„De Sier" Zaterdag 2 November 1912. Antirevolutionair 27ste Jaargang IN". 1812. Orgaan voor de Znidltollandsclte en Zeeuwselie Eilanden. IN HOC SIGNO VINCES IVf an tel magazijn Rotterdam W. BOEKHOVEN, ALLERLEI SYSTEEM. SOMMELSDIJK. Alle stokken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Als er èèn onderwerp is, dat de belangstelling des volks heeft opgewekt sinds jaren, is het wel de Verzekering. De redenen daarvoor liggen voor de hand. De Verzekering is in haar ge heel genomen een Levenskwestie voor de Maatschappij. Wanneer de men- schen verzekerd zijn tegen ziekte, invaliditeit, ouderdom, brand, hagel slag, enz. enz. heeft dat mooie be ginsel »Draagt elkanders lasten« een hoogere cultuur onvoorwaardelijk ten gevolge. Afgedacht nog van de gelde lijke voordeelen is veel hooger te schatten dat denkbeeld van saamhoo- righeid, dat gevoel van saamleven, en door dat eendrachtig optreden het gevoel van kracht, zij 't ook in vol komen afhankelijkheid van den Al- machtigen God, die in zijn algemeene genade den mensch de oogen opende om in eendrachtig optreden rampen te kunnen verzachten. En geen wonder dan, dat bij 't na denken over zulke verzekeringen veler lei stelsel of systeem zich openbaart. Neem de gewone ouderdomsverzeke- ring. Jaren lang is de lijfrentebank voorwerp van practische politiek ge weest. Daarna is de verplichte ver zekering aan de orde gesteld. Weer later wenschte men te gaan »bij voor keur in de richting van Staatspensi- oneering; nu is »bij voorkeur* ge worden vurig gepropageerde Staats pensioneering. En we spraken nog niet eens van de Vrijwillige verzekering. Ziedaar al drieerlei stelselver plichte verzekering met premie vol gens 't wetsontwerp Talmain den zelfden geest als 't ontwerp de Meesters als dat van dr. Kuyper; als dat van Lely. Liberale en antirev. ministers hebben dat stelsel bepleit en in wets ontwerpen neergelegd Brochures van Liberale zijde zijn verschenen om die verplichte verzekering te bepleiten en de Staatspensioneering als treurige Armenzorg en Staatssocialisme uitte krijten. Maar de Liberale Unie nam haar draai; luisterde naar den voge laar ofte wel Bond van Staatspensio neering, loerde op de stembusvictorie, hoopte, door de leuze van den Bond over te nemen op haar program, èn velen van dien Bond en anderen aan 't lijntje te krijgen en stuurde bij voor keur naar het Staatspensioen, dat nog maar enkele jaren tevoren, had veracht en in al zijn slechte gevolgen had tentoongesteld. De oude plunje was uitgetrokken, 't pakje van den Bond voor Staatspensioen was aan getrokken en met een gehuurd rij tuig ging het nu den boer op, om voor dit overgenomen stelsel, die gauw geleende plunje, propaganda te maken, of die stembus in 1909 toch niet voor haar ideaal zou spreken en de kiezers door de mooie beloften van «geen cent premie« te winnen zouden zijn. Het systeem verplichte verzekering moest afgemaakt; Talma in den hoek gezet; de Rechtschen als onnoozelen bestempeld; die nog premie durfden heffen zelfs van de laagste loonen. Wat heeft een dooje aan pensioen, zoo klonk het en klinkt het nog in de debatten in de Kamer. Het systeem Staatspensioen vindt bepleiters, niet minder dan de Vrij willige Verzekering. Maar zelfs bij 't Staatspensioen on derscheidt men nog drieerlei fracties. Er zijn Staatspensioeneerders die aan alle menschen geld willen geven, om dat ze burgers van den Nederlandschen Staat zijn en in dienst van de ge meenschap hebben geleefdof die gemeenschap hebben benadeeld door dronkenschap, moord, diefstal, en al lerlei andere misdaad Adres aan den Bond. Er zijn andere Staatspensioneerders, die vooral der armen, versleten arbei der op 't oog hebbenadres aan de Sociaal democraten. Weer andere Staatspensioneerders hebben den nooddruftige op 't oog, die armlastig worden zooals in Dene marken, in Engeland. Maar hoe deze laatste fracties ook hun rechtsgrond, vinden, of welke humaniteitsgedachte ook vóór moge zettenze zijn 't er over eens gewor den, dat 't systeem van Rechts niet deugt. Voeg daar nu bij, dat er zijn bij Links, die schoorvoetend met 't Staatspensioen meegaan, als de Vrijz. Democraten, en de laagste loo nen willen vrijstellen; die 'tlooncon- tract als grondslag nemen van den eisch van premiebetaling door den werkgever; anderen, als de Sociaal- Democraten, de meerwaarde theorie toepassen om den Staat tot betalen te dwingen, dan hebben we zoo ongeveer in hoofdzaak weergegeven, wat syste men men in Nederland kent. Afge dacht nog de Levensverzekerings maatschappijen. En van die allen is onzes inziens de verplichte verzekering de beste. Niet de vrijwillige; die zou mislukken in Nederland, zooals ze in Belgie ook misluktede menschen gaan uit zich zelf niet aan 't sparen Niet 't Staats pensioen, omdat dit Bedelarij is in 't groot. Maar de verplichte, omdat ze een recht schept en op een plicht rust. Ze geeft recht op een stukje brood in den ouderdom, door premies ver kregen En ze legt den plicht op voor zich en zijn gezin te waken en voor de toekomst te zorgen. Staats pensioen- brood is gebedeld brood En bedelarij is bij den Nederlandschen arbeider gelukkig nog in verachting, wanneer hij ziet, dat de krachten nog aanwezig zijn om eigen brood te verdienen. Het volk wil het? Het volk wil Staatspensioneering. Het volk wil Algemeen Kiesrecht. Het volk wil geen Tariefswijziging. Het volk wil de Openbare School. Het volk wil de Ned. Herv. kerk. Het volk wil de arbeiders wil len en zoogenaamd in den naam des volks wil men proclameeren, wat in 't brein van een zekere persoon lijkheid eens boven komt. Mijnheer A. of B. heeft een idee gekregen; dat moet de wereld in, want gestorven in de studeerkamer, zou het zonder ceremonieel begraven worden. De propaganda voor dat denk beeld moet dus beginnen. Eerst de naaste vrienden op de hoogte gebracht met de nieuwe vondst; wat enthou siasme dien menschen ingespoten en ze warm gemaakt voor de verheven gedachte, het groote ideaal, dat men najaagt. Het kringetje moet echter grooter wordende Pers eens gedraaid en in een of ander Ingezonden stuk, eerst schuchter verscholen, moet de nieuwe idee de wereld ingeblazen. En waar- Hoogstraat 172 Ontvangt dagelijks de laatst uitgekomen NOUVEAUTÉ 'S. lijkl 'tonmogelijke is mogelijk: het artikel begint »Er is een streven, een strooming onder het volk, die Ziezoo de deur is open 1 het hooge. neen, 't hoogste, 't onmisbaarste woord om effect te maken is er uit»er is onder 't volk een strooming openbaar, die «Onder 't volk.« Nog één stapje 't woordje »onder« wordt weggelaten en "net machtige, 't zoo gezochte, bet zoo dierbaar be geerde. nl. 'teffect is er; de belang stelling is gaande gemaakt. »Het volk.« Het aldus de schrijver opnieuw aan 't woordhet volk streeft er naar om in de toekomst dat en dat te be reiken. En wat is dan dit hoog ge roemde Een ideetje, dat niemand dan mijnheer A. of B. alleen op zijn kerfstok heeft, maar de wereld schijnt te moeten veroveren en dat daarom »het volk« noodig heeft. En waarlijk! als eenmaal de scribent er de smaak van wegkrijgtals hij ziet, hoe 't bij de onnoozele massa inslaat, kunt ge beslist en zeker bij alle ideetjes, die nog oprijzen de verzekering hooren dat het volk dat wil. Heeft men dan volkstelling gehou den en is daarbij de kwestie met ja beslist Kent men het volk in al zijn geledingen En hebben alle groepen, oud en jongman of vrouwrijk en arm werkgever en werknemer, heb ben alle organisaties zich over die vraagstukken in denzelfden geest uit gelaten. Lefen anders niet dan lefgroot spraak in den hoogsten vorm van ver waandheid is al dat gebabbel van het volk wil. Velen, sommigen, enke len willen Staatspensioen, Algemeen Kiesrecht enz, enz. maar te spreken van het volk is de ijdelheid gekroond. OP DEN UITKIJK. Kobus was zijn jongere brcêr, de se cretaris van de S.D.A.P. bij ons. Die kwam nóóit meer in 'n kerk, bij de modernen ook nietdie had 's Zondagsmorgens 'n tooneelclub. Daar deed-ie stichting* ge noeg op voor de heele week, placht hij te zeggen. Want hij is 'n bekende tiep bij ons. Kobus kwam 's avonds laat uit stad terug en daar hadden ze per telegraaf de tijiing vernomen. Zij hebben Mackay op zijn zetel ge- heschen, ondanks zijn beginselen, waar geen mensch het rechte van wist. Ondanks zijn >richting<. Enkel en alleen om door zijn verkiezing het Chr. Kabinet den grond onder de vosten weg te graven. Tuinbouw. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. a a a zonder 50 Buitenland bij vooraitbetaling met Zondagsblad f 7,50; zonder 1,50 per jaar. Afzonderlijke nnmmers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. UITGEVER Telefoon Interconma. Mo. 3. Advertentiën 10 Cent per regel en maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/8 maal, Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nnr. m m 'k Werd in m'n eersten slaap gestoord. Ik slaap vóór en als dan 't raam open staat, hoor-je natuurlijk bij stilten ra-avond alles, vat er op straat wordt gezegd en gedaan. In den regel slaap ik daar we! doorhéén, maar nü werd er bij m'n buur man op de luiken met harde knokels ge beukt, dat ik verschrikt wakker werd. Mijn buurman is vrijzinnige in 't kwa draat en er gaat geen week voorbij of hij weet een nieuwe hatelijkheid te vertellen aan "t adres van de >fijnen«. Wij hebben dan ook geen omgang. Hij heeft een soort van »toko«, oftewel »goedkoope bazar*is nogal groot met den jongen modernen dominee en doet nogal aan politiek. Op zijn vensterblind werd gebonsd. Toen hoorde ik boven een raam op schuiven, gelijk een voorzichtig huisvader doet, die het terrein verkent, eer hij bij nacht de deur opent. »Ben jij 't, Kobusïhoorde ik zijn stem>Wat moe-je jong »Zeg, jó! kom d'ruitl De Kuyperiaan in Ommen is naar de kelder, manNee maardie heeft op z'n d gehad Kom beneê, zeg 1* 't Was doodstil, ik kon alles hooren. Mijn buurman schoof 't raam dicht, dat de ruiten dreunend rinkeldensprong toen bij tweeën en drieën z'n trap af; knipte en grendelde boven- en onderdeur open 't is nog 'n erg ouderwetsche pui en klapte zijn hand in die van z'n broer met groot geraas van blijdschap. Zoo hoorde ik het van Ommen. Vijf minuten later giDg de deur weer open. Kobus danste de straat op van pure blijdschap en z'n brc êr wist niet tot be daren te komen. Eindelijk namen ze afscheid. Buurman stommelde weer naar boven en de secretaris van de S.D.A.P., handen iD den zak, 't hoofd in den nek z'n ge wone manier gmg heen, al fluitende. »Doe open de stembus, het volk staat er voor U Dat is nu de Ommer-stembus. De vrijzinnige en de socialist hebben samen de Ned. Herv. Kerk gered! Vos en wezel, de trouwe beschermers van de kippenren. Een zeker deel der Chr. Historischen zullen in Mackay's verkiezing een groote zegepraal zien voor hun partij. En ik durf zeggen, dat niemand ooit hun partij zooveel kwaad heeft gedaan, als juist déze Mackay. En als de eerste roes van de >overwinning< voorbij is, dan zullen ze dat zelf te laat moeten toegeven. Wanneer staat iemand sterk Als hij door zijn eigen mannen, of ook door geestverwanten en bevriende partijen gekozen wordt. Dat is hier absoluut zoo niet. Alle andrevol. en roomsch-katholieken gingen op v. d. Vegte. 't Kan met de stukken bewezen, hoe Mackay's stemmen voor twee derden gekomen zijn van de liberalen, van de onverschilligen en van de sociaal democraten. Van de principieele tegenstanders. Die de fijnen* gewoonweg haten. Die onze Chr. School gram zijn. Die een geref. prediking in de Ned. Herv. kerk verafschuwen. Die van het christendom naar de schrif ten niets willen weten. Ik weet wel, wat men zegt. Men zal in Mackay's verkiezing zien de tiiomf der staatkunde van het »christelijk tin je«, Niet zoo uitgesproken christelijk*; ook niet direct »vrijzionig«, maar de staat kunde van den kostelijken middenweg. Nu, als de heeren zoo voortgaan en daardoor in 19x3 het Kabinet-Heemskerk ten val brengen en de mannen der »con- centratie* de teugels krijgen dan mogen ze toezien, wat er van het »chris- telijk tintje* terechtkomt Want ik kan niet inzien, hoe het nü nog mogelijk is, dat er in 1913 tusschen antirevol. en chr. historischen algemeene samenwerking kan zijn. Zie, ik ben maar een eenvoudig man. Profeet, noch profetenzoon. >Uitkijb« is mijn simpele naam. Maar ik ken zoo wat de kaart van 't land. Aan wraak mag en zal niemand onzer denkeD. Die komt ons niet toe. Maar als uw' bondgenoot u in den rug aanvalt, of ook door den gemeenschappe- lijken vijand, in triomf wordt rondgedra gen zeg zelf, wat daarvan onver mijdelijk het gevolg moet zijn. Ik sprak er met m'n vriend, den graan handelaar over, die veel reist en overal komt. »Uitkijk!« zei hij, »ik weet een recept.* »Een middel, om van twee wallen te eten, zonder buikpijn te krijgenom in twee pannetjes te bakken, zonder dat er iets aanbrandtover .- 2>Toe antwoordde ik beeldrijk bén je, maar kom tot de zaak »Kijk, dat gaat zóó. We sluiten, om te beginnen,in 1913 weer een verbond met de Chr. Historischen, om te laten zitten, wat zit. Zoo noemen ze dat, niet waar »Zitten, wat zitriep ik. «En dus Ede ook Ommen ook ^Natuurlijk,* zei hij. »Alles laten zit ten niet vragen hoe het zit.* »Dat zit nog!* riep ik uit. 2-Maar luister nu verder. Je kunt er op rekenen, dat in tal van districten onafhan kelijke Chr. Historischen alevel een candi- daat stellen. Net als in Ommen. Zij hebben geen boodschap aan 't partijbestuurof ze zijn heelemaal niet aangesloten of ze scheiden zich gauw van 't hoofdbestuur af honderd loopjes voor één goed, er komt een aparte Chr. Hist, candidaat naast den opzen. Een goed begin is 't halve werk. Dan wordt de groote trom geroerd. De Ned. Herv. kerk heet in gevaar.' Dat trekt. De kerk der vaderen moet gered. Niet uit de handen der grofste on geloof spredikers, die smalen op de bloed theologie die andermaal den steen ver zegelen voor het graf van on ten Heiland en van Zijn opstanding niet weten willen neen, in hunne handen is die Kerk wel veilig Zij moet gered uit de handen der >fijnen<! Daar trekt men volk mee. Iotusschen doet de Chr. Hist, partij zelve daar niets tegen, en de ï>Nederlander< zwijgi. Moet de ^leiding* overlaten aan de mannen in 't district zelf En heeft men dan 't geluk, om in Hil versum, in Sliedrecht, in Kampen, in Gouda, ja waar al niet zijn man maar in de herstemming te brengen, dan is 't spel gewonnen. Staat hij dan tegenover een liberaal, dan snellen hem de antirevolutionairen te hulpe. Staat hij tegenover een antirev., nu dan helpt al wat links staat hem er door Zoo teekende mijn vriend den toestand. »Gij vergeet een omstandigheid,* zeide ik. »En dat is,« vroeg hij. j-Dat de antirev. partij, als zij vallen moet,! vallen zal met eere en niet met schande Denk daar maar eens over na Doch laat ik nu ophouden 'k Ga weer stil op den u tkijk staan en wil eens hooren, wat de Chr. Historischen, de Vrijzinnigen en de Socialisten van dit stuk zeggen zullen. UITKIJK. Voor Moes- en Bloemtuin enz. Is de hoenderteelt rendabel en welke soort is het voordeeligst zoo is en wordt nog dikwijls gevraagd. Als we hier deze

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1912 | | pagina 1