een acite, >NEN. Woensdag 37 November 1913 378te Jaargang N°. 1819. Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidltollaiidscfie en Keenw§che Eilanden. island. IN HOC SIGNO VINCES e soorten ünrwerïen. ui pons. De Balkan-oorlog. attent egante lingen tegen W. BOEKHOVEN. SOMMELSDIJ'K. Alle sfnkkeis voor «ie üedactEe Siestensd, Adverlentiën en verdere Administratie franco toe te senden aan den Uitsrever JRVI\R Lz ELMIM" en Overflakkee itgevoerd. 6272 istraat 12-14. Vrijhandel een woordgesoll In en buiten de Kamer. Buitenland. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. zonder 50 Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad fl,50zonder f 4,50 per jaar. Ifzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. triTGBVKB TeJelooa Intercom*.. So. 2. Adrertentiën 10 cent per regel en maal, Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en V. aaal, Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing, Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Adrertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. vordt gemaakt in tutjes vingsrlngen. operen Krullen al cker 60 cM. lang E-INRICHTING - fl. oleums, i Cocos- haard- en met cl, Ge en, oek, ten, enz. recteïi. 313 eeds grooter orden teleur- op aan den tnd 6184 e Az. (Elizabethstr. 'Strekt. et succes ildcn. >en glas. t waschtafel t, I Tafel, 1 armerblad, 2 In pitch pine 5883 ij die zich nu abonneeren, ont vangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis. Vrijhandel is een mooi woord, doch 't is jammer, dat er zoo mee gesold wordt. Er is in ons Land een ver- eeniging Het Vrije Ruilverkeer en, zoo op den klank af, zou ieder zeg gen daar word ik lid van. Hoort ge over 't tariefontwerp-Kolk man spre ken of komt dat van den oud-minister Harte nog eens ter sprake, dadelijk zijn er tegenstanders die u toeroepen houd op over die tariefontwerpen vrijhandel bovenWordt er gesproken over Duitscbland, Oostenrijk, Italië, Belgie, Frankrijk, Amerika enz. dade lijk klinkt heto, die Landendaar is alles protectie, maar bij ons in Nederland is 't vrijhandel. Dat woord ligt bestorven op duizenden lippen van liberale menschenze staan met dat woord op en ze gaan met dat woord naar bed. 't Is jammer, dat er zoo mee gesold wordt. Mee gesold 7 JaIs 't niet de dwaasheid gekroond, is 't niet door en door oneerlijk, is 't geen louter bedrog om van Vrijhandel te spreken, als zelfs bij'de Staatsbegrooting van 1913 gerekend wordt op 14 millioen gulden invoerrechten. dat nu geen sollen met dat woord Vrijhandel, als in Nederland, hoofd voor hoofd, een rijksdaalder per jaar aan invoerrechten wordt ontvaDgen of betaald, wat voor een gewoon huis gezin van vader en moeder en 3 kin deren 12 en een halven gulden per jaar is. We spreken er nu niet over, of dat bedrag te laag of te hoog is; we constateeren alleen het feit, dat de vrijhandelaars sollen met dat woord, want dat 14 millioen in de verste verte geen recht erop geven om over Neder- landschen Vrijhandel te spreken. Nu zijn er wel, die dat volmondig erkennendie over die 14 millioen 't hoofd schudden en liever geen cent invoerrecht zagen geheven; maar met zoo'n schudden en klagen schieten we niets opde 14 millioen zijn er en gaan niet en nooit meer weg en dat is de tweede reden, waarom we van sollen spreken. Ons is niet één liberaal industrieel bekend, die er ooit bij de liberale Kabinetten of bij de Rechtsche erop heeft aangedrongen om de tarieven te verlagenons is niet één liberaal woordvoerder bekend, die openlijk een poging heeft gewaagd om de 14 mil lioen tot 10 millioen b. v. terug te brengen en zóó de Nederlandsche markt wijder dan nu open te zetten voor vreemde artikelen, om het terrein van vrijhandel uit te breiden ook maar voor van één belast artikel. We zeggen niet, dat we dit wenschelijk zouden achten; we zeggen, dat die verlaging van 14 mill, tot 10 millioen mogelijk is en dat geen liberaal Ka merlid, geen liberaal industrieel, geen liberaal handelsman uit Rotterdam oi Amsterdam daar ooit over hebben gekikt of gesproken. Ze laten het oude Tariefontwerp van 1877 ongemoeid ze laten de klimmende invoerrechten ongemoeid, en blijven maar roepen: VrijhandelWat 7 laten ze fcarief- ontwerp ongemoeid? Was dat nog maar waar, en dat is de derde reden, waarom we van sollen spreken. Neenhet staat niet zóó, dat de zoogenaamde Vrijhandelaars de 14 millioen aanvaardenhet staat niet zoo, dat ze zelfs één poging hebben gewaagd om die 14 millioen met eenige te verminderen en het marktveld voor de vrijheid uit te breiden, maar in de laatste 20 jaar heeft 't zelfs niet aan pogingen ontbroken en nog al van Liberale zijde, en nog wel van lib. Regeeringswege om de invoerrechten met opzet te verhoogen. Ieder kent de poging van minister Roël in 1895 ieder kent den arbeid van minister Pierson op dat punt. Minister Roël wist, dat er bedrog werd gepleegd bij de invoerrechten hij maakte scherper controle; onder werpt daaraan de bedriegers en de eerlijke expediteurs met dit gevolg, dat 't tarief veel meer opbracht dan vroeger, zelfs verdubbe'de. Er werd door zijn maatregel 50 percent op de invoerrechten gelegd. Heeft hij met die vermeerderde inkomsten een ander invoerrecht afgeschaft 7 Geenszins. De meerdere inkomsten kwamen in de schatkist en niet één post van 't tarief werd verlaagd. En Minister Pierson 7 Hij diende een wetsontwerp in tot verhooging van 't Tarief met 2 millioen. En nu zei deze bekwame man wel, dat hij geen protectie beoogdedat hij slechts technische herziening bedoeldemaar desalniettemin en evenwel nochtans bedoeld of niet bedoeld; beoogd of niet beoogdde praktijk was, dat hij 2 millioen meer vroeg, 't Ontwerp is niet tot stand gekomen, omdat 't Ka binet in 1901 is afgetreden maar dat doet aan de poging tot verhooging niets af. Zoo dan! we noemen 't sollen met 't woord Vrijhandel, als men dat woord onophoudelijk gebruikt; een Vereeni- ging er zelfs naar noemt: Het Vrije Ruilverkeer; als men zich met een zekere braveur Vrijhandelaar noemt, maar geen enkele poging ooit heeft gevraagd om de invoerrechten In te krimpen, 't Eenige wat ons van de liberale Regeeringen sinds de laatste 60 jaar bekend is is de afschaffing der Scheepvaartwetten geweest, maar die hadden een ander karakter. En overigens is 't sollen geweest met een woord. Angst Nu nog mooierZeker onder den invloed van 't voor haar helle zonne licht der Concentratie, zietdeN.R. C. de Rechtsche Pers in een somber duister. Zoo mooi, zoo stevig, zoo vérreikend is de concentratie, dat de N. R. C. zich geen tijdperk herinnert, waarin bij Rechts zooveel kwalijk verborgen angst en benauwdheid aan den dag komt als in de laatste weken, nu 't over de vrijzinnige samenwerking gaat. Rechts is bang en in benauwdheid, waar ze een »herleving der liberale geestverwantschapee ziet. Nu nog. mooier 1 Maar we zouden 't willen omdraaien Ons is geen tijd perk bekend, waarin bij Links zooveel angst en benauwdheid aan den dag komt als in de laatste weken, nu er gezocht moest worden of er toch tegen die Rechtsche Coalitie, al was 't in vredesnaam met opoffering van enkele hoofdbeginselen, niet een sterke macht te plaatsen ware, om die Coalitie een Halt! toe te roepen. En nu begrijpt ook ieder de opluch ting in 't ontruste harte der N. Rotter- damsche redactie. Ze zag zooveel leeuwen en beren op den weg; ze herinnerde zich nog 1905 en 1908; ze zag in haar geest een voortdurende aftakeling naar Zwart en Rood; ze hoopte niet meer op eenheid en zie, daar vallen uit een koperen hemel zoowaar malsche regendroppelen 't onmogelijk wordt mogelijk de eenheid is er Verdwenen is de angst en in haar opwinding, als ze durfde, zou ze als in den Tijd van Verval, toen Zoutman (1784) een Engelsch convooi aanviel, wel willen uitroepenDe Tromps en de Ruiters leven nog. Die reddende Z.outmans zijnmr. Borgesius, mr. Treub en mr. Tydeman. Laat de N. R. C. toch wijzer zijn en ons geen angst verwijten voor dé nieuwe Tromps en de Ruiters, in het tijdvak van liberaal Verval opgestaan Laat zé blij zijn, dat haar bange nacht merries wat zijn weggevaagd. Dit is haar gegund! Een verwijt. Zoo blij is de N. R. Ct. met haar concentratie, dat ze zich niet ontziet om aan Rechtsch een verwijt te doen, dat alle perk te buiten gaat. Ze zegt »De Vrijz. coalitie staat heel wat ster ker, en ook moreel veel hooger dan de coalitie der rechter partij en deze zijn tot nu toe niet anders vereenigd geweest dan op een frazeeen fraze, die niets zei omtrent de aangelegen heden van practische politiek, en slechts een schijneenheid bewerkstel ligd heeft. En uit Ommen blijkt, dat de heele coalitie niets hoogers is dan een zetel-veroverings-coalitie zonder verdere toekomst of illusiën, tenzij dan die van steeds meer onderwijs- subsidiën«. Een mensch zegt wel eens te veel in een ougenblik van opgewondenheid, maar de redactie der N. R. Ct. is nu toch waarlijk op 't onzinnige af. He IKabinet Kuyper regeerde 4jaar op een fraze. Het Kabinet de Meester regeerde 2 jaar op geen fraze. Het Kabinet Heemskerk regeert aan stonds 5 jaar, ook op een fraze. Zoo heeft Rechts van 1901 af ge regeerd tot 1913 dat is 9 jaar gonder practische politieken Links haalde met die practische politiek, zegge. al.2 jaar. Rechts met een frase 9 jaar Links zonder frase: 2 jaar. Heusch, als de N. R Ct. zoo blij is, dat er bij haar geen frase is, dan moe ten we die vreugde jammerlijk versto ren, want dan ziet 't er met de Con centratie slecht uitals ze dan de 2 jaar nog maar haalt. Bij Rechts is er maar frase (holle woorden), bij Links practische poli tiek.Wie lacht daar 9 is toch minder dan 2, nietwaar? En de toekomst met haar linksche »practische« politiek belooft weer even miserabel te worden als onder 't Kabinet de Meester. Bestookt door de Socialisten zal heel de Linksche poli tiek of op niets uitloopen, of't wordt een marcheeren op commando van Troelstra, die nu reeds de staf in handen heeft. Amice Ik ben niet in een goede stemming om te schrijven over hetgeen in de 2e Kamer plaats gegrepen heeft. Ik zou veel liever over de Stellendammers, altijd de Hervormde Stellendammèrs, schrijven, dan over de Kamer. Ik kan niet nalaten u te verzoeken, wanneer ge in de gelegenheid zijt, de Herv. Stellendammers mijne felicitaties over te brengen. Ge hebt immers ook gelezen dat zij in de weer zijn het tractement van hun predikant te verhoogen Van harte hoop ik dat het goede voorbeeld navolging mag vinden in onze omgeving. Wat de Gerefor meerde Kerken zullen doen? We zullen kalm wachten tot het oogenblik we ook lezen: Stellendam, Ouddorp, Middelbands, Hellevoetsluis enz. enz. hebben de tracte- menten verhoogd.* Ge kunt er echter staat op maken, dat de lui zich nog wel eens achter de ooren zullen krabben. Ge weet dat er Christenen zijn, »o, zoo vroom*, die gaarne zien dat de dominé gebrek lijdt. Dan toont de man »zijn geloof*»zijn bewijs van liefde tot de waarheid* en dat is nog het mooiste, dan kunnen de gierigaards en vrekken de centen in de zak houden. Hulde dus aan de Hervormde Stel lendammers. Ik kon niet nalaten u mijn blijdschap te schrijven over dat feit. Het leven is echter niet alleen een lach. Er komen oogenblikken dat een traan het oog verduistert, of ook dat vuur uit de oogen springt omdat men inwendig verontwaar digd of boos is. Ik twijfel niet of ge zult die tijden kennen. Het zal u wel gaan als andere menschen. Uw oog zal wel spreken, Gelukkig voor u en voor mij dat ge de vorige week niet bij mij op visite waart. Ik was toch zoo nijdig. Op Duys, vraagt ge misschien? Och neen. »Een schip dat in duisternis vaart zonder licht in top* loopt gevaar aangevaren te worden. De gevolgen blijven niet uit. Nu heeft de heer Duys zelf gezegd, dat, toen hij aan het woord was, en minister Heemskerk van de eene hoek naar de andere van de Kamer liep »een schip dat in de nacht voorbijvaart*. Als Duys spreekt is het nacht*. Allen slapen, en luisteren doen zij niet meer. Verheel je, de vorige week verklaarde hij de zaken niet bestudeerd te hebben, en toch twee en een half uur sprak hij. Wel een bewijs hoe duister het in zijn brein moet zijn. Ieder zwijgt over dingen waar van hij niet weet. Duys niet. >Een schip varende in nacht zonder licht*. Op dwazen maak ik me niet nijdig. Ik vind het alleen maar kenmerkend dat iemand, die zich uitgeeft arbeidzaam vriend* te zijn, zoo roekeloos handelt, en afbreekt waarvan hij niet weet. Ik hoop dat het eenvoudige volk zich verstandiger zal toonen dan hij, die zegt, arbeiders-vriend* te zijn. Maar nijdig was ik op de rechterzijde. Dat overkomt me niet dikwijls. Maar verleden week stampte ik met mijn voet, en sloeg voor een oogenblik met de vuist op de tafel. De kranige voorzitter, want die lof mag hem niet onthouden worden, deed n.l. het voorstel te beginnen met de begrooting van Oost-Indie. Ik weet zeer goed dat dit zeer noodzakelijk is. Misschien oordeel ik met een paar dagen wel anders. Maar het ligt mij zoo bij, dat een kwestie die reeds twintig jaar op afdoening wacht, toch af gehandeld moest worden voordat men tot iets anders overging. Ik had me voorgesteld dat de partijen der rechterzijde het voor stel van den voorzitter verwerpen zouden. Dat het voor de liberale fractie een wel kom voorstel was, snapt ge. De obstructie welke zij voeren is zoo duidelijk en door zichtig, dat het voor de hand lag, dat uit stel van het aanhangige wetsvoorstel hem o zoo welkom was. Dat had, dunkt mij, de rechterzijde moeten doorzien. De overi gens zoo flinke voorzitter had men dat échec moeten laten lijden, om de liberalen niet in de kaart te spelen. Helaas de chris telijke historici gingen »vóór« het voorstel stemmen, 't Eind is, we kunnen tot Febr. 1913 wachten met de verdere behandeling van de wetten betrekking hebbende op in validiteit. Mr. de Savornin Lohman wilde daarna beproeven één avond er voor af te zonderen, Nu stemde de anti-revolutionairen tegen*, 't Gaat me niet naar den zin. Ik had gaarne gezien dat men nu maar door gegaan was met de wet-Talma, Indie zou later wel kunnen volgen. Misschien kom ik tot andere gedachten, wanneer b v. blijkt dat er koognoodige zaken Indie betreffende besproken moeten worden. Want de Chi nees zit daar ook niet stil. Als de buiten lander ziet dat wij geen hart hebben voor onze bezittingen, zou hij zijn liefde tot het onze wel eens sterk kunnen laten werken, en »het onze* bij >het zijne* voegen. Er zijn niet alleen dagdieven die niet lang praten en niets doen en de zaken in het honderd trachten te -sturen, maar er zijn ook »landdieven*. Grooten slokken de kleinen gaarne op. Ik heb mij daarom be streden in mijn nijdigheid, en zal kalm alles volgen of de heer de Jong (Hoorn) ook nog over Indie zal spreken Ik weet het nog niet. Van eilanden heeft hij verstand. Hij is voor eenigen tijd naar Marken geweest, gelijk ge weet en heeft bij de koeien in de weide geloopen. Zie, zulke lui, weten ge woonlijk »vele dingen* al kan moet gezegd dat zij »veel* weten. Als hij er over spreekt houd ik mijn hart vast. De openbare school meester zal heel wat woorden vermorsen, als hij het krijgt over het' schoolwezen in Indie, want daar is ook een christelijke school. Genoeg voor deze keer. Mijn hartelijke groete MARNIX Nog geen vrede. De Tnrk8che ministerraad heeft langdu rig beraadslaagd over de voorwaarden van den wapenstilstand en den vrede, door de 4 Balkans'aten geste'd. Maar ze wor den onaannemelijk bevonden en daarom werd aan den opperbevelhebber in de Tchatalja- linie, Nazim pasja bevolen de krijgsoperatiën voort te zetten. Niettegenstaande dit échec, blijft men toch nog gelooven aan de moge lijkheid van vredesonderhandelingen. Er wordt zelfs beweerd, dat Bulgarije onder pressie der groote mogendheden nieuwe onderhandelingen zal willen voeren. Turksche versterkingen naar Tchatalja. De detachementen Koerdische en Hami- dié cavalerie die te Ismid zijn aangeko men, moeten reeds per schip zijn over gebracht en on scheept aan den tegenover gelegen oever van de Z e van Marmora. Meerdere troepen uit Anatolië en Syrië zijn eveneens te Ismid aangekomen, en zullen naar de Europeesche kust worden gezonden om de Turksche troepen in de Tchalalja-Iinie te versterken. De cholera in de Tchatalja linie. De cholera-epidemie in het leger bij Hademkeul schijnt in hevigheid af te nemen. In de laatste dagen bedroeg het aantal dooden 1000 per dag thans nog slechts 500 tot 600, maar de kampen leveren een walgelijk schouwspel op, door de over al verspreide uitwerpse.en der choleralijders. Hernieuwde uitvallen der lurken uit Adrianopel. Het blad deelt mede, dat de Turksche troepen te //Mir// te Sofia Adrianopel weer een uitval deden teneinde het fort Kartel Tepe, dat door de Bulgaren bezet is, weder te hernemen, maar ze waren genoodzaakt zich binnen de vesting terug te trekken, met achterlating van 350 dooden. De )~>Hamidiei getorpilleerd Het bericht over den strijd tusschen den Turkschen kruiser »Hamidie/» en vier Bulgaarsche torpedo' ooten wordt bevestigd. De «Hamidie// werd aan den voorsteven beschadigd en moest naar den Bosporus terngkeeren. Over het door de Bulgaren getorpilleerde Turksche oorlogschip i Hamidie*, wordt nog gemeld, dat het een kruiser is van 3500 ton, die ïd 1904 gebouwd werd en over machines van 12000 P.K. beschikt. In vredestijd heeft het schip een bemanning van 300 koppen.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1912 | | pagina 1