voor de Ziiidliollandsclie en Zeeuwsche Eilanden.
J
Woensdag 4 September 1912
An tirevo lutionair
27ste Jaargang JN*. 1795.
Orgaan
I 9
I BENEI BIK ALEX IIHOFE,
IN HOC SIGNO VINCES
W. BOEKHOVEN,
Zuid-Eollandsche Vereeni
ging voor Volkskunst.
Beclames,Mededeelingen enz.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent.
zonde* 50
Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50zonder f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
SOMMELSDIJK.
Advertentiën 10 Cent per regel en s/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10'luur.
Alle stukken voor de Redaetie bestemd, Advertentiën en Verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Alweer wat nieuws. Ja maar iets
goeds. Er is 19 Septb. '10 opgericht,
en de Statuten zijn goedgekeurd bij
K. B. van 20 Mei '11, een Zuid-Hol-
landsche Yereeniging ter bevordering
van Kunstnijverheid en Volkskunst.
Art. 3 der Statuten luidt
De Vereeniging stelt zich ten
doel de Kunstnijverheid te bevor
deren in de provincie Zuid Hol
land en voorzoover dit noodig en
wenschelijk is in verband met
haar streven voor Z-H. ook in
de andere provinciën van 't Ko
ninkrijk.
Art. 4. Zij tracht dit doel te be
reiken door de kunstijveren in
Z.-H. te steunen, door handwerks
lieden van artistieken aanleg aan
te moedigen en te leiden, door
een afzetgebied te zoeken voor
de voortbrengsten hunner indus
trie en verder door alle andere
wettige middelen, welke het Be
stuur doelmatig zullen voorko
men
Art. 9 van 't Huishoudelijk Regle
ment
De jaarlijksche Contributie
wordt door de leden zelf bepaald,
doch bedraagt minstens f 2 50.
Uitvoeriger wordt het doel geschetst
op bladzij 10 en 11 van 't verslag,
waar staat
Wij denken aan tentoonstellin
gen, die zullen aantoonen, wat
op dit oogenblik aan volkskunst
aanwezig is en die leering zullen
verspreiden door de schitterende
en met zorg gekozen voorbeelden
van vroegere dagen vervolgens
noemen we het uitgeven van
voorbeelden en collecties, waar
naar te werken valtten slotte
denken wij aan het verrich
ten van adviseerenden arbeid
door het organiseeren van voor
drachten en al datgene, wat mid
dellijk en onmiddellijk tot onze
taak behoort. En evenzeer, wil
len wij van den aanvang af trach
ten onze krachten daarvoor in te
spannen, dat zij, die werkstukken
vervaardigd hebben, welke naar
onze meening aan de eischen van
werkelijke Volkskunst voldoen,
in onze vereeniging een centraal
punt gaan vinden, dat bij den
afzet der artikelen, door den
goeden roep, die er van de ver
eeniging uitgaat, krachtige hulp
verleent en meer en meer ver
trouwen gaat winnen.
Een soort Huisvlijtbeoefening dus?
Gansch nietmaar de Volkskunst
zoekt uit de producten der Huisvlijt
't beste, 't artistieke.En voortsVolks
kunst zoekt de nu verborgen kunst,
die onder en in het Volk leeft. Die
Volkskunstartikelen zullen tentoonge
steld wordenzóó worden anderen
weer opgewekt om hun sluimerende
talenten tot ontplooïng te brengen
De vraag, waar 't in de Vereeni
ging om gaat is dus deze: Hoe Ver
eenigen we allerlei mannen van geld
en smaak, om door de contributies
en donateursgelden (ad f 100) de man
nen en vrouwen van Nederland, die
zonder beroemdheden te zijn of het te
worden toch in hun teekenwerk, hun
snijwerk, hun graveerkunst, hun smeed
werk, timmerwerk, hun vlechten enz.
enz. in al hun handwerk, grof of
fijn, met welke, stof ook bezig, of van
papier, of van stroo, of van hoat, of
metaal en dito dito, iets moois kun
nen leveren, dat kunst openbaart en
geld waard is.
Kunstenaars en koopend publiek
tot elkaar ontplooiing van sluimerend
talent in de Volksmassadie artistiek
aangelegden uit dorpen en steden en
gehuchtenallen tot een bond mpt
de Zuid-Hollandsche Vereeniging, die
ze helpt om vooruit te komen.
We vinden het doel prachtig Maar
er moet voorloopig heel wat geld zijn
Ten slotte: wie meer van deze ver
eeniging wil weten, vervoege zich tot
den heer Van der Mandere, journa
list-letterkundige, te 's-Gravenhage,
Jan van Nassaustraat 93. Deze heer
is de Secretaris.
Sommelsdijk.
In de Donderdag gehouden Raads-
verg. werd besloten deze voortaan met
gebed te openen Dit voorstel ging er
door met Rechts tegen Links; uitge
zonderd de heer Peekstok, dia als Links
man, maar tevens diaken in de Herv.
kerk, den moed had om vóór te
stemmen.
De discussies zoo hier als allerwege
wezen er weer voor de zooveelste maal
op, dat 't Liberalisme innerlijk vijandig
staat tegen alle godsdienstdie zich
aan de Openbaring naar de Schriften
aansluit Gods Souvereiniteit; Zijn
hulp voor dit leven willen ze niet er
kennen. Zijn zegen hebben ze niet
noodig. Zijn voorlichting door 't Woord
kunnen ze missen, 't Liberalisme is
van huis uit .vijand van God en Gods
órdinantien, Moge 's Heeren zegen
rusten op 't besluit dier zeven Raads
leden en de halpe Gods, ingeroepen
door den voorz. van den Raad, ook
kennelijk ervaren worden bij alle be
sprekingen.
Is dat recht?
Jaren lang is er door de arbeiders
in de industrie geroepenGeef ons een
arbeidscontract, waarin onze plichten
en rechten staan opgeteekend evenals
die van onzen werkgever, zoo komt
er rust in bet bedrijf. We sluiten dat
contract voor 5 of meer jaren en zullen
ons precies houden aan de bepalingen.
Dan kan 't bedrijf zich zonder strijd
van binnen ontwikkelen in den con
currentiestrijd naar buiten des te
kraoihtiger optreden en de prijzen
regelen naar de loonsverhoudingen,
die er in die 5 jaar zijn. Daarna, na
afloop van dien termijn kan het con
tract herzien worden.
't Lijkt mooi. Maar hoe is 't recht
vaak geschonden. Dezelfde werklieden,
die 't contract onderteekenden, zagen,
adres aan de mijnstaking in Engeland,
er in 't minst geen bezwaar in om
contractbreuk te plegen en de patroons
in de grootste moeite te brengen, om
dat hun inkoop- en verkoopprijzen der
grondstoffen enz. met de loonen in
verband stonden. En nu, midden in
de rust, staakt men en eischt een
ander contract
Zoo iets is, plat uitgedrukt, gemeen!
door en door gemeen.
Accoord is accoord! Te meer waar
voor den patroon tonnen gouds ge
moeid zyn in verband met de contrac
ten, die hij voor 5 jaar met andere
firma's heeft afgesloten.
Contractbreuk is een lage handel
wijze en geen wonder, dat de patroons
om 't woord van een werkman totaal
niet gevenze kunnen op geen arbeider
staat maken. Maar owee ook voor de
arbeiders als zoo 't bedrijf moet mar-
cheeren.
(20 Cents per regel.)
beslist kurkdroog
5 Groote Draaisteeg. Springweg 1.
In en buiten de Kamer.
Tuinbouw.
UITGEVER
Telefoon Interconna. No. 2.
maakt natte kelders en vochtige woningen
ROTTERDAM, UTRECHT,
Vraag prospectus No. 32.
Amice
Ik heb u geschreven dat ik op de ge
dachte door dr. Kuyper in zijn rede uitge
sproken terugkom.
Als hij één zin spreekt en ge denkt door,
dan zegt ge«men komt niet uitgepraat
over zulk een rede.»
Ge hebt gelijk. Dr. Kuyper is een heel
ander mensch dan gij en ik. Daarmede wil
ik zeggen, dat hij van God gaven en ta
lenten heeft ontvangen zooals ik geen
tweede in ons vaderland ken. Wat hem
siert, is, dat hij die gaven en talenten
niet onder een koornmaat verbergt maar
ze gebruikt tot eere Gods en tot welzijn
van den naaste. Op het laatste valt alle
nadruk in de gegeven omstandigheden.
Immers medewerker te zijn aan de oplos
sing van de sociale kwestie is juist het
welzijn van den naaste te zoeken.
De vorige keer heb ik u geschreven dat
alleen van die zijde der Christelijke partijen
oplossing te wachten is. Dr. Kuyper heeft
de historie laten spreken. Juist aan de
mannen, levende uit het Christelijk levens
beginsel, is het te danken dat de slavernij
is afgeschaft. Het menschelijke in den
mensch kwam meer tot zijn recht, toen
aanvankelijk de lijfeigenschap daarvoor in
de plaats trad. Daaruit vloeide als vanzelf
de stroom, dat de vrijheid en zelfstandig
heid moest zegevieren.
Waren alle menschen wijs en deden
[daarbij wel,
Dan was deez' aard een paradijs, nu is
[zij vaak een hel.
De revolutie bracht niet de vrijheid, maar
de losbandigheid. Niet het organisme, maar
het individu werd z. g. alles. De strijd voor
eeuwen gestreden om vrijheid, moest thans
Opnieuw gestreden worden, al was het in
anderen vorm en onder andere omstandig
heden. De oude slavernij was afgeschaft,
maar een niet zachtere slavernij trad daar
voor in de plaats. Immers de oppermach
tige revolutieman gebruikte den werkman
op eene wijze dat hij het veel harder had
te verduren dan in de slavernij van vroe
ger. Zijn loon ging voor vraag en aanbod.
Bittere armoede is er geleden. Nu zijn hut
juist de Christenen die in deze kwesties
zich aansluitende aan de historie, de schrif
tuurlijke en historische lijn weer opvatten,
en zeggende arbeider moet leven van de
gaven en talenten welke God hem heeft
toevertrouwd. Werken moet hij om Gods
wil. De Heere belooft echter dat in den weg
door Hem bepaald, zijn brood zeker, en zijn
water gewis is.
Natuurlijk moet hij werken. Ook met
overleg werken. Hij moet verzekerd zijn
dat in den weg door God bepaald, Gods
beloften bewaarheid worden. Daartoe de
«verzekering.* Hij komt dus op voor zijn
vrijheid en recht.
We zien echter dat van links een ander
ideaal wordt voorgehouden. Sufferds slapen
gewoonlijk graag. De liberalen dragen het
begrip »Staatspensioneering« uit. Wie aan
zee staat, ziet nu de vloed, dan de eb,
dat beeld zou ik willen gebruiken om het
onzinnige der liberalen te teekenen.
Dr. Kuyper heeft er heel wat in korte
woorden van gezegd, 't Is eigenlijk «bedee-
liug.c Een terugkeer naar de oude slavernij.
De oude en afgeleefde slaaf bleef voor
rekening van zijn heer. Toen waren er vele
heeren en vele slaven. De idee welke het
ongeloof uitdraagt is, «slechts één heer*
nl. de Staat. Ge zoudt de Staat hun «God*
kunnen noemen. Gelijk nu bij den slaaf alle
energie gebroken was, zoo wordt in dien
weg bij vernieuwing alle energie verbroken,
en de vrije werkman wordt geketend in de
armen van vader Staat.
In slavenketenen worden de viije werk
lieden gebonden. Ze hebben geen besef dat
alle individuen, de eenlingen, een organisme
vormen. Weineen, ze groepeeren zich tot
een klasse, en sluiten ieder buiten die niet
tot hun klasse behoort.
Daar hebt ge de klassenstrijd. Nooit zal
dit het menschelijke in den meusch ver
heffen, wel onderdrukken en vernietigen.
De proef op de som wordt dagelijks gele
verd. Willooze individuën zijn ze in de
handen der leiders. De oude slavenstand
onder andere omstandigheden en in een
ander licht. Met «vader Staat* worden ze
blij gemaakt. Ze krijgen Staatspensioen als
ze te lamlendig zijn geworden. En wanneer
worden ze dat? Och ze zijn het reeds.
Alle energie is er uit. Schijnbaar te voelen
wat ze willen, ontbrandt er in de groep
een strijd. Ge krijgt weer een nieuwe groep.
Eindelijk krijgt ge anarchisme d. i. elke
saarabinding wordt veroordeeld en men
komt terecht bij het nihilisme.
Wie wind zaait, zal storm oogsten. De
revolutie brengt de revolutie. Het organisme
is verdwenen. Slechts individuën blijven
over. Juist dat is het verderfelijke dat zich
telkens geeft te aanschouwen in dien weg.
De Christen daarentegen weet dat hij
zich niet als eenling mag toonen. Hij is lid
van het organisme. Bij zijn strijd voor
recht en vrijheid mag hij nooit de volks
eenheid trachten te verwoesten, als zijn
eigen ik maar zegeviert en krijgt waarvoor
hij mag en moet strijdeD als lid van het
organisme. En dan scheidt hij zich niet af
van het volk om tot een bepaalde groep
te beliooren, maar hij roept allen op, zoo
wel rijk als arm, aristocraat en democraat
om hem niet maar de vrijheid te laten be
houden, doch ook als vrije burger te kun
nen leven, zoodat hij zich ""niet afhankelijk
behoeft te gevoelen van zijn medemensch,
noch van den Staat. Afhankelijk is hij
alleen van God. Gods ordinantiën eerbiedigt
hij en moet hij eerbiedigen. Hij, arme, zoo
wel als rijke. Hij erkent de rangen en
standen in de maatschappij en zal zijn
handen niet uitstrekken naar hetgeen eens
anderen is.
Gevoelt ge niet dat dit een kerngezond
volk is Lamlendigheid treft ge er niet
aan. Het volk eert om Gods wil de Over
heden, de machten die over hem zijn
gesteld. Het vloekt niet tegen den patroon,
maar bidt voor den patroon. Snapt ge den
rijken zegen voor een liberaal, wanneer hij
Christen-werkvolk in zijn dienst heeft?
Gevoelt ge niet met mij den zegen, wan
neer de liberaal Christen-werklieden zoekt.
Gezegend zal land en volk zijn, wanneer
het de Christelijke Overheid gegeven is,
voor dat vrije volk, de vrijheid te bewer
ken, en alles wat een vrije burger noodig
heeft voor zijn tijdelijk bestaan. De ver
zekeringswetten IJëoogen dit doel. Als ze
er zijn,'zullen zelfs de liberalen reden heb
ben om te juichen. De socialisten leven uit
de wortel ontevredenheid en dat zal zoo
blijven, zoolang zij socialisten zijn.
Dr. Kuyper vatte in het laatst van zijn
rede de taak der Overheid aldus aan
le. Haar taak is het menschelijke in den
menscli te handhaven.
2e. Te zien dat de cultuur niet terug,
maar vooruit gaat.
3e. Dat bij de worsteling in het volk de
volkseenheid niet te loor gaat. Bidt gij
voor de Overheid, die thans zich dat heer
lijke doel voor oogen stelt, en dat God
land en volk beware voor een Overheid
die leeft uit de revolutionaire beginselen.
Mijn hartelijken groet, MARNIX.
.Voor Moes- en Bloemtuin enz.
Ook in den winter wil men graag bloe
men in de huiskamer hebben en daartoe
leenen zich bijzonder de tulpen en hyacin-
then, welke in de potten worden geteeld om
wat vervroegd te worden en in onze kamer
te kunnen prijken. Wij wijzen er nu reeds
op, maar komen er nader op terug. Zelfs
de armste kan zich dit genot in den winter
verschaffen, voor eenige centen is hij klaar.
De Ducjes, zooals zij in de tuinmanstaai
heeten, dat zijn de Due van Tholl-tulpen,
zijn algemeen bekend. Zoo'n ducje is net
een ui. Uien eq tulpen zijn dan ook fa-,
milieleden ze behooien beide tot de Lelie-
achtigen of Liliaceeën. Uien bloeien ook en
de bloempjes zijn net kleine tulpenbloemen.
Wij spreken van een tulpenbol. Een bol is
iets anders dan een knolvele menschen
weten niet het rechte onderscheid tusschen
die beide en verwarren die namen vaak.
Toch is de zaak eenvoudig. Een bol kan
men afpelleneen knol niet. Dus uien,
welke men afpellen kan, zijn bollen, aard
appelen zijn knollen.
Pelt men een ui af, dan houden we in
't midden een geel lichaampje over: dat is
de jonge plant, waarin 't leven zit. Als een
ui «doorschiet*, dan groeit dat lichaampje,
de neus, uit.
Ook een tulp kan men afpellen, dat gaat
gauwer dan bij een ui, omdat de eerste
minder schubben heeft. In die schubben of
rokken zit het voedsel voor de kleine plant,
die dus het eerste voedsel, dat zij noodig
heeft, vlak bij zich heeft. Is de natuur niet
doelmatig, niet treffend schoon, ingericht?
Als wij het kiempje, den neus of, juister
geheetenden knop, doorsnijden, dan kun
nen we daarin met behulp van een ver
grootglas zeer duidelijk reeds een zeer klein
bloempje aantreffen.
Om dat bloempje tot volle ontwikkeling
te brengen, moeten wij het helpen. Ja, als
wij den bol droog op de tafel laten liggen,
loopt hij gewoonlijk na enkele weken ook
wel een beetje uit, maar verder brengt hij
liet niet, en eindelijk zal hij, uit- en op
gedroogd, sterven. Sterven van gebrek, van
honger, terwijl de knop toch voedsel vlak
bij zich had, in de schubben. Maar wat
had het daaraan Dat voedsel kon het
alleen krijgen, als het eerst werd opgelost.
Opgelost in water. Water ontbrak
den bol. In den wilden staat blijven de
bollen in den grond, en daar vinden zij
dan ook het ter oplossing van het reserve-
voedsel noodige water. Wij halen ze uit
den grond, omdat ze anders natuurlijk niet
verhandeld konden worden. Men geve dus
den bol allereerst water om hem tot bloei
te brengen.
Ieder weet, dat men vooral Hyacinthen
zonder veel moeite in z. g. Hyacinthen-
glazen tot bloei kan brengen. Dat op glazen
zetten doet men in October, niet eer, daar
men anders gevaar loopt, dat de bollen
gaan rotten. Tot vrij dicht onder den hals
worden de glazen gevuld met helder regen-
ef leidingwater, nadat men ze eerst goed
schoon gemaakt heeft; een mespunt keu
kenzout wordt aan ieder glas toegevoegd,
dat is om den groenen aanslag (van Wie
ren) tegen te gaan. Na de vulling worden
de bollen er opgezet: dicht boven, maar
niet rakende aan het water, daar anders
rotting intreedt. Men zie dus, als de bol
is opgezet, of de waterstand goed is, en
zorge ook, dat de bol sluit in den hals
en dus vastzit.
De aldus opgezette bollen komen nu een
paar maanden op een donkere plaats, in
een kelder of niet te warme kast, te staan
in een hoek van het vertrek kan ook wel
met een papieren peperhuisje wordt de bol
bedekt, ook worden de glazen wel van een
gekleurd stuk papier voorzien om het water
tegen de inwerking der zonnestralen te be
schutten. Af en toe vernieuwe men het
water om rotting te voorkomenvoorzich
tig, om de wortels, 'die zich ontwikkelen,
niet te kneuzen of te breken. Doet men
enkele stukjes grof houtskool in 't water,
dan is vernieuwing niet vaker dan om de
2 a 3 weken noodig. Het water moet ook
worden aangevuld, daar de wortels een
-■ ■■■--