27stc .Jaargang IS°. 1806. Zaterdag 12 October 1912. Antirevolutionair Orgaan voor de Ziiidhollandsclie en Zeeuwsclie Eilanden. De Sier" IN HOC SIGNO VINCES Man tel magazijn Rotterdam. W. BOEKHOVEN, 99' OP DEN UITKIJK. SOMMELSDIJK. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgrever. Alweer boos. Hoogstraat 172 Ontvang't dagelijks de laatst uitgekomen NOUVEAUTÉ 'S. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. zonder 50 Buitenland bij voomitbetaling met Zondagsblad ƒ7,50; zonder ƒ4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. UITGEVER Telefoon Intercomm. Mo. 2. Advertentiën 10 Cent per regel en 3/j maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en '/s maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewaeh* tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. In liberale bladen wordt weer een norschen toon aangeslagen. De Minis ter heeft tot professor in de rechts faculteit te Utrecht benoemd den heer mr. C. B. Lohmanvergissen we ons niet, dan is hij een neef van jhr. Loh man, het Kamerlid. Nog maar een maand of drie zijn voorbijgegaan sinds de lib.pers trilde van woede over de be noeming van prof. Noordtzijeen Ge reformeerde, in de plaats van prof. Valeton. Nu een antirev. benoemd voor prof de Louter, liberaal. In de ker kelijke benoeming zag men een drijven van den Minister om in de Utrechtsche faculteit der Godgeleerdhid den Gere formeerden geest te brengen, of liever te versterken, omdat die geest reeds door prof. Visscher vertegenwoordigd is, welke prof. Visscher benoemd is door dr. Kuyper. In de Godgeleerde faculteit te Utrecht zijn dus nu twee Gereformeerden. Maar nu heeft de Minister in de rechtsgeleerde faculteit een antirevolutionair benoemdeen jong man, pas gepromoveerd, maar ioor en door knap naar zijn jaren; en volgens 't getuigenis van zijn leer meesters bekwaam om te leeren en te begrijpen wat hij mattr onder de oogen krijgt. »Lohman slaat zich door alles heen,« heeft een der professoren gezegd. Bewijs, dat deze jeugdige ge leerde nu reeds iets beteekent en in de toekomst een sieraad der Hooge school kan zijn. Hij slaagde bij zijn laatste examen cum laude, met lof. Toch heeft de liberale pers aanmer kingen want de Minister heefi hem benoemd om het Recht langs andere banen te doen onderwijzenom een antirevolutionair staatsrecht te docee- ren en dat achten de heeren gevaarlijk, 't Liberale staatsrecht heeft op onze Universiteiten steeds ten troon geze ten en nu zullen de studenten ook eens iets anders hooren. We danken er den Minister voor, dat hij ten tweeden male zoo'n uitste kende keuze deed. Hoe reel belang een n^nsch ook stellen mag in benoe mingen van christelijke, rechtsche ambtenaren, öf in de stad of op het platte land, of in de scheepvaart öf in den handel, öf bij inspecties voor dezen' of dien tak van dienst: de benoemingen bij 't Hooger Onderwijs hebben de meeste waarde, omdat de mannen, die daar opgeleid worden straks als woordvoerders, leiders, man nen van gezag en beteekenis in Kerk en Staat, optreden. En nu mag en kan het geen enkel onderdaan onverschillig zijn, wat geest van zoo'n Hoogeschool uitgaat. Als de Theologische Schooi te Kam pen en de Vrije Universiteit te Amster dam haar invloed niet hadden kunnen doen gelden, zou 't Liberalisme en 't Modernisme nog de baas zijn m ons Vaderland. Maar t zijn juist de professoren dier Scholen geweest, die ingewerkt heb ben op hun studenten en nu hebben we Gereformeerde predikanten bij de vleetGereformeerde advocatenGe reformeerde dokters; Gereformeerde letterkundigen enz. Nu kan er onder de Liberalen en Modernen bres ge schoten worden niet alleen door de Voormannen, maar ook door de klei nere discipelen. Want wat de geleerde heeren van de Universiteit zeggen, wordt gedruktwe kunnen 't lezen we kunnen 't goud inwisselen voor dubbeltjes en centen. En als ze in de geleerde wereld met goud blinken, och 1 op onze dorpen willen we het met kopergeld ook wel klaar spelen, üf zonder beeldspraak mogen de stu denten het ginds haarlijn hooren uit leggen, als 't ons zoo maar in plat Hollandsch aan 't verstand gebracht wordt, wat Gereformeerd is, dan zijn we al aardig tevreden. Van de hoogescholen moet 't komen en als 't ginder regent, droppelt het in de dorpen. Geen benoemingen zijn zooveel waard als die der Professoren. En onder die benoemingen zijn er drie nog voornamer dan de andere twee: de theologische, de juridische en de medische faculteit staan hooger dan de andere twee: die der Letteren en der Wis-en Natuurkunde. Waarom? Al was het alleen om deze reden, dat het aantal studenten in de eerste drie faculteiten veel grooter isgeen dorp of 't moet een dominee of dokter heb ben. Aan letterkundigen heeft een zekere School behoefteaan Natuur kundigen heeft een School behoefte j maar het Volk in zijn geheel heeft dominees en dokters en advocaten noodig. Zij strijken overal neer; in elk dorp hebben zij invloedin elk dorp zijn zij mannen van 't Intellect die kennis bezitten ten goede of ten kwade. En zijn deze heeren nu Liberaal of Modern, dan doen ze veel kwaad voor de tegenpartij, die het met hun begin selen glad oneens is. Dan doen ze kwaad aan de beginselen die een ander heilig zijn dan breken ze af, wat een ander wil opbouwendan doch genoegwat de Hoogescholen op de markt des levens brengen, moet ver kocht Doch wat is het waard Dat kunnen we beoordeelen ieder in zijn eigen kring. Liberale Ministers zijn er steeds op uit geweest om hun mannen te benoe men; een verkeerd standpunt. Want ook de tegenpartij moet erkend, niet genegeerd of genegerd wordenniet* achterafgezetniet uitgesloten. Dat zet kwaad bloed en wreekt zich ten slotte in een felle oppositie, die niet rust, voordat de Liberalen, juist door hun uitsluitingsmethoden, volkomen in de minderheid zijn En als Recht sche Ministers als 'f pas geeft rechtsche professoren benoemen, is dit te prij zen. Mits niet uitsluitend Rechtschen s ook Linkschen moeten benoemd wor den, tot dat de balans in evenwicht is Ieder zijn portie maar eilacy de Antirev. partij heeft belangena zijn portie nog niet wat reg kom, als we maar tijd van leven hebben. Ende desespereert (wanhoopt) niet Zijn invloed. In ons hoofdartikel spraken we over de benoemingen van prof. Noordzij en prof. Lohman. In de N. R C. lazen we onder Kerknieuws: Dr. H. H. Kuyper schrijft in de Heraut: Hier zij 't ons alleen ver gund onzen dank uit te spreken voor de beslistheid, waarmee prof. Noordzij in zijn inaugureele rede (openingsrede) voor zijn standpunt uitkwam. Er was geen oogenblik sprake van, dat hij ter wille van een schijnreputatie van wetenschappe lijkheid concessies deed (toegaf) aan de ongeloovige critiek of zijn kracht zocht in de behandeling van een neutraal onderwerp, waardoor aan niemand aanstoot zou zijn gegeven. De Kerknieuwsscjirijver in de N.R.C. voegt bij dat uit de H raut geknipte stukje van -dr. H. H Kuyper deze veelbeteekenende woorden Inderdaad, van een verbergen van zijn rechtgeloovig standpunt legt de rede van prof. Noordzij geen ge tuigenis af. Ziedaar de beteekenis van de benoe ming de invloed, die van zoo'n prof. voor de Oud-Testamentische theologie kan uit gaan op zijn studenten. Geen ongeloovige kritiek! Geen verbergen van zijn rechtgeloovig standpunt 1 Geen kwasie-wetenschappelijkheid om toe te geven aan ongeloovige ideeën. Maar recht door zee en Gods Woord j't kompas. Zouden we dan den Min niet dank baar zijn voor zoo'n benoeming Een pijl in de hiel. De Vaderlandsche geschiedenis ver telt van Graaf Willem IV, dat hij voor Utrecht door een pijl in de hiel gewond werd en nu in zoo kwaden luim kwam, dat hij eischte, dat 400 burgers bloots hoofds en barrevoets, alleen in een hemd gekleed voor zijn tent moesten verschijnen en hem om genade smee- ken. Voorzeker een staaltje, hoe een mensch /•door boozen hartstocht be- heerscht, dwaze dingen kan doen. Hoe de wraak dan gansch niet evenredig is aan het gepleegde feit. Zoo'n hartstocht openbaart zich me nigmaal in de Liberale pers. Dr. Kuyper heeft den Liberalen een pijl in de hiel geschoten; nu loopen ze zoo gemak kelijk niet meer. Dagen en weken zitten ze op hun stoel met een verband om dien hiel, en vanzelf: als een mensch niet uit de voeten kan, wordt hij kit- teloorig, gemelijk, norsch, kort in zijn woorden en praat dan maar niet heel veel in zoo'n kwade bui tegen ze, want dan krijg je den wind van voren. Om dien pijl in dien Liberalen voet, grijpen de Liberale persmannen alles aan om dr. Kuyper in 't donkerste licht te plaatsen. We kennen een blaadje, dat zoo ongeveer elke week de Lehmanzaak en de biljettes voor onze Antirev. strijdkas oplepelt. Strijk sta vast: als die scribent het over Kuyper heeft, weet hij niet meer te schrijven dan over die lintjeszaakveel meer bevatten zijn artikeltjes niet. We kennen een groot Blad, dat bij de uit treding van dr. Kuyper uit de 2e Kamer zoo klein, zoo minachtend, zoo vilein over Kuyper schreef, dat eigen partijgenooten er den neus voor op haalden. En in een groot deel der linksche Pers vindt ge den woedenden harts tocht, tegen een Staatsman, een oud- Minister, een groot Vaderlander, eenig- lijk en alleen, omdat hij hun een pijl in den hiel geschoten heeft. Nu zitten ze in een verband, ziet u! En wanneer zal de patient loopen kunnen? »Je betaalt het toch,* zei 'r een. Dubbel en dwars,* meende een tweede. »'t Is heel gewoon je reinste bedotterij*, mengde zich een derde in 't gesprek, die met de taal overhoop lag inzake 't rechte gebruik van 't woordeken rein. En zoo ging het wat voort. Ondertusschen zat mijn zuster, die 't mikpunt was van al deze aan- en uitvallen met baar gewonen, blijmoedigen glimlach den kring rond te kijken en voelde zich blijkbaar niet in haar meening gedwarsboomd, noch verlegen om een antwoord. Zij liet het »stil< uitpakken. Laat ik eerst zeggen, dat het een ver jaardag-avond was in de familie, die we gewoon zijn, met verwanten en kennissen, alle goede calvinisten zijnde, alevel bij den chocoladeketel door te brengen altijd zonder ruzie gelukkig, met de familie, die thuis wiju schenktwe laten elkander daarin onze volle vrijheid, al weten we elk onze eigen meening met calvinistische strijdvaardigheid te verdedigen, als 't zoo es !n enkelen keer te pas komt. Maar nu 't punt in kwestie. Mijn zuster had zich laten ontvallen, dat ze tegenwoordig »thee met cadeaux* kocht en dat haar dit best beviel. Daarop kwam de critiek los. Maar m'n zus heeft van de jeugd aan haar "Wng kunnen weren. »Julhe kunnen praten, wat je wilt*, zei ze, »Anna, 'k zou nog wel 'n kop chocola van je willen^ ze is lekker 1 maar ik weet best, wat ik doe. Ik schaam me 'r niets voor, om te erkennen, dat ik een dubbeltje tweemaal omkeeren moet, eer ik 't uitgeef, 'n Huis met kinderen en een man met vast inkomen, waar zelden een extraatje bijkomt, dan is 't overliggen, hoe je er komen zult*. »Dat moeten we allemaal*, zei 'n nicht zónder kinderen, die altijd klaagde, wat m'n zus nooit deed. »Ja, jij wordt vóór je tijd grijs van de zorg*, schertste m'n zuster, >Maar ter zake. Voor zulke kleinigheden van theeblad, kop jes, schilderij jes e. d g., die je cadeau krijgt, schiet gewoonlijk in een huishouden geen geld over, als je eiken dag tien mon den aan tafel hebt. Nu wéét ik wel, dat ik tóch betaal. Góéd betaal óók. De men- schen moeten er mee uitkomen. Maar ik beschouw het als sparen en als ik genoeg spaargeld bij den winkelier heb staan, dan koop ik een prijs, waar anders toch nooit geld voor overschiet*. »Ik niet*, zei de kinderlooze nicht. »Ik doe dat anders, weet je I* En nicht gaf een ernstige uiteenzetting van haar stelsel. Zij werkte met »potjes*. Had in haar kast verschillende doosjes e. d. g. staan, netjes met étiketten beplakt, waarin ze gedurig wat opspaarde voor ver schillende doeleinden, zoodat wanneer er voor zulk een doel geld moest zijn, dan lag het klaar. Maar m'n zuster lachte haar in haar gezicht uit. »Jajij moest ook es acht jonge gasten hebben, die elk jaar méér gaan koste Zou je wel anders praten Als er geld moet zijn voor schoenen, voor winterkleeren, voor aa dappels, voor alles en nog wat en je zit krap, - blijf jij dan es van je spotjes* af allemaal theorie, nicht Nicht's dunne lippen bibberden, 'n dui delijk bewijs, dat een ietwat stekelige op merking op de komst was. Daarom zocht ik afle ng. sNicht's stelsel heeft dit voor*, zei ik, dat het parlementair >s.* 't Maakte eenigen ird'uk. Nicht zwéég. Ze heef' vo< r mij altijd eenigen eerbied, omdat ik sm de politiek zit*, naar ze zegt. 't Goede mensch weet niet met hoe weinig in de >a-ch men al 'n politieke jager heeten kan Ik legde toen 't gezelschap uit, hoe 't stond met de suikerpot Dat de regeering ai wat de drank-accijns méér opbiacht dan een bepaald cijfer, in een >pot« opborg, om daar naderhand den suiker-accijns mee te ontlasten. Mijn zuster tc,ok de schouders op. Maar nicht glunderde, dat 's lands hooge regeering haar stelsel volgde Toen kwam ouë opa uit den hoek. »Ik dacht zoo*, zeide hij, »dat de re- geering als er tekort iu den suikerpot almee in de eerste plaats aanspreekt of heb ik dat mis 't Gezelschap lachte smakelijk. En mijn zus kmkte nicht vroolijk toe Als de hooge regeering haar handen niet afhouden kan van haar »suikerpot«, wat zal men dan van 'n eenvoudige huismoeder verwachten Toen nam 't'gesprek een wending. De vraag kwam op, of het voor een winkelier wenschelijk én of het geoorloofd was, van christelijk standpunt gezien, klan ten te lokken door het uitloven van cadeaux. Het werd scherp afgekeurd. Er werd op gewezen, dat ten eerste hier de vlag niet de lading dekt Het héét wel cadeau. Maar 't is 't in werkelijkheid niet. 't Moet uit de lengte of uit de breedte komen en op verreweg de meeste plaatsen is de concurrentie zóó scherp, dat de win kelier met gaat zeggen Ik verdien zóó ruim aan mijn klanten, dat ik hun ook wat gun, ik zal hen eens verrassen Zoo gaat het niet en kan het niet. De klanten betalen met centen en stuivers zelf de cadeaux, die ze krijgen, zoodat de naam >cadeau* hier feitelijk niet past, al is die ook door 't gebruik gewettigd. De winkelier, die met cadeaux werkt, geeft eenvoudig zijn waar voor hooger prijs of van minder kwaliteit, dan zijn concurrent, die het zonder cadeaux doet. Is nu dat stelsel gewenschff Ia 't algemeen zeker niet. Een flink win kelier, met hart voor zijn zaak, zal het een knoeierig gedoe vinden en kan hij door puike waar te leveren en door prompte be diening zijn cliéntele alevel behouden, dan verhoogt hij er zijn vak en stand mee. Doch men kan niet altijd, zooals men wil, helaas 1 Hoeveel winkeliers zijn niet begonnen met het vaste voornemen, in géén geval te borgen en konden er toch niet aan ontkomen 1 De vraag is dus of 't zonde is. Dit nu zien wij niet in. En wel omdat het publiek heel goed weet, dat het de cadeaux toch op de een of andere manier betaal't Moet al 'n onnoozele gans zijn, de werkelijk meeDt, dat de winkelier uit liefde ot zijn klanten uit eigen zak die cadeaux er bij ligt l De gezonde volks-opinie voel dttheelgoed. Mei de ^procenten* is 't nei zoo, 'k Heb een huismoeder gekend, die 't krap had en 't geheele ja r k ch ra een winkel, die j1/i procent gai op k u ''niers waren e. d. g. van dat bonnen-yeld bocht ze dan haat wintervoorraad en ze was vol komen eerlijk met te zeggen, anders niet te weten, hoe ze dat geld bij elkaar zou moeten breDgen. De menschen weten over 't algemeen, dat het hier geen geschenk, maar een eigen aardige soort van sparen geldt, niet eens de voordeeligste, maar die door den

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1912 | | pagina 1