Zaterdag 4 Januari 1913.
2Tte Jaargang N°. 1830.
voor de Zuidhollandscfie en Zeenwsche Eilanden.
MM,
Antirevolutionair
Orgaan
i
IN HOC SIGNO VINCES
Hotel Restaurant
1 W. BOEKHOVEN,
Het Kiesrecht.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER
SOMMELSDIJK.
Telefoon Inferconm. No. 8.
Advertentiën 10 Cent per regel en maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal.
Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nnr.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Het kiesrecht betreft den grondslag
van een der beide hoofdorganen van
den staat in de Constitutioneele mo
narchie, nl Kroon en Volksvertegen
woordiging. 't Is geregeld in de kieswet
van Houten, staande op den bodem van
art. 80 der Grondwet. Over den eersten
tak dier vertegenwoordiging een enkel
C woord.
De leden der Tweede Kamer
worden rechtstreeks gekozen door
de mannelijke ingezetenen, tevens
Nederlanders, die de door de kiesr
wet te bepalen kenteekenen van
geschiktheid enmaatschappelijken
welstand bezitten, en den door die
wet te bepalen leeftijd, welke niet
beneden drie en twintig jaren mag
zijn, bereikt hebben.
De wet bepaalt, in hoever de
uitoefening van 't kiesrecht wordt
geschorst voor de militairen bene
den rang van officier bij de zee- en
landmacht voor.den tijd, geduren
de welken zij zich onder de
wapenen bevinden.
Van de uitoefening van het
kiesrecht zijn uitgesloten
1 Wien dat recht bij rechtelijke
uitspraak is ontzegd.
2 Zij die in gevangenis cf
hechtenis zijn.
8 Zij die bij rechtelijke uitspraak
de beschikking fif het beheer over
hun goederen hebben verloren.
4 Zij die in 't burgerlijk jaar
voorafgaande aan de vastellingder
kiezerslijsten, van een instelling
van weldadigheid of van een ge
meentebestuur onderstand hebben
genoten.
5 En voor zoover de kieswet,
hetzij zeker bedrag van den aan
slag in één of meer Rijks directe
belastingen, hetzij het bezit van een
of meer grondslagen van zoodani-
gen aanslag als vereischte van
kiesbevoegdheid stelt, zij.
5a Die hun aanslag in die belas
ting of belastingen niet hebben
voldaan.
Op dit art. 80 rust nu de Wet van
Houten met de bekende bepalingen
omtrent 't kiesrecht voor mannenop
25 jarigen leeftijddoor census
woninghuur, loondienst, pensioen,
spaarbankboekje, examen. En ook met
de bekende uitsluitingende onher
roepelijk geworden rechtelijke uit
spraak gevangeniscurateelebe
deeling. En ook met de schorsingen
voor militairen beneden den graad van
sergeant bij de zee- en landmacht;
voor vrijwillig dienende bij dezee
macht gedurende hun dienstijdvoor
vrijwillig dienenden bij de landmacht
voor den tijd, gedurende zij zich onder
de wapenen bevindenvoor de inge
lijfde bij de militie voor den tijd ge
durende zij niet met groot verlof zijn,
aan de vrijwilligers wordt het keïsrecht
gegeven, als ze directe belasting be
talen of huur volgens de wet.
Dit art. 80 der Grondwet was een
gevolg der Grondwetherz. van 1887,
waarvan de behoefte reeds in 1877
op 10 Febr, door 't Kamerlid (toen)
Van Houten was uitgesproken in zijn
Nota die een Schets van Grondwetherz.
inhield en bepaalde, dat kiezer zou
zijn de meerderjarige, mannelijke in
gezetene, die in 't volle" genot was
van burgerlijke en burgerschapsrech
ten; de laatste 3 jaar geen bedeeling
had gehad ende schrijfkunst
verstond, en die behoefte Van Houten
was weer een gevolg van de belem
merende bepalingen der Grondwet
van 1848, die voorschreef
De leden der 2e Kamer worden
in de kiesdistricten, waarin het
Rijk verdeeld wordt gekozen door
de meerderj. ingezetenen, Neder
landers, in 't volle genot der
burgerschapsrechten en betalende
in de directe belastingen een som
die, overeenkomstig met de plaat
selijke gesteldheid, doch niet be
neden 't bedrag van 20 gld„ noch
boven dat van 160 gld. in de
kieswet zal worden vereischt.
En die Grondwetsherz. van 1848
was weer een gevolg van art. 78 en
79 der Grondwet van 1815 die voor
schreven.
De Staten Generaal bestaat uit
twee Kamers, (art. 78) Een dier
kamers bestaat uit 110 leden,
benoemd door de Provinciale
Staten.
Art. 80 der Grondwet zal nu ver
anderd worden de Rechtsche partijen
zijn niet vijandig tegen schrapping
van »geschiktheid« en »welstand,«
om die twee woorden te verwerpen
door een: Elk huisvader, of elk hoofd
des gezins; of elk hoofd des gezins
en daarmee gelijkgestelden. En de
gewone kieswetgever zal dan uit te
maken hebben, wie hij uitsluit, en
wie er geschorst wordt in zijn kies
recht.
De Linksche partijen willen Alge
meen Kiesrecht en waarschijnlijk zal
hun Art. 80, dat zij zouden begeer en
aldus luiden.
De leden der Tweede Kamer
worden rechtstreeks gekozen door
de kiezers, die de wet aanwijst.
Ook dan zal de gewone wetgever
moeten uitmaken, niet alleen wie in-,
maar ook wie uitgesloten, en ge
schorst wordt.
Dat is dan ook een verschil met
Rechtsdeze willen liefst in de Grond
wet de grondgedachte vastleggen nl.
gezinshoofd; doch Links zet in de
Grondwet niets 't is een blanco artikel.
Wat we schrijven is een vermoeden,
hoewel gansch niet zonder grond,
maar berustend op historische gron
den en gegeven schrifturen van Rechts
en Links.
Dat Minister Heemskerk iets anders
kan indienen, ligt in den aard der
zaaken dat, als de Concentratie 't
Bewind overneemt in September 1913,
ook zij art. 80 anders redigeeren kan
dan toen die Bond er nog niet was
en elke partij meer zichzelf uitsprak,
is ook een vanzelfsheid. Afwachten,
blijft de boodschap.
Wie op de historie der Social, partij
letder Vrijz. Democr.der Unie Lib.
zal in de nieuwe Grondwet en dus ook
in de nieuwe Kieswet èn mannen- èn
vrouwenkiesrecht vindenvoor de
mannen zoogenaamd algemeen en voor
de vrouwen onder beperkende bepa
lingen, die echter los zijn van maat-
schappelijken welstand.
De klove, door de »urgentie« in
1901 ontstaan tusschen Unie Lib. en
Vrijz. Democr. is gedempt. Toen gin
gen ze door 't Alg- Kiesrecht uit elkaar
nu is de Unie Lib. gekomen op het
terrein der Vrijz. Democr. en de een-
w
Gedempte Boerensteiger 63A, 63B
Hotterdam.
DINERS 60 cent en hooger.
LOGIES MET ONTBIJT f 1 en f 1.25
Aanbevelend,
i R. C. F. y. i
heid op dat punt is hersteld. Blijft
alleen de nadere uitwerking in de
wet, en die kon wel eens tot botsin
gen aanleiding geven. Zoo kan men
vragenAls Links wint.
1. Wat willen de Social, in Art.
80 zetten Wat de Vrijz. Democr.
Wat de Unie Lib.? Wat de Oud-
Liberalen P
2. Welke mannen zal men uit
sluiten; welke vrouwen?
3. Welke zal men schorsen?
4. Voor welk College wil men
de vrouw verkiesbaar stellen
De Socialisten willen in geen geval
bedeelden uitsluiten. De Vrijz. Demo
craten alleen de doorloopend bedeel
den de Unie Lib. alle bedeelden.
De Socialisten willen van geen
»welstand« weten in de Grondwet;
de Vrijz. Democr. willen door de
Grondwet uitsluiten, die volslagen
economisch afhankelijk zijn en onder
curateele zijnde Unie Lib., die hun
belasting niet betalen, de landloopers
en bedelaars, en die onder curateele
staan, en dit geschreven in de gewone
Kieswet.
De Socialisten willen de militairen
als gewone burgers tegenover het
kiejyecht plaatsen de Vrijz. Democr.
ook, maar de Unie Lib. willen schor
sing van 't kiesrecht voor de militairen
beneden den graad van sergeant bij
de zee- en landmacht en daarmee
gelijkgestelden.
De Socialisten wilden 't Vrouwen
kiesrecht vastleggen in de Grondwet;
de Vrijz. Democr. ookmaar de Unie
Lib. niet.
De Socialisten willen de dronkaards
niet uitsluitende Unie Lib. wel, als
ze 't openbaar verkeer belemmeren of
eens anders veiligheid bedreigen.
De Socialisten willen de niet op-
komers bij de stembus daarvoor niet
straften; de Vrijz. Democr. willen aan
die groep, bij herhaald verzuim, het
kiesrecht ontnemen.
Of dus de Concentratie, als ze 't
wint, in den strijd over dat kiesrecht
niet bezwijken zal, is niet zonder
grond. Afgedacht nog van de Eerste
Kamer.
OP DEN UITKIJK.
Geloofsvervolging in de 19e eeuw 1
Groen van Prinsterer, de vader der
antirevol. partij.
Thorbecke, de groote leermeester der
Nederlandsche vrijzinnigheid.
V
Thorbecke toonde dit b.v. in zijn Ar
menwet,* die in beginsel aan de diaconieën
de vrije beschikking over haar goederen
ontnam.
Voor Huis en Hof.
r
Direct nabij de Hoofdsteeg,
Weet ge wat het doel was P
't Ideaal der vrijzinnigen
't Was dit: Om alle Nederlanders be
halve dan het kleine hutseltje joden te
brengen of te houden in ééne Kerk. Die
Kerk moest dan uit haar belijdenis weg
krabben al wat aan de >dagen van Dordt*
herrinnerde. Of nog beter, die kerk moest
héél geen belijdenis hebben 1 Verlichting
en verdraagzaamheid moesten in haar
heersehen. En de ouderwetsche >fijnen«
moesten uitsterven.
Zóó moest het met de Kerk gaan.
In 1795 en daaromtrent droomde men
dan ook van een een hereeniging van Room-
schen en Protestanten in èén christelijke
kerk.
Evenwel, dat ging niet.
Toen werd het met de Protestanten al
leen geprobeerd.
De aloude geref. kerken werden van haar
zelfstandigheid beroofd en onder een vreemd
bestuur gebracht. Dat vonden de vrijzin
nigen best. En als Groen van Prinsterer
als Eloutals Mackayen anderen daar
over klaagden en opkwamen voor het recht
der Kerk dan vonden ze bij de
vrijzinnigen nooit ofte nimmer gehoor.
Toen kwam de Afscheiding.
En jarenlang werden de afgescheidenen
door de machthebbers in den Staat op
droeve wijze vervolgd.
Hun bijeenkomsten werden verstoord.
Hun leeraars beboet en in de gevange
nis geworpen. Zijzelf door inkwartiering
maandenlang geplaagd. Op straat waren ze
niet veilig. Velen weken uit naar Amerika,
omdat het hun hier te bang werd
En wie nam het voor die verdrukte
»afgescheidenen« op
Wie echter verdedigde de maatregelen
tégen de ^afgescheidenen*
Ten laatste ging 't niet meer.
Ze moesten die >afgescheidenen< wel
laten glippen 1
Toen wierpen de vrijzinnigen zich met
alle macht op de Hervormde Kerk 1 Dat
moest worden een vrijzinnig genootschap
Hoe nu zou dat gaan
Wel! de weg was aangewezenI
Als maar de leermeesters, de hoog
leeraren aan de universiteit, vrijzinnig wa
ren, dan werden het de dominees vanzelf
ook. En die vrijzinnige dominees zouden
dan de gansche Kerk vrijzinnig maken.
Zóó werd het bep oefd.
En als Groen met zijn getrouwen vroeg
Geef ons professoren, die instemmen met
de belijdenis der Kerk dan be
noemden de vrijzinnigen hoogleeraren, die
de wonderbare geboorte van onzen Heiland
een mythe en Zijn opstanding een legende
noemden 1
Mannen, die in 't Hebreeuwsch heele
pieten en in de Kerkgeschiedenis bolle-
boozen waren, maar die de belijdenis der
vaderen tot den laatsten draad toe uit el
kander rafelden met voor Utrecht
alleen een kleine, halve uitzondering.
Dat hebben de vrijzinnigen gedaan 1
»De Slaat boven de Kerk
Dat was altijd hun leus.
De goederen waren niet van de Kerk,
zei Thorbecke. 't Was »goed der armen,*
En voor die armen wilde hij den Staat laten
optreden, die dan de Kerk commandeeren
zou, hoe ze met de opbrengst handelen
moest.
't Is er niet van gekomen.
Maar de poging zegt al genoeg
En hoe is het nu nog?
Wat heeft b.v. de Hervormde Kerk van
de vrijzinnigen te wachten
Absoluut niets. Tegenwerking
Als de loochenaars van den Christus op
den kansel komen, zooals te Dordrecht,
of het winnen in het kiescollege, zooals te
Middelburg, dan jubelen alle vrijzinnige
kranten.
Toen er maar even sprake kwam van
meer Staatstractement, sprak het Alg. Rbl.
van een >kerkelijken rooftocht..*
Wie in de Herv. Kerk voor de belij
denis opkomt, wordt gesmaad en ver
guisd. En wie buiten die Kerk voor eigen
predikanten, armen enz. zorgen
wel! elk zijn liefhebberij zeggen de vrij
zinnigen en zij laten deze men-
schen, die millioenen opbrengen voor hun
eigen kerkelijk leven, ook netjes meebeta
len voor hun schouwburgen, concerten,
bibliotheken enz.
Dat is de practijk der vrijzinnigheid.
Zij is bekend genoeg.
Maar is ze ook billijk Eerlijk
UITKIJK.
In het Octobernummer van het Tijdschrift
Tuberculose» wordt gewezen op het ge
vaar, dat gelegen is in het gebruik van
oude kranten als pakpapier
>Wanneer men alleen maar denkt aan
de talrijke vuile handen, waardoor zulk
een krant gegaan is, voordat zij uitgelezen
is en hoe dikwijls zij terecht gekomen is
op een morsigen, soms bespuwden grond
alvorens als pakpapier naar den winkel te
verhuizen, dan zal men begrijpen dat zij
niet alleen de besmetting onmiddellijk daar
overbrengen, maar tevens voor de geheele
omgeving gevaarlijk kunnen zijn."
Dr. A. W. Ausems waarschuwt in
»De Lelie" tegen het doorsteken der oor
lelletjes van kinderen, om deze belletjes
in de ooren te doen. Hij noemt dit mis
bruik ten eerste Hottentotsch en kwalifi
ceert het vervolgens als wreed en gevaar
lijk.
Onder het volk is de meening verbreid,
dat het doorpriemen der ooren heilzaam
is voor het kind in het bizonder voor
klierachtige kinderen.
Is het kind in werkelijkheid scrophuleus
misschien tuberculeus, dan kan het wondje
aan de ooren een bron zijn van groot gevaar.
Aangezien *an het feit, dat bij scro»
phuleuze kindertjes zelfs kleinever wondin
gen moeilijk genezen, en zeer licht gaan
etteren, is het herhaaldelijk waargenomen
dat aan de doorboorde oorlelletjes een tu
berculeus proces ontstond.
De beteekenis van tuberculeuze aan
doeningen van de huid behoef ik ook voor
leeken niet te schetseniedereen kent de
lupus, de »wolf< in het gezicht en kent de
etterende wonden en litteekens, die menig
een aan den hals jaren en/jaren vertoont.
Welnu, het doorprikken van de ooren
kan dè oorzaak zijn tot dergelijke processen.
De ouders zijn dus gewaarschuwd.
Wil men kleeren of hoeden van witte
zijde voor het geel worden behoeden, dan
wikkelt men ze in een witte, ongestreken
lap, die door sterk blauwsel is gehaald.
Hierom wikkelt men nog een witte doek,
waarna men de voorwerpen liefst in een
luchtdichte kist of kast opbewaart.
Geel geworden linnen mag men nooit
in warm water wasschen. Men legt het
een half uur in koud water, waarbij men
wat geest van salmoniak doet. Daarna
spoelt men het in koud water na, waarna
men het strak gespannen ophangt, opdat
het niet krimpt.
Dr. W. Luxwolda schrijft in de »Zwolsche
Ct.« over de vuilheid der melk en het ge
vaar daarvan voor de gezondheid. Ondanks
de beste voorzorgen, ondanks het gebruik
van de beste melkzeef, blijft er toch nog
altijd vuil in de melk.
Weet ge hoe dat er in komt? Onder het
melken staat de koe niet stil, maar stamt
met de beenen en slaat met de staart, die
in den regel flink met mest besmeerd is
heen en weer, of de melker strijkt met zijn
pet langs de huid van de koe. En bij elk
van deze bewegingen vallen er haren,
huidschilfertjes en mest in den melkemmer.