor de nijverheid een opvoedingsmiddel be vat het eenig logisch steekhoudende theoretische argument, dat 't protec tionisme in het vuur kan brengen; die leer is dus niet absoluut verwer pelijk Bescherming wordt gewettigd door 't Opvoedingsargument èn onzes in ziens ook door een fout, die de Vrij handelaars in hun doei over 't hoofd zien, wanneer ze beweren, dat han del ruil is, over welk punt we in een ander artikel zullen schrijven, in dit artikel eerst nog iets over 't Opvoe dingsargument. Wat is dat Het wil zeggendoor invoerrechten een industrie plantenzooals List, de Duitsche econoom dat noemtwij zouden zeggen doen ontstaan en daax1- na komen tot groei en bloei. Bv. Wanneer een land goede voorwaar den bezit van industrie bv. steenkolen, erts, bosschen, enz. dan zou daar best de ijzerindustrie kunnen gaan tieren, a!s er maar fabrieken werden gebouwd en er de bekwame ingenieurs en ar beiders waren. Stel nu, ze zijn er nog niet en Duitschland met Engeland overvoeren de landstreek met hun ijzer waren, dan komt er nooit industrie en in 't begin zeer zeker met verlies, want de arbeiders hebben er nog niet genoeg vaardigheid, handigheid en ondervinding. Hoe moet nu de Regeering van zoo'n landstreek optreden? Heel eenvoudig. Zij roept ingenieurs op, én werklie den in de eerste plaats; maar daar nevens heft zij invoerrechten, om in den beginne de vreemde producten te weren. Natuurlijk is in den beginne zoo'n invoerrecht scha voor den particulier in die streek, maar voor de Natie is het noodzakelijk. De industrie leert als een kind loopen met den kruk der protectie; maar al doende leert ze en ten slotte heeft ze noch Duitsch land, noch Engeland meer noodigdan wordt eigen grond verder ontgonnen en alle rijkdom uit dien grond en door die industrie blijft in 't Land. Ja, men kan dan zelfs gaan uitvoeren naar Enge land in plaats dat dit Land de land streek overstelpte met zijn goederen Ieder vrijhandelaar erkent, dat zoo'n invoerrecht met 't oog op de Nationale belangen geoorloofd is. Wel noemen ze nog bezwarenZe zeggenmaar zal men dat als invoerrecht later, als er bloei is, wel laten vallen üfzal de industrie met zoo'njjinvoerrecht niet gaan slapen op 't kussen van zorge loosheid F of als de proef eens mis lukte Die vragen mogen gedaan worden, maa- 't antwoord zal dit moeten zijn: Bij elke nieuwe actie op elk terrein maakt men een sprong in 'tduister; niemand kan bij eenigen handel of industrie of landbouw absoluut zeker zeggenzoo en zoo zal 't resultaat, de uitslag zijn. Maar dit staat vast Waar de kansen van slagen groot zijn, moet men den sprong wagen en vallen er dan helaastoch slachtof fers, dan is daar niets aan te doen. Vallen er bij den Vrijhandel geen slachtoffers Was dat waar, dan was er geen invoerrecht noodig; geen Ta- riefwetgeen geroep om beschermende rechten. En bij Vrijhandel en bij Protectie kunnen slachtoffers vallen. Maar bij 't opvoedings argument geldt 'tProbeer en werk met noeste vlijtmits na tuuriijk de voorwaarden tot opkomst en bloei aanwezig zijn. iu en buiten de Earner. Amice Zie zoo't jaar 1913 is begonnen. Een gewichtig jaar! Een jubeljaar, waarin we zullen gedenken liet heugelijke feit dat God de Heere ons bevrijd heeft van het Fran- sche juk, en dat het geliefd Oranjehuis weer onder gejuich werd binnengehaald. Of de vreugde bij allen zoo groot zal zijn nu we het feit zullen herdenken als toen het feit doorleefd werd, staat te be zien. De beginselen zijn niet over de gren zen gejaagd in 1813. Het revolutionaire beginsel is gebleven. De teekenen der tijden wijzen er op dat menigeen o zoo lief het revolutionaire beginsel aait. Ware feest vreugde zullen de belijders van den Chris tus aan den dag kunnen leggen. Toch zal de verootmoediging niet achterwege mogen blijven. Ons volk, voor zooverre het liberaal getint is, holt steeds verder af van de Christelijke levensbeginselen. Zelfs de oud liberalen huppelen om den afgod Staats pensioneering* en »Algemeen Kiesrecht. Of ze deze socialistische beginselen zoo lief hebben, als zij zich moeten voordoen, betwijfel ik. Ze moeten echter. Mr. Troel stra legt de zweep duchtig op den stram- men rug. En reken er op dat deze niet mak isDat weten de liberalen zeer goed. Maar nood breekt wetten. Zij zijn over tuigd dat als ze niet in concentratie op trekken, aan een overwinning niet valt te denken. Nu zeggen de liberalen in de Tweede Kamer wel, dat ze van de »rooien« niet willen weten, en zetten ze een kooge borst, wanneer wij zeggen, dat ze het socialis tisch beginsel toch uitdragen. De oude hooghartigheid blijft hun eigen, 't Kwam zoo duidelijk uit in de Kamer, toen baron Van Dedem de heeren eens polste op welke wijze zij aan het geld zouden komen, om de Staatspensioneering te bekostigen. De kosten van den bouw der toren over- rekenen 1 Zoo brutaal hadden de liberalen het nog nooit gezienZe hadden immers altijd de centen gevonden. De kiezers moeten naar zoo iets niet vragen. Zij liberalen zijn het vertrouwen dubbel waard! Ze hebben het vertrouwen altijd gehadZe waren prompt in het betalenLaat er èén komen, die durft twijfelen aan haar wijsheidHet »denkend« deel der natie heeft toch rekenen geleerd. Zakelijk komt de redeneering van den heer Roodhuijzen hier op neer. Dus we weten dat als de liberalen hun zin krijgen, de centen van zelf zullen komen, en dat wij, »de Christelijken* ervan lusten zullen. Want voor de vrijheid van onder wijs moeten we van hen geen heil ver wachten. De openbare onderwijzers zullen niet dulden dat één liberaal gekozen wordt die voor gelijkheid van onderwijs is. Wel ver langen zij dat uit de Staatsgelden de noodige duizenden in hun zak vloeien. De Christelijke scholen moeten liefst weg. En laat er nu eens een liberaal zeggen, dat hij zal medewerken aan de gelijkstelling. Weet ge wat het gevolg is? 't Geheele concentratie-program ligt in duigen. Ge moet over de openbare onderwijzers niet gering denken. Steeds meer traehten zij de Kamer te bevolken. Natuurlijk die het meest rood is, heeft de meeste kans. Of ons parlement met dergelijke personen vooruit zal gaan Gij zult het met mij eens zijn, dat het achteruit gaat. Als zij onder elkaar zitten, komen ze recht voor de zaak uit. 't Gaat hun ongeveer als de onbeschaafde volken. Dezen plaatsen vrouw en kinderen vooraan in den strijd, wijl zij weten dat beschaafde volken vrouw en kinderen zullen sparen. Zoo hebben de heeren geregeld zich verschuild achter de kinderen, 't »Arme kind* was schering en inslag. Op de laatste bondsvergadering hebben ze anders gesproken. In Amster dam bv. zouden ze nog een paar scleri- calen* knikkeren, en dan hadden ze een »prachtpositie.« 't Gaat er dit jaar dus om. Winneu de liberalen het, dan zullen wij eens zien, hoeveel belasting we meer moeten betalen. Geld is er genoeg, zoo zeggen ze. 't Zal wel waar zijn, maar het zit dan te veel op eén hoop. Ik ken onder onze eenvoudige burgers zooveel kapitalis ten niet. Ze zullen wellicht onder de libe ralen zitten. En toch wil dit er bij mij ook alweer niet in. Denk bv. aan het feit, dat men aanvankelijk de Chineezen de kosten van de liberale propaganda zou laten betalen. Geld genoegWel zeker. De beer Patijn, »de toekomstige Minister van Financiënook wel genoemd, wanneer nl. de liberalen het winnen, heeft een klein blikje in de toekomst geworpen. Voor Staatspensioneering zal een nieuwe belas ting noodig zijn. Ge kunt er dus op reke nen dat ge alsdan nog een belastingbiljet in huis krijgt. Nu reeds, ik weet het. zucht ge onder de belastingdruk, zoo goed als ik. Maar dan Wel 't is immers 't jubel jaar. De verlossing van het revolutionaire beginsel mag toch wel wat kosten. Zwaar zal de druk worden vooral op de voor standers der Christelijke levensbeschouwing, 't Zou een ramp zijn, die de eenvoudigen tranen zal kosten, 't Is daarom te wenschen dat wij wakende en strijdende bevonden worden. Mijn hartgrondige wensch is dat God ons beware voor die ramp. Ik zag liever dat in onze omgeving »de toekom stige minister van financienniet herkozen werd. En dat de heer Roodhuijzen met zijn »blanco-crediet« de rust kon ontvan gen. Wij hebben meer dan genoeg van de liberale beginselen ondervonden en onder vinden deze nog. Vertrouwen aan de libe ralen te schenken, doen de liberalen zelf niet. Vertrouwden zij zicbzelven, nooit waren ze gekomen met een socialistisch progsam voor 1913. Toch hebben ze zoo het land aan de »clericalen« dat zelfs de vrije liberalen eigen beginsel vaarwel zeggen en Troelstra in den arm vallen. De >Christelijken« krijgen de schuld. In het bijzonder de Roomschen. De secr. der vrije liberalen, nl. de heer Drion heeft het in een lezing gezegd. Het eind is, dat in 1913 de liberalen de strop om den hals halen, en dat mr. Troelstra deze dichttrekt. Dan hangen ze. Bij voorbaat zeggen ze,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1913 | | pagina 1