HSTE SLAB.
Zaterdag 38 September 1912.
Antirevo lutionair
•&Tl* Jaargang Nw. 1803.
Orgaan
voor de Zuidliollandsclie en Zeeuwsche Eilanden.
„De Ster"
IN HOC SIGNO VINCES
Man tel magazijn
Rotterdam
W. BOEKHOVEN.
Opiumpacht in India.
Tijdens de verbouwing wordt
de opruining voortgezet.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent.
zonder 50
Buitenland bij rooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50zonder f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
UITGEVER
SOMMELSD1JK.
Advertentiën 10 oent per regel en maal, Reolames SO per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever
Een verblijdend bericht in de Be
grooting van Ned. Indie! Op bladz.
62 der Memorie staat het simpel onder
no. 11a:
In verband met 't voornemen om
met 1 April 1913 de opiumregie in
te voeren in het gouvernement
Atjeh en onderhoorigheden is voor
genoemd gewest op pachtschat over
slechts 3 mnd. gerekend.
Na de eventueele invoering zal het
stelsel van de opiumpacht in Ned.
Indie tot het verleden behooren.
De cursieve woorden doen 't em.
Wat strijd is er in en buiten de
Kamers gestreden over die opium en
hare verpachting, jaren, lange jaren
geleden en met vaak groote felheid.
Eens sprak Min. Hasselman, van Ko
loniën: Wie zooals ik, jaren lang ge
leefd heeft te midden van eene aan
het amfioen schuiven verslaafde be
volking, en in alle kleuren de ellende
be^ewooik 008en gehad, welke uit 't
is or-van den amfioen voortvloeit,
moet geneigd zijn om niets te verzui
men wat tot bestrijding en onderdruk
king van dat euvel strekken kan.
En het was met dien wil tot be
strijding en onderdrukking van 't euvel
bezield, dat Gouverneurs en Staats
lieden in Nederland; dat Indiërs en
Hollanders; dat de Christelijke en
Neutrale Persdat Rechts en Links op
middelen peinsde om toch dat misbruik
tegen te gaanwant de verwoesting
was onder de bevolking zichtbaar. Er
werd een Anti-Opium-Bond opgericht
en in boeken en brochures werd 't
Nederlandsche volk op zijn geestelijke
roeping gewezen om den Indiër, hoe
dan ook, te verlossen van de opium
ellende, waaronder hij geestelijk en
lichamelijk leed; die zijn welvaart
vernietigde, zijn imkomsten deed in
krimpen en hem ten slaaf en speelbal
maakte van sluwe Chineezen, de bazen
der amfioenkitten.
De oude opiumpolitiek werd ver
oordeeld in de Kamers; veroordeeld
ten opzichte van Java's bevolking
veroordeeld in betrekking tot den
Chineeschen pachter; veroordeeld ten
opzichte van den smokkelhandelver
oordeeld als leidend tot demoralisatie
van hoofden en minderen; tot onder
drukking van den kleinen man; tot
knevelarij en willekeurtot het maken
van opium-propaganda.
De smokkelhandel was bij 't oude
pachtstelsel niet te onderdrukken; 't
algeheel verbod van opium was op
Java niet te handhaven, gewoon als
't volk was aan hun pijpje, die hun
eenige oogenblikken in de zoetste
droomen hun levensverdriet deed ver
geten. Maar wat .dan De pacht moest
opgeheven als bron en oorzaak van
allerlei bedrog en dieverij en omkoo-
perij en zwendel.
Geen ander middel was te bedenken
(en de knapste koppen hebben over
't vraagstuk gestudeerd) dan door een
stelsel, waarbij niemand persoonlijk
belang heeft bij den verkoop en waarbij
geleidelijke, maar gestadige beperking
van gebruik hoofddoel is. En daarom
besloot men als overgangsmaatregel,
om eenmaal tot algeheele afschaffing
te komen, om de opium, met opheffing
van alle tusschenpersonen en met ab
soluut verbod van opiumdebiet door
elkander, uitsluitend bij van Regeerings-
wege aangestelde personen verkrijgbaar
te stellen
Dat was de Regie, de nieuwe politiek.
Daarbij wenschte men, dat tegen-
gang van den smokkelhandel met alle
kracht zou worden tegengegaan en
verboden kringen werden ingesteld.
En nu lazen we in de Begrooting.
wat we boven citeerden
Het stelsel van de opiumpacht zal
tot 't verleden behooren
De reus is dan ten slotte gevallen.
Maar 't heeft wat moeite gekost. En
te begrijpenhet verpachten van het
recht van belastingheffing was een
zeer gewild middel voor den Staat
om zonder administratie ven omslag
en zonder directe uitgaven, inkomsten
te verkrijgen. De Staat verpachtte de
belasting en wie 't meeste bood, mocht
in dezen of dien kring amfioen ver-
koopen; zoo was de Staat van alle
moeite en toezicht af en als de pachter
maar op tijd zijn geld afdroeg, be
taalde, was de Staat tevreden. Maar
toch, 't was buiten den waard gere
kend, want voor de schatkist bleek
heel die verpachting, eenvoudig in
opzet, een dure liefhebberij en voor
de bevolking een uitmergeling. Door
de verpachting vermeerderde het de
biet door de vermeerdering van dit
debiet werd 't onmogelijk den sluik
handel te onderdrukkendie sluikhan
del werd weer aanleiding tot allerlei
schandelijke praktijken tegenover de
bevolking; en die schandelijke prak
tijken leidden weer tot een breidelen
van de macht der pachters tegenover
inlandsche hoofden en politie. Zoo
bracht die verpachting zware kosten
mee om den smokkel tegen te gaan
en de regeering met justitie en politie
kwamen in moeite met de Chineezen
als pachters en de inlandsche hoofden,
die er ook van profiteerden.
In één woordèn in Indie èn in
Holland zag men de onhoudbaarheid
in en zoo dan komt er nu overal regie,
om mocht 't wezen, door dien Rijks
verkoop eenmaal te kunnen overgaan
tot »geheelonthouding«. De tijd echter
dat de opium verboden zal worden,
ligt nog in verre toekomst. China gaat
in dezen ons Christen-Nederland voor
Chineesche dobbelspelen.
De Wet op de Middelen, der In
dische begrooting over 13, noemt als
inkomsten onder 't Departement van
Finantiën.
Verpachte middelen
a. opium.
b. slachten van vee.
c. chineesche dobbelspelen.
d. verkoop van arak en andere
sterke dranken in 't klein in de Bui
tenbezittingen.
e. slachten van varkens en verkoop
van varkensvleesch in de Buitenbe
zittingen.
f. veren en overtoomen.
g. vogelnestklippen,
h. belasting op peper (Riouw.)
i. verkoop van saguweer, brom en
larve.
j. goudmijnen (Borneo.)
k. invoer en verkoop van zout.
1. pandhuizen.
Het maakt een slechten indruk te
lezen, dat de Regeering uit de Chi
neesche dobbelspelen nog winst trekt.
Trouwens't is in ons eigen vader
land niets beter. Wel wordt hier de
bekende «Staatsloterijer niet verpacht,
want de Regeering houdt haar in
Hoogstraat 173
eigen regie, in eigen bestuurmaar
ondertusschen trekt ze uit het dob
belspel eenige tonnen. In Indie wordt
ook gedobbeld maar daar mag laten
loten en verdobbelen, wie dat treurige
zaakje pacht bij inschrijving. Gelukkig,
dat betere inzichten baan breken. We
lazen althans in de toelichting op
deze posten, dat, in verband met de
voorgenomen vervanging met ingang
van 1 April 13 van de pacht op Su
matra's Westkust door een licentie
stelsel de pachtsom maar over 3 md.
werd gerekend a 1400 gld. In die
streek bracht 't dus nog een 4200 op.
In Batavia, Soerabaja, Zuider- én
Oosterafdeeling van Borneo en Celebes
en Onderhoorigheden is met ingang
van 1 April 1912 reeds dat licentie
stelsel ingevoerd, zoodat voor die ge
westen niet meer op inkomsten valt
te rekenen, zooals de Memorie schrijft.
Een even gelukkig verschijnsel is
de hoogere opbrengst der exploitatie
van pandhuizen in eigen beheer. De
verpachting dier lommerden heeft ook
al veel ellende gebrouwen, door de
afzetterij. De Regeering richt nu zelf
lommerden op en hoe afkeering we
ook van die droeve stichtingen zijn
toch nog liever een Rijkslommert dan
die van den pachter Chinees.
OP DEK UITKIJK.
Alida van Santen stond voor den
spiegel.
Alida staat en kapt heur haar.
Alida wendt zich met walging af.
Alida kan niet verder.
Landbouw.
Telefoon Inferconai. No. 9.
't Was een benauwd hoekje, in dat af
gesloten zolderkamertje, waar ze sliep en
zich wasschen en kleeden moest.
Maar ze was 't nooit ruim gewend 1
Thuis was 't ook behelpen geweest,
waar ze met hun negenen waren en ze
had het zelfs 'n vooruitgang gevonden, toen
ze in dienst ging en nu een eigen kamertje
bezathoe klein, hoe ongezellig, hoe
triestig het dan ook was.
Ze heeft er echter op haar vraag, een
kleinen keukenspiegel gekregen en daar
naast hing ze 'n paar wandteksten, die ze
op de Zondagsschool ontvangen had en
trouw bewaard. Zoo was er dan toch wat
huiselijks aan. Zoo was de ongezelligheid
van die kale wanden wat gebroken.
't Was altijd haar trots geweest en een
voorwerp van afgunst voor haar kameraden
het rijke, golvende lichtblonde haar, dat
nu in dikke lokken over haar rug en
schouders hangt, terwijl ze 't zorgvuldig
borstelt en kamt.
'tMoet nu es in de puntjes zijn.
Want Alida gaat van avond uitl
Voor 'teerst, hier in de stad, waar ze
nog maar enkele weken een dienst heeft
en eerst sinds acht dagen een kameraad
vond. Wat waren die eerste weken een
zaam geweest 1 Ze kende hier geen mensch
zat in haar vrijen tijd hier boven wat te
lezen of lag soms van verveling op haar bed.
Wel had dominee, in haar dorpje, haar
aangeraden om zich bij de meisjesvereeniging
te voegen en had haar ook 't adres mee
gegeven, waar ze aankloppen kon, maar
eerlijk gezegdzij vond zoo'n
naai- of leesavond wel wat saai en wou
zich liever niet zoo vast binden. Eerst es
wachten, of ze ook kennissen kreeg.
En zoo had ze dan een »vriendin«
Klaasje Hoef maker, 'n leuke meid, vroolijk,
prettig, die zoo echt gezellig babbelen
kon 'n geluk, dat ze die gevonden
had.
Van avond zou ze met haar uit.
Samen zouden ze kermis-houden.
Eerst was Alida daarvan geschrokken.
Dat was zoo heel anders, dan ze het thuis
gewoon was geweest. Daar kwam van
kermis-gaan niets in. Daar was Gods Woord
in eere en er werd gebeden. Daar woonde
de vreeze Gods
Maar Klaasje had al haar bezwaren
weggeredeneerd.
En als redeneeren niet hielp, had zij ze
weggelachen, weggespot.
'n Mensch mocht toch wel wat hebben l 'n
Mensch was maar één keer jong 1 'n Mensch
moest toch z'n jonge leven genieten 1 Waar
zag Aleida haar voor aan? Was zij,
Klaasje, niet een nette, fatsoenlijke meid,
en zou ze niet weten »netjes< kermis te
vieren
En ze had Alida de,heerlijkheden van
den kermisavond zoo verleidelijk voorge
spiegeld ze had zoo vernietigend haar
ouderwetsche bezwaren weggespot, dat
Alida had toegegeven.
Nu maakt ze zich dan gereed.
Haar hart klopt echter onrustig.
Wat zouden vader en moeder wel zeg
gen als ze 't wisten
Maar, komze kan toch ook niet altijd
»een kind« blijven 1 En 't zou zoo echt
gezel! g kunnen worden. Klaasje had er
op gezinspeeld, dat ze wel 'n paar »leukec
jongens wist die den avond wellicht met
haar beiden wilden meegaan. Dan zouden
ze schik hebben I
Plotseling valt Alida's oog op den tekst,
ter rechterzijde van den spiegel»Zijt ge
trouw tot den doodc
't Geeft haar ineens 'n schrikschok door
't lijf.
Is dat >getrouwc zijn, als ze meegaat
waar wel gevloekt, maar niet gebeden
wordt? Waar men wel lastert, maar waar
God niet verheerlijkt wordt? Waar Jezus
niet is en de duivel vele dienaren vindt
't Is Gods roepstem, die tot haar komt.
En ze herinnert zich ineens, wat haar oude
meester op school met zooveel nadruk
zeggen kon»God laat ons nooit onge-
waarschuwd in 't verderf gaan< I
Maar Alida zet er zich overheen.
Ze kan immers nu niet meer terug P
Ze heeft immers afspraak met Klaasje,
dat ze haar zal halen en ze dan samen
weder den avond zullen doorbrengen
Weg dan met alle gedachten, die haar
kunnen afbrengen van haar doel
't Moet er nu maar van komen.
En ze zal immers kermis-houden in alle
eer en deugd 1 Netjes en fatsoenlijkWie
niet wil, hoeft immers aan al die ongebon
denheid en kermis-razernij niet mee te doen
Alida stelt haar geweten gerust.
Weldra is ze aangekleed, trekt de huis
deur achter zich dicht en gaat op stap naar
de woning van haar vriendin.
In de stilte van den avond hoort ze
van verre het kermisgejoel. Den zang uit
de schorre kelen van halfdronken kerels
en meiden 't geroep der kermiskramers
de schetterende muziek der draaimolens en
't genot, waar ze op haar kamertje van
heeft gedroomd, wordt toch heel wat klei
ner, dan 't straks was. Jè, ze huivert zelfs
bij de gedachte, dat ze daar straks mid
denin staan zal en zal medelachen, en
dartelen en hossen, en spotten P
Maar weer werkt ze het weg.
't Kan toch geen kwaad zijn. om es één
enkelen avond gezellig »uit< te gaan
En ze haast zich Klaasje zal
wachten
Daar, om 'n hoek, staat ze plotseling
bij 'n drank- en danshuis. Juist gaan de
klapdeuren open en halfdronken jongens
en meiden waggelen naar buiten. Zóo voe
len ze de frissche lucht of met schorre
kelen en drankstemmen beginnen ze >Mijn
vader had een bok-kie c
Maar ze hoort nog net het schelle en
schrille geblaas en gehos daar van binnen
en de dranklucht prikkelt haar neus
Dat nu die »heerlijke< kermis? Klaasje
zei, 't kon in,zoo'n >danssalon,< als zij 't
noemde, zoo »echtc leuk zijn.
Dat »leuk ?c En plotseling ziet Alida
zich verplaatst in haar ouderlijk huis, op
Vaders of Moeders verjaardag, als ze
's avonds met hun allen om de tafel echt
»schik« hadden
En ze zucht bij 't voortgaan.
De kermis-stemming is al lang weg.
Maar ze heeft nu eenmaal beloofd 1 'tMoet
nu van avond maar een keer
dan niet meer
Nu komt ze op 'n stille gracht.
De meeste ramen staan open.
In 'n burgerhuis brandt de schemerlamp
en voor 't huisorgel zit 'n man, de vader
blijkbaar Alida begint zachter tc
loopen even luisteren I
Zacht wordt er gespeeld.
'n Paar kinderstemmen zingen
»Nader, mijn God, tot U, U naderbij
Zij ook de weg daartoe Een kruis voor
[mij
Plotseling staat Alida stil.
Drukt de hand tegen 't hart.
Dat is het lied van de Titanic
En ze ziet voor zich het lichtende, zin
kende schip, met die vele honderden men-
schen, die daar wegzinken, om binnen
weinige oogenblikken voor hun God te
verschijnen
Als zij zoo opgeroepen werd 1
Zoo, van de kermis tot God
En dat kan toch I Ging 't ook zoo niet
op de ^Titanic,in enkele uren uit het
vreugdeleven in den gruwzamen dood
Dan moet Klaasje maar denken, wat ze
wil. Lang wachten zal ze wel niet
En Alida haalt het adres voor den dag,
dat dominee haar gegeven had, om er zich
aan te melden voor de meisjesvereeniging.
Vriendelijk werd ze daar ontvangen en als
ze 's avonds tijdig in haar dienst en op
haar kamertje terug is dan dankt ze God
uit den grond haars harten, dat Hij haar
bewaarde voor de paden der ijdelheid,
UITKIJK.
Of dat zoo veel was
Of dat zoo veel was, vroeg men ons.
Een zuivere winst van nog geen 80 g. op
'n bunder. En men bedoelde de getallen,
waar we in een vorig opstel de aandacht
van den lezer even bij bepaalden. Daar was
gesproken van een proef met kunstmest
stoffen op een bietenland. En door den
proefnemer werden gedolven van het onbe-
mest gebleven stuk: 28500 K.G. bieten.
Perceel II ontving 400 KG. chilisalpeter
anders niemendal. En men oogstte hier:
38554 KG. bieten of ruim 10000 KG. meer
dan van 't vorige stuk. Met de zuivere
winst, waarvan gesproken is, werd nu
bedoeld, de zuivere winstbehaald door do
bemesting. Natuurlijk werd ook op het
onbemeste perceel winst gemaakt. Doch de
winst met perceel II verkregen, was nog
bijna 80 g. per H.A. grooter. Het officieels
rapport van 't door ons bedoelde proefveld
spreekt van 77.16 g.
Schrijven we daar nu de gemaakte be-
mestingskosten naast nl. 46 g., dan mogen
we aldus redeneeren.