An tirevo lutionair
Zaterdag 11 Januari 1913.
278te Jaargang N°. 1832.
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
Se Eerste Earner op de helling.
W. BOEKHOVEN,
1
voor de ZuidhoUandsche en Zeenwsielie Eilanden.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent.
Bnitenland bij voornitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nnmmers 5 Cent.
SOMMELSDÏJK.
Advertentlën 10 Cent per regel en maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Alle stokken voor de Redactie bestemd, Advertentlën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Op 23 Oct. 1905 werd een Grond
wetscommissie geinstalleerd, die 20
Dec. 190ö haar rapport uitbracht, 't
Was tijdens het Kabinet de Meester;
door mr. Rink, toen Minister van Binn.
Zaken. Die Grondwetscommissie en
dus ook die installatie der leden was
een gevolg van de Troonrede van 19
Sept. 1905, de eerste troonrede na den
val van het Kuyperkabinet, waarin
et?het voornemen der Regeering aange
kondigd werd, om, ten einde den ge
wonen wetgever vrijheid te geven bij
de regeling der Kiesbevoegdheid, voor
stellen bij de Staten-Generaal aanhan
gig te maken tot herziening van de
daarover handelende bepalingen der
Grondwet. Daarnevens werd mege-
deeld, dat voorat een onderzoek zou
ingesteld worden, welke andere wijzi
gingen nog in de Grondwet moesten
gebracht worden.
In de toespraak door mr. Rink ge
houden werden de volgende 10 punten
onder de aandacht, der Commissie
gebrachtle. de Eerste Kamer. 2e. de
vereischten voor de benoembaarheid
harer leden. 3e. het kiesrecht voor de
Eerste Kamer4e. de ontbindbaarheid
der Prov. Staten. 5e. het al of niet
toekennen vanhet recht van amen-
dement aan de Eerste Kamer. Ge. de
evenredige vertegenwoordiging. 7e. de
verdeehng van het Rijk in kiesdistric
ten. 8e. de zittingduur der leden van
de Staten-Generaal. 9e. de schadeloos
stelling van de leden der St.-G. 10e.
de vereeniging van het lidmaatschap
van een der beide Kamers met andere
ambten of bedieningen.
Vooral de vijf eerste punten dienen
wel onder de oogen gezien, omdat die
de Eerste Kamer raken. En dan treft
iets wonderlijks. Deze Commissie, ge
komen aan art. 81 der huidige Grond
wet »om lid der Tweede Kamer te
kunnen zijn, wordt alleen vereischt,
dat men mannelijk Nederlander zij«
wil dit artikel zóó wijzigen, dat de
Grondwet aan de verkiesbaarheid der
vrouwen voor de Tweede en zelfs voor
de Eerste Kamer geen belemmering in
den weg zal leggen.
Maar nu komt 't vreemde. Deze
Commissie, zoo ultra-democratisch, om
zelts de Eerste Kamer (laat staan nog
de Tweede Kameropen te zetten
voor vrouwen, wil art. 112 zoo wij
zigen, dat die Eerste Kamer het recht
van wets_wijziging (amendement) ver
krijgt.
Voor den eenvoudigen lezer zij op
gemerkt,} dat volgens art. 112 der
Grondwet de Tweede Kamer het recht
heeft om wijzigingen in een wetsvoor
stel des Konings te maken; met een
vreemd woord heet dat het recht van
amendement, waarvan een Kamer soms
grof misbruik kan maken én om den
tijd te verkwisten én om een wet dood
te maken én om een Minister het
voetje te lichten.
De Eerste Kamer heeft dat recht
niet; zij moet de wet aannemen of
verwerpen, maar wijzigen mag ze niet.
En door de democratische partijen
wordt dit toegejuicht; zij willen aan
de Eerste Kamer dat wgzigings-recht
volstrekt niet geven, waarover aan
stonds meer zal gezegd worden.
Welnu, de ultra-democratische Com
missie, die vrouwen naar de Eerste
en Tweede Kamer zenden wil,
wil ook dat amendeeringsrecht aan de
Eerste Kamer geven. Allereerst uit
een principieel oogpunt. Een amen
deeringsrecht is een vergrooten van
den invloed der Eerste Kamer; is
haar dezelfde rechten geven als aan
de Tweede; is een ingrijpen in de
stemmingen en beslissingen der
Tweedeis een gebod aan de Tweede,
dat zij haar beslissing nog eens zal
herzien en zoo niet, dat zij (Eerste)
het werk van haar zuster (de Tweede)
ongedaan zal maken.
Wat argumenten voert de Com
missie aan voor dat recht aan de
Eerste Kamer, dat in Nederland totaal
onbekend is en waartegen nog al van
vele zijden hevige vijandschap is ge
openbaard. Ze zegt dit
Toekenning van het recht van
amendement aan de Eerste Kamer
zal de vaststelling zijn van een
grondwettelijk beginsel dat in bij
na alle constitutioneele landen ge
huldigd wordt. In 't kort kunnen
ter verdediging daarvan de vol
gende gronden worden aangevoerd.
En dan volgen die gronden, welke
we kort zullen aanstippen:
Ten eerste: het gemis van dat recht
brengt de le Kamer in een soms pijn
lijken tweestrijd, een wetsvoordracht,
waarin enkele bepalingen voorkomen
waartegen bij haar groot bezwaar be
staat, óf onveranderd aan te nemen,
öf onvoorwaardelijk te verwerpen.
Ten tweede: Door dat gemis is een
verwerping soms het gevolg, wat ver
traging inde wetgeving beteekent.
Ten derdeDoor dat gemis is de
Eerste Kamer slechts een College van
Advies, (Raadgever) maar dan nog
onder zulke beperking, dat, zij advi
seert, als de Tweede Kamer reeds
heelt beslist en deze dus van dit ad
vies (Raad) geen nota meer nemen
kan, noch zelfs de Minister, al moest
hij ook instemmen met de waarheid
der gegeven argumenten of beweeg
gronden dier Eerste Kamer.
Ten vierde: Door dat gemis kan
een Regeering niet verschilende on
derwerpen in éèn wetsontwerp saam-
voegen; want verwerpt de Eerste Ka
mer één onderwerp, dan vallen al de
onderwerpen. De Minister is dus ver
plicht, als een dokter, droppel voor
droppel toe te dienen, vooral als op
't etiket van 't fleschje staatvergif
tig. Dat wil zeggenals de wetsont
werpen kans hebben verworpen te
worden door de Eerste Kamer, we
gens al te veel democratie.
Ten vijfdeDoor dat gemis ont
staat er tusschen de beide takken der
Volksvertegenwoordiging, bij verwer
ping, een gespannen verhoudingboos
heid bij de Tweede over de «brutali-
teit« van de Eersteen «heerschaps
idee® bij de Eerste, dat zij die Tweede
er nu eens tusschen heeft.
Ten zesdeDoor dat gemis zou het
aantal botsingen, bij uitgebreider kies
recht en dus bij meer onbekookte
en onbezadigde wetsontwerpen, groo-
ter worden dan vroeger. Als het al
gemeen Kiesrecht komt en Jan en
Alleman zijn eischen laat gelden, ko
men er wellicht zulke ongéhoord
dwaze wetsontwerpen, dat de Eerste
Kamer er geen een door den beugel
laat. En dan is er slag op slag bot
sing tusschen 't Binnenhof links en
rechts van de Ridderzaal.
Ieder ziet dus, dat de Commissie
niet over nachtijs loopt, als ze dat
recht van amendement wil toedienen
aan de Eerste Kamer. Geen twee
strijd meer. Geen vertraging meer.
Geen College van advies. Geen af
zonderlijke wetsontwerpen. GeenGge-
spannen verhoudingen. Geen onop
houdelijke botsing na Algemeen Kies
recht.
Wordt vervolgd.)
OP DEN UITKIJK.
Voor Huis en Hof.
UITGEVER
Telefoon Intcicown. No. 2.
C-i.
't Is jaren geleden, dat ik 't las.
En 't boek zal tegenwoordig, vermoed
ik zoo, weinig meer gelezen worden, want
het valt nu juist niet in den geest van
dézen tijd en in den smaak van 't publiek
dat thans den toon aangeeft.
't Was een boek van vóór '8o.
Zelfs den titel kan ik me niet meer her
inneren 't was geloof ik zoo iets
als »Trou-ringh voor het jonge Holland*
en 't gat lessen, wenken, ervaringen,
voorspellingen, waarschuwingen aan allen,
die zochten te trouwen, getrouwd waren,
of op 't punt stonden den grooten stap
te doen. En dat in prettigen vorm, zoo
op de manier van den ouden opa, die be-
hagelijk uit z'n gouwenaar dampt, de kachel-
warmte om z'n beenen voelt, een dampend
glas of dito kop vóór zich ziet en door
dat alles in de stemming kwam, om 't
jong-volk uit den schat zijner ervaringen
een en ander mee te deelen.
Uit dat boek herinner ik me o.m. één
anecdote, die mij altijd bijbleef.
Jong-moedertje Had een kleinen jongen,
'n eersteling.
Zooals dat gaatvan eerstelingen wordt
in den regel al te veel werk gemaakt en
niet zelden worden ze voor familie en
vreemden een plaag. Ik voel me altijd ge
ruster, als er na niet al te langen tijd een
tweede gekomen isals de moeder er niet
onder lijdt, is 't voor den oudste een ze
gen, wijt dan de gevaarlijke ophooping
van vaderliefde -en moederlijke teederheid
een grooter verspreidingsvlak vindt.
Nu goed: déze knaap, drie a vier jaar
oud, was reeds tamelijk onhandelbaar ge
worden en zat niet' zelden zijn moeder zóó
op den kop, dat ze geen raad met hem
wist.
Aangezien ze lief Kareltjen nu eenmaal
niet kon >slaan< foeidie kinderbeu-
len, die hun eigen vleesch en bloed aan 't
schreijen slaan, vojjd ze en in Karel-
tjen's hart, gelijk in 't hart van elk Adams
kind, de zonde wakker werd en de trek
naar 't verbodene levendig, zatjong-moe-
dertjen soms met de handen in 't haar.
Klaagde haar nood hij den man-en-
vader.
Dat was een paedagogisch genie.
>Kind doceerde hij -je vat het
verkeerd aan. Jij loopt den ganschen dag
Kareltje achterna, als zijn getrouwe slavin.
Moet je niet doen. Laat 'm zijn eigen gang
gaan' 1 'n Oogje in 't zeil houden, inatuur-
lijk I dat hij niet bii, water of vuur komt.
Maar overigens moet je zco'n jongen laten
leven, zooals-ie wil. 't Kwaad brengt z'n
eigen straf wel mee. Zoon kind moet je
niet slaan of straffenhet moet z'n eigen
opvoeder zijn. Je moet niet de natuur wil
len dwingen, weineen 1 laat die natuur maar
uitwerken, 't Komt tenslotte alles wel op
z'n pootjes terecht.*
Jong-moedertje luistert aandachtig naar
de wijze lessen van haar heer-gemaal, doch
springt eensklaps op, met 'n schrik-gilletje
»Kareltje is weg
Even later komt ze verontwaardigd te
rug, neemt haar man mee, nee, maar
hij moet nü es zien, wat de jongen heeft
uitgehaald't gaat cü over alles heen 1
En'jawel! daar zit Kareltje bij't fornuis
en schept met zijn handen de kolenbak
leeg, tatoeëert zich gelaat en armen met
't kolen vuil, en heeft z'n frisch, pas ge-
wasschen pakje ontoonbaar gemaakt.
Moeder wil de keuken instormen.
Doch manlief houd haar tegen.
»Laat 'm zijn gang gaan,« zegt hij, »Je
zult zienstraks krijgt hij erg in zijn eigen
vuilheid en dan gaat hij zich schamen, dan
voelt hij zich vies, dan komt ie schreijend
vragen, of Je 'm schoonmaken wilt en
.hij te voor 't vervolg genezen.*
Maar Karei heeft praten gehoord.
Hij keert zich om en vindt het leuk, dat
pa en moe es komen kijken. Meteen aait
hij pa met z'n zwarte kolenhanden over
diens hagelwitte manchet.
»Jou aaproept papa en springt ont
zet terug.
»Kijk je nou es smerig zijn,* zegt ma
ma verwijtend.
Kareltje bekijkt zich nu wat nauwkeuri
ger waarlijk, ma heeft gelijk vies
Doch, geen nood! Met één sprong heeft
hij mama bereikt, maakt zich meester van
haar fijn geborduurd middagschortje, waar
ze zoo zuinig op is, frommelt het als 'n
stofdoek ineen en sponst er zich manhaftig
't gezicht mee af: men moet zich kunnen
helpen.
»Jou aaproept mama en springt
eveneens ontzet terug
Met één stootje lag 't gansche opvoed
kundig getimmerte van mijnheer tegen den
grond
Wie nu echter meenen mocht, dat in
den tegenwoordigen tijd zulke paedagogische
nonsens niet meer verkocht wordt, zou zich
leelijk vergissenze wordt als het nieuw
ste snufje op de markt gebracht.
De hoogste wijsheid in de opvoeding is
bij sommige menschen dézeJe moet het
kind, den knaap, het meisje, den jongeling
zich laten uitleven.
Daar zit filosofie achter.
De natuur is goed, redeneert men dan.
Ook de natuur van het kind, den knaap,
enz. Laat er maar uit komen, wat er in
zit. -.Geeft dat botsing en mikmak, dan cor
rigeert de natuur zich zélf wel. 't Eenige
wat geoorloofd is, kan dan zijn, dat de
opvoeder de omstandigheden wat tracht te
leiden meer niet.
Ziehier b.v. een der toepassingen.
Een schoolklasse, zoo heb ik ergens
eens beredeneerd gezien, moet men geen
wetten stellen. Men moet gebod noch ver
bod geven. Geen gehoorzaamheid eischen.
Neen, de hoogste wijsheid bestaat ddarin,
dat men zulk een klasse zich laat uit
leven.
Dan wordt het een janboel
Ja, dat kan en dat zal wel.
Doch dat is juist 't remedie Eerst vindt
zulk een klasse die anarchie, waaraan ze
overgeleverd wordt, heerlijk, 't Kan niet
op 1 Vrijheid, blijheid Ieder koning op
zijn eigen plaats en elk mag doen, wat hij
wil.
Echter, dit verveelt gauw.
Er komen er steeds meer, die er toch
„niks an* vinden. Ze gaan bezigheid zoe
ken. En omdat ze weldra merken, dat nie
mand hun die bezigheid beter kan verschaf
fen dan de onderwijzer, gaan zij ze van
hem vragen en beginnen vrijwillig met volle 1
energie te doen, wat een gewone klasse,
die gedwongen, wordt, slechts met tegen
zin doet.
De zwakkeren gaan al gauw onder de
tuchteloosheid lijden. Elk voelt op zijn
beurt dat bandelooze vrijheid groote geva
ren meebrengt en zoo gaan ze zélf
om wetten vragen
't Lijkt op 't hooren héél mooi.
Maar 't is precies de leer van Rousseau,
met zijn »contrat social* of >maatschap-
pelijk verdrag* en zal in de praktijk leelijk
teleurstellen. Wij kunnen nu eenmaal in
onzen zondigen toestand de absolute vrij
heid niet verdragen.
Toch wil men aan die philosophic steeds
meer uitbreiding geven. Eenvoudig, omdat
de ongeloovige mensch geen raad weet met
het >gezag.« Als het gezag niet van God
afdaalt, dan hangt het in de lucht, aan een
»niet,« dan is het wég.
Het >zich-uitleven* wordt 'n theorie
'n Mode-dogiua'tje van den dag, waar
de wereld haar hoogste wijsheid in zoekt.
In een onzer grootste Nederlandsche
uitgeverszaken verscheen kort geleden een
brochureIs meer sexueele vrijheid ge-
wenscht
De schrijver was nog zoo verstandig,
zich achter een pseudoniem te verschuilen
maar hij schroomt niet de theorie van het
zich-uitleven te verheerlijken en feitelijk het
leven van 't gedierte des velds den mensch
tot voorbeeld te stellen. In allen ernst wordt
daar b.v. beredeneerd, dat het hebben van
en zich bepalen tot één vrouw een
onnatuurlijken dwang is, die den man wordt
opgelegd en dat het voor 't zich-uitleven
noodig zou zijn, hem in elk geval toe te
staan, om in schriftuurlijke taal te spreken
een of meer »bijwijven« te nemen.
Jan van Leijden te Munster wist het.
Terwijl de wet van Christus in strijd is
met de nieuwerwetsche philosophie.
Christus sprak van het dooden zijner
leden, die op de aarde zijn. Van het af
houwen der hand en 't uitrukken van het
oog.
Neen, >zich uitleven* roept de
wijsheid dezer wereld.
Waarmee ze fiasco maken zal.
Als wij maar zorgen, dat we door Gods
genade geen drop van dit vergif in 't bloed
krijgen. De smaak lijkt zoo zoet
UITKIJK.
Besmetting door zakken en handmoffen.
Prof. Lanz verhaalde in het weekblad Mo-
leschott, hoe een zijner vrienden geregeld
aan steenpuisten van de rechterhandleed, alle
middelen waren vruchteloos.
»Als met een tooverslag verdween de
ziekte op het advies alle broekzakken te
verwijderen en door nieuwe te doen ver
vangen. De patiënt een collega had de
gewoonte, vooral bij het spreken, de rech-
hand in den broekzak te houden, Door een
toevallig bestaande steenpuist was de broek»
zak geinfecteerd, als 't ware met de ziek
tekiemen doordrenkt en kwamen deze tel
kens. en telkens opnieuw in aanraking
met de nauwelijks genezen hand.
Een dergelijke rol bij ziekten der handen
zal ook wel door de handmoffen der da
mes gespeeld worden.
In een verslag, uitgaande van het En-
gelsche ministerie van plaatselijk bestuur,
en handelende over het gevaar van tin
vergiftiging door het gebruik van verduur
zaamde levensmiddelen uit blik, wordt ook
een geval vermeld van een meisje, dat
wegkwijnde en het gebruik harer beenen
verloor.
De oorzaak van hare ziekte werd ge
vonden in het dragen van gele kousen,
waarvan de grondstof met tinchloride ver
zwaard was.
Vroeger is ook al eens de aandacht ge-
gevestigd op get gevaar van kleedingstuk-
ken van kunstzijde, die door middel van
vergiftige stoffen zwaarder gemaakt wordt,
De geleerde Vaschiede, die bij 41 personen
uit de arbeidende klasse proeven nam met
betrekking tot den nacht- en dagslaap,
kwam tot de volgende conclnsies
De dagslaap is oppervlakkig en wordt
vaker afgebroken dan de slaap bij nacht
is ook minder verkwikkend en men rust
er minder bij uit. Alle verrichtingen van
het lichaam (hartslag, bloeddruk, adembe
wegingen, enz.), die tijdens den waren (den
nacht) slaap automatisch verminderd of
verlangzaamd zijn, vertoonen tijdens den